Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | nr. 8, item 8 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | nr. 8, item 8 |
Aan de orde is de behandeling van:
- het wetsvoorstel Tijdelijke regels omtrent verkiezingen in verband met covid-19 (Tijdelijke wet verkiezingen covid-19) ( 35590 ).
De voorzitter:
Aan de orde is de behandeling van het wetsvoorstel 35590, Tijdelijke regels omtrent verkiezingen in verband met covid-19 (Tijdelijke wet verkiezingen covid-19). Ik heet de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van harte welkom in de Eerste Kamer.
De beraadslaging wordt geopend.
De voorzitter:
Ik geef het woord aan de heer Van der Linden.
De heer Van der Linden (FvD):
Voorzitter. Wat een dag, wat een avond om hier in de senaat over de regels omtrent verkiezingen te spreken, op de dag van de belangrijkste verkiezing ter wereld, in de Verenigde Staten. In de VS is de wijze waarop kan worden gestemd nogal gepolitiseerd, vooral het stemmen per post. Voor de duidelijkheid: over briefstemmen spreken wij vanavond niet, maar vermoedelijk wel binnenkort, want wij ontvingen deze week van de minister de aankondiging van de tweede in een reeks van spoedwetten die zien op een combinatie van verkiezingen en covid. Vandaag liggen een aantal kleine wetswijzigingen voor. Het zijn kleine wijzigingen met mogelijk wel grote gevolgen.
Voorzitter. Het uitgangspunt als geschetst in de toelichting op deze wet is dat het veilig moet zijn om te gaan stemmen, evenals dat het veilig moet zijn voor die tienduizenden leden van de stembureaus die tijdens de verkiezingen onze democratie helpen. Wij zijn hen daarvoor dankbaar. Het doel van dit wetsvoorstel is het mogelijk maken dat de komende verkiezingen kunnen worden georganiseerd, met inachtneming van de huidige en eventuele toekomstige covidmaatregelen. Daartoe doet de minister een aantal voorstellen waarin wij ons kunnen vinden, zoals het uitbreiden van het aantal leden op een stembureau van drie naar vier, voor onder andere meer hygiëne en toezicht op het aantal bezoekers. Dat lijkt ons prima. Dat geldt ook voor het toekennen van extra mogelijkheden voor colleges van B en W voor het aanwijzen van extra, speciale en/of specifieke stembureaus. Het is van belang dat gemeenteraden goed toezien op de uitvoering daarvan. Wij vertrouwen hen daarin en roepen hen daar ook toe op. Mocht het zo ver komen, zal ik daar ook zelf mijn steentje aan bijdragen.
Voorzitter. Mijn fractie heeft ook drie kanttekeningen bij deze wet, één kleine en twee grote. De kleine kanttekening is het verlengen van de termijn om volmachten te verzamelen van twee naar vier weken. Weliswaar is twee weken kort, maar mijn fractie ziet nou niet echt in hoe dit gerelateerd is aan covid. Kan de minister dat nog eens kort uitleggen? Die toelichting ontbreekt namelijk in de memorie van toelichting.
Dan de eerste grote kanttekening. Stembiljetten mogen voortaan op een andere locatie worden geteld dan waar de stemmen zijn uitgebracht. De reden is dat niet alle stembureaus in het land groot genoeg zouden zijn om 1,5 meter afstand te bewaren bij het tellen van de biljetten. Dus moet er op een grotere locatie geteld kunnen worden. Dit lijkt ons risicovol op twee punten. Eén: de integriteit van het stemproces, maar ook qua covidrisico's waar het kabinet deze maatregelen nu juist om neemt en deze wet voor indient. De integriteit van het stemproces is in het geding, omdat het risico op fraude toeneemt, namelijk tijdens het vervoer voor de stemmen zijn geteld. Bovendien beperkt het kiezers die de stemopneming willen waarnemen in hun mogelijkheid om toezicht te houden. Stemopneming is openbaar, maar door deze verplaatsing zonder dat er geteld is, kunnen deze kiezers een specifiek deel van deze stemopneming niet bijwonen. Dat is minder transparant. Ik hoor graag van de minister hoe zij dit ziet. Dit tast toch de transparantie van de procedure aan voor mensen die de stemopneming willen bijwonen. Bovendien zorgt deze oplossing voor extra verplaatsing. Dat is vanuit covidperspectief toch vreemd. Het zorg voor extra verplaatsingen van mensen, zowel van de vervoerders als van de waarnemers. Dat is, de huidige maatregelen in acht nemend, toch juist wat het kabinet niet wil. Vanuit het covidperspectief van het kabinet en de maatregelen zijn extra verplaatsingen toch juist onlogisch? Ik hoor ook graag hoe de minister dat ziet.
Het derde punt is ons grootste punt: elektronische volmachten. Deze wet maakt het mogelijk om een digitaal volmachtbewijs te verkrijgen, een pdf-bestand dat vervolgens zelf thuis geprint kan worden. Het zelf printen van een volmachtbewijs introduceert een geheel nieuw risico, namelijk dat een kiezer zelf meermalen een volmachtbewijs kan printen. Kwaadwillenden kunnen proberen meer dan één volmachtformulier te printen en meer dan één stem uit te brengen. De kans dat dit risico zich voordoet, schat de minister klein in. Zij geeft daarvoor drie argumenten. Het eerste argument is dat de minister verwacht dat er weinig elektronische volmachten zullen plaatsvinden, maar dat argument gaat niet op, denken wij. Het gaat namelijk uit van historische data en het is voor het eerst dat elektronische volmachten bestaan en voor het eerst dat we met deze covidcrisis te maken hebben. Dat is een nieuw element. Het zou kunnen dat er wel massaal gebruik van wordt gemaakt. Dat weet je pas als het te laat is.
Dan het tweede argument: een kiezer kan een volmachtstem alleen in combinatie met zijn eigen stem uitbrengen. Dat is waar, maar dat is niet overtuigend om het risico af te dekken, want volmachtstemmen in combinatie met een reguliere stem sluiten grootschalige, georganiseerde fraude in groepsverband niet uit.
En dan het derde argument. Het volmachtsbewijs wordt elektronisch zodanig ontworpen dat dit lastig te manipuleren is. Dat is nog het meest cruciale punt: ontwerpwaarborgen in elektronica. Het geeft ons een slecht gevoel. We leven in een tijd vol met fake news en desinformatie, vooral digitaal. Deze minister heeft daar vooral aan het begin van deze kabinetsperiode veel zorgen over geuit. En hoewel Forum voor Democratie het met haar volstrekt oneens is over de impact van fake news en de aanpak ervan, snappen wij niet hoe de minister hier nu zo makkelijk overheen kan stappen bij deze elektronische volmachten.
In deze tijd zijn de technologische mogelijkheden tot digitale manipulatie zeer geavanceerd, denk aan deep fake technologie, waarbij het eenvoudig mogelijk is om het hoofd van persoon X op het lichaam van persoon Y te plakken, op realistische wijze, in een bewegende film. Vergeleken daarmee is het aanpassen van een printbaar pdf-volmachtformuliertje om te gaan stemmen een peulenschil. Het enige wat nodig is, zijn de NAW-gegevens en de streepjes die op het scherm gebruikt worden als veiligheidsmaatregel, een zogenaamde lijnenstructuur. Iedere Photoshopwhizzkid kan de was doen en dit manipuleren. Dat zet de deur naar het massaal printen van fake-volmachtbewijzen open en dat is een enorm risico. Wij horen graag van de minister hoe zij onze fractie ervan kan overtuigen dat dit risico wordt uitgesloten, en in hoeverre dit risico opweegt tegen de beoogde voordelen van elektronische volmachten. Want dit is voor ons het meest kritische punt van deze wet.
Tot zover.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van der Linden. U sprak uiteraard namens Forum voor Democratie. Dan geef ik graag het woord aan de heer Van Hattem namens de PVV.
De heer Van Hattem (PVV):
Voorzitter. Het laten doorgaan van de verkiezingen op de regulier geplande verkiezingsdatum is voor de PVV een essentieel uitgangspunt. Van een eventueel uitstel zou geen sprake mogen zijn. De kiezer moet tijdig de kans krijgen om zich uit te kunnen spreken. Het is dan ook van wezenlijk belang voor onze democratie dat de overheid voldoende maatregelen neemt om dit te waarborgen. Daarbij moet er ook naar gestreefd worden om zo veel mogelijk kiezers de gang naar de stembus te laten vinden. Dit wetsvoorstel richt zich op zowel de Tweede Kamerverkiezingen van 17 maart 2021 als op de herindelingsverkiezingen in Groningen en Noord-Brabant van 18 november aanstaande. Deze gemeentelijke herindelingsverkiezingen zijn de reden dat dit wetsvoorstel met zo veel spoed hier vandaag moet worden behandeld. Daarbij wil ik opmerken dat deze herindelingsverkiezingen wat de PVV betreft nu eigenlijk niet nodig waren geweest. Eerst had in deze gemeente een andere stembusgang moeten plaatsvinden, namelijk een referendum over de herindelingsvraag zelf. Juist daarom was de PVV ook de enige fractie die tegen de herindelingsvoorstellen voor Haren en Eemsdelta heeft gestemd, omdat de bevolking zich hierover niet heeft kunnen uitspreken in een referendum.
Dat brengt mij dan ook bij de eerste vraag aan de minister. Indien in de komende maanden, zolang deze tijdelijke wet van toepassing is, een gemeente of provincie gebruikmaakt van de mogelijkheid een referendum te organiseren — en ik heb al begrepen dat sommige gemeentes dat van plan zijn — zijn de bepalingen uit deze wet dan ook van toepassing voor de stembusgang?
Voorzitter. Een groter aantal stembureaus is goed voor de opkomst en de spreiding van kiezers. Ten aanzien van de herindelingsverkiezingen heeft de minister aangegeven dat in de herindelingsgemeente het aantal stembureaus gelijk blijft. Maar is dit inclusief de stembureaus die uitsluitend toegankelijk zijn voor bijzondere doelgroepen, zoals in de verpleeg- of verzorgingshuizen? In dat geval vermindert per saldo het aantal algemeen toegankelijke stembureaus. Kan de minister hier duidelijkheid over geven? Is de minister bereid om samen met de gemeenten te zorgen dat het aantal algemeen toegankelijke stemlokalen op zijn minst gelijk blijft?
Voorzitter. Over de gezondheidscheck moet geen onduidelijkheid bestaan bij de kiezer. De vragenlijst die nu op de website van het RIVM staat en waar dit wetsvoorstel zich op baseert, kan bij kiezers vragen oproepen en hen voor dilemma's plaatsen. Bij "klachten in de afgelopen 24 uur" wordt heel algemeen gesproken over onder andere hoesten en benauwdheid. Als bijvoorbeeld een kiezer met een chronische ziekte, zoals astma of COPD, deze lijst naar eer en geweten beantwoordt en door die chronische ziekte last heeft van hoesten of benauwdheid, zal hier consequent "ja" worden ingevuld, terwijl dit op zich niets met COVID-19 te maken hoeft te hebben. Kan de minister uitleggen hoe met zulke situaties wordt omgegaan en hoe kan worden voorkomen dat kiezers met bijvoorbeeld zo'n chronische ziekte zich genoodzaakt voelen van een volmacht gebruik te maken, in plaats van hun persoonlijk kiesrecht?
Ook bevat de gezondheidscheck een vraag over of je in quarantaine bent, omdat je "bent gewaarschuwd door de CoronaMelder-app". Kan de minister aangeven hoe deze inperking van het kiesrecht zich verhoudt tot het veronderstelde vrijwillige karakter van de CoronaMelder-app en de intrinsieke onbetrouwbaarheid van deze app?
Voorzitter. De uitbreiding van het schriftelijke volmachtensysteem brengt ook een groter risico op fraudegevoeligheid met zich mee. De vorige spreker wees daar ook al terecht op. In de nota naar aanleiding van het verslag geeft de minister hierover zelf aan de Tweede Kamer aan: "De regering is zich bewust van het risico van uitbreiding van het maximum aantal volmachten per kiezer van twee naar drie. Zo moet de volmachtgever zijn stemgeheim prijsgeven en is er een risico dat kiezers onder druk worden gezet of worden omgekocht om een volmacht af te geven."
Ook de Kiesraad stelt in zijn advies bij dit wetsvoorstel: "Zoals bekend brengt het volmachtstelsel het risico op ronselen met zich mee. Met enige regelmaat wordt bij verkiezingen melding gedaan van vermeende ronselpraktijken. De uitbreiding van het aantal aan te nemen volmachten mag daarom met enige voorzichtigheid worden benaderd." De Kiesraad adviseert daarom, ter voorkoming van ronselpraktijken, van het voornemen van uitbreiding van het volmachtstelsel af te zien. De regering heeft echter aangegeven de afweging te hebben gemaakt dat het, gelet op de huidige bijzondere omstandigheden, eenmalig en tijdelijk wel deze mogelijkheid wil verruimen. De minister geeft daarbij aan: "Op de stempas zal worden benadrukt dat misbruik van de volmachtregeling strafbaar is. Ook vraag ik gemeenten extra waakzaam te zijn voor signalen van mogelijk misbruik, waarvan aangifte kan worden gedaan." Kan de minister aangeven welke mogelijkheden gemeenten hebben om vorm te geven aan die extra waakzaamheid? Kan de minister ook voorbeelden geven van dergelijke signalen? Kan de minister aangeven of zij zelf extra maatregelen treft om fraude en ronselpraktijken met volmachten te voorkomen?
Tevens geeft de Kiesraad in zijn advies aan al in 2015 aanbevelingen te hebben gedaan om het ronselen van volmachtstemmen aan te kunnen pakken. Kan de minister aangeven wat tot nu toe concreet met deze aanbevelingen is gedaan?
Voorzitter. Dan heb ik nog enkele vragen over de praktische gang van zaken in het stembureau. De minister geeft aan dat het stembureau aan de kiezer kan vragen om voor identiteitsvaststelling het mond-neusmasker af te doen. Kan de minister aangeven hoe identiteitsvaststelling überhaupt kan plaatsvinden met een mond-neusmasker op en waarom niet standaard wordt gevraagd om het mond-neusmasker af te doen?
Verder heeft de voorzitter van het stembureau de mogelijkheid om een kiezer te verzoeken het stembureau te verlaten indien deze niet bereid is aanwijzingen omtrent de maatregelen op te volgen. De nadere consequenties daarvan staan echter niet duidelijk in het wetsvoorstel. Kan de minister aangeven of in dat geval de kiezer ook de stembescheiden, waaronder de stempas en eventuele volmachten, weer terugkrijgt als deze al zijn overhandigd, maar er nog niet is gestemd? Kan een kiezer die uit een stemlokaal is verwijderd op een later moment alsnog zijn stem uitbrengen bij dat stemlokaal of bij een ander stemlokaal in de gemeente, dan wel alsnog stemmen per onderhandse volmacht?
Dan noem ik nog een ander praktisch aandachtspunt bij de volmachten. In de nota naar aanleiding van het verslag aan de Eerste Kamer, stelt de minister als mogelijkheid voor kiezers die op de verkiezingsdag klachten krijgen: "Een onderhandse volmacht geeft een kiezer door de achterkant van zijn stempas in te vullen en te ondertekenen. Dit kan dus ook nog op de verkiezingsdag zelf." Voor het overhandigen van de onderhandse volmacht is fysieke overdracht van de stempas nodig. Kan de minister aangeven hoe een kiezer hiermee zou moeten omgaan, als het tegelijkertijd ter voorkoming van contact met derden onwenselijk is om hiervoor bezoek te ontvangen of als hij de deur niet uit kan vanwege quarantaine? Tevens stelt de minister in de nota ten aanzien van de aanwezigheid van waarnemingsmissies in stembureaus met beperkte toegang het volgende. Ik citeer: "Het is dan ook raadzaam dat waarnemingsmissies zich tijdig melden bij de desbetreffende gemeente, zodat er afspraken kunnen worden gemaakt met de beheerder of directie van de locatie." Kan de minister aangeven of dergelijke afspraken niet ten koste zullen van het karakter van spontane en steekproefsgewijze controle door de waarnemers?
Voorzitter, tot slot. Bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen, in 2017, was er in verschillende stemlokalen, onder andere in Amsterdam en Nijmegen, sprake van pro-Erdoganpropaganda. Met dit wetsvoorstel wordt extra aandacht besteed aan een zorgvuldige inrichting van stemlokalen, vanwege de verspreiding van het coronavirus. Kan de minister aangeven of er ook nu net zo scherp zal worden gelet op de verspreiding van Erdogan haatpropaganda in de stemlokalen? Welke concrete stappen worden daartoe door de minister genomen?
Voorzitter, tot zover in eerste termijn.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Hattem. Dan geef ik graag het woord aan de heer Koole namens de fractie van de Partij van de Arbeid.
De heer Koole (PvdA):
Dank u wel, meneer de voorzitter. Graag dank ik de minister en de ambtenaren voor de spoedige beantwoording van onze vragen. Wij steunen het doel van deze wet, het veilig kunnen stemmen in coronatijd zonder dat het recht om te kunnen stemmen wordt aangetast. We begrijpen uit de separate brief van de minister van afgelopen vrijdag dat er nog een tweede spoedwetsvoorstel zal komen, als aanvulling op het huidige voorstel. Dat tweede voorstel wachten we af.
Over het huidige voorstel hebben we nog een enkele vraag. In de beantwoording van de vragen benadrukt de minister de eigen verantwoordelijkheid van kiezers bij het invullen van de gezondheidscheck. Laten we ervan uitgaan dat de meeste mensen zich inderdaad verantwoordelijk gedragen. Maar wat indien een kiezer weigert de gezondheidscheck in te vullen of weigert de hygiënemaatregelen te volgen, omdat hij al die coronamaatregelen maar onzin vindt? Wat gebeurt er als hij, nadat de hele escalatieladder is doorlopen, vervolgens weigert gehoor te geven aan het verzoek om het stembureau te verlaten? Wat dient er dan te gebeuren? Nu kan de voorzitter van een stembureau ook buiten coronatijden zo'n verzoek doen. De kans op zo'n verzoek en de weigering om daaraan gehoor te geven, is door de maatschappelijke discussie over de coronamaatregelen waarschijnlijk groter geworden. Op welke extra ondersteuning kan de voorzitter van een stembureau dan rekenen om de zaak niet uit de hand te laten lopen?
Voorzitter. Een tweede vraag betreft de uitbreiding van het aantal volmachten van twee naar drie. Daarover is net ook al gesproken. Die uitbreiding geldt niet voor de herindelingsverkiezingen. In de beantwoording stelt de minister dat niet kan worden uitgesloten dat enkele kiezers daarbij meer moeite zullen hebben om een volmachtnemer te vinden. Dat moet dan maar worden geaccepteerd. Maar als we dat bij die herindelingsverkiezingen accepteren, waarom accepteren we dat dan ook niet bij de Tweede Kamerverkiezingen? We stellen deze vraag gezien de grote kans op fraude, waarover ook al is gesproken, die de uitbreiding van het aantal volmachten nu eenmaal met zich meebrengt. Graag verneemt onze fractie de antwoorden van de minister.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Koole. Dan geef ik vervolgens graag het woord aan de heer Nicolaï, die zal spreken namens de Partij voor de Dieren.
De heer Nicolaï (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. We hebben het vandaag over een wet, maar we hebben het naar mijn mening ook over het voorschot op de aanpassing die in de brief staat. Dat blijkt ook uit de andere inbrengen. Ik denk dat ik het niet ga hebben over de fraudegevoeligheid van de volmachten. Anderen hebben daarover al vragen gesteld. Wat mij in het bijzonder trof, was de uitbreiding van de mogelijkheid om per brief te stemmen. Onze fractie acht dat een hele goede zaak, maar ik heb wel ernstige bedenkingen tegen het feit dat dit beperkt wordt tot mensen boven de 70 jaar. Daar zou ik het graag met de minister over willen hebben en ik heb daar ook een vraag over. Als we kijken naar de staatscommissie parlementair stelsel, dan zien we daar een aanbeveling op drie punten. Op bladzijde 129 van hun rapport staat een aanbeveling om het briefstemmen inderdaad in te voeren. Maar in feite gaat wat hier wordt voorgesteld natuurlijk over het briefstemmen in de coronasituatie. Ik denk dat er eigenlijk nog twee aanvullende argumenten zijn naast de drie eerdergenoemde. De eerste is angst voor coronabesmetting. Dat zal bij ouderen aan de orde zijn — daar heeft de minister het over — maar ook bij andere kwetsbaren. Het kan ook aan de orde zijn bij mensen die helemaal niet door het RIVM tot de kwetsbare groepen worden gerekend. De minister schrijft in haar brief dat het gaat om 2,4 miljoen kiesgerechtigden die 70 jaar of ouder zijn en dat de regering met het oog op de belangen van die kiesgerechtigden overweegt om in de komende aanpassing briefstemmen mogelijk te maken.
Voorzitter. Als je kijkt naar de site van het RIVM, waarnaar de minister in haar brief verwijst, dan zien we dat er na de kwetsbare ouderen nog een hele grote groep kwetsbaren komt. Ik ben vanmiddag eens gaan googelen. Als je kijkt naar de mensen in Nederland met longproblemen, dan zitten we op 1 miljoen. Als je kijkt naar de mensen met suikerziekte, dan zit je op 1,2 miljoen. Als je kijkt naar de mensen met een nierziekte, dan zit je op 1,7 miljoen. Als je kijkt naar mensen met obesitas — schrik niet; onze fractie in de Tweede Kamer heeft het daar ook al over gehad in het kader van de coronamaatregelen — dan heeft 50% van de Nederlandse bevolking obesitas. Dat zal voor een deel ernstige obesitas zijn. Als je dat allemaal bij elkaar optelt, dan kom je op een vele malen grotere groep kwetsbaren die niet tot de ouderen boven de 70 behoren. Voor die mensen wordt het stemmen per brief niet geopend. Dat vind ik opmerkelijk, nog los van het feit dat er ook mensen zullen zijn die misschien helemaal niet kwetsbaar zijn in de zin van de definitie van het RIVM, maar die wel angst hebben om naar het stemlokaal te gaan.
De heer Dittrich (D66):
In het wetsvoorstel staat die leeftijdsgrens helemaal niet. Die staat in een brief die nog door de Tweede Kamer behandeld moet worden en daarna eventueel door ons. Het wetsvoorstel ziet daar niet op. Mijn vraag is: waarom richt u zich niet op het wetsvoorstel?
De heer Nicolaï (PvdD):
Ik richt mij op het wetsvoorstel in de zin zoals de minister zich er ook op gericht heeft, want bij de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer is er een discussie ontstaan over dingen aan deze wet die niet helemaal deugen. Er is haast omdat er nu herindelingsverkiezingen zijn. Dat snapt onze fractie ook; daar willen we ook zeker aan meewerken. Maar in feite zouden we nu gedwongen worden om in te stemmen met een wet die er vandaag ligt en waaraan dingen niet deugen. Die pijn wordt weggenomen doordat de minister in een brief al heeft aangegeven op welke punten dingen die niet deugen wellicht zullen worden opgelost. Dat is de reden waarom ik dit zeg: als ik de oplossing zie die de minister in de brief aandraagt, dan heb ik op die oplossing ook nog weer kritiek. Het is goed om dat nu te melden vanuit de Eerste Kamer en ook te melden waarom die kritiek er is. We hopen dat we straks in het voorstel dat er komt — en dat natuurlijk ook nog de Tweede Kamer moet passeren en vervolgens de Eerste Kamer — iets van onze opmerkingen terugvinden. Het lijkt me dus alleen maar praktisch om daar meteen op in te gaan, zoals het ook praktisch is dat de minister de brief al heeft gestuurd en dat die bij de behandeling van dit wetsontwerp ook al aan ons is voorgelegd.
De voorzitter:
Formeel ben ik eraan gehouden om u zich te laten beperken tot wat er voorligt. Maar omdat het eraan raakt, geef ik u zeker de kans om uw betoog te vervolgen. Het is wel op het randje. Gaat uw gang.
De heer Nicolaï (PvdD):
Mijn fractie wil extra aandacht vragen voor de groep kwetsbaren en degenen die misschien niet kwetsbaar zijn, maar toch graag gebruik willen maken van het briefstemmen. Toch ook een waarschuwing: ik kan me voorstellen — maar dat zeg ik als jurist — dat als straks in de wet de grens wordt gelegd bij 70 jaar, je je zou kunnen afvragen of dat niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel, dus als mensen alleen maar op basis van die grens van 70 jaar wél in de gelegenheid zouden worden gesteld om per brief te stemmen en anderen niet. Ik geef dit graag mee aan de minister.
Het vijfde punt, als aanvulling op de staatscommissie, zou zijn het voorkomen van meer besmettingen. We hebben het erover gehad, en het blijkt ook uit de gegeven antwoorden, dat iemand kan zeggen dat hij geen symptomen heeft, terwijl hij die wel heeft. Er is gewoon een reëel gevaar dat mensen toch gaan stemmen terwijl ze besmettelijk zijn. Dat is een redelijk groot risico. Het is ook niet strafbaar. Als we allemaal coronamaatregelen treffen om te voorkomen dat we in situaties komen waarin we misschien besmet worden, zou je bijna zeggen: een van de belangrijkste coronamaatregelen zou moeten zijn dat voor eenieder briefstemmen een uitkomst wordt. Ik wil graag aan de minister meegeven om dit te overwegen. Ik overweeg om op dit punt een motie in te dienen.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Nicolaï. Dan is het woord aan de heer Kox namens de SP.
De heer Kox (SP):
Voorzitter. In alle treurigheid van het moment moet het de minister net als ons toch ook wel stiekem plezieren dat wij nu bijna elke week aan het woord mogen zijn in deze zaal waar sinds mensenheugenis alleen de Koning en de Voorzitter van de Eerste Kamer iets mochten zeggen. Laten we ons dat herinneren, want ooit gaat de crisis voorbij en mogen wij hier niets meer zeggen. Ik vind dit in alle somberheid toch reden tot enige vreugde.
Voorzitter. In tijden van crisis is niet minder maar meer democratie nodig, is een uitspraak die mijn fractie vaak doet en ook echt meent. Beslissingen doen er juist in een crisis extra toe. Invloed van burgers op die beslissingen loopt met name via de stembus. Bij elke stembusgang tellen twee dingen: iedereen moet kunnen stemmen en elke stem moet worden geteld. Het is dus heel goed dat de regering zich verantwoordelijk voelt om verkiezingen in tijden van corona optimaal te doen plaatsvinden en dat zij ons daartoe aanvullende voorstellen voorlegt voor de eerstkomende verkiezingen; dat zijn de herindelingsverkiezingen maar daarachter komen ook de parlementsverkiezingen van komend jaar.
Die maatregelen moeten er alles bij elkaar voor zorgen dat miljoenen mensen veilig kunnen stemmen en niet vanwege corona afzien van hun stemrecht. Ook moeten ze ervoor zorgen dat de duizenden mensen die straks die stemmen moeten tellen, hun belangrijke werk veilig kunnen doen. Zij staan bij de komende verkiezingen in de frontlinie, om maar eens een in deze tijd populaire term te gebruiken.
Voorzitter. Veel relevante opmerkingen zijn al door de collega's gemaakt en hoef ik niet te herhalen. Ik luister straks graag naar het antwoord van de minister erop. Ik wil mijn korte bijdrage met name richten op de ervaringen die elders zijn opgedaan met kiezen in coronatijd, om te zien of wij en de minister daar ons voordeel mee kunnen doen.
Sommige landen hebben vanwege corona hun verkiezingen enige tijd uitgesteld: Polen, Servië, Frankrijk, Galicië, Baskenland en zo zijn er nog wel wat meer te noemen. Dat kan een hele verstandige maatregel zijn die voorkomt dat verkiezingen bijdragen aan het verspreiden van het coronavirus. Maar uitstel belemmert tegelijkertijd de kiezers om in crisistijd uit te maken wie namens hen beslissingen gaan nemen. Heeft de regering op enig moment uitstel van de verkiezingen overwogen of kan dat nog gebeuren?
Andere landen hebben hun verkiezingen laten doorgaan. Dat kan ook riskant zijn. In Frankrijk bleven bij de lokale verkiezingen in juni zes op de tien kiezers thuis, van wie 43% zei thuis te blijven vanwege de pandemie. Is de regering zich van dat risico bewust? Let wel, een lagere opkomst in coronatijd is beslist geen zekerheid. Soms is het zelfs andersom. In Polen en Bolivia werd midden in crisistijd juist een recordopkomst waargenomen. Ook in Georgië, waar ik de afgelopen week was om de waarnemingsmissie van de Raad van Europa bij de parlementsverkiezingen te leiden, was de opkomst juist hoger dan vier jaar daarvoor. In die drie genoemde landen is er in ieder geval geen verband, geen negatieve samenhang tussen opkomst en corona. Hoe schat de regering die verhoudingen hier in?
Voorzitter. Of de pandemie door verkiezingen aangewakkerd wordt, staat niet vast hoewel zo'n massaal evenement natuurlijk superspreadelementen in zich heeft. In Zuid-Korea was dat niet, weten we nu op basis van wetenschappelijk onderzoek. Van Georgië zal het me niet verbazen als er een toename te zien is in de komende weken. In de meeste stemlokalen waar ik was, kon immers op geen enkele manier de afstand van 1,5 meter gehouden worden omdat de lokalen vaak te klein en te vol waren; ideale omstandigheden voor een virus om zich te verspreiden. Het veelvuldig vaak noodzakelijk contact tussen leden van een stembureau droeg ook niet echt bij aan het indammen van de mogelijkheid om het virus te verspreiden. De maatregel in Georgië om slechts enkele kiezers binnen te laten was goed bedacht, maar leidde tot filevorming voor de deur, en daar stond iedereen buitengewoon gemoedelijk met elkaar te delibereren om daarna de 1,5 meter in acht te nemen. Dat schiet ook niet echt op.
Voorzitter. Op basis van mijn ervaringen nu in Georgië maar ook de gedocumenteerde ervaringen in andere landen heb ik een paar vragen aan de minister — het zijn vragen, het zijn geen voorstellen — die ze wellicht mee kan nemen voor het volgende voorstel, zal ik maar zeggen. Eén. Waarom zouden we niet gaan stemmen op zaterdag of zondag? Dat maakt een betere spreiding over de dag mogelijk, en dat moet volgens mij te doen zijn. Twee. Waarom gaan we niet werken met iets wat in Oost-Europa heel normaal is: een mobiele stembus? Je gaat gewoon langs bij de mensen die niet kunnen komen. Dat werkt heel goed en lijkt mij niet ingewikkeld om uit te voeren. Waarom gebruiken we stempotloden niet eenmalig of laten we iedereen gewoon met zijn eigen pen stemmen? Dat voorkomt nogal wat overdrachtsmogelijkheden. Waarom zorgen we er niet voor dat er nergens meer gordijntjes voor de stembus hangen? Want die moeten elke keer vastgepakt worden. En waarom gebruiken we geen temperatuurcheck bij de ingang van het stembureau? Dat was overal in Georgië. Het is in een seconde gebeurd en dan weet je in ieder geval of iemand wel of geen koorts heeft. Zoals gezegd: het zijn vragen, het zijn geen voorstellen. Ik zou de minister willen vragen om ze mee te nemen bij de verdere voorbereiding van haar komende wetsvoorstel. Mijn fractie zal dit wetsvoorstel van harte steunen.
Ik wil tot slot de minister een recent rapport aanbieden van de Raad van Europa waarin de ervaringen van alle 47 Europese landen samenkomen. Dit is een rapport over hoe we in tijden van een pandemie het democratisch acquis overeind kunnen houden. Het is geschreven door een conservatief, dus zie hier geen partijdigheid in, maar de voorstellen zijn in ieder geval wel unaniem aangenomen door de Assemblee. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Kox. Als u dat op het tafeltje legt, dan zal de bode het aan de minister aanbieden.
Dan geef ik vervolgens graag het woord aan mevrouw Baay-Timmerman namens de fractie van 50PLUS. Laat de heer Kox tot troost zijn dat in deze zaal ook de verenigde vergaderingen der Staten-Generaal plegen plaats te vinden, waar de leden wel degelijk spreekrecht hebben. U weet wanneer de laatste was. Weet u het nog? De datum was 3 december 2013 over de Regentschapswet.
Mevrouw Baay.
Mevrouw Baay-Timmerman (50PLUS):
Dank u, voorzitter. Een van de afgelopen dagen had een van mijn medewerkers een gesprek met haar 90-jarige opa, zo vertelde ze mij. Deze opa is opgegroeid met de opkomstplicht, de verplichting om je te melden bij een kiesbureau. De achterliggende gedachte was dat door deze verplichting de samenstelling van de Tweede Kamer een evenwichtige en goede afspiegeling zou zijn van de bevolking. Men was niet verplicht om de stem uit te brengen, want je kon ook blanco stemmen of niets invullen. Dit kon immers niet gecontroleerd worden vanwege het stemgeheim. Toch heeft deze plicht ervoor gezorgd dat onder de generaties die ermee opgroeiden nog steeds grote stembereidheid bestaat. Zo ook bij deze opa. Hij heeft nog nooit een verkiezing overgeslagen. Op de vraag of hij ook in deze coronatijd van plan is om te gaan stemmen, gaf hij volmondig toe dat hij zeker zijn stem wil uitbrengen, maar dat hij angstig is. Hij wil graag veilig stemmen. Hij is in dit coronatijdperk uiteraard bang voor gezondheidsrisico's, risico's die op zijn leeftijd fataal kunnen zijn.
Voorzitter. Dit verhaal staat natuurlijk niet op zichzelf. Voor mijn fractie staat in dit debat centraal het veilig stemmen voor iedereen, ongeacht leeftijd, kwetsbaarheid of niet-kwetsbaarheid. 50PLUS is daarom verheugd dat, in aanvulling op de Tijdelijke wet verkiezingen COVID-19, die zowel gericht is op de herindelingsverkiezingen als op de verkiezingen van de Tweede Kamer van 17 maart 2021, er een tweede wetsvoorstel wordt voorbereid, waarbij kiezers van 70 jaar en ouder hun stem per brief kunnen uitbrengen: het zogenaamde briefstemmen.
Tevens juicht mijn fractie toe dat er een uitbreiding komt van het maximum volmachten van twee naar drie stuks. Dit geeft een extra mogelijkheid aan de kwetsbare groepen om, zonder dat zij fysiek hoeven te verschijnen, toch hun stem uit te brengen. Ook het vervroegd opengaan van de stemlokalen stemt tot tevredenheid.
Voorzitter. Tot zover het goede nieuws. Wel wil mijn fractie nog ingaan op drie kwesties. Zoals bij iedere verkiezing, worden de stemlokalen bemand door leden van een stembureau. Deze leden, goedwillende vrijwilligers, zijn normaliter belast met het controleren van de identiteitsbewijzen van de kiezers, het eventueel begeleiden van kiezers naar de stemhokjes en het tellen van de stembiljetten. Echter, in dit covidtijdperk worden de leden van de stembureaus, volgens artikel 9 van het wetsvoorstel, belast met extra taken. Zo zullen zij erop toe moeten zien dat de kiezers zich houden aan de huidige maatregelen die gelden. Zij zullen de kiezers een gezondheidscheck moeten afnemen, zij moeten ervoor zorgen dat de kiezers 1,5 meter afstand van elkaar bewaren en dat zij zich houden aan de hygiënemaatregelen. 50PLUS vindt deze extra taken zeer belastend. Het is niet wenselijk dat deze stembureauleden zich moeten opstellen als een soort bijzondere opsporingsambtenaar, een boa, om de maatregelen te handhaven. We zien in de huidige tijd juist de agressie groeien jegens boa's en zorgpersoneel. Mijn fractie hoort graag van de minister hoe zij deze plicht tot handhaven door vrijwilligers op praktische gronden denkt uit te voeren.
De voorzitter:
Mevrouw Baay, ik zie dat u nog een hele bladzijde spreektekst heeft. Gaat u die hele bladzijde nog voorlezen? Uw spreektijd is al een tijdje voorbij.
Mevrouw Baay-Timmerman (50PLUS):
O, voorzitter. Mag ik dan mijn spreektijd uit het debat over de coronamelder, die ik nog niet allemaal gebruikt had, nu even inzetten? Het valt mee, ik heb nog anderhalve pagina. O, en ik hoor net uit de zaal dat ik drie minuten spreektijd van mijn collega mag overnemen. Geweldig!
De voorzitter:
Nee, dat zijn beide gevaarlijke precedenten. Ik geef u nog een heel klein beetje verlenging van uw spreektijd. Gaat u gang.
Mevrouw Baay-Timmerman (50PLUS):
Nou, hartelijk dank, ik zal het sneller doen.
Kan de minister aangeven hoe zij aankijkt tegen de mogelijkheid of decentraal geregeld kan worden dat de gemeente handhavers gaat inzetten als ondersteuning van de leden van stemlokaal?
Voorzitter. 50PLUS vraagt aandacht voor het punt dat de kiezer op de dag van de stemming de gezondheidscheck moet doen. Zodra de kiezer een van de vragen met ja beantwoordt, mag de kiezer het stemlokaal niet meer betreden. Deze kiezer kan dan geen schriftelijke volmacht meer aanvragen, want de termijn hiervoor is vervallen twee dagen voor de stemming. Wel kan nog een onderhandse machtiging worden verleend door de achterkant van de stempas in te vullen, maar die stempas moet wel door iemand worden opgehaald. Ook collega Van Hattem wees daar al op. 50PLUS vraagt zich af of het dan wel wenselijk is dat de gevolmachtigde bij een besmet persoon de onderhandse volmacht ophaalt. Druist dat niet in tegen de RIVM-richtlijnen, die juist hameren op volledige thuisisolatie of quarantaine bij besmettingen? Graag hoort 50PLUS van de minister hoe in zo'n geval moet worden gehandeld.
Voorzitter. Voor vele vliegreizen geldt al de verplichting dat reizigers een test moeten ondergaan waaruit blijkt of de betrokkene geïnfecteerd is met het covidvirus. Indien de uitslag positief is, wordt de reiziger toegang tot het vliegtuig ontzegd. Zou het niet logisch zijn om zo'n zelfde test verplicht te stellen voor de leden van de stembureaus? Vanwege de vervroegde openstelling van stemlokalen komen zij immers gedurende mogelijk drie dagen in aanraking met vele personen. Is de minister het met mijn fractie eens dat het de taak is van de overheid om de gezondheid van stembureauleden en de kiezer te beschermen? Graag hoort mijn fractie of de minister kan instemmen met zo'n verplichte test waardoor de gezondheid van alle betrokken geborgd wordt. Een zelf uitgevoerde gezondheidscheck geeft namelijk veel minder zekerheid dan een covidsneltest.
Dank u wel. Dank u wel voor uw souplesse.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Baay. Zo lang zou zelfs de heer Van der Burg niet gesproken hebben.
Wenst een van de leden in de eerste termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Minister, bent u in de gelegenheid om direct te antwoorden? Nee? Wilt u een schorsing van tien minuten? Ja. Dan schors ik tot 20.35 uur.
De vergadering wordt van 19.26 uur tot 19.37 uur geschorst.
De voorzitter:
Ik geef het woord aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Minister Ollongren:
Voorzitter. Veel dank aan u en via u aan alle leden voor het zo spoedig in behandeling nemen van Tijdelijke wet verkiezingen covid-19. Ik realiseer me dat het onder grote tijdsdruk is gebeurd, maar er zijn ook goede redenen voor: bij de herindelingsverkiezingen op 18 november zijn zes gemeenten in Nederland betrokken in de provincie Groningen en de provincie Brabant. Ik weet zeker dat ik ook namens hen hier deze dank mag uitspreken.
Het wetsvoorstel heeft tot doel om ervoor te zorgen dat de verkiezingen in Nederland in coronatijd veilig kunnen plaatsvinden, veilig voor de kiezers om te stemmen en veilig voor de circa 70.000 stembureauleden. 70.000 vrijwilligers die nodig zijn om deze verkiezingen in goede banen te leiden. Dat zijn de mensen die de stembureaus bemensen, dat zijn de mensen die tellen, dat zijn de mensen die het werk doen dat nodig is. Het doel van deze wet — veilige verkiezingen — moet geregeld worden via wetgeving. Eigenlijk alles in Nederland wat met verkiezingen te maken heeft, is wettelijk verankerd. In deze bijzondere tijden zullen we de verkiezingen anders moeten organiseren. We zullen moeten zorgen dat de stemlokalen geschikt zijn om die 1,5 meter te handhaven. We moeten zorgen dat mensen ook durven te stemmen. Mevrouw Baay-Timmerman noemde in haar inbreng een mooi voorbeeld. Ik doe dus voorstellen in deze wet die daarop zien, zoals voor de bijzondere stemlokalen in zorginstellingen en voor het aantal volmachten. Ik zal uitgebreid ingaan op de vragen die daarover gesteld zijn. Er zullen extra stembureauleden komen, omdat er extra taken bij komen. Ook de vragen daarover zal ik zo beantwoorden. Er moet nogal wat geregeld worden. Wat ook in deze wet wordt geregeld, is dat politieke partijen die voor het eerst meedoen, als dat aan de orde zou zijn en wat bijna bij elke verkiezingen aan de orde is, meer tijd krijgen om ondersteuningsverklaringen te vergaren. De eerste vraag van de heer Van der Linden, die zag op de wijziging van twee naar vier weken, ging daarover. Ik dacht dat ik hem het woord "volmacht" hoorde noemen en was zelf even op het verkeerde been gezet, want ik dacht dat hij die andere volmacht bedoelde. Ik ben ervan uitgegaan dat nieuwe politieke partijen door de coronaomstandigheden wat extra tijd kunnen gebruiken om de ondersteuningsverklaringen allemaal op orde te hebben, vandaar de uitbreiding van twee naar vier weken.
De wet maakt het ook mogelijk om op een aantal onderdelen specifieke nadere regels te stellen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de veiligheid van de stembureauleden, over de kuchschermen en over de maatregelen die zien op de reiniging van de stemhokjes en de potloden. Tegen de heer Kox zeg ik dat de gordijntjes voor de stemhokjes er al een tijdje niet meer zijn. Zo lang als ik mij kan herinneren, is dat al zo. Ik durf niet te zeggen wanneer het gordijntje precies is afgeschaft. Het is zo omdat stembureauleden moeten kunnen zien dat wat er in het hokje gebeurt, conform de regels is.
De Tweede Kamer heeft dit voorstel voortvarend behandeld en geamendeerd. U heeft dat gezien. Het amendement-Van der Graaf/Bruins brengt in het wetsvoorstel de eigen verantwoordelijkheid van de kiezer meer tot uitdrukking, zoals voor het doen van de gezondheidscheck voorafgaand aan het betreden van het stemlokaal. U weet ook dat de kiezer die bijstand vraagt in het stemhokje, door de stembureauleden actief gevraagd kan worden naar de gezondheidscheck. Een tweede amendement van de Tweede Kamer brengt tot uitdrukking dat de kiezer de beantwoording van deze gezondheidscheck ook schriftelijk kan overleggen. De Tweede Kamer heeft ook een aantal moties aangenomen, vandaar ook mijn brief, die ook door deze Kamer is ontvangen. Ik zal daar zo nog iets meer over zeggen, want er werden ook wat vragen over gesteld. De gemeenten zijn degenen die de echte organisatie van de verkiezingen doen. We hadden in augustus al met de gemeenten afgesproken dat we sowieso extra middelen ter beschikking stellen, ruim 30 miljoen voor de komende verkiezingen, omdat we toen al de vraag hadden gesteld om de stemlokalen te inventariseren en te kijken wat er nog meer nodig zou kunnen zijn om de verkiezingen goed te organiseren. Het is gewoon een flinke opgave, zeker omdat wij allemaal willen dat het aantal stemlokalen in ieder geval op peil blijft. Ik heb vanuit BZK een ondersteuningsteam ingesteld om daarbij te helpen.
We weten ook al — ik noemde het al even — dat we meer stembureauleden nodig hebben. Ik zal met de gemeenten daaraan werken en ik wil hun helpen door eind van deze maand, uiterlijk begin december een landelijke wervingscampagne te starten die tot doel heeft om nieuwe groepen mensen aan te spreken om zich te melden als vrijwilliger in alle gemeenten. Wij zullen dat doen via sociale media en op alle manieren om hun te informeren over wat voor werk dat precies is, wat je ervoor moet doen maar ook wat je ervoor terugkrijgt. Het is natuurlijk hartstikke mooi om een keer te helpen in onze democratie. De gemeenten hebben onze hulp en steun daarbij nodig en ik zal zorgen dat die worden verleend.
Dan even over iets waar we het niet over hebben, maar dat zijdelings in een aantal inbrengen aan de orde kwam. Dit is een wet die al veel regelt om verkiezingen veilig door te kunnen laten gaan. Ik had in mijn brief voorafgaand aan dit wetsvoorstel al gezegd dat ik ook wilde kijken naar de mogelijkheid van briefstemmen. Dat willen we heel zorgvuldig doen. Daarna is daar, mede op verzoek van de Tweede Kamer, nog de optie aan toegevoegd van het vervroegd stemmen, early voting. Ik heb in de brief van afgelopen vrijdag gezegd hoe ik daar invulling aan zou kunnen geven. Dat ziet op de briefstemmogelijkheid voor mensen van 70 jaar en ouder en op de mogelijkheid om twee dagen eerder een aantal kieslokalen open te doen, in ieder geval één in iedere gemeente en naar rato van de grootte van de gemeente meer. Dat betekent dat er nu heel hard gewerkt wordt aan een wetsvoorstel om dit weer mogelijk te maken. Er wordt dag en nacht doorgewerkt, zou ik bijna zeggen. Soms is dat overigens bijna letterlijk. Ik verwacht dat het wetsvoorstel over enkele weken naar de Raad van State kan en in de loop van deze maand kan worden ingediend bij de Tweede Kamer. Ook dan, voorzitter, kunt u een telefoontje van mij verwachten in de hoop dat het ook hier weer spoedig kan worden behandeld.
Dat was ter inleiding. Dan even terug naar alle vragen die zijn gesteld. Ik wil beginnen met een vraag van de heer Kox. Hij zei dat dit er allemaal op gericht is om de verkiezingen mogelijk te maken, ook de herindelingsverkiezingen en de Tweede Kamerverkiezingen op 17 maart aanstaande. De heer Kox vroeg of het tot de mogelijkheden behoort om de verkiezingen uit te stellen. Ik heb vanaf het begin van deze coronacrisis erop gehamerd dat het belangrijk is voor de democratie — en ik heb gelukkig vandaag veel leden dat ook horen zeggen — dat de verkiezingen door kunnen gaan en dat we er alles aan moeten doen om daarvoor te zorgen. Of het uiteindelijk in alle gevallen daadwerkelijk mogelijk zal zijn, hangt af van hoe de verspreiding en ontwikkeling van dat coronavirus gaat. Je kunt het niet helemaal honderd procent uitsluiten, hoe graag ik dat ook zou willen. Maar we kunnen er wel heel erg veel aan doen om te zorgen dat het aan ons niet zal liggen. Alleen in een heel ernstige situatie, in heel ernstige omstandigheden, zou je tot uitstel moeten overgaan.
De heer Kox (SP):
De minister en ik zijn dat helemaal met elkaar eens. De ervaringen zijn niet dusdanig dat je het zou moeten uitstellen vanwege corona. Tegelijkertijd — we leren met de dag bij — lijkt het me niet raar om, als je nog een tweede wet gaat maken, daarin een mogelijkheid open te houden om, als de pandemie nog verder uiteenspat, de verkiezingen wel te kunnen uitstellen. Hoe zit dat? Daar was mijn vraag op gericht. Ik vroeg niet: wilt u ze alstublieft uitstellen? Nee, alstublieft niet. Maar ik denk wel dat we er een voorziening voor moeten bedenken.
Minister Ollongren:
Ik had de heer Kox gelukkig niet verkeerd begrepen. Ik dacht inderdaad dat we helemaal op dezelfde lijn zaten, wij allemaal overigens. In de allereerste brief die ik schreef over corona en verkiezingen — dat was ruim voor het zomerreces — heb ik geschetst dat we in het ergste geval, als het niet verantwoord zou zijn om mensen te vragen om te gaan stemmen en om de stembureaus te bemensen, de verkiezingen zouden kunnen uitstellen. Die mogelijkheid is er. Dat is dan eigenlijk een parlementair besluit, want het kabinet kan het voorstellen, maar het parlement zal het vervolgens moeten goedkeuren. Die wettelijke optie bestaat dus, maar ik denk dat we het met elkaar eens zijn dat we er alles aan moeten doen om te voorkomen dat dit nodig is. Nogmaals, onder de huidige omstandigheden zie ik geen reden om te veronderstellen dat bijvoorbeeld de herindelingsverkiezingen van over twee weken niet zouden kunnen doorgaan. In de maatregelen, ook zoals ze zonet zijn aangekondigd, hebben we gezegd: verkiezingen moeten gewoon mogelijk zijn, ook als je meer mensen nodig hebt om een kiesbureau te bemannen en ervoor te zorgen dat de kiezers netjes kunnen doorstromen, allemaal op 1,5 meter. Dan heb je af en toe wat meer mensen bij elkaar, maar dat mag dus. We organiseren het veilig en goed. Je zegt tegen mensen: beperk je bewegingen, blijf zo veel mogelijk thuis en werk thuis. Maar stemmen vinden we een vitaal onderdeel van onze democratie en onze samenleving. Dat moeten we gewoon netjes organiseren.
Ik begin dan met de vragen over de regels in het stembureau. Er zijn ook wat vragen gesteld over stemmen bij volmacht. Die zal ik daarna beantwoorden, net als vragen over het aantal stemlokalen. Tot slot kom ik op een aantal overige vragen.
De voorzitter:
Meneer Otten, zou u een mondkapje op willen doen en 1,5 meter afstand willen houden?
Minister Ollongren:
Voorzitter. Ik wilde eigenlijk beginnen met een vraag van de heer Van Hattem, die ook zag op het mond-neusmasker. De heer Van Hattem vroeg hoe de identeitsvaststelling kan plaatsvinden als iemand een mondmasker op heeft. Het stembureau moet aan de hand van de foto op het identiteitsbewijs en natuurlijk de naam op de stempas kunnen controleren of de kiezer degene is die hij zegt dat hij is. Als ze dat niet kunnen vaststellen of als daar twijfel over is, kunnen ze de kiezer vragen om het mondkapje even af te doen. Die mogelijkheid is er. Als dat niet nodig is, zal het niet gevraagd worden. Maar het kan dus gevraagd worden.
De heer Van Hattem (PVV):
Het valt al mee dat de voorzitter mij zo herkent. Als ik het stembureau binnenkom met dit mondmasker, kan ik me voorstellen dat het veel moeilijker is om mijn identiteit vast te stellen. Ik heb in het wetsvoorstel gelezen dat de mogelijkheid er is om te vragen zo'n mondmasker af te doen. Een heel regulier onderdeel bij identiteitsvaststelling is dat het volledige gezicht zichtbaar moet zijn. Ik denk dat leden van het stembureau met deze wet in de hand voor grote dilemma's komen te staan wanneer ze die vraag wel of niet moeten stellen. Kan de minister beter verduidelijken in welke gevallen het mondmasker moet worden afgenomen? Of komt er gewoon één regel: het masker altijd afnemen om de identiteit te kunnen vaststellen?
Minister Ollongren:
Het voorstel is dat het mondmasker wordt gedragen. Op het moment dat de kiezer zijn stempas en ID-bewijs aanbiedt, gaat het zoals altijd. Het stembureaulid kijkt naar het identiteitsbewijs en naar de kiezer. Als er twijfel is, zal het stembureaulid vragen om het mondkapje even af te doen, omdat hij de identiteit wil kunnen vaststellen. Het voorstel is dus niet om dat altijd en bij iedereen te doen. Ik denk ook niet dat dat noodzakelijk is. Ik kan me heel goed voorstellen dat het met regelmaat gebeurt. Dat is ook helemaal niet gek. Op dat moment sta je stil. Je staat voor de stembureauleden. Er zit een kuchscherm tussen, dus er is voor de veiligheid geen risico.
De heer Van Hattem (PVV):
Ik kan me voorstellen dat je als stembureaulid steeds twijfelt wanneer je het nou wel of niet moet vragen. Je moet mensen letterlijk op hun blauwe, of welke andere kleur ogen dan ook vertrouwen. Is het niet verstandiger om daar een heel duidelijke richtlijn voor uit te vaardigen, of iets op papier te zetten? Nu wordt het aan pure willekeur bij het stembureau overgelaten.
Minister Ollongren:
Nee. De regel is dat het stembureaulid dat de identiteit beoordeelt gewoon kan vragen om het mondkapje even af te doen. Als hij wil of als hij dat prettiger vindt, mag hij het ook aan iedereen vragen. Daar is helemaal niks geks aan. Volgens mij zijn stembureauleden daar prima toe in staat.
Ik beantwoord even de vragen van de heer Van Hattem over dit onderwerp. De heer Van Hattem sprak over de propaganda in stemlokalen. Hij noemde het voorbeeld van de Turkse president. Als hij bedoelt dat er in het stemlokaal geen politieke uitingen zichtbaar mogen zijn, dan heeft hij daar gewoon gelijk in. In het verleden hebben wij dat altijd met elkaar afgesproken. Daar verandert helemaal niets aan. Stemlokalen moeten een neutrale inrichting hebben, dus niet met allerlei pamfletten, vlaggen en wat dies meer zij zijn aangekleed. Dat is ook voor deze verkiezingen gewoon het geval.
De heer Van Hattem vroeg ook of de kiezer zijn stembescheiden terugkrijgt als hij uit het stemlokaal zou worden verwijderd. Wij hopen dat dit niet heel vaak gaat gebeuren. Het wetsvoorstel verleent elk lid van het stembureau de bevoegdheid om aanwijzingen te geven. Dus als een stembureaulid van oordeel is dat de omstandigheden zodanig zijn dat de aanwezige persoon daar niet zou moeten zijn en die aanwijzing bij herhaling niet opgevolgd wordt, kan de kiezer in het uiterste geval worden gevraagd om het stemlokaal niet te betreden — dan heeft hij helemaal nog geen stembescheiden of iets dergelijks afgegeven — of te verlaten voordat de stemmer zijn stem heeft uitgebracht. Dus in principe doet de situatie die de heer Van Hattem stelt zich eigenlijk niet voor. Als het toch zou zijn gebeurd, zou hij de stembescheiden terugkrijgen. Maar nogmaals, dat lijkt mij een situatie die zich vrijwel niet zal voordoen.
Een beetje in dezelfde lijn vroegen de heer Koole en mevrouw Baay-Timmerman: stel dat zoiets gebeurt en een stembureaulid zou moeten ingrijpen en de kiezer moeten vragen het stemlokaal te verlaten, kunnen de leden van het stembureau dan ook op ondersteuning rekenen? Ook hier geldt dat dit een soort uiterste situatie is, waarin het echt zou escaleren en vervelend zou worden. Ik hoop dat dit zich heel erg weinig zal voordoen. Wij spreken nu af dat de voorzitter in het uiterste geval de aanwijzing kan geven dat de kiezer het stembureau moet verlaten.
De voorzitter zou ook, als de orde echt verstoord wordt, de zitting kunnen schorsen en dan om bijstand kunnen vragen aan de gemeente, strikt genomen aan de burgemeester. Dat wordt echter niet in deze wet geregeld. Dat is al geregeld in de Kieswet. Het zou kunnen — ik herhaal dat dit echt in het uiterste geval zou zijn — dat de voorzitter van het stembureau daar een beroep op doet.
De heer Koole (PvdA):
Dat is inderdaad al in de Kieswet geregeld. Mijn punt is dat dit bijzondere verkiezingen zijn. Hopelijk blijft het incidenteel, maar de frequentie waarmee het kan voorkomen ligt misschien wel hoger. Mensen kunnen bijvoorbeeld zeggen — ik geef nu maar een voorbeeld — dat de coronaregels allemaal onzin zijn en stennis gaan schoppen. De frequentie kan dus toenemen en het kan ook zijn dat dit zodanig is dat vaker hulp van buiten moet worden ingeroepen. Is erin voorzien, vraag ik de minister, dat de voorzitter van het stembureau die hulp van buiten kan inroepen? En is die hulp dan ook extra beschikbaar, meer dan bij normale niet-coronaverkiezingen?
Minister Ollongren:
Die vraag van de heer Koole begrijp ik heel goed, omdat we natuurlijk meer van dit soort uitingen zien. De voorziening is al in de wet opgenomen. Het lijkt mij inderdaad goed dat ik de gemeenten daar nogmaals op wijs, precies langs de lijn die de heer Koole voorstelt: denk erom dat dit in het uiterste geval zou kunnen gebeuren en dat stembureaus dan wel moeten kunnen rekenen op hulp; de bijstand die ze vragen aan de gemeente, moet dan ook beschikbaar zijn. Dat is een terechte opmerking. In de voorbereiding zullen wij dat er nog wat actiever bij betrekken.
De heer Koole (PvdA):
Ik ben blij met dit antwoord. Betekent dat ook, vraag ik de minister, dat de lokale driehoek daar van tevoren afspraken over maakt?
Minister Ollongren:
Daar wil ik weer niet te veel in treden. Ik denk dat dit heel erg kan verschillen per gemeente. Ik zal ervoor zorgen dat het algemene punt in de contacten met de gemeente onder de aandacht gebracht wordt. Dan is het vervolgens een lokale afweging — wij kunnen ons allemaal voorstellen in welke gemeenten dit misschien wat meer of wat minder speelt — hoe de burgemeester dat verder organiseert en of hij dat wel of niet in de driehoek afspreekt.
De heer Van Hattem had nog een vraag over afspraken met waarnemingsmissies, die niet ten koste zouden moeten gaan van spontane en steekproefsgewijze controle. Voor de toegang tot het stemlokaal zal er op elk stemlokaal een plek zijn om te kunnen waarnemen. Bij stemlokalen met beperkte toegang gelden de huisregels voor toegang, maar het is ook van belang dat waarnemingsmissies ook daar waarnemen. Daarover worden afspraken gemaakt met de gemeente en de beheerder van het betreffende gebouw. Die moeten dus ruimte geven voor een waarnemingsmissie die langs zou kunnen komen. Die toegang moet dan inderdaad wel worden gegeven.
Tot slot kom ik op de stembureaus en de stembureauleden. Ik kom nog wel op de aantallen. Daar zijn nog vragen over gesteld. Mevrouw Baay-Timmerman had een vraag over de coronatests. Er zijn natuurlijk twee momenten waarop je dat zou kunnen doen. Als ik mevrouw Baay-Timmerman goed begreep, ging haar vraag over een test vooraf. Ik zie dat zij knikt. Stembureauleden doen net als wij allemaal de gezondheidscheck vooraf, conform het advies van het RIVM daarover. Alleen als iemand echt klachten heeft, zou je ook een GGD-test kunnen gaan doen. Mocht een stembureaulid ter zitting, dus op het moment zelf, gezondheidsklachten krijgen, dan moet hij zijn werkzaamheden staken en moet de gemeente zorgen voor een plaatsvervanger. Om de stembureauleden vooraf verplicht een coronatest te laten ondergaan vind ik ten eerste niet nodig. Dat is niet conform de richtlijn zoals we nu werken. Ten tweede hebben we heel veel vrijwilligers nodig. Het verplicht stellen van coronatesten doen we eigenlijk nergens, behalve als je naar een specifiek land wilt en dat land die eis stelt. Anderszins doen we dat niet. We vragen dat niet aan werkgevers. We doen dat niet met de app. We doen dat niet met testen. We doen dat niet met vaccineren. Op allerlei fronten hebben we daar wel goede afspraken over, maar geen verplichtstelling. Dat geldt dus ook hier.
Mevrouw Baay-Timmerman (50PLUS):
Ik weet dat het verplicht testen natuurlijk heel ver gaat. Aan de andere kant gaat het hier wel om mensen die gedurende een groot aantal uur in een afgesloten ruimte zitten en in contact komen met heel veel mensen. Ik kan me dus toch voorstellen dat hier een uitzondering wordt gemaakt.
Minister Ollongren:
Mevrouw Baay-Timmerman is dus bezorgd dat iemand die toch het virus bij zich zou dragen lang in een stembureau aanwezig is en dan een verspreider zou zijn van het virus. We richten het nu heel zorgvuldig in. We stellen eisen aan de stemlokalen en aan de afstanden. Ook de stembureauleden mogen niet te dicht op elkaar zitten. De lokalen moeten voldoen aan de voorwaarden, ook qua ventilatie. Op die manier denk ik dat we voldoende waarborgen in het systeem hebben gebracht. Je hebt natuurlijk geen 100% garantie, maar ik denk dat we wel een heel eind in die richting komen. Nogmaals, ik vind het verplicht stellen van een coronatest voor vrijwilligers die onze stembureaus bemensen, terwijl we hen gewoon vragen de gezondheidscheck te doen en we alle andere voorzorgsmaatregelen nemen die het RIVM heeft geadviseerd, specifiek ten aanzien van de verkiezingen, waar dit advies niet bij zat, te ver gaan.
Mevrouw Baay-Timmerman (50PLUS):
Ik kan me ook voorstellen dat het dan misschien niet verplicht zal zijn, maar dat een lid zelf, ook al heeft het nog geen klachten, behoefte heeft om zo'n sneltest te doen. Zou er een mogelijkheid zijn om die dan toch aan te bieden?
Minister Ollongren:
Dat is een ander type vraag, dat ik veel beter begrijp. Ik vind het antwoord lastig. Het is nu begin november. De sneltesten zijn in opkomst. Er zijn inmiddels gevalideerde sneltesten, maar we staan eigenlijk nog aan de vooravond van het echt op grotere schaal toepassen van die sneltesten. Ik kan nu nog niet helemaal inschatten waar we op 17 maart, of begin maart, staan ten aanzien van het gebruik van de sneltesten. Stel dat ze hun nut tegen die tijd al ruimschoots hebben bewezen en we hebben dat al toegepast in verschillende sectoren. Stel dat je er bijvoorbeeld in het onderwijs al ervaringen mee hebt opgedaan. Dan zou ik het heel interessant vinden of we dat ook kunnen doen voor stembureauleden op vrijwillige basis. Maar ik kan het niet toezeggen, omdat ik nu niet kan overzien of de beschikbaarheid en de ervaring ermee — die moet natuurlijk wel positief genoeg zijn — zodanig zijn dat we dat kunnen gaan doen. Maar ik zal het zeker heel goed in de gaten houden.
Mevrouw Baay-Timmerman (50PLUS):
Tot slot beschouw ik dit dan als volgt. Als de mogelijkheden dusdanig zijn dat die sneltesten voorradig zijn en de uitkomsten ook volledig betrouwbaar zijn, dan zouden de stembureauleden zeker een bepaalde voorrang kunnen krijgen om zo'n sneltest te kunnen laten uitvoeren.
Minister Ollongren:
Dat is net weer wat te stellig geformuleerd, maar ik zeg dat ik vanuit mijn verantwoordelijkheid voor de verkiezingen actief en met grote belangstelling zal kijken hoe de collega van VWS met de sneltesten gaat werken, en dat we als kabinet natuurlijk ook gaan kijken hoe we dat ook met verschillende sectoren kunnen doen. Als daar perspectief in zit, dan zal ik dat zeker ook benutten voor de verkiezingen. Dat wil ik hier wel toezeggen.
Voorzitter. Dan kom ik bij de volmachten. De heer Van der Linden stelde daar als eerste een vraag over, maar er waren ook verschillende andere sprekers die zorgen uitten. Ik ga proberen die zorgen weg te nemen. De reden van het voorstel om het aantal volmachten dat iemand mag gebruiken te verhogen van twee naar drie — dat geldt alleen nu, dus alleen in deze tijdelijke wet, voor deze bijzondere tijd waarin we leven — is omdat we het allemaal heel belangrijk vinden dat de opkomst op peil blijft. We kunnen ons voorstellen dat er toch mensen zijn die ofwel thuis moeten blijven, omdat ze de ziekte hebben, ofwel in quarantaine zijn, omdat ze in contact zijn geweest met iemand die de ziekte had. Er zijn dus veel meer mensen die, als ze een gezondheidscheck doen thuis, zeggen: ik kan dus niet naar de stembus gaan. Dat zijn er meer dan normaal. Dan willen we heel graag dat ze wel hun stem kunnen uitbrengen. Dat kan via de volmacht, schriftelijk of onderhands. Maar ja, als mensen maar twee volmachten mogen uitbrengen, wat in ons systeem nu zo is, dan kan dat best gaan knellen. Niet iedereen heeft een groot sociaal netwerk, een groot gezin of veel buren om uit te kiezen. Voor veel mensen is dat toch heel beperkt. Daarom denk ik dat het belangrijk is om dat nu wel te doen.
Ik weet dat de Kiesraad er bedenkingen bij heeft; die zou ik normaal gesproken ook hebben. Ik vind dat we er terughoudend mee moeten zijn, want er zit altijd een klein risico in dat er misbruik van wordt gemaakt. Uiteindelijk is het immers zo dat je, als je een volmacht geeft, niet zelf je stem uitbrengt; dat laat je iemand anders doen. Dus het is een uitzonderlijke maatregel, maar deze geldt ook in een uitzonderlijke tijd.
Dan ga ik toch even in op de vragen die specifiek zagen op de wijzigingen. Die gingen over twee onderwerpen. Een. Een extra volmacht. Twee. Het per e-mail ontvangen van de volmacht. Dat laatste was, dacht ik, waar de vraag van meneer Van der Linden vooral op zag. De meeste schriftelijke volmachten zullen gewoon per brief worden bezorgd. Dus de gemeente stuurt een brief aan degene die de volmacht krijgt. Maar als het net op het randje is, dus net te laat om het nog per brief te regelen, dan introduceren we nu de mogelijkheid dat het per e-mail gebeurt. We hebben daar wel waarborgen in zitten. Stel, ik krijg een volmacht van de gemeente, van iemand. Die is persoonlijk aan mij gericht, die kan ik alleen zelf uitbrengen als ik ga stemmen. En op het bewijs, dat ik zelf moet printen, staat de naam van degene die mij heeft gemachtigd. Dat is dan ook nog eens op zo'n manier gedrukt dat je het meteen ziet, als je zou proberen iets te wijzigen. Dat is fraude; dat mag niet, maar het is ook zichtbaar. Dus op die manier denk ik dat wij voldoende hebben verankerd dat ook het verstrekken van de schriftelijke volmacht per e-mail niet kan leiden tot fraude of anderszins. Ik zie daar dus geen extra risico in bij deze verkiezingen.
De heer Van der Linden (FvD):
Dat heb ik ook gememoreerd. Het is zichtbaar; dat blijkt ook uit de toelichting bij het wetsvoorstel. En het ziet er dan ook op dat er lijnpatronen doorbroken worden bij aanpassingen. Maar mijn vraag was ook in de eerste termijn: hoe veel zekerheid geeft dat nu eigenlijk in een tijd waarin hele filmpjes gemanipuleerd kunnen worden? Voor iemand die handig is met de pc, een digitale whizzkid, is het toch een fluitje van een cent om dat met Photoshop aan te passen op het beeldscherm en vele malen uit te printen met andere namen? Daarbij is het van een simpele leek, of een getrainde leek op een stembureau, toch niet te verwachten dat hij dat kan ontcijferen? Het is toch juist enorm risicovol als mensen dat zelf kunnen printen?
Minister Ollongren:
U zou moeten zien hoe dat met dat lijnpatroon is gegaan. Ik ben de eerste om toe te geven dat er ongelofelijk veel digitaal kan worden gedaan door mensen die deze vaardigheid hebben. Ik kan dus niet uitsluiten dat mensen dit zouden kunnen doen, maar dan blijft natuurlijk staan dat je zelf die stem moet uitbrengen. Ik mag dus gaan stemmen en drie volmachtstemmen meenemen. Iemand die er eentje krijgt, zou er dan twee, onzichtbaar en zonder dat het opvalt, moeten manipuleren, zoals de heer Van der Linden dat schetst. Ik vind het niet heel waarschijnlijk dat dit gebeurt. Nogmaals, de identiteit van degene waarvan je doorgaans de volmacht per brief krijgt — in enkele gevallen zal dit dus per mail gebeuren — is helemaal gekoppeld aan de identiteit van degene die de stem gaat uitbrengen. Het is dus echt heel beperkt. Het streven is dat dit zo veel mogelijk per brief gebeurt. Het wordt alleen schriftelijk per mail gedaan in die gevallen waarbij de tijd het niet meer toelaat het per brief te doen.
De voorzitter:
De heer Van der Linden, tot slot.
De heer Van der Linden (FvD):
Het lijkt onwaarschijnlijk, maar het kan wel degelijk. We hebben in het verleden gezien dat het ronselen van stemmen mogelijk is. Voor de stap van het ronselen van stemmen naar in georganiseerd verband manipuleren, heb je maar één goede programmeur nodig. In groepsverband kun je dan meerdere volmachten printen voor een groep van honderd of honderden mensen. Dat is een optie. Dat is een mogelijkheid. Dat risico is toch vrij reëel?
Minister Ollongren:
ik ben benieuwd hoe de heer Van der Linden aan zijn rekensom komt. Ronselen is gewoon strafbaar. Het mag helemaal niet. Doordat wij volmachten toestaan in dit land, is er op zich een mogelijkheid om dat nog wel te doen. Maar het mag niet. Het is hartstikke strafbaar. De heer Van der Linden zegt: "Dit kun je doen met die twee volmachten. Als je dit stelselmatig bij veel mensen doet, dan kun je nog best een aardige groep bij elkaar verzamelen". Maar dat is de situatie met de huidige wetgeving. In deze wetgeving wordt op één punt één wijziging voorgesteld, namelijk dat de schriftelijke volmachten niet alleen per brief, maar ook per e-mail kunnen komen. Dat is de enige toevoeging ten opzichte van de bestaande praktijk, in combinatie met van twee naar drie volmachten.
De heer Van der Linden zegt dan: ik kan me voorstellen dat iemand die digitaal heel vaardig is, toch in staat is om zo'n ontvangen e-mail te vervalsen en daarmee van één volmacht misschien twee of drie volmachten te maken. Ik kan niet voor honderd procent uitsluiten dat dit echt niet kan, maar het aantal van dit soort volmachten dat überhaupt wordt gegeven, zal beperkt zijn. De digitale vaardigheden die je ervoor nodig hebt, lijken mij persoonlijk enorm. Alle andere manieren zijn uitgesloten door de vormgeving van het document dat je zelf kan printen. Dus, nogmaals, de aantallen die de heer Van der Linden hier noemt, kan ik helemaal niet relateren aan het voorstel dat ik hier doe.
De voorzitter:
Minister, hoeveel tijd heeft u naar schatting nog nodig voor uw eerste termijn?
Minister Ollongren:
Volgens mij ben ik er binnen tien minuten doorheen.
De voorzitter:
Gaat uw gang.
Minister Ollongren:
Ook de heer Van Hattem had nog een vraag gesteld over de volmachten. Iemand met een chronische ziekte zou zijn aangewezen op een volmacht. Volgens mij geldt het voor mensen met een chronische ziekte en voor mensen die niet voldoen aan de vragen van de gezondheidstest. Als zij moeten constateren dat zij niet naar het stemlokaal zouden moeten gaan, dan hebben zij de optie om per volmacht te stemmen. De gezondheidstest als zodanig ziet natuurlijk niet op andere ziekten of klachten dan die van het coronavirus. Het is dus niet relevant of er andere gezondheidsproblemen zijn, maar ik kan me heel goed voorstellen dat mensen met een chronische ziekte er sowieso de voorkeur aan geven om per volmacht te stemmen. Dat kan natuurlijk gewoon.
De heer Van Hattem (PVV):
Het punt is nou juist dat de gezondheidscheck die op dit moment wordt weergegeven op de site van het RIVM alleen heel sec vraagt naar hoesten en benauwdheid. Als mensen daar ja op antwoorden, dan wordt het eigenlijk een beetje een ja-neespelletje. Mijn vraag is dus eigenlijk: zou de gezondheidscheck niet iets specifieker moeten worden opgesteld, waarbij het duidelijk coronagerelateerd is? Mensen die weten dat ze een chronische ziekte hebben, worden dan niet in de positie gedwongen om tot een volmacht te moeten overgaan, terwijl ze gewoon naar de stembus zouden kunnen gaan.
Minister Ollongren:
Maar het is een corona-gezondheidscheck. Dat moet er ook boven staan: in verband met de coronacrisis, in verband met deze pandemie, stellen wij u de volgende vragen om zeker te weten dat u geen drager van het virus bent en dat kunt verspreiden.
De heer Van Hattem (PVV):
In alle scherpte, wordt het model dat nu op de site van het RIVM staat op dat aspect nog wel nader aangepast?
Minister Ollongren:
Ik ga daar heel goed naar kijken, maar het gaat echt over het coronavirus. Dat moet er dus wel ergens zichtbaar op staan.
Ik denk dat de vraag van mevrouw Baay-Timmerman eigenlijk al is beantwoord. Ik zei al dat inderdaad niet iedereen een groot netwerk heeft. Ik wil wel dat zo veel mogelijk mensen kunnen stemmen, vandaar de extra volmacht.
De heer Koole heeft natuurlijk gelijk. Bij de herindelingsverkiezingen kunnen we nog niet alles wat in deze tijdelijke wet wordt geregeld ook al van toepassing verklaren. Dat geldt bijvoorbeeld wel voor de bijzondere stemlokalen. De betrokken gemeentes vinden dat ook erg belangrijk. De extra volmacht kan bij de herindelingsverkiezingen nog niet worden ingevoerd. Daarmee doe ik niks af aan het belang van de herindelingsverkiezingen. Ik geef onmiddellijk toe dat hetzelfde probleem zich daar ook kan voordoen, namelijk dat mensen een volmacht zouden willen geven maar dat de volmachtnemer er al twee heeft en dat dat dus niet meer kan. Dat kan gebeuren als iemand een wat beperkter netwerk heeft. Dat kan zich voordoen, maar we kunnen dat gewoon niet meer op tijd realiseren voor 18 november. Het zijn herindelingsverkiezingen. Een van de redenen om dit te doen, is natuurlijk om de opkomst op peil te houden. Dat wil ik ook heel graag voor de herindelingsverkiezingen. Jammer genoeg is bij de herindelingsverkiezingen het aantal kiezers dat komt stemmen meestal echt wel een stuk lager dan bij de nationale verkiezingen of de Tweede Kamerverkiezingen. Ik heb daarover uitvoerig met de burgemeesters gesproken. We krijgen het echter niet voor elkaar om dit ook al voor de herindelingsverkiezingen in te voeren.
Dan heb ik nog iets over het aantal stemlokalen en wat overige vragen. Het ging inderdaad over het verschil tussen stemlokalen die voor iedereen toegankelijk zijn en stemlokalen die eigenlijk niet toegankelijk zijn voor anderen, zoals in verzorgingstehuizen. Als ik zeg dat ik het aantal stemlokalen op peil wil houden, dan gaat het wat mij betreft over de hele linie, over de gewone stemlokalen. Daarom ondersteun ik de gemeenten daar ook bij, ook met een speciaal team. Aanvullend daarop kunnen gemeenten waar dat nodig is en waar dat ook kan, bijvoorbeeld in verplegings- of verzorgingstehuizen, die speciale stemlokalen mogelijk maken. Ook bij de herindelingsverkiezingen zien we nu dat het aantal stemlokalen op peil blijft. Ik heb het dan over de algemeen toegankelijke stemlokalen.
Dan kom ik op de mobiele stembureaus. Wij kunnen in Nederland werken met mobiele stembureaus. De wet geeft de gemeenten daar ook alle ruimte voor. Ik zeg tegen de heer Kox dat ik weet dat gemeenten daar ook graag gebruik van maken.
Er was een aantal overige vragen, zoals over stemmen of zaterdag of zondag. We hebben in Nederland de traditie dat de verkiezingen op woensdag zijn. In mijn volgende wetsvoorstel wil ik daar in beperkte zin dus wel de maandag en de dinsdag aan toevoegen, voor een beperkt aantal stemlokalen. We hebben deze discussie met enige regelmaat, maar de heer Kox weet ook dat er groepen in de Nederlandse samenleving zijn die een principieel bezwaar hebben tegen stemmen op zondag, en trouwens ook op zaterdag. Het lijkt mij dus niet verstandig om nu het debat daarover te heropenen. Het stemmen op maandag en dinsdag roept dat bezwaar minder op.
De voorzitter:
We zouden daar ook niet de tijd voor hebben. Ik geef de heer Kox toch even kort het woord.
De heer Kox (SP):
Ik zeg ter geruststelling van iedereen, ook achter mij: ik stel niet voor om die traditie te veranderen. Daarover hebben we al lang genoeg gediscussieerd, maar ik ben ervan overtuigd dat Onze-Lieve-Heer best voor één keer een uitzondering wil maken voor het stemmen op zaterdag of zondag, als het zou kunnen helpen. Ik zag in Georgië deze week dat er wel meer gespreid kon worden door het stemmen op zondag. Het is dan allemaal net wat makkelijker.
De voorzitter:
Wat is uw vraag?
De heer Kox (SP):
Eenmalig stemmen op een zaterdag of zondag zou, met dat early voting erbij, volgens mij heel veel meer ruimte kunnen creëren. Nogmaals, het is een vraag, het is geen voorstel, maar ik zou het niet koppelen aan het feit dat we daarover principiële discussies hebben. Als er een groter belang in het spel is, moet je af en toe van een principe kunnen afwijken.
Minister Ollongren:
Ik denk dat we dit debat moeten hernemen als we met elkaar over de volgende wet spreken, want volgens mij zijn de heer Kox en ik het eens. De verkiezingen moeten als het enigszins kan gewoon op 17 maart plaatsvinden. Dat hebben we ook al eerder vastgesteld. Dat is de verkiezingsdatum. Ik had zelf eerst echt wel wat aarzelingen bij early voting, ook omdat gemeenten tegen mij zeiden: het is voor ons heel erg lastig. In sommige andere landen zie je dat de stembureaus al weken eerder open zijn. Dat is in de Nederlandse systemen echt niet hanteerbaar. Uiteindelijk ben ik er met de gemeenten toch uitgekomen. We denken dat twee dagen eerder stemmen in een beperkt aantal stembureaus uitvoerbaar is. Dat is de afspraak die ik daarover met de gemeenten heb gemaakt. Twee dagen eerder is maandag en dinsdag. Ik waardeer wel heel erg het meedenken van de heer Kox.
De heer Schalk (SGP):
Ik kwam wat later binnen bij de eerste termijn en je ziet: je kunt eigenlijk nooit weg zijn, want voordat je het weet, wordt de hele zondag weggegeven. Dat moet je natuurlijk allemaal niet hebben. Ik heb nu mijn telefoon meegenomen; dat is ook een beetje een risico bij deze voorzitter, tegenwoordig. Ik heb even gekeken wat de Kiesraad ervan zegt. Dat is toch wel nuttig, denk ik. "De regering wil zo veel mogelijk kiesgerechtigden in de gelegenheid stellen hun stem uit te brengen. Vanwege religieuze redenen vallen de vrijdag, zaterdag en zondag af. Verder valt de maandag af, omdat de voorbereidingen van de verkiezing dan grotendeels in het weekend zouden vallen." Nou, als u early voting gaat doen, vind ik dat we dan voor de maandag een uitzondering zouden moeten maken.
Minister Ollongren:
Ik ben heel blij dat de heer Schalk toch een bijdrage levert aan het debat, want dit horen we allemaal graag, volgens mij.
Voorzitter. Dan nog de andere suggestie van de heer Kox — althans, dat was geen suggestie maar meer een vraag — over het meten van de temperatuur bij de ingang van het stemlokaal. Ik herhaal nog eens, misschien ook richting anderen, dat het stembureau of de stembureauleden geen actieve gezondheidscheck doen bij de kiezer. Dat is niet een extra taak die de stembureauleden krijgen. Dat doen de kiezers zelf. Daar worden ze thuis al op geattendeerd bij het ontvangen van de stempas. Als ze aankomen bij het stembureau zal er natuurlijk ook een reminder staan of ze eraan hebben gedacht. Maar er is geen actieve gezondheidscheck door het stembureaulid, tenzij het een kiezer is die graag hulp wil hebben in het stembureau. Dan kan het stembureaulid vragen: hebt u de gezondheidscheck gedaan? In het verlengde daarvan vind ik het controleren van de temperatuur dus geen taak van het stembureau of van de stembureauleden.
Ik denk ook niet dat de gezondheidscheck uiteindelijk leidt tot een inperking van het kiesrecht. Dat was een stelling van de heer Van Hattem. Dat is omdat het een eigen verantwoordelijkheid van de kiezer is, een eigen afweging die de kiezer maakt. Ik denk dat wij allemaal vinden dat iedereen veilig moet kunnen stemmen en dat het belangrijk is dat we ons daar allemaal aan houden. Mocht je niet naar het stemlokaal kunnen, dan ben je je stemrecht niet kwijt. Dan kun je nog steeds per volmacht stemmen en per onderhandse volmacht als het op de dag zelf is. Je behoudt dus gewoon het kiesrecht.
Over de opkomst had de heer Kox nog een vraag. Ik denk dat ik het daar al over heb gehad.
Dan wilde ik nog één vraag over de 70-plussers beantwoorden en nog een vraag van de heer Van der Linden, die ook zag op de stemlokalen. Excuus, die ben ik net vergeten. Hij zei: "Het kan dus zijn dat stemmen elders worden geteld. Waarom is dat eigenlijk? Is dat niet een coronarisico? Is dat niet beperkend voor de transparantie die we nastreven?" Het tellen blijft openbaar, ook als het op een andere plek zou moeten gebeuren. Het is alleen maar bedoeld voor de stemlokalen die gemeenten willen benutten om zo veel mogelijk stemlokalen te hebben. Het is natuurlijk ons streven om het aantal stembureaus op peil te houden. Maar als ze niet geschikt zijn voor het tellen, zal je de stembiljetten in dat geval op een veilige manier moeten overbrengen naar elders, en zal je ook mensen erop moeten attenderen dat ze naar die andere locatie moeten gaan als ze het tellen willen bijwonen. De stelling is "iedere verplaatsing is onwenselijk". We moeten met elkaar het aantal verplaatsingen beperken. Voor verkiezingen geldt dan overigens een uitzondering, net zoals die geldt voor het aantal mensen in stembureaus en voor andere zaken om de verkiezingen mogelijk te maken. Dat geldt ook voor het mogelijk maken van het tellen. Als het niet hoeft, dan moeten we het niet doen, maar als het nodig is in het kader van het democratische proces, dan is het een geoorloofde verplaatsing. Nogmaals, we doen alles veilig.
Dan even over de 70-plussers en het per brief stemmen. De heer Nicolaï vroeg er heel indringend naar. Ik vind het goed om dat hier even te markeren. Het RIVM heeft alle personen van 70 jaar en ouder tot kwetsbare groep verklaard. Deze groep is generiek kwetsbaar voor dit virus. Natuurlijk zijn er andere groepen die ook kwetsbaar zijn voor het virus omdat ze achterliggende gezondheidsproblemen hebben, maar dat is niet een objectief door gemeenten vast te stellen criterium. Wat betreft het mogelijk maken van het briefstemmen juist voor 70-plussers: het is niet iets wat je moet doen, maar wat je mag doen. Die mogelijkheid voor hen betekent dat we ervoor kunnen zorgen dat de opkomst onder 70-plussers bij deze verkiezingen niet daalt. Anderen die om wat voor reden dan ook niet zelf naar het stemlokaal willen gaan, vanwege hun eigen gezondheid, of zorgen of wat dan ook, zullen we natuurlijk wijzen op de andere mogelijkheid die zij hebben, namelijk het stemmen per volmacht.
Voorzitter. Ik hoop dat ik daarmee alle gestelde vragen in eerste termijn heb beantwoord.
De voorzitter:
Dank u wel, minister. Thans komen we bij de tweede termijn van de kant van de Kamer. Ik geef het woord aan de heer Van der Linden namens de fractie van Forum voor Democratie.
De heer Van der Linden (FvD):
Voorzitter. Ik heb in eerste termijn drie kanttekeningen geplaatst bij het wetsvoorstel, een kleine en twee grote. De kleine ging over de ondersteuningsverklaring, de periode van twee naar vier weken. Wat heeft dat nog met covid te maken? Het antwoord van de minister is zodanig dat ik mij afvraag: is een verruiming meer van structurele aard niet een goed idee? Want twee weken is wel erg kort als je een nieuwe partij wil starten. Je gunt iedereen die dat wil doen evenveel kans. Zou er dus niet een permanente verruiming moeten zijn van twee naar vier weken?
Dan de twee voor mijn fractie cruciale punten. Dat zit enerzijds op de verplaatsing wanneer de stemming op een ander bureau plaatsvindt dan de telling, omdat er te kleine teloppervlaktes zijn in verband met de 1,5 meter. Veel mensen willen die stemopnemingen bijwonen. Ook bij een verplaatsing naar een grotere locatie is het niet ondenkbaar dat tientallen mensen die stemopneming zouden willen bijwonen. Dat gaat in de uitvoering mogelijk tot veel problemen leiden. Stel dat er een oppervlakte is dat wel groot genoeg is, en enkele tientallen mensen zeggen: hier willen wij bij zijn. Dan kun je toch in de problemen komen met de afstandsregels. Dat lijkt me een probleem. Ik hoor dus nog graag hoe het gaat als er heel veel mensen geïnteresseerd zijn in het bijwonen van zo'n stemopneming, maar de ruimte beperkt blijkt. Dat is het eerste punt.
Het tweede grote punt zit 'm toch wel op de elektronische volmachten. Het essentiële nieuwe element ten opzichte van de bestaande regels is dat er gemaild wordt en geprint kan worden. Dat brengt een risico op digitale manipulatie met zich mee. De lijnpatronen veranderen, doorbreken, lijkt ons technisch een fluitje van een cent in een tijd van deepfake technologie, waarbij hele films gemanipuleerd worden. De minister geeft aan dat het haar niet zo makkelijk lijkt. Dat vinden wij een tikje naïef. Het is zeer eenvoudig en wij zien het als een groot risico van elektronische volmachten.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van der Linden. Dan geef ik het woord aan de heer Van Hattem namens de fractie van de PVV.
De heer Van Hattem (PVV):
Dank, voorzitter. Dank voor de beantwoording in eerste termijn. Desalniettemin heb ik nog wel een aantal onbeantwoorde vragen. Allereerst mijn vraag of deze bepalingen in de wet ook van toepassing zijn op de referenda die het komende jaar zullen worden gehouden door gemeentes en/of provincies.
Het volgende punt waarop ik geen antwoord heb gehad, betreft de volmachtregeling. Er werd net al gewezen op de mogelijkheden met deepfake, grote nepvolmachten die we dan krijgen. Dat moeten we dus allemaal zien te voorkomen. Maar de minister heeft ook aangegeven dat er extra waakzaamheid op moet zijn. Op mijn vraag hoe die extra waakzaamheid vorm kan worden gegeven, heb ik nog geen antwoord gehad. Ook kreeg ik geen voorbeelden van signalen die daarbij opgemerkt zouden kunnen worden. Welke extra maatregelen kan de minister zelf eventueel nog treffen om fraude en ronselpraktijken, waar de Kiesraad terecht op wijst, aan te pakken en te voorkomen? Daarbij ook de vraag wat de minister tot nu toe heeft gedaan met de aanbeveling die de Kiesraad al in 2015 heeft gedaan om dat soort ronselen met volmachtstemmen aan te pakken.
Dan kom ik bij de volgende onbeantwoorde vraag. De minister heeft aangegeven dat iemand in principe zijn stembescheiden terugkrijgt, mocht hij uit een stemlokaal worden gezet nadat hij deze bescheiden al had ingeleverd maar nog niet had gestemd. Maar kan degene dan bij hetzelfde stemlokaal — of bij een ander stemlokaal, maar het is misschien nog pregnanter bij hetzelfde stemlokaal — alsnog zijn stem uitbrengen? Hoe is dat geregeld? Hoe moet een stembureau daarmee omgaan?
Dan kom ik bij een andere onbeantwoorde vraag. Deze stelde ik mede namens 50PLUS. Het overhandigen van de onderhandse volmacht moet fysiek plaatsvinden. Dat wordt een lastige situatie voor mensen die bijvoorbeeld in quarantaine zitten. Daar zou ik ook nog graag duidelijkheid over willen.
Tot slot van de onbeantwoorde vragen het punt over de Turkse propaganda die bij de verkiezingen in 2017 in stembureaus lag. De minister zegt terecht dat dat verboden is, maar mijn vraag was welke concrete stappen er sindsdien door de minister zijn genomen om dit bij deze verkiezingen te voorkomen. Er lag destijds gewoon Diyanetpropaganda, er waren Turkse vlaggen en noem maar op in stembureaus. Gaat de minister nu iets meer doen om dit bij de komende verkiezingen geheel uit te bannen?
Tot slot heb ik nog een aanvullende vraag. Ik hoorde de minister zeggen: dat het negeren van het verbod an sich niet strafbaar is gesteld in de zin van het strafrecht. Kan de minister ook uitsluiten dat het privaatrechtelijk een grond kan vormen voor aansprakelijkheid in de zin van een onrechtmatige daad, als bijvoorbeeld iemand deze wettelijke bepaling negeert en derden daardoor besmet raken? Kan dan worden uitgesloten dat iemand dit op grond van deze wet als onrechtmatige daad naar voren kan brengen en daarmee een grondslag heeft voor een claim? Die weg zou ik ook graag uitgesloten willen hebben, als het niet strafbaar is.
Voorzitter, tot zover in tweede termijn.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Hattem. Dan geef ik graag het woord aan de heer Koole, die zal spreken namens de fractie van de Partij van de Arbeid.
De heer Koole (PvdA):
Voorzitter, dank u wel. Ik dank de minister voor het beantwoorden van de vragen in de eerste termijn. Het is inderdaad heel erg goed dat de verkiezingen door kunnen gaan, met veiligheidsaspecten in ogenschouw genomen: veiligheid wat betreft gezondheid. Maar als het op een gegeven moment niet kan, bestaat altijd de mogelijkheid om ze toch uit te stellen. Ik herinner me nog dat er in 2002 een discussie was geweest na de moord op Fortuyn om de verkiezingen uit te stellen. Ze zijn uiteindelijk een paar dagen verschoven, geloof ik, maar niet echt uitgesteld. Toen wist ik in ieder geval dat het kon. Hopelijk hoeven we daar nu niet toe over te gaan.
De vragen zijn op zich afdoende beantwoord, maar ik wil nog wel een punt onder ogen brengen: de evaluatie die ook gedaan wordt van de herindelingsverkiezingen. Als die niet gedaan wordt, is het dan op een andere manier mogelijk om dat goed te bezien, ook wat het gebruik van volmachten betreft? Kunnen we die evaluatie nog krijgen voordat de tweede wet wordt behandeld?
In ieder geval zal onze partij voor de wet stemmen.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Koole. Dan is het woord aan de heer Nicolaï namens de fractie van de Partij voor de Dieren.
De heer Nicolaï (PvdD):
Voorzitter. We stemmen vandaag over een wet die in principe ook gewoon geldt voor de komende Tweede Kamerverkiezingen, tenzij er een andere wet komt, maar we stemmen over die wet. Die wet is zonder maatregelen zoals het stemmen per brief niet aanvaardbaar voor onze fractie. Dat is de reden waarom wij aan de minister hebben gevraagd om nog eens te overwegen of het wel juist is dat het stemmen per brief alleen voor mensen van boven de 70 wordt toegestaan en of het niet veel belangrijker is om dat uit te breiden, in principe naar iedereen die bang is om besmet te raken. Ik heb erop gewezen dat het gaat om miljoenen kiezers. Ik hoorde de minister eigenlijk alleen maar herhalen wat al in haar brief staat, waarom er gekozen is voor de grens van 70, maar ik heb haar niet gehoord over mijn vraag of niet overwogen kan worden om nog eens na te denken of dat wel een juiste grens is en of het stemmen per brief niet überhaupt moet worden ingevoerd, juist in deze coronaperiode. Het zou heel veel oplossen. Mevrouw Baay heeft erop gewezen dat de mensen van een stembureau besmet kunnen zijn. Het is niet strafbaar om gewoon naar het stemlokaal te gaan terwijl je besmet bent. We sluiten horeca, theaters enzovoort omdat we risico willen vermijden. Nou, als je risico in een stemlokaal wilt vermijden, hoe mooi zou het dan niet zijn om mensen de gelegenheid te geven om per brief te stemmen?
Ik wil daarover dan ook graag een motie indienen.
De voorzitter:
Door de leden Nicolaï en Baay-Timmerman wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat stemmen per brief wordt aanbevolen door de staatscommissie parlementair stelsel;
overwegende dat voor kiezers die worden gerekend tot de kwetsbare groepen voor besmetting met COVID-19 het stemmen per brief de mogelijkheid biedt om zonder contacten met mogelijk besmette personen aan de stemming deel te nemen;
overwegende dat het risico reëel is dat personen die symptomen hebben van COVID-19 toch gaan stemmen en dat het stemmen per brief dat risico kan verkleinen;
verzoekt de regering om in het kader van de aangekondigde aanpassing van de Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 de mogelijkheid te overwegen om het stemmen per brief open te stellen voor alle kiezers die in verband met de verspreiding van het COVID-19-virus niet naar het stemlokaal kunnen of willen gaan,
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Nicolaï (PvdD):
Dat was het. Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Nicolaï. Ik geef ten slotte het woord aan de heer Kox namens de fractie van de SP. Hij ziet af van zijn spreektijd.
Wenst een van de leden in tweede termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Minister, bent u in de gelegenheid om direct te reageren op de vragen uit de Kamer? Dat is het geval. Dan geef ik het woord aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Minister Ollongren:
Dank, voorzitter. En dank ook voor de aanvullende vragen. Een enkele vraag was per ongeluk blijven liggen, waarvoor excuses.
De heer Van der Linden vroeg naar de aanwezigheid bij het tellen en mogelijk de grote aantallen mensen daarbij. We moeten wel de regels in acht nemen. Dus de 1,5 meter geldt ook voor degenen die graag aanwezig willen zijn. Mochten er eigenlijk meer mensen aanwezig willen zijn dan er op die plek aanwezig kunnen zijn gezien de 1,5 meter, dan zal dus ter plekke moeten worden georganiseerd dat het dan bij toerbeurt gaat. Mensen kunnen er dan even bij zijn, en moeten dan weer plaatsmaken voor andere mensen. Dat is natuurlijk de enige manier om ervoor te zorgen dat het wel openbaar is en dat mensen er wel bij kunnen zijn. Maar dat zullen er natuurlijk wel minder zijn dan normaal gesproken.
De heer Van der Linden kwam terug op de volmachten. Ik wil hier toch nóg een keer zeggen: ronselen is strafbaar, maar knoeien met volmachten is natuurlijk ook strafbaar. Dus het mag niet. In de vormgeving van die volmacht die per e-mail wordt verstrekt, is daar rekening mee gehouden. Dat is dus moeilijk en er zitten lijnpatronen in waar niet makkelijk mee geknoeid kan worden. Ik ben natuurlijk niet helemaal doof voor wat de heer Van der Linden onder de aandacht brengt, namelijk dat tegenwoordig digitaal heel veel kan. Ik ga in de verdere uitwerking en ook in de voorbereiding van het tweede wetsvoorstel er nog echt even heel goed naar kijken, want dat is uiteraard niet de bedoeling.
De referenda was ik vergeten, meneer Van Hattem, excuses. Maar de lokale, regionale of provinciale referenda vallen niet onder de Kieswet, dus die vallen ook niet onder deze wet.
Over diepfake, nep en manipulatie heb ik denk ik net in reactie op Van der Linden iets gezegd. In de Tweede Kamer ging het daar ook over. Manipulatie en beïnvloeding via nepnieuws meer in het algemeen zijn zaken waar ik vanuit mijn ministerie al langer zeer actief mee bezig ben. En ik breng het ook zeer actief onder de aandacht van mensen. Daar zullen we ook zeker in de aanloop naar deze verkiezingen mee doorgaan.
Er werd gevraagd of iemand die wordt verwijderd maar wel nog gewoon zijn stembescheiden in bezit heeft, later op dezelfde dag nog terug zou kunnen komen. Daarop is het antwoord: ja, dat kan bij een ander stemlokaal of bij hetzelfde stemlokaal. Als de betrokkene zich gedraagt, kan hij vervolgens wel nog zijn stem uitbrengen.
De heer Van der Linden (FvD):
Dank aan de minister dat er in de vervolgstappen wordt gekeken naar de elektronische veiligheid. We krijgen waarschijnlijk nog meer informatie over de vervolgstappen of de vervolgwetgeving. Betekent dit ook dat de minister in de verdere uitwerking van die aandachtspunten expliciet zal toelichten hoe het gewaarborgd is? Want dat is voor onze fractie erg belangrijk.
Minister Ollongren:
Ja, dat lijkt me goed. Dat is de strekking van de toezegging die ik heb gedaan. We gaan daar nog beter naar kijken. Ik kom daarop terug in de context van het volgende wetsvoorstel.
Ik was bij de vragen van de heer Van Hattem. Een andere vraag die was blijven liggen, is: stel dat iemand op de dag zelf vanwege gezondheidsklachten een onderhandse volmacht wil geven aan een ander; hoe verhoudt dat zich tot de coronaregels? Mevrouw Baay-Timmerman had die vraag ook gesteld. Ik stel mij voor dat je afstand moet houden, net zoals dat bijvoorbeeld moet als er boodschappen voor een zieke worden afgeleverd. Het is niet verboden om de deur open te doen. Het is ook niet verboden dat een tas met boodschappen of een stempas — in dit geval bedoel ik een volmacht — van handen wisselt, maar het moet wel op afstand, zoals we jammer genoeg inmiddels gewend zijn als we elkaar helpen. Denk aan buren, familie of anderszins. Er mag dus geen fysiek contact plaatsvinden, maar het is wel mogelijk om de stempas met de volmacht op die manier te overhandigen. Je ziet elkaar dus wel, maar je komt niet te dicht bij elkaar.
Wat betreft de Turkse propaganda heb ik al antwoord gegeven. De regels zijn de regels. Die zullen ook gewoon voor deze verkiezingen gelden en onder de aandacht worden gebracht.
Dan over de onrechtmatige daad en de claim. Iedereen kan altijd naar de rechter, zeg ik tegen de heer Van Hattem. Dat is prima en goed, maar ik acht dat in dit geval niet heel kansrijk. De norm in de wet adresseert gewoon de eigen verantwoordelijkheid van de kiezer.
Tegen de heer Koole wil ik zeggen dat we de herindelingsverkiezingen zeker gaan evalueren. Ik heb ook in de Tweede Kamer toegezegd dat die evaluatie rond zal zijn voor het kerstreces. Maar — dat heb ik in mijn eerste termijn misschien niet duidelijk genoeg gezegd — de uitbreiding van de volmachten geldt niet voor de herindelingsverkiezingen. Daar hebben we dus nog geen zicht op.
De heer Nicolaï van de Partij voor de Dieren had mij horen zeggen: 70 jaar is RIVM-advies en objectiveerbaar voor de gemeenten. Dat geldt natuurlijk niet als je ook andere groepen zou willen toevoegen die bijvoorbeeld onderliggende gezondheidsklachten hebben. Ik moet even goed kijken hoe de motie-Nicolaï met letter F verwoord is, want dan kan ik die meteen becommentariëren. De motie zegt: het stemmen per brief open te stellen voor alle kiezers. Ik vind dat helemaal geen gekke gedachte, maar die stuit wel op ongelofelijk veel praktische bezwaren. Ik ben er geen voorstander van. Met briefstemmen — dat zegt de Kiesraad ook — introduceer je toch een extra risico in de verkiezingen. Dat geldt nu al voor 70-plussers. Dat is een best forse groep in onze samenleving, namelijk 2,4 miljoen mensen. Maar naarmate je die groep groter maakt, breid je dat risico uit. Briefstemmen algemeen introduceren lukt gewoon niet meer voor 17 maart. Alleen al om aan die datum vast te houden, kan ik dus niet verdergaan dan briefstemmen voor 70-plussers.
De voorzitter:
Nog één vraag per interruptie, meneer Koole.
De heer Koole (PvdA):
Dank voor de toezegging dat de evaluatie zal worden toegestuurd. Mijn opmerking over de gevolmachtigde was niet dat ik niet begrijp dat de volmachten — althans de uitbreiding daarvan — nog niet gelden in de herindelingsverkiezingen. Mijn vraag was of men in die herindelingsverkiezingen aanloopt tegen het feit dat er onvoldoende volmachten zijn, omdat ze nog niet worden uitgebreid. Kan die vraag worden meegenomen?
Minister Ollongren:
Eindelijk begrijp ik de heer Koole helemaal goed. Die vraag zal worden meegenomen, absoluut.
Ik moet de motie met letter F van de heer Nicolaï, over het briefstemmen, ontraden. Daar was ik gebleven. Daarmee zou ik ook willen afronden.
De voorzitter:
Dank u wel, minister. Voordat ik de beraadslaging sluit, geef ik het woord aan de heer Van Hattem.
De heer Van Hattem (PVV):
Toch nog een interruptie. Ik heb ook nog een vraag gesteld over de fraude en de ronselpraktijken. Wat geeft de minister voor extra waakzaamheid mee richting de gemeenten? Wat wordt eraan gedaan? Wat is er tot nu toe gedaan met de aanbevelingen van de Kiesraad uit 2015?
Minister Ollongren:
Het wetsvoorstel ziet daar helemaal niet op. Het is gewoon gangbare praktijk. Ronselen is verboden en het tegengaan daarvan doen we bij iedere verkiezingen. Gemeenten zien daarop, die verantwoordelijkheid hebben ze. Ik zal dat herhalen en de gemeenten zullen dat herhalen. Het voorstel doet daar niets aan af en voegt daar ook niets aan toe.
De voorzitter:
De heer Van Hattem, tot slot.
De heer Van Hattem (PVV):
In het voorstel lees ik wel dat er extra waakzaamheid moet zijn bij gemeenten, omdat het aantal volmachten wordt uitgebreid. Dus het risico is groter. Dat zegt ook de Kiesraad. Mijn vraag is eigenlijk wat de minister bij deze verkiezingen, waarbij dat risico groter is, nu extra gaat doen en wat de gemeenten kunnen doen om extra waakzaam te zijn. Er wordt nu gezegd dat gemeenten extra waakzaam moeten zijn, maar dat is een beetje een open deur. Wat wordt daar concreet mee bedoeld en wat wordt ermee gedaan?
Minister Ollongren:
Dat heb ik in mijn eerste termijn al gezegd: door de mogelijkheid van één extra volmacht is het verstandig om daar extra alert op te zijn. We hebben al eerder gesproken over het risico dat daar nou eenmaal in het stelsel zit. Vandaar mijn oproep, ook aan de gemeenten. We letten er al op met elkaar, maar omdat het nu om een derde volmacht gaat, is er extra aanleiding om daar goed op te letten. Niet echter op een andere manier dan dat we dat anders deden. Dus die oproep zal gelden en die zal ik extra doen vanwege de uitbreiding van het aantal volmachten.
De voorzitter:
Dank u wel.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik kom tot de afhandeling van het wetsvoorstel.
Wenst een van de leden stemming over dit wetsvoorstel? Dat is niet het geval.
Het wetsvoorstel wordt zonder stemming aangenomen.
De voorzitter:
Verlangt iemand aantekening? Dat is niet het geval. Ik stel voor om in de volgende vergadering over de motie te stemmen.
De vergadering wordt van 20.43 uur tot 20.50 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-ek-20202021-8-8.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.