Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | nr. 10, item 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | nr. 10, item 4 |
Aan de orde is de behandeling van:
- het wetsvoorstel Regels voor het produceren van elektriciteit met behulp van kolen (Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie) ( 35167 ).
De voorzitter:
Aan de orde is de behandeling van het wetsvoorstel Regels voor het produceren van elektriciteit met behulp van kolen (35167), oftewel de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie. Ik heet de minister van Economische Zaken en Klimaat van harte welkom in de Eerste Kamer.
De beraadslaging wordt geopend.
De voorzitter:
Ik geef het woord aan de heer Van der Linden.
De heer Van der Linden (FvD):
Voorzitter. Afgelopen donderdag was ik in het hart van onze prachtige Rotterdamse haven. Daar, in Rotterdam, wordt het geld verdiend, het geld dat we hier in Den Haag uitgeven. De hijskranen, de logistiek, de schepen: die indrukwekkende activiteiten gaan 24 uur per dag door. En daarvoor is betrouwbare energie van levensbelang. Ik ging kijken bij de Maasvlakte Power Plant 3, de MPP 3, die in 2016 in bedrijf is genomen. Pas drie jaar is deze open. Nederland had met de MPP 3 op dat moment de minst vervuilende kolencentrale ter wereld. Met een capaciteit van 1.100 megawatt destijds goed voor 7% van de Nederlandse elektriciteitsvraag, met een zeer hoog rendement van maar liefst 46%, waar het gemiddeld 30% was, en met 25% minder CO2-uitstoot ten opzichte van een gemiddelde kolencentrale. Die Rotterdamse havenactiviteiten, die indrukwekkende prestaties van deze energiereus zouden ons trots moeten maken, maar trots is een deugd die in het huidige culturele discours toch wat onder druk staat. Zowel de haven als onze traditionele energievoorzieningen vallen ten prooi aan een radicale transformatieobsessie die zich politiek voltrekt.
Vandaag ligt een wet voor die dwingt tot vervroegde sluiting van kolencentrales. Laat het volgende nog eens goed tot u doordringen. Wij staan in Nederland dus op het punt om enkele van de meest moderne kolencentrales ter wereld, waar menig ander land stikjaloers op is, bij wet te verbieden. Dat is absurd. Ik heb drie hoofdargumenten, drie redenen, tegen deze wet. Eén: we slaan een economische flater. Twee: het alternatief, biomassa, is nog slechter. Drie: juridisch zit er een luchtje aan deze wet. Ik licht dat graag toe.
We slaan een economische flater. Ten aanzien van de modernste kolencentrales ter wereld, waarin voor miljarden is geïnvesteerd, stelt het kabinet voor om ze vervroegd te sluiten, zonder het voordeel van vele jaren extra goedkope stroom uit afgeschreven centrales te benutten. Ik hoorde net de woordvoerder van de VVD over het radarstation zeggen dat ruil van radarinstallaties een enorme kapitaalvernietiging zou zijn. Ik vraag hem wat dit dan is, als we het over kapitaalvernietiging hebben. De rest van de wereld kijkt jaloers naar zo'n betrouwbare en moderne energievoorziening. Zij hebben veel vervuilendere energievoorzieningen, zoals bruinkool en houtverbranding. Vooral hebben ze veel goedkope steenkoolcentrales, die wél zwaarvervuilend zijn. De sluiting van de kolencentrales staat niet op zich. Ook gas is door dit kabinet al in de ban gedaan. Nederlandse huishoudens moeten van het gas af. Betrouwbare betaalbare energie maakt door het beleid van dit kabinet plaats voor onbetrouwbare energie uit zon en wind.
Een tweede economisch punt. De Nederlandse overheid heeft zich onder minister Brinkhorst van D66 in het recente verleden enorm ingespannen om deze moderne en efficiënte kolencentrales te realiseren in Nederland, met succes. Maar nu worden de investeerders en ondernemingen geconfronteerd met wetgeving over vervroegde sluiting, ruim voor het einde van de economische levensduur. Forum voor Democratie trekt daaruit de conclusie dat door deze wet Nederland minder betrouwbaar en minder aantrekkelijk wordt voor investeerders in kernenergie. Immers, hoe de overheid hier handelt met betrekking tot kolencentrales, doet een investeerder in kernenergie wel drie keer achter de oren krabben.
De heer Crone (PvdA):
Ik deel de trots op onze havenbedrijven, inclusief de energiesector. Ik heb daar vier jaar gewerkt, in een tijd dat ik bij de Vervoersbond FNV werkte, net als overigens de heer Rosenmöller, nu niet aanwezig. We hebben daar samen stakingen beëindigd, zal ik maar zeggen. Ik weet niet meer wie er begonnen is, maar we hebben de stakingen beëindigd. Ik was altijd zeer onder de indruk van die enorme hijskranen. Ze hebben daar grijpkranen die niet eens in deze ruimte passen; zo groot als een eengezinswoning. Die halen een luciferdoosje van de rand van het schip: zo veel vakmanschap is daar. Daar ben ik trots op. Maar ik ben er ook trots op dat mensen snappen dat we naar een duurzame economie gaan. We krijgen hele andere banen, veel meer werkgelegenheid en Europa gaat ons daarbij helpen. Kunt u niet de trots op de vernieuwingen die we doorvoeren delen?
Dan de tweede vraag. Kodak dacht ook ooit: dat wordt nooit wat met die pixels en die toestellen. Zij hebben gewoon een inschattingsfout gemaakt, want de markt, de technologische ontwikkeling en de kostenverlagingen hebben Kodak de das om gedaan. Dat is hier ook het geval. Dat is ondernemersrisico. Natuurlijk wilden vorige kabinetten weleens kolencentrales, maar ze hebben zich niet gecommitteerd aan bedrijfsrisico's. Die zijn voor de ondernemer.
De heer Van der Linden (FvD):
Wat betreft die eerste vraag, of ik trots ben op die vernieuwing. Het verhaal over de havens spreekt mij zeer aan. U bent er trots op. Ik heb het ook gezien. Ik denk dat het niet alleen een eengezinswoning is maar dat sommige zo groot zijn als een flatgebouw. Trots op die vernieuwing? Natuurlijk. Alleen, het wegsaneren van hypermoderne kolencentrales waar de wereld jaloers op is, om ze te vervangen door windmolens en zonnepanelen is geen vooruitgang. Dat is achteruitgang en dat is niet iets om trots op te zijn. Natuurlijk zijn we trots op innovatie, maar wij kiezen voor kernenergie en de opvolgers daarvan. Dat is het eerste punt.
Het tweede punt gaat over het bedrijfsrisico. Natuurlijk loop je als bedrijf risico's, maar hier gaat de omwenteling wel heel snel. De investeerders zijn destijds overtuigd om hier te investeren in centrales. Nu moeten ze als de wiedeweerga hun centrale sluiten zonder reële alternatieven. Daar kom ik straks nog op terug.
De voorzitter:
De heer Crone tot slot.
De heer Crone (PvdA):
Even kort over dat eerste punt. U kunt niet zeggen: ik wil het allebei. U zei niks over trots op duurzame energie. Ik ben blij dat u dat nu ook zegt. Dat is nu ook een hele nieuwe bedrijfstak. Maar u kunt niet bovenop de bestaande capaciteit nieuwe capaciteit plaatsen. Het een komt in de plaats van het ander, want we hebben al te veel capaciteit. U moet dan toch kiezen, óf voor het oude óf voor het nieuwe.
De heer Van der Linden (FvD):
Ja, en onze keuze is heel duidelijk: voor kernenergie, de opvolgers daarvan en thorium, en niet voor zon en wind, want dat is achteruitgang.
De heer Crone (PvdA):
Dat is heel jammer.
De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.
De heer Van der Linden (FvD):
Wij denken, nogmaals, dat door deze wet de kans op een investeerder in kernenergie drastisch afneemt, en het liep al geen storm. Kan de minister, die toch bekendstaat als lid van de fanclub voor kernenergie, aangeven of hij dat met ons eens is?
Het tweede argument: het alternatief, biomassa, is slechter. De sluiting van de kolencentrales is onderdeel van een breder klimaatbeleid waar Forum voor Democratie tegen is, dat mag u bekend zijn. Minder desastreus klimaatbeleid was een van de speerpunten van onze verkiezingscampagne. Maar op dat punt vinden wij elkaar vandaag niet in deze Kamer, denk ik. Deze wet bevat één element waarop links en rechts in dit huis elkaar volgens ons wel kunnen vinden, namelijk de aversie tegen biomassa: het kappen van bomen in Nederland, Estland, Canada en de Verenigde Staten om ze in stookolieschepen versnipperd naar Nederland te vervoeren en hier te verbranden. Martijn Katan schreef er deze week in NRC een goed stuk over. Hij merkte fijntjes op dat als we vrijkomend houtafval, wat dan duurzame biomassa is, willen gebruiken om de kolen te vervangen, een bos nodig is ter grootte van vijf keer Estland om alleen onze vier kolencentrales te laten draaien. Wij hebben de minister gevraagd naar het toekomstperspectief van biomassa. De minister geeft namelijk aan dat er momenteel veel centrales worden gebouwd en omgebouwd voor biomassa. Naar aanleiding van onze vragen werd aangegeven dat het PBL heeft berekend dat wereldwijd in 2030 het kantelpunt wordt bereikt. Dat jaar is er meer vraag naar bomen dan aanbod van bomen. Als we doorgaan met die biomassa vindt er dan dus structureel kaalslag, ontbossing, plaats. Wij concluderen: niet aan beginnen.
