Aan de orde is de beëdiging van de tijdelijk Voorzitter en de toegelaten leden.
De tijdelijke voorzitter:
Geachte leden, beste collega's. Ingevolge artikel 6, eerste lid, van het Reglement van Orde is mij de leiding van deze vergadering opgedragen.
Ik verzoek de leden die de presentielijst nog niet hebben getekend dat alsnog te doen. De presentielijst ligt op de tafel naast de Griffier.
Overeenkomstig artikel 6, tweede lid, van het Reglement van Orde zal ik als eerste ten overstaan van de Kamer de voorgeschreven eed afleggen. Daarna zal ik de leden tot wier toelating is besloten, verzoeken de voorgeschreven eed dan wel de verklaring en belofte af te leggen.
Het afleggen van de eed dan wel verklaring en belofte van de toegelaten leden Van Meenen en Schippers zal in verband met hun afwezigheid volgende week plaatsvinden.
Ik verzoek de leden te gaan staan.
De Griffier:
"Ik zweer dat ik, om tot lid van de Staten-Generaal te worden benoemd, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer, dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik zweer trouw aan de Koning, aan het Statuut voor het Koninkrijk en aan de Grondwet.
Ik zweer dat ik de plichten die mijn ambt mij oplegt getrouw zal vervullen."
U steekt de twee voorste vingers van uw rechterhand aaneengesloten op en zegt daarop: "Zo waarlijk helpe mij God almachtig."
De tijdelijke voorzitter:
Zo waarlijk helpe mij God almachtig.
Dan gaan we nu verder met het afleggen van de eed dan wel verklaring en belofte van de thans aanwezige leden tot wier toelating is besloten.
Ik lees allereerst het formulier voor. Vervolgens zal de Griffier in alfabetische volgorde de namen van de leden opnoemen. Als uw naam wordt genoemd, wilt u dan gaan staan en de eed dan wel verklaring en belofte afleggen. Na uw eed of belofte kunt u weer gaan zitten.
Ik lees nu het formulier voor.
"Ik zweer / ik verklaar dat ik, om tot lid van de Staten-Generaal te worden benoemd, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer / ik verklaar en beloof, dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik zweer / ik beloof trouw aan de Koning, aan het Statuut voor het Koninkrijk en aan de Grondwet.
Ik zweer / ik beloof dat ik de plichten die mijn ambt mij oplegt getrouw zal vervullen."
U zegt "zo waarlijk helpe mij God almachtig" dan wel "dat verklaar en beloof ik". Indien u de eed aflegt, steekt u uw wijs- en middelvinger van uw rechterhand aaneengesloten omhoog.
Ik verzoek de Griffier vanaf het spreekgestoelte de namen en woonplaatsen voor te lezen.
De leden Bakker-Klein, Van Ballekom, Baumgarten, Bezaan, Van Bijsterveld, Bovens, Croll, Dessing, Van Dijk, Doornhof, Faber, Hartog, Van Hattem, Heijnen, Holterhues, Huizinga-Heringa, Jaspers, Klopman, Van Knapen, Van Langen-Visbeek, Marquart Scholtz, Martens, Moonen, Van den Oetelaar, Oplaat, Panman, Prins-Modderaar, Ramsodit, Rietkerk, Van Rooijen, Rosenmöller, Schalk, Van Strien, Talsma, Van Toorenburg, Vogels, Vos en Walenkamp leggen in handen van de tijdelijk Voorzitter de bij de wet voorgeschreven eed af.
De leden Aerdts, Van Apeldoorn, Belhirch, Van den Berg, Crone, Dittrich, Fiers, Geerdink, Van der Goot, Griffioen, Van Gurp, Janssen-van Helvoort, Janssen, Kaljouw, Karimi, Kemperman, Klip-Martin, Kluit-Sledsens, Kox, Kroon, Lagas, Meijer, Nanninga, Nicolaï, Perin-Gopie, Petersen, Recourt, Roovers, Thijssen, Veldhoen, Visseren-Hamakers en Van Wijk leggen in handen van de tijdelijk Voorzitter de bij de wet voorgeschreven verklaring en belofte af.
De tijdelijke voorzitter:
Ik wens de leden geluk met hun benoeming en installatie tot lid van deze Kamer.