Dat jaar 2030 is ook om een andere reden belangrijk. Wij ontvingen recent de Klimaat- en Energieverkenning, de KEV, en we bespraken deze twee weken terug in dit huis met de opsteller, het PBL. In deze KEV maakt de CO2-uitstoot van Nederland na 2030 een flinke duikvlucht. Qua CO2-doelstellingen maakt Nederland volgens de modellen dan in één keer een grote klimaatklapper. Dat komt, zo zei het PBL, doordat de laatste kolencentrales sluiten door deze wet. Maar dat is, als biomassa doorzet, een illusie. Dat biomassa beter zou zijn voor milieu en klimaat is fake news. Biomassacentrales stoten evenveel of zelfs meer CO2 en fijnstof uit dan kolencentrales, ten koste van bossen.
Mevrouw Gerkens (SP):
Ik hoor de heer Van der Linden biomassa gelijkstellen aan het verbranden van hout. Bedoelt hij dat ook te zeggen of kijkt hij wat diverser naar biomassa?
De heer Van der Linden (FvD):
We hebben natuurlijk een brief van de minister gehad over de subsidies waarbij het ook uit andere stromen komt, uit slib of uit afvalverwerking. De vraag is of die vormen van biomassa dan wel beter zijn voor het milieu. Wij denken het niet. Maar twee, de kolencentrales waar de brandstof nu vervangen moet worden door biomassa, zijn gigantisch en dit vindt wereldwijd overal plaats. Daardoor kan het straks niet meer met die duurzame vorm van biomassa. Je kunt geen uitdunhout gebruiken om zulke grote centrales te vullen en te laten draaien. Daar is gewoon niet voldoende grondstof voor.
Mevrouw Gerkens (SP):
Ik denk dat het goed is als de heer Van der Linden die twee dingen uit elkaar houdt, want er is wel degelijk ook schone biomassa, zij het dat het weinig is. Ik begrijp de vraag aan de minister zo dat het op een gegeven moment misschien op is als wij dat allemaal in die kolencentrales stoppen en of wat wij dan gaan stoken, slechter is dan kolen. Het helemaal stoppen met biomassa zou ook betekenen dat je die schone vormen weggooit. Zou je dan niet beter moeten kijken naar bijvoorbeeld het opheffen van subsidie op biomassa zodat je die perverse prikkel voor de verkeerde biomassa weghaalt? Hoe denkt de heer Van der Linden daarover?
De heer Van der Linden (FvD):
Dat is een punt waar we elkaar blindelings kunnen vinden. Wij hebben ons naar aanleiding van de motie al uitgesproken over het stoppen met subsidie op biomassa. Daar zijn wij helemaal voor, absoluut.
Voorzitter. Stel nou dat de eigenaren van de kolencentrales daadwerkelijk allemaal overstappen op biomassa; dat zij ingaan op het aanbod. Dan zijn er geen klimaatwinst en geen milieuwinst en dragen wij bij aan massale bomenkap; dat is onze overtuiging. Inmiddels is bekend geworden dat de pellets in onze biomassacentrales voor 80% worden gemaakt van bomen die anders niet gekapt zouden worden. Dat is deze week bekend geworden. De CO2-uitstoot van deze biomassa levert dus een toename van de uitstoot op. Dat die boom over 50 jaar misschien omvalt of verrot, heeft geen invloed op de huidige CO2-uitstoot. Als een nieuw boompje CO2 gaat opnemen in zijn toekomstige leven, dan duurt het toch op zijn minst tientallen jaren voordat dat gelijk staat aan die uitstoot. Dat staat volgens ons op gespannen voet met de urgentie die men predikt en uitstraalt bij het uitvoeren van het Parijsakkoord. Dit is, zelfs als je het klimaatbeleid nastreeft, een verslechtering. Het is volgens ons geen klimaatwinst, maar klimaatverlies. Dat grootschalige biomassa duurzaam zou zijn, is daarom volgens ons een van de kromste redeneringen van alle internationale klimaatafspraken. Ook liefhebbers van intensief klimaatbeleid worden hiermee in het ootje genomen.
Ik heb de minister gevraagd een vergelijking te maken tussen de CO2-uitstoot van kolencentrales en die van tot biomassa omgebouwde centrales om zodoende de besparing te berekenen. Het antwoord van de minister was dat de besparing 100% is. Alle CO2-uitstoot van kolen is klimaatwinst, want, zo is de redenering, de uitstoot van biomassa, ook al is die er wel, telt niet mee. Dat is namelijk internationaal zo afgesproken. Dus de uitstoot is er wel, die komt dadelijk gewoon uit de schoorsteen, maar hij telt niet mee. Vraag aan de minister: wat zou hij ervan vinden als alle eigenaren straks besluiten om over te gaan op 100% biomassa? Is het kabinet dan tevreden?
Voorzitter. Onze conclusie is dat klimaatwinst, als je daar toch al mee bezig bent, bij ombouw tot biomassa slechts op papier plaatsvindt, niet in de praktijk of anders tenminste na 2050. Dit zouden alle partijen in dit huis niet moeten accepteren. Biomassa is een slechter alternatief voor kolen.
Voorzitter. Dan het derde punt dat nauw aansluit op het tweede punt, namelijk dat er juridisch een luchtje zit aan deze wet. De minister wil met deze wet de sluiting van kolencentrales forceren, maar het mag juridisch geen sluitingswet heten. De reden is vrij simpel: een sluitingswet kost het kabinet geld, want dan moet de minister de eigenaren uitkopen en schadeloosstellen. En klimaatbeleid is al zo onbetaalbaar. Daarom is de gehele memorie van toelichting bij deze wet een groot juridisch woordenspel om deze sluitingswet vooral geen sluitingswet te noemen. De hele toelichting lijkt vooral geschreven om een schadeclaim te vermijden. Een belangrijk argument dat de minister daarbij gebruikt, is dat er mogelijkheden zijn voor alternatieve exploitatie. De kolencentrales kunnen worden omgebouwd tot energiecentrales die op alternatieve brandstof draaien. Dat is technisch mogelijk en de minister acht het ook bedrijfseconomisch haalbaar.
Wij geloven dit deels. Dat het technisch kan, zal best. Het zal technisch ook mogelijk zijn om er een pretpark van te maken, maar wij hebben twijfels bij de bedrijfseconomische haalbaarheid. Bovenal is dit niet relevant, omdat ombouw tot biomassa wat ons betreft politiek onwenselijk is. Wij willen het niet; de idealisten niet, maar ook de realisten niet. Naast biomassa noemt de minister andere alternatieven zoals hernieuwbare gassen, ammoniak, afvalstoffen, ijzerpoeder, waterstof. Deze alternatieven lijken misschien op sommige punten aantrekkelijk, maar ze zijn op dit moment nog volstrekt onrealistisch. Allereerst qua technische haalbaarheid — veel van deze technieken staan pas in de kinderschoenen — laat staan dat ze economisch haalbaar zijn. Zelfs in tien jaar vinden wij dat niet realistisch.
De heer Pijlman (D66):
Volgens de heer Van der Linden zijn deze alternatieven niet haalbaar. In het begin van zijn betoog wees hij erop dat kernenergie of thorium dat wel is. Mag ik er even op wijzen dat thorium nog helemaal in de toekomst verborgen zit? Het onderzoek is in de jaren zestig om militaire redenen stilgelegd. Ik zou ook willen dat u eens even reflecteert op de bouw van de nieuwe kerncentrale in Groot-Brittannië. Tien jaar achter op schema, enorme subsidies en een elektriciteitsprijs die door de overheid moet worden gegarandeerd en veel hoger ligt dan de marktprijs doordat de centrale anders niet kan draaien Wat is dan het alternatief van het Forum voor Democratie ons waard?
De heer Van der Linden (FvD):
Op het eerste punt: thorium. Het duurt inderdaad ook nog wel even voordat dat er is. Wij zijn er wel voor om daarop in te zetten, omdat wij niet onder de druk leven dat er nu urgentie is om dingen te doen. Er is ook wel een tijdshorizon om te werken aan een betrouwbare innovatieve energievoorziening. Dat steunen wij ook, ook voor andere vormen die ik net noemde. Wij voelen ons niet gehinderd door die druk dat wij tot 2030 of nog sneller bepaalde cijfertjes moeten nastreven. Wij zien dat gewoon anders. Wij zijn zeker voor innovatie en de alternatieven die ik net heb genoemd, maar wij voelen die tijdsdruk niet. Wij vinden het niet reëel dat dit alternatief nu wordt gebruikt in de wetgeving. Dat op het eerste punt.
Dan het tweede punt dat u noemde: kernenergie en kijk eens naar Groot-Brittannië. Kernenergie heeft natuurlijk een belangrijk pluspunt en dat is dat het betrouwbaar is. Het gaat heel lang mee en het is een betrouwbare, langdurige, intensieve energievoorziening die heel weinig ruimte inneemt. Kernenergie heeft gewoon ontzettend veel voordelen ten opzichte van windmolens en zonnepanelen.
De heer Pijlman (D66):
Ja, behalve dan dat het op dit moment een veel grotere subsidievreter is dan wind en zon, en dat zou uw partij toch juist moeten aanspreken. Maar even terug: vindt u ook dat een handtekening onder een verdrag wat waard is? 2030, 2050, Parijs, vandaag wordt er in Madrid over gepraat. Of is zo'n handtekening niets waard voor het Forum?
De heer Van der Linden (FvD):
Een handtekening is voor Forum voor Democratie zeker iets waard, maar wij mogen toch zeker wel een andere politieke opvatting hebben over de klimaatplannen van dit kabinet? Ik geef daar argumenten voor en dat zullen wij de komende jaren ook nog doen. Ik heb in mijn bijdrage al betoogd dat wij het daar waarschijnlijk niet over eens worden vandaag, maar ik hoop dat wij het wel eens worden over de aversie tegen biomassa.
Mevrouw Gerkens (SP):
Als die handtekening wat waard is, dan zegt de heer Van der Linden dus dat hij achter de doelstelling staat om de CO2-uitstoot te verminderen, alleen wil hij dat via kernenergie doen. Is hij zich ervan bewust dat kernenergie bij de winning en delving zo veel CO2-uitstoot oplevert dat het eigenlijk een zeer vervuilende vorm van energie is?
De heer Van der Linden (FvD):
Dat is toch een wat vreemde redenering. Ik zeg dat een handtekening voor Forum voor Democratie wat waard is, maar dat wij wel strijden tegen die afspraken en de urgentie van het klimaatbeleid. Dat een handtekening voor ons iets waard is als wij een contract tekenen, betekent niet dat wij het eens zijn met de maatregelen van het Parijsakkoord. Dat lijkt mij evident.
Mevrouw Gerkens (SP):
Dat zijn twee verschillende dingen. Is hij het eens met de maatregelen van het Parijsakkoord? Of zegt hij: nee, we moeten inderdaad zorgen dat er CO2-reductie komt? Volgens mij hoorde ik hem zeggen: wij willen die CO2-reductie ook, wij kiezen alleen voor andere maatregelen, namelijk kernenergie. Ik wijs hem er dan op dat kernenergie een zeer vervuilende vorm van energie is, omdat bij het delven van uranium enorm veel CO2 vrijkomt. Hoe oordeelt hij dan vervolgens over kernenergie?
De heer Van der Linden (FvD):
Ja, dat er bij het delven van uranium CO2 vrijkomt, is zonder meer waar. Maar dat is ook bij het delven van grondstoffen die de basis zijn voor windmolens en voor zonnepanelen. Dat is allemaal zo, maar het gaat veel langer mee. En een heel belangrijk argument, het is betrouwbaarder. Die obsessie met CO2-reductie delen wij politiek niet.
De voorzitter:
Mevrouw Gerkens, uw derde?
Mevrouw Gerkens (SP):
Ik moet concluderen dat het inderdaad waar is dat bij het delven van de stoffen voor het bouwen van de windmolens ook CO2 vrijkomt. Alleen is dat bij kernenergie vele, vele malen erger. Dus het ís geen schone vorm van energie. Het zou goed zijn als de heer Van der Linden zich dat bewust is.
De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog.
De heer Van der Linden (FvD):
Dat ga ik doen, voorzitter.
Naast biomassa noemde ik de alternatieven waar ik het net over had. Wat de technische haalbaarheid betreft, veel van die technieken staan in de kinderschoenen en bedrijfseconomisch hebben wij er echt ook onze twijfels bij. Onze conclusie naar aanleiding daarvan is dat biomassa onwenselijk is en dus afvalt, en dat alternatieven niet reëel zijn. Ik wil graag van de minister horen hoe hij dit gegeven, als dit huis het daarmee eens is, juridisch nu beschouwt. Stel dat biomassa vandaag afvalt, omdat we ons daar wederom met een meerderheid politiek over uitspreken, kan de minister aangeven als er dan geen realistische alternatieven zijn voor deze kolencentrales, wat dan het juridische gevolg daarvan is voor de hier voorliggende wet?
Tot slot, voorzitter. Ik heb betoogd dat wij het met deze wet oneens zijn, omdat we vinden dat we een economische flater slaan, omdat we biomassa als alternatief slechter vinden en omdat er juridisch een luchtje aan deze wet zit. Ik begon mijn bijdrage met een bezoek aan de Rotterdamse haven. Het waaide die donderdagmiddag nogal hard, maar op een steenworp afstand van die hypermoderne MPP-3 kolencentrale stond een rij windturbines die middag stil. Het contrast tussen betrouwbare en onbetrouwbare energie was daarmee in één oogopslag duidelijk. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u, meneer Van der Linden. Dan is het woord aan mevrouw Teunissen namens de Partij voor de Dieren.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Voorzitter. Een coalitie van niet-gelijkgestemden heeft het moeilijk omdat de kool en de geit gespaard moeten worden. Dat stemt kiezers niet altijd tevreden, om het mild uit te drukken. Geitenpaadjes en muizengaatjes kunnen soms een uitweg bieden, maar beter is dan structurele beleidsverandering in te zetten waarin dier, natuur en milieu een volwaardige plaats krijgen, naast de mens, die ten slotte maar 0,01% van het leven op aarde representeert maar zich gedraagt als alleenheerser.
Voorzitter. Vandaag kunnen we het tenminste over één ding eens zijn. Er moet een verbod komen op het gebruik van kolen voor elektriciteit. Daarmee kan het gebruik van een vervuilende fossiele brandstof worden afgebouwd, mits we die steenkool niet vervangen door de veel vuilere biomassa, waarvoor ook nog eens bossen gekapt worden en de uitstoot van stikstof, fijnstof en broeikasgas toeneemt met 20%. De centrale vraag voor mijn fractie is hoe bij het sluiten van die centrales de transitie wordt gemaakt naar duurzame elektriciteitsvoorziening. Een strategie naar een werkelijk CO2-neutrale elektriciteitsvoorziening ontbreekt, waardoor het zeer de vraag is of het doel van dit wetsvoorstel, een aanzienlijke reductie van de Nederlandse CO2-uitstoot zoals geformuleerd in de memorie van toelichting, wel wordt bereikt.
Daarom wil mijn fractie vandaag vooral opheldering van de minister. Haal die rookgordijnen nu eens weg. Het begint bij de vraag of biomassa CO2-neutraal is. Vanaf 2009 heeft de EU biomassa bestempeld als per saldo klimaatneutraal. Bomen en planten die als biomassa worden opgestookt, kunnen immers weer teruggroeien en CO2 opnemen, zo was de redenering. Wie biomassa verbrandt, moet nieuwe bomen planten, is internationaal de afspraak. En daarmee lijkt de klimaatboekhouding in orde. Nederland en de EU moeten de uitstoot via biomassa wel melden, maar hoeven het niet mee te nemen in hun optelling van CO2-uitstoot. Biomassa telt als CO2-neutraal.
Er is hier sprake van een discrepantie tussen de afgesproken papieren werkelijkheid en de realiteit. D66-woordvoerder energie en klimaat Sienot in de Tweede Kamer zegt over het kabinetsstandpunt: "Je kunt wel afspreken dat poep niet stinkt, maar je neus weet wel beter." Hij gooit daarmee de knuppel in de biomassacentrale en de vraag is of zijn collega's in dit huis hem daarin volgen. Als je een boom omhakt, staat er niet meteen een nieuwe. Het kan decennia of zelfs eeuwen duren voordat nieuwe bomen ver genoeg zijn gegroeid om de door biomassa uitgestote koolstofdioxide weer op te nemen. Als je de boom laat staan, zou hij gewoon doorgaan met CO2 opnemen. Die gedachte mist in alle milieusommen van de biomassalobby.
Begin dit jaar eisten de #EASAC-wetenschappers erkenning voor de lange tijdsschaal waarop houtige biomassa teruggroeit. In september uitten 190 boswetenschappers in een brief aan de Europese bestuurders hun ernstige bezorgdheid. Biomassa ís helemaal niet koolstofneutraal, stellen ze. En vorige week stuurden 35 bosbeschermingsorganisaties uit de Verenigde Staten en Estland de Kamer een brief, waarin ze aangeven dat er sprake is van "massale boskap" aldaar en Nederland oproepen om onmiddellijk te stoppen met subsidies op biomassa.
Hout brandt minder efficiënt dan kolen en gas, en voor dezelfde hoeveelheid elektriciteit stoten de houtkorrels tijdens de verbranding in de Amercentrale straks 95% meer CO2 uit dan gas, en 15% meer dan steenkool. De meest vervuilende fossiele brandstof tot nu toe in Nederland.
Maar daar blijft het niet bij. Er zijn veel vormen van biomassa en vele hebben ongewenste effecten. Deze effecten ontkennen getuigt van een tunnelvisie en leidt tot veel grotere problemen op de lange termijn, problemen die doorgeschoven worden naar volgende generaties. Biobrandstoffen uit palmolie houden de palmindustrie in stand en gaan ten koste van het regenwoud. Biobrandstoffen uit mais zorgen voor ongewenste concurrentie met voedselgewassen. Mestvergisters binden ons aan een veel te grote veestapel. En houtige biomassa maakt ons medeplichtig aan massale houtkap in Nederland, Canada, de Verenigde Staten en Estland.
En tóch heeft de minister in antwoord op onze vragen gesteld dat biomassa klimaatneutraal kan zijn als concept van een kringloop waar in de groeifase CO2 uit de lucht wordt opgenomen, waarna diezelfde CO2 weer vrijkomt bij energieopwekking. Erkent de minister dat houtige biomassa in ieder geval de komende 30 jaar niet CO2-neutraal is?
Voorzitter. Dan kom ik op de mist rondom de herkomst van biomassa. Want tegenstanders zeggen dat er sprake is van enorme boskap — het mag duidelijk zijn dat de Partij voor de Dieren ook tegenstander is — en voorstanders van biomassa stellen dat het gaat om zogenaamde reststromen. Biochemicus en emeritus-hoogleraar aan de VU Martijn Katan laat in de Volkskrant zien dat de grootste houtpelletsproducenten Enviva en Granuon hele bomen verwerken in de pellets. Hij stelt dat de enige manier om genoeg pellets te produceren is het massaal kappen van bomen. Producenten kunnen volgens hem blijven beweren dat er sprake is van reststromen, door een bos te kappen, een paar rechte bomen eruit te halen voor zaaghout en de rest te bestempelen als resthout. Dit kan alleen een businesscase zijn vanwege onze subsidies aan biomassa.
Voorzitter. Als dit de herkomst is van de houtpellets in Nederland, dan draagt Nederland dus bij aan grootschalige vernietiging van bossen en subsidieert zij klimaatverandering.
Dus ik wil graag klip en klaar van de minister horen: Waar bestaan die zogenaamde reststromen uit? Wordt boskap aangewakkerd door de grootschalige vraag? En wordt het vervolgens onderwerp van greenwashing? Graag een reactie. Ik overweeg een motie op dit punt.
In haar reactie op het advies van de Raad van State geeft de regering aan geen idee te hebben van de beschikbaarheid van biomassa: "Omdat voor vele toepassingen naar biomassa wordt gekeken en het aanbod niet ongelimiteerd kan groeien is de verwachting dat op lange termijn schaarste ontstaat. Wereldwijd groeit de vraag naar biomassa snel en Nederland is nu al een van de grootste gebruikers ter wereld, terwijl nog honderden kleine biomassacentrales gepland staan." Waarom heeft het kabinet de beschikbaarheid van biomassa niet in kaart gebracht vóór überhaupt te beginnen met die subsidieverstrekking?
De heer Crone (PvdA):
Wij hebben een aantal weken geleden een motie aangenomen van de heer Koffeman waarin wordt uitgesproken dat biomassa niet zwart-wit is. Dit is een beetje mijn interpretatie, maar zo staat het wel in de motie. Het gaat erom dat het goed gecertificeerd is. Ik maak vaak de vergelijking met palmolie. Gaat u ermee akkoord als er goed gecertificeerde keurmerken zijn voor houtige biomassa? We hebben het even niet over de andere vormen. Dan zijn alle gaten gedicht. Ik was het eens met het stuk van de heer Katan, maar dit is het enige punt waar hij niet op ingaat. Hij zegt alleen dat keurmerken niet werken, maar dan houdt het op in het leven. We moeten toch op goede keurmerken kunnen vertrouwen. Nederland heeft de sterkste keurmerken. Die worden ook nog door het PBL bekeken. Laten we ons als Eerste Kamer serieus nemen. We hebben in een motie neergelegd om daarop te wachten. Nu halen we elkaar binnen enkele weken in met nieuwe moties en nieuwe verhalen in plaats van ons eigen beleid serieus te nemen.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Het gebruik van biomassa is momenteel realiteit. De kap van bossen vindt nu plaats. Wij willen natuurlijk het duurzaamheidskader afwachten en kijken welke voorstellen voor certificering daarin staan. Wij kijken daarnaar uit. Momenteel is er echter al sprake van certificering, maar tegelijkertijd zie je dat het in de praktijk niet te controleren is wat zo'n certificaat precies waard is. Dus nee, mijn fractie steunt het niet zomaar als er een certificaat is. Wij steunen alleen maar vormen van biomassa als blijkt dat er geen schade wordt aangericht aan het milieu, als het niet leidt tot tekorten en als het niet leidt tot meer uitstoot.
De heer Crone (PvdA):
Mijn vraag was iets specifieker. Nederland heeft het scherpste keurmerk. Misschien moet het worden aangescherpt op grond van de PBL-studies. Daarom hebben we uw motie gesteund. We willen zien of het goed genoeg is. Zolang het er is, moet u er toch op vertrouwen dat het werkt. Er is nog geen aanwijzing dat het anders is. Uiteraard wacht ik ook het antwoord van de minister af. Anders blijft u uzelf inhalen en nemen we als Eerste Kamer onze eigen motie niet serieus. Die motie hebben wij twee weken geleden niet voor niets neergelegd.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Het zijn twee verschillende dingen. Het gaat aan de ene kant om het stopzetten van subsidies voor biomassa. We moeten die niet verlengen. Daar gaat de motie van de Partij voor de Dieren over. Uiteraard wachten wij dat af. Daarnaast gaat het om een certificaat. Er wordt gezegd dat we zo'n certificaat toch moeten vertrouwen. Het is helemaal geen kwestie van vertrouwen. Het kabinet heeft aangegeven momenteel aan de strengste internationale eisen te voldoen. Die strengste internationale eisen sluiten niet uit dat er bomen kunnen worden gebruikt voor biomassa. Daar heeft mijn fractie bezwaar tegen.
Voorzitter. Ik vervolg mijn betoog. Ik had het over de beschikbaarheid van biomassa. We hebben eigenlijk geen idee hoeveel biomassa beschikbaar is en of we wel voldoende hebben om die biomassacentrales te voeden. Mijn vraag aan de minister is waarom het kabinet de beschikbaarheid van biomassa niet in kaart heeft gebracht voor er überhaupt met de subsidieverlening werd begonnen. Deelt de minister de zorgen van het Planbureau voor de Leefomgeving als het gaat om de beschikbaarheid van hout, niet alleen nu, maar ook in de toekomst? Wat gebeurt er als andere landen ook overschakelen op hout als brandstof? Dit is nu al op grote schaal gaande. Hoe voorkomt de minister dat dit gaat resulteren in het op grote schaal kappen van bossen in Nederland en elders?
Als de minister wil dat er sprake is van duurzame biomassa, dan dient gecontroleerd te worden waar die biomassa vandaan komt. Grootschalige boskap zou in ieder geval moeten worden uitgesloten. Echter, de strenge eisen die de Europese Commissie volgens de minister heeft opgesteld, sluiten de kap van bossen helemaal niet uit, zoals ik zojuist zei. Deelt de minister deze conclusie? De vraag is ook of er weer bomen worden aangeplant en hoe dat gecontroleerd wordt. Het is bijvoorbeeld bekend dat er in de VS sprake is van grootschalige kaalkap. Wat wordt daar nu eigenlijk voor terug geplant? Wordt dit gecontroleerd? Misschien worden er vanuit economische motieven gewassen verbouwd of bedrijfsterreinen aangelegd. Als er wel nieuwe bomen worden geplant duurt het 30 tot 100 jaar voordat ze dezelfde hoeveelheid CO2 opvangen als de gekapte boom. In dat geval blijft de CO2-uitstoot tot minstens 2050 een voorschot nemen op een onzekere toekomst in tijden van de klimaatcrisis.
Voorzitter. Resumerend. Houtstook kan dus nooit een opvolger of vervanger zijn van steenkool als het doel is om CO2 te verminderen. De grootschalige verbranding van steenkool heeft desastreuze effecten gehad op het klimaat en het stoken van hout zal die problemen alleen maar verergeren, niet alleen in termen van toename van CO2 in de atmosfeer, dus de versnelde klimaatcrisis, maar ook via de ecologische ontwrichting die het gevolg zou zijn van de boskap voor onze ovens. Daarom resten mij nog twee vragen aan de minister. Blijft de minister bij de papieren werkelijkheid waarin biomassacentrales als duurzaam worden bestempeld of gaat hij over tot een actieplan? Gaat hij op de klimaattop aankaarten dat biomassa onterecht het predicaat klimaatneutraal heeft gekregen? Gaat hij zich ervoor inzetten dat CO2 daadwerkelijk wordt teruggedrongen? Mijn tweede vraag. Kan de minister met overkoepelend beleid komen dat het gebruik van bomen als biomassa uitsluit? Mijn fractie ziet uit naar de beantwoording.
De heer Van der Linden (FvD):
Mevrouw Teunissen ging erg in op het gebruik van hout. Een groot deel van onze verhalen over biomassa komt overeen. Ik heb een vraag over andere vormen van biomassa, bijvoorbeeld biomassa uit havenslib of het verbranden van afval. Als de kolencentrales daarnaar worden omgebouwd, vindt zij dat dan wel een verbetering? Is dat wel duurzaam?
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Nee, want veel vormen van biomassa creëren een lock-in. Ze zorgen ervoor dat we langer afhankelijk blijven van de fossiele industrie. We hebben er geen problemen mee als er op kleine schaal echt restafval wordt gebruikt. Ik doel niet op een businesscase waardoor we afhankelijk worden van dat afval. Als het echt om restafval of slib gaat en je kunt dat op kleine schaal gebruiken, dan is mijn fractie zeker bereid om daarnaar te kijken. Het op grote schaal verbranden van afval houdt echter de hele afvalindustrie in stand. Ook de bio-industrie wordt in stand gehouden door het gebruik van overblijfselen daarvan zoals mest. Het houdt dus het systeem in stand. We moeten toe naar een duurzaam systeem, een kringloopsysteem. Daarin passen heel veel vormen van biomassa niet.
De heer Schalk (SGP):
Mevrouw Teunissen houdt een helder betoog over biomassa. Ik ben nog op zoek naar de oplossing voor de kolencentrales. Moeten die nog wel elektriciteit blijven opwekken in plaats van dat dit via biomassa gebeurt. Als dat niet het geval is, hoe kunnen we dan wel aan de elektriciteitsvoorziening voldoen? Het gaat wel om een kwart van de elektriciteitsvoorziening in Nederland.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Het is dan toch goed om iets over de context te zeggen. De Partij voor de Dieren is al sinds het energieakkoord in 2013 werd gesloten tegen biomassa. Zij zegt dat er moet worden ingezet op andere vormen, op echte duurzame energie. Ik noem geothermie en waterstof. Dan heb je wel een constante aanvoer van elektriciteit. Daarnaast heb je natuurlijk wind en zon. Daar is heel lang mee gewacht. Er is een heel grote lobby geweest en uiteindelijk is er toch voor biomassa gekozen. Dat zorgt voor enorm veel vertraging die wij ons eigenlijk helemaal niet kunnen veroorloven.
Dan de situatie nu. De Partij voor de Dieren zegt: wij willen die kolencentrales sluiten, maar dat moet zorgvuldig gebeuren aan de hand van een alternatief plan. De subsidies op biomassa moeten in ieder geval stoppen. Het moet echt afgelopen zijn met die boskap. Daarnaast moet worden ingezet op geothermie, waterstof, wind en zon. Eventueel, als transitiebrandstof, kun je nog kijken naar gas. Je moet geen nieuwe infrastructuur aanleggen, maar je kunt de bestaande infrastructuur gebruiken om gas tijdens de transitie nog toe te laten.
De voorzitter:
Dank u wel mevrouw Teunissen. Dan is het woord aan mevrouw Faber-van de Klashorst namens de fractie van de PVV.
Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):
Dank u, voorzitter. Het voorliggende wetsvoorstel verbod op kolen bij elektriciteitsproductie vloeit voort uit de grote groene misleiding. De westerse mens met zijn consumptieve gedrag zou verantwoordelijk zijn voor de opwarming van de aarde en zou iedereen de misère in sleuren in zijn verlangen naar welvaart. Gewapend met het Klimaatakkoord van Parijs heeft de linksgroene politieke elite zich een instrument toegeëigend om de rijke, vooral westerse mens eens flink te kastijden. Blijkbaar is het leven nog steeds lijden.
Voorzitter. De politieke elite heeft bedacht dat de aangenomen opwarming van de aarde wordt veroorzaakt door broeikasgassen. Een klein deel van deze broeikasgassen bestaat uit CO2 en CO2-equivalenten. Voor het gemak plaats ik deze tijdens mijn betoog onder één noemer: CO2. De mens zou te veel CO2 uitstoten en zou daarmee bijdragen aan de opwarming van de aarde. Deze regering gaat mee in deze nonsens en heeft zich als doel gesteld te streven naar een mondiale beperking van de opwarming tot 1,5ºC. Dit zou gerealiseerd moeten worden door CO2-emissies zo snel mogelijk te verlagen. Nederland loopt weer voorop.
Voorzitter. Als u denkt dat de Europese Commissie erg is: dit kabinet is nog erger. Ze willen ons dwingen tot een reductie van 49%, terwijl de Europese Commissie gaat voor 40%. Dit met als doel — ik gebruik even de woorden van de minister — om klimaatontwrichting te voorkomen. Nou, het enige wat ontwricht wordt, is onze welvaart, die bewust op achterstand wordt gezet met het waanzinnige doel van 49% CO2-reductie. Maar ja, Rutte III heeft natuurlijk wel de nieuwe klimaatpaus Frans Timmermans mogen leveren. Het is maar wat je belangrijk vindt.
Voorzitter. Je kan je afvragen voor wie het kabinet er eigenlijk zit. In ieder geval niet voor de Nederlandse burger, want die kan zich bont en blauw betalen om vervolgens over een poosje te gaan zitten blauwbekken in zijn klimaatneutrale woning. En ook niet voor het Nederlandse bedrijfsleven, dat echte banen creëert en geen gesubsidieerde nepbanen. Zo berekende het Rotterdamse Havenbedrijf dat al zo'n 2 miljard aan investeringen in de chemie aan onze neus voorbijgaan. En het wordt nog erger. Chemische bedrijven mijden namelijk de Rotterdamse haven met als belangrijkste oorzaak: klimaateisen. Ze wijken uit naar de Antwerpse haven, die zo'n 100 kilometer verderop ligt. De afbraak van onze chemische industrie met een omzet van 50 miljard per jaar en 44.000 werknemers wordt in gang gezet door de groene inquisitie met de VVD voorop. Het lijkt wel of ze stapelmesjogge zijn geworden.
Voorzitter. De met subsidies gepamperde ngo Climate Analytics geeft in een rapport aan dat als men wil voldoen aan het Akkoord van Parijs, er binnen de Europese Unie in 2030 geen kolen meer gebruikt mogen worden voor het opwekken van elektriciteit. Geen verrassende uitkomst als je je realiseert dat deze ngo is ingebed in het netwerk van de Verenigde Naties en de Europese Unie. Het gevolg is dat de vijf overgebleven kolencentrales in Nederland ontkoold moeten worden. Een ervan belandt al volgend jaar op de schroothoop. Het bizarre is dat er wereldwijd honderden nieuwe kolencentrales worden gebouwd.
Voorzitter. De resterende vier kolencentrales hebben nog even uitstel van executie, zolang ze maar biomassa bijstoken. Terwijl het land op slot zit door de Natura 2000-gebieden, gaan we de bossen maar gesubsidieerd slopen en affikken. Met als gevolg: de opname van CO2 wordt verlaagd en de uitstoot van CO2 verhoogd. Dan verbrandt hout ook nog minder efficiënt dan kolen en stoot het ook nog meer CO2 uit. Kunt u het nog volgen? Het wordt nog gekker. Op VN- en EU-niveau zijn net internationale afspraken gemaakt die aangeven dat het bij- en meestoken van biomassa gezien moet worden als CO2-neutraal. Zouden ze nu werkelijk geloven in hun eigen onzin? Als het werkelijk om CO2-reductie zou gaan, zouden ze het afbranden van biomassa echt niet stimuleren, mits je met molentjes rondloopt. Als de hoge heren en dames iets afspreken, is het kennelijk waar. De minister gaat hierin mee. Hij geeft in de Kamerbrief van 21 januari 2019 aan dat houtstook terecht als CO2-neutraal kan worden beschouwd omdat de emissie bij verbranding gelijk is aan wat de vegetatie bij de groei heeft opgenomen uit de lucht, ongeacht de energie-intensiteit van de biomassa. Maar waarom geldt dat dan niet voor steenkool? Steenkool bestaat uit afzettingen van plantenresten die in het verleden zijn gevormd. Het ruikt allemaal naar willekeur. Graag een reactie van de minister.
Voorzitter. Opmerkelijk is dat het IPCC, het leidend lichtend baken voor links-groen Nederland, recent heeft erkend dat het onwaarschijnlijk is dat enkel de menselijke CO2-uitstoot opwarming van de aarde veroorzaakt. De allerbelangrijkste, bijna enige oorzaak van klimaatverandering is de zon. Daar hebben wij als mensheid geen enkele invloed op. Laat het even tot u doordringen, dit verkondigt het IPCC, dat gelieerd is aan de Verenigde Naties, diezelfde Verenigde Naties die aan de wieg stonden van het Akkoord van Parijs. Aan de ene kant wordt ons wijsgemaakt dat de CO2-uitstoot drastisch naar beneden moet en aan de andere kant zegt diezelfde organisatie dat de mens een te verwaarlozen invloed heeft op klimaatverandering. Nu het IPCC zelf aangeeft dat het reduceren van CO2 geen zin heeft, is dit een uitgelezen kans om het Klimaatakkoord zo snel mogelijk te dumpen. De minister kan rustig de stekker uit het Akkoord van Parijs trekken, want Frans Timmermans zit toch al op zijn begeerde stoeltje. De vraag aan de minister is dan ook: waarom gaat dit kabinet door met deze onzin? Graag een reactie.
Voorzitter. Dan zijn we gelijk van die claims af die de Nederlandse belastingbetaler boven het hoofd hangen. De Duitse eigenaren van de kolencentrales in de Eemshaven en de Tweede Maasvlakte zijn namelijk woest. Hun werd destijds nota bene door D66-minister Brinkhorst, die tijdens het kabinet-Balkenende II de scepter zwaaide over Economische Zaken, gevraagd om kolencentrales te bouwen — dit ter bevordering van onze concurrentiepositie. En de huidige D66-fractievoorzitter Jetten maar trots met zijn duimpje omhoog staan bij het sluiten van de Hemwegcentrale. Wat een vertoning!
Ik wil nog even ingaan op meneer Crone, die het had over bedrijfsrisico. Eigenlijk kunnen we hieruit concluderen dat ten eerste het kabinet-Balkenende II onbetrouwbaar was en ten tweede de bijbehorende minister van D66 onbetrouwbaar was, want hij verleidde de mensen om een kolencentrale te bouwen om die vervolgens door zijn eigen partij weer te laten sluiten. Hoe moet je in dit land nog ondernemen?
Dit gezwalk kan ons duur komen te staan. De advocaten van de Duitsers werken aan een claim die kan oplopen tot enkele miljarden. Ook Vattenfall rekent op compensatie voor het sluiten van de Hemwegcentrale. Wat de Amerikaanse investeerder Riverstone, die een kolencentrale op de Maasvlakte heeft overgenomen, weliswaar voor een krats, van het Franse Engie, nog voor ons in petto heeft, is nog onduidelijk. Dat het ministerie eventuele claims realistisch acht, blijkt uit het feit dat het jaarlijks budget reserveert voor de benodigde inhuur van extern juridisch advies en bijstand in gerechtelijke procedures. Hoe hoog is deze reservering? Hoeveel zit er in de pot? Graag een reactie van de minister.
Voorzitter. Het kolenverbod zal leiden tot een bruto CO2-reductie in Nederland van 18 megaton in 2030. De netto CO2-reductie is een stuk lager: circa 8 megaton. Meer dan de helft lekt namelijk weg naar de Europese elektriciteitsmarkt, waar Nederland nauw mee verbonden is. Zo kunnen de bruinkoolcentrales in Duitsland lekker doorsnorren en Nederland voorzien van bruine stroom, om het zo maar te noemen. Nederland is immers sterk verbonden aan de Duitse elektriciteitsmarkt. Onze kolencentrales moeten sluiten en de bijbehorende banen worden vernietigd. Zo gaan we van steenkool naar bruinkool. Deze bruine stroom kan gewoon het Nederlandse net opstromen. We hebben immers vrij verkeer van goederen. De vraag aan de minister is dan ook of deze constatering juist is. Geldt dat dan ook voor gas, zodat de Nederlandse huishoudens helemaal niet van het gas afgesloten hoeven te worden? Graag een reactie van de minister.
Voorzitter. Het gaat niet om CO2, het gaat helemaal niet om klimaatverandering, het gaat om een cultuurverandering, om verdeling van welvaart, om verlies van vrijheid, om controle over de samenleving. Onze manier van leven, onze welvaart, is afhankelijk van goedkope energie. Door over te gaan op een inefficiënte energieopwekking wordt onze productie inefficiënter en dat gaat gepaard met verlies aan welvaart. Het Klimaatakkoord van Parijs heeft niets met wetenschap te maken maar met een extreemlinkse ideologie van samen delen en samen arm. Dit wetsvoorstel werkt mee aan de afbraak van de welvaart in Nederland, met dank aan de VVD, het CDA, D66, de ChristenUnie en al hun links-groene gedogers met GroenLinks in de voorhoede.
Ik dank u voor uw aandacht.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Allereerst ben ik oprecht benieuwd naar de concrete bron van mevrouw Faber als het gaat om het IPCC. Zij zegt dat het IPCC heeft beweerd dat de mens vrijwel geen invloed heeft op het klimaat, terwijl we ontzettend veel rapporten voorbij hebben zien komen waaruit blijkt — de bewijzen stapelen zich op — dat de menselijke invloed heel groot is. Misschien kan ze mij dat laten weten. Als mevrouw Faber het IPCC kennelijk wel serieus neemt, vraag ik haar het volgende. Het IPCC heeft berekend dat als we nu niets doen aan klimaatverandering, dat ons wereldwijd €350 per uitgestoten ton CO2 gaat kosten. Even voor het idee: in 2018 stoten wij 163 miljoen ton CO2 uit. Die kosten gaan dus enorm oplopen. Mijn vraag aan mevrouw Faber is hoe zij gaat voorkomen dat wij de burger straks opzadelen met enorme kosten als wij niets doen, zoals zij wil?
Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):
Het eerste: er wordt gevraagd naar de bron. Dit is te lezen op pagina 7 van de Summary for policymakers dat het IPCC in januari 2009 publiceerde. Dan de vraag of ik het IPCC serieus neem. Kijk, het is niet mijn club; het is uw club en de club van uw linkse trawanten die allemaal die klimaatonzin aan ons willen opdringen. Ik mag hier natuurlijk wel zeggen wat het IPCC heeft geschreven. Aan de ene kant, wat ik al zei in mijn betoog, zeggen ze dat de CO2-reductie er moet komen. Aan de andere kant zeggen ze dat de zon de grootste oorzaak is waar wij helemaal geen invloed op hebben. Dan moeten we ook even terug naar de basis. Wij kunnen met een rapport zus en een rapport zo komen, maar de basis is CO2. Is CO2 werkelijk zo'n probleem? Ik denk het niet. CO2 is een grondstof en op het moment dat wij geen CO2 meer zouden hebben, dan zitten wij hier allemaal niet meer. Het wordt allemaal schromelijk overdreven. Ja, ik zie de collega van de PvdA een beetje lachen. Ik moet ook wel een beetje lachen om die gekke wetsvoorstellen die hier voorbij komen met die CO2-reductie. Dus wat dat betreft kunnen wij elkaar wel vinden, alleen denk ik dat u om iets anders lacht. Ik denk dat je terug moet gaan naar de basis CO2. Hebben wij invloed op de opwarming van de aarde? Ik denk het niet.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik ben oprecht benieuwd. Ik ga even kijken naar dat rapport. Het stamt dus uit 2009?
Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):
Niet uit 2009, maar uit 2019. Januari 2019, bladzijde 7.
Mevrouw Teunissen (PvdD):
Ik ga daarnaar kijken, maar ik constateer wel dat mevrouw Faber zegt: CO2 is geen probleem, want dat denk ik. Ik schat zo in dat klimaatwetenschappers wereldwijd toch iets beter weten of CO2 een probleem is dan mevrouw Faber, als ik dat met alle respect mag zeggen.
De voorzitter:
Dank u wel. Daar zit geen vraag in. Een kort afsluitende verzuchting?
Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):
Dank u wel. Iedereen weet het uit de geschiedenis: Galileo zei dat de aarde rond was. Hij werd verketterd, in de bak gegooid en ik weet niet wat er allemaal met die man is gebeurd. Als er 100 mensen iets zeggen en één zegt iets anders, wil dat niet zeggen dat die ene ongelijk heeft. Deze boodschap wil ik graag als afsluiter meegeven.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Faber. Het woord is aan de heer Otten.
De heer Otten (Fractie-Otten):
Voorzitter. Elk gesprek over klimaat en in feite over de temperatuur op aarde en de gevolgen daarvan, is belast met botsende emoties en belangen. De een wil stringente maatregelen om de aarde te redden, de ander vreest een benauwende ecodictatuur. Alarmisten en sceptici staan tegenover elkaar. Zo wordt een tegenstelling gemaakt waarbij de alarmisten claimen dat de discussie al afgelopen is omdat zij gelijk hebben. De mensen van GO zijn realisten en zij kijken daarom vooral naar de feiten.
Wat direct opvalt voor mensen die enige kennis hebben over het klimaat en het verleden hebben bekeken, is de versimpeling die momenteel optreedt in het debat. Er wordt uitsluitend op CO2 gefocust, terwijl de schommelingen in temperatuur in realiteit deel uitmaken van een ingewikkeld klimaatproces waarvan wij het fijne niet weten en dat wij nooit met zekerheid helemaal kunnen doorgronden, laat staan controleren. Door die versimpeling in het debat en de eenzijdige focus op CO2 is met veel mediageweld het standpunt erin geramd dat de toekomst van de aarde daar nu vanaf hangt. Ook in de EU neemt de haast toe. De doelstellingen voor CO2-reductie worden steeds verhoogd. Over 30 jaar moet de EU klimaatneutraal zijn, zoals dat heet.
Nu is de werkelijkheid dat de CO2-uitstoot van de landen in de EU nog geen 10% van het wereldtotaal is en dat dit percentage in de toekomst waarschijnlijk nog verder zal zakken. Verder zien wij dat vele landen lippendienst bewijzen aan het Akkoord van Parijs maar die woorden niet of nauwelijks in daden omzetten. De VS, Rusland, India, China en vele andere landen doen misschien wel op papier, maar feitelijk niet mee. China gaat het komende decennium alleen al honderden kolencentrales bij bouwen voor de opwekking van elektriciteit, terwijl wij hier vier kolencentrales gaan sluiten als het aan minister Wiebes ligt. Stel dat men in de EU de ambitie haalt, dan haalt dat wereldwijd bezien in de praktijk zo goed als niets uit. Het is alsof wij een emmertje water in de Atlantische Oceaan deponeren. De hele operatie wordt zo een astronomische verspilling van geld.
Als we dan ook naar de voorgenomen maatregelen kijken zoals het stoken van biomassa, dan komt de vraag op of de mensen die aan de politieke knoppen draaien, nog wel goed weten waar zij mee bezig zijn. 60 jaar oude bomen die de aarde van zuurstof voorzien, worden massaal verwerkt tot houtpellets om opgefikt te worden in energiecentrales. Waanzin! Door de idiote miljardensubsidies op biomassa wordt de houtprijs enorm opgedreven waardoor er nog veel meer bomen worden gekapt. Als wij onze huidige vier Nederlandse kolencentrales alleen op hout willen stoken, heb je een bos nodig dat vijf keer zo groot is als Nederland. Waanzin!
Wat wil GO? GO is voor een schonere wereld, voor het op termijn beëindigen en terugdringen van het verbranden van fossiele grondstoffen. Die zijn niet duurzaam en ze raken een keer op, maar we moeten er ook zuinig op zijn omdat die grondstoffen van grote waarde zijn voor bijvoorbeeld de chemische industrie. Met windmolens en zonnepanelen kunnen wij bij lange na niet zorgen voor vervanging en ze nemen ook veel ruimte in beslag. Zoals bekend veroorzaken windmolens ook veel overlast, vogelsterfte en problemen voor radarinstallaties, zo hebben wij gisteravond en vanochtend gehoord. Alleen met kernenergie is een duurzaam energiebeleid mogelijk. Wereldwijd neemt het aantal in aanbouw zijnde kerncentrales dan ook snel toe. In de EU loopt men achter, afgezien van Frankrijk dat al in de jaren zeventig het licht zag en massaal overstapte op kernenergie.
Voorzitter. We zitten met het beleid van het kabinet-Rutte nu volledig op het verkeerde spoor. GO wil inzetten op innovatie en verbeteringsprocessen die economisch efficiënt zijn zoals, al gememoreerd, kernenergie. Het beleid dat nu in de EU in wording is, zal de bevolking duperen en vele mensen van hun welstand beroven of zelfs arm maken. Wat gebeuren moet of wat men wil, kan alleen succesvol zijn op wereldschaal. Wie met enorme kosten voor de muziek uit gaat lopen, kan straks niet meer concurreren met de rest van de wereld. En wie niet meer kan concurreren, komt in een economische terugval terecht. Dat is toch niet de bedoeling en dat wordt, denk ik, ook door niemand in de EU gewenst. Dus het klopt: onze toekomst staat hier inderdaad op het spel.
Het kabinet-Rutte lijkt vastbesloten om via het klimaatbeleid van minister Wiebes de Nederlandse economie op de knieën te dwingen en een structurele koopkrachtslachting aan te gaan richten onder de Nederlanders. Gisteren vernamen wij al dat de energierekening volgende maand met €60 per huishouden omhoog gaat in verband met de enorme kosten die TenneT moet maken voor het aanleggen van additionele transmissienetwerken voor alternatieve energie. Maar dat is nog helemaal niets in vergelijking met wat ons nog te wachten staat. Staatsbedrijf TenneT ziet zich gedwongen om de komende jaren 35 miljard euro aan investeringen in elektriciteitsnetwerken te doen, vooral in Duitsland. Dat zijn bedragen waar de Nederlandse belastingbetaler uiteindelijk garant voor staat. Dit allemaal als gevolg van een stompzinnige overname die een jaar of tien geleden is gefaciliteerd door een CDA-minister van Economische Zaken en een PvdA-minister van Financiën. Ik heb dit vorige maand al uitgebreid aan de orde gesteld in het debat met minister Wiebes over InvestNL als illustratie van waar megalomane ondoordachte investeringen van overheidsbedrijven toe kunnen leiden. Het is allemaal terug te lezen op de website van GO en onze social media.
Als deze Kamer instemt met de vandaag voorliggende wet voor het verbod op kolen bij elektriciteitsproductie, zal het proces van economische neergang verder worden versneld. Het lijkt erop dat de VVD onder leiding van minister Wiebes vast besloten is om de neergang van de Nederlandse economie gelijke tred te laten houden met de neergang van de VVD in de peilingen. Een echte race to the bottom.
Voorzitter. Het is al gememoreerd: Nederland beschikt over een aantal hypermoderne en gloednieuwe kolencentrales. Neem bijvoorbeeld de MPP3-centrale; dat staat voor Maasvlakte Powerplant 3. Deze hypermoderne kolencentrale is in 2016 geopend, drie jaar geleden. De bouwkosten bedroegen 1,6 miljard euro. De centrale is verantwoordelijk voor 7% van onze Nederlandse elektriciteitsvoorziening. In het jaar 2006 nam nota bene Laurens Jan Brinkhorst, D66-minister van Economische Zaken in het kabinet-Balkenende II — of III, daar wil ik even van af zijn — het besluit om drie nieuwe kolencentrales te bouwen. En nu moeten ze zo snel mogelijk weer dicht van D66, VVD, CDA, ChristenUnie en uiteraard ook GroenLinks.
Als de kolenwet van minister Wiebes erdoor komt, dan worden deze centrales nu gesloten en de facto onteigend. De kolenwet is al aangenomen door de Tweede Kamer; alleen de Eerste Kamer kan deze waanzin nu nog stoppen. GO zet alles op alles om deze enorme kapitaalvernietiging te voorkomen. Kapitaalvernietiging op industriële schaal. Dat je daarvoor tegenwoordig bij de VVD en het CDA moet zijn, wie had dat gedacht?
Voorzitter. Dan kom ik nog op twee onderbelichte punten in deze discussie. Dat zijn de leveringszekerheid en de consequentie van deze wet voor ons vestigingsklimaat. Veel eigenaren van de kolencentrales hebben contracten voor zeer lange termijnafgesloten, bijvoorbeeld met de chemische industrie. Dat zijn contracten voor soms wel 25 of 30 jaar, waarin verplichtingen zitten voor leveringszekerheid, prijzen et cetera. Door het kabinetsbeleid komen deze bedrijven in enorme problemen en kunnen ze dus ook enorme schadeclaims tegemoetzien van hun klanten. Dat kan oplopen tot heel hoge bedragen die uiteindelijk misschien ook weer op de Staat worden verhaald, dus dat geeft toch weer extra schade.
Tot slot. Ook een punt waar ik nog even de aandacht op wil vestigen, is de onzekerheid die deze wet creëert voor buitenlandse investeerders. Het kabinet-Rutte meende een tijdje terug dat het afschaffen van de dividendbelasting het vestigingsklimaat zou verbeteren. Nou, dat bleek in de praktijk erg tegen te vallen, maar dit soort majeure beslissingen waarbij miljardeninvesteringen, nota bene op verzoek van een voorgaand kabinet gedaan, weer met een pennenstreek teniet worden gedaan, leiden tot zeer grote onzekerheid bij buitenlandse investeerders die hier dachten op een goed vestigingsklimaat te kunnen vertrouwen. Dat wilde ik tot slot ook nog even aangeven.
Het moge duidelijk zijn dat onze fractie van GO niet voor dit wetsvoorstel zal gaan stemmen. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Otten. Dan geef ik het woord aan de heer Pijlman.
De heer Pijlman (D66):
Dank, voorzitter. Het is nu ruim vier jaar geleden dat Nederland zich verbond aan het Akkoord van Parijs om de klimaatverandering te beperken, door de CO2-uitstoot zodanig te verminderen dat er in de tweede helft van deze eeuw een balans wordt bereikt tussen de uitstoot en opname van broeikasgassen.
In het regeerakkoord van dit kabinet is opgenomen dat het kabinet in 2030 een CO2-reductie nastreeft van 49% ten opzichte van 1990. Dat is ook het EU-doel. Mét de andere landen ziet dit kabinet dat doel graag verhoogd tot 55%. De doelstellingen zijn ambitieus, de werkelijkheid weerbarstig.
Uit de Klimaat- en Energieverkenning die onlangs verscheen, weten we dat de doelstellingen gehaald kúnnen worden maar dat er nog een flinke slag te slaan is. We zijn er nog lang niet, zoals ook bleek uit het Urgenda-vonnis. Als het om de klimaat- en milieudoelstellingen gaat, moet de rechter er meerdere malen aan te pas komen om de politiek op zijn verantwoordelijkheid te wijzen. Het kabinet spant zich nu zeer in om aan de Urgenda-uitspraak te voldoen, maar ook met deze wet zijn we er nog niet. Kan de minister ons informeren hoe het kabinet de Urgendadoelstellingen wél wil halen? Is er niet een veel fundamentelere verandering van onze economie voor nodig?
Voorzitter. In 2003 nam het tweede kabinet-Balkenende, met als verantwoordelijke minister Brinkhorst, het principebesluit om nieuwe kolencentrales te bouwen. Het besluit werd toen breed gesteund en werd ook door latere kabinetten niet meer teruggedraaid. Diversificatie van de energieopwekking stond toen centraal. Leveringszekerheid leek het besluit nodig te maken. We mochten niet te veel afhankelijk zijn van gas en wilden ook zuinig zijn op onze eigen gasvoorraad. In die tijd stonden wind- en zonne-energie in Nederland nog in de kinderschoenen en klimaatpolitiek bestond niet.
We kunnen het ons eigenlijk niet meer voorstellen. Maar bij alle pessimisme over het halen van de klimaatdoelstellingen is het ook goed ons te realiseren hoezeer nieuwe technieken binnen één generatie het mogelijk hebben gemaakt af te zien van de meest vervuilende fossiele brandstof: kolen. De nieuwste kolencentrales die een hoger rendement hebben, zijn overigens nog maar een paar jaar open, maar wél met de verwachting dat zij niet zouden draaien zonder CCS, afvang en opvang.
Mevrouw Gerkens (SP):
Ik denk dat de heer Pijlman precies daar komt waar ik ook wilde komen, want ik was bij dat debat, overigens met nog twee andere collega's hier, waarin minister Brinkhorst toen besloot die kolencentrales te laten bouwen. Het was niet zo dat er geen klimaatpolitiek was. Er was in ieder geval klimaatdiscussie en er was zéker al wetenschap van de opwarming van de aarde. Als we nu terugkijken op dat debat, waarin inderdaad een minderheid, maar toch een serieuze minderheid, al waarschuwde voor de gevolgen van de opening van die kolencentrales, hoe oordeelt u daar dan over?
De heer Pijlman (D66):
Ik kom daar nog op. Mijn laatste zin, waar ik het net al over had, CCS-opslag, preludeert daar al op.
De voorzitter:
De heer Van der Linden.
De heer Van der Linden (FvD):
Ik heb ook nog een vraag. Die goeie ouwe tijd, waarin klimaatbeleid nog niet zo'n issue was; dat klinkt toch romantisch.
De heer Pijlman (D66):
Dat was niet de bedoeling.
De heer Van der Linden (FvD):
Zo kwam het op mij over. U spreekt over innovatie en vooruitgang. U noemt dan zon en wind. Vindt u, en vindt D66, de voorgenomen ombouw tot biomassa in dit geval vooruitgang? Als de kolencentrales sluiten en daar biomassacentrales voor in de plaats komen? Of is dat een ramp?
De heer Pijlman (D66):
Ik kom ook daar nog op.
Voorzitter. Wie de discussie over de energieopwekking in historisch perspectief zet, en dat probeer ik te doen, valt op dat in eerdere discussies geopolitieke overwegingen een veel grotere rol lijken te spelen dan tegenwoordig. Bij de sluiting van de kolencentrales lezen we niets over een mogelijk toenemende afhankelijkheid van Russisch gas en de wenselijkheid of onwenselijkheid daarvan. Zou de minister willen reflecteren op de geopolitieke gevolgen, niet alleen van dit voorgenomen besluit, maar ook vooral meer algemeen, op de geopolitieke gevolgen van ons energiebeleid en ook op de afstemming met andere Europese landen? Denk ook aan het Nord Stream-debat.
De sluiting van deze centrales betekent dat enkele honderden werknemers hun baan zullen verliezen. De minister heeft daarover de nodige toezeggingen gedaan. Ik zou hem willen vragen hoe het zit met de sluiting van de Hemwegcentrale die nu, in januari, een feit zal zijn. Hoe gaat het met deze mensen? Zijn zij inderdaad begeleid naar nieuw werk?
Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):
De heer Pijlman heeft het over de onwenselijkheid om afhankelijk te zijn van Russisch gas. Maar hoe duidt hij het dan dat de Nederlandse overheid gewoon mede-eigenaar is van Poetins pijplijn?
De heer Pijlman (D66):
U bedoelt de gasrotonde.
Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):
Ja, onder andere de gasrotonde. En ook natuurlijk Nord Stream 1, wat ze nu aan het bouwen zijn, en Nord Stream 2 ook.
De heer Pijlman (D66):
U doet eigenlijk precies hetzelfde wat ik graag wil. Ik vind dat geopolitieke overwegingen bij energiepolitiek weer een grotere rol moeten spelen, zoals het voorheen ook was. Als je het in historisch perspectief zet, dan zag je dat dit destijds, toen we die diversificatie nastreefden, een van de overwegingen was. Die geopolitieke overweging zie ik nu eigenlijk niet terug en dat betreur ik. Dat wilde ik zeggen.
Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):
Ja, maar ik had toch nog wel even een vraag over hoe dat dan geduid moet worden. Aan de ene kant zou de heer Pijlman niet afhankelijk willen zijn van Russisch gas, maar ondertussen is de Nederlandse overheid wel mede-eigenaar van Poetins pijplijn. Dus dat lijkt dan toch wel tegenstrijdig. Want dat eigenaarschap is er nu eenmaal.
De heer Pijlman (D66):
Ik heb niet gezegd dat we niet afhankelijk moeten zijn van Russisch gas. Dat zijn we allang. Ik heb gezegd dat we afwegingen moeten maken hoezeer we afhankelijk zijn, hoezeer we investeringen doen en ook dat we in Europees verband mét partners afwegingen moeten maken van wat in geopolitieke zin ook een goede energiediscussie zou kunnen zijn.
De heer Van der Linden (FvD):
Toch nog een vraag over die geopolitieke overwegingen. Als u die heel belangrijk vindt, dan moeten deze kolencentrales toch open blijven? Kunt u daar zelf op reflecteren voordat u de minister die kooltjes uit het vuur laat halen?
De heer Pijlman (D66):
Ik kom nog wel op mijn oordeel over de kolencentrales, wees gerust.
Voorzitter. Wanneer de Nederlandse energiecentrales gesloten zijn, zullen we volgens Frontier Economics minimaal 18 megaton CO2-uitstoot besparen, maar door weglek zal dat aanvankelijk 8 megaton zijn. Dat is nog steeds heel fors en er lijkt ook geen alternatief voorhanden. Het is inmiddels duidelijk dat ook Duitsland zal gaan stoppen met de bruinkoolwinning en de kolencentrales. De Kohlenausstieg moet in 2038 voltooid zijn, zo mogelijk 2035. En in 2022 gaan een fors aantal kolencentrales ook in Duitsland dicht. Dat gebeurt naast de voorgenomen Atomausstieg. Mijn vraag aan de minister is of Nederland zijn energiepolitiek voldoende afstemt met de omliggende landen, zodat leveringszekerheid gegarandeerd blijft en ook de toename van duurzame energie geborgd is. Hoe vindt dit overleg en de afstemming concreet plaats, zo vragen wij het kabinet. De minister was er in de memorie van antwoord op mijn vragen niet erg helder over. Graag een meer gespecificeerde toelichting.
Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):
Ik kom nog even terug op die Duitse Kohlenausstieg. Er zijn nog helemaal geen concrete plannen in Duitsland om dat te verwezenlijken. Er is nog helemaal geen uitfaseringsplan. Dus ik weet niet hoe u dat dan ziet?
De heer Pijlman (D66):
Er is afgesproken dat dit uiterlijk 2038 plaats zal vinden. In 2035 probeert men het te doen. De eerste centrales gaan overigens in 2022 dicht. Dat zijn er een tiental. En er worden nu plannen gemaakt voor de regio, waar ook grote werkgelegenheidsbelangen zijn, en overigens ook enorme milieubelangen — als u eens naar een bruinkoolgebied gaat kijken, dan weet u wat ik bedoel — om tot die stopzetting te komen. Maar dat moet je allemaal wel Europees op elkaar afstemmen, want anders kun je problemen krijgen met de leveringszekerheid. Feitelijk is dit ook een uitwerking van geopolitiek.
Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):
Hoe groot acht de kans ... acht meneer Pijlstra de kans ...
De heer Pijlman (D66):
Pijlstra, kijk eens! Fabstra.
Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):
Mijn welgemeend excuus voor de verwarring. Hoe groot acht meneer Pijlstra dan werkelijk de kans dat ...
De voorzitter:
Mevrouw Faber, nogmaals.
Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):
Ik raak helemaal in de war van die CO2-toestand. Dat blijkt dus wel.
De heer Pijlman (D66):
Misschien heb u te veel ingeademd.
Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):
Misschien te veel ... Ja, maar dat is niet ... Nou ja, laat maar. Even serieus. Hoe groot acht u dan de kans, vraag ik via de voorzitter, dat die bruinkoolcentrales daadwerkelijk gesloten worden?
De voorzitter:
De heer Pijlmán.
De heer Pijlman (D66):
Ik ga ervan uit dat het voornemen van de Duitse regering effectief zal worden gemaakt, want ook Duitsland is gebonden aan het Akkoord van Parijs.
Voorzitter. De voorgenomen sluiting van de centrales stuit op veel verzet van een deel van de eigenaren van met name de nieuwste centrales. De toon van de brieven die ons daarover bereiken, wordt steeds scherper en ook in mondeling overleg met de vertegenwoordigers van Uniper lijkt er sprake van dat men zich voorbereidt op een rechtsgang. De Staat, meent men, zou feitelijk bij sluiting van de nieuwste centrales tot onteigening overgaan, doordat de ombouw naar biomassa niet realistisch is en de centrales zijn gebouwd om ten minste 40 tot 50 jaar te draaien, zodat de grote investeringen terugverdiend zouden kunnen worden.
Het kabinet daarentegen betoogt dat vanaf 2004 en in ieder geval vanaf 2007, het volstrekt duidelijk was dat de nieuwe centrales de CO2-uitstoot terug zouden moeten brengen tot nul. Het kabinet wil nu de eigenaren van de nieuwste centrales tien jaar de tijd geven, als nadeelcompensatie, om aan de verplichtingen van deze wet te voldoen. Eerder verstrekte het kabinet al subsidies om eigenaren van kolencentrales in de gelegenheid te stellen de CO2-uitstoot te beperken door bijstook van biomassa. Het kabinet meent dat de levensduur van de centrales kan worden verlengd door ze aan te passen aan een nieuwe werkelijkheid. De ombouw van de centrales naar verschillende vormen van biomassa, maar ook het gebruik van waterstof als brandstof horen daarbij volgens het kabinet tot de mogelijkheden.
De Raad van State oordeelt dat de sluiting van de kolencentrales door het kolenverbod een passende maatregel is ten behoeve van het terugdringen van CO2-emissies. Ook meent de Raad van State dat er op voorhand geen aanleiding is voor de conclusie dat het voorgestelde kolenverbod niet in overeenstemming zou zijn met het internationale en Europese recht, zoals met name Uniper betoogt. In reactie op de Raad van State ging het kabinet in de memorie van toelichting nogmaals in op alle argumenten rondom eigendomsbescherming. Met dit wetsvoorstel is er, zo meent het kabinet, sprake van een fair balance tussen de verschillende belangen. Dat dient ook zo te zijn. Fair balance is van groot belang voor het vestigingsklimaat van Nederland en voor een betrouwbare overheid. Daarom wil D66 hierover nog een aantal vragen stellen en opmerkingen maken.
Voorzitter. Het ware wenselijk geweest dat een Europees CO2-beprijzingssysteem met een eerlijke prijs dat geleidelijk zou zijn ingevoerd, ertoe had geleid dat de energieproductie opgewekt door kolen, afgebouwd moest worden. Maar de prijzen zijn veel te laag, omdat er te veel rechten zijn uitgegeven. En we weten ook hoe moeizaam in eigen land de CO2-beprijzing gaat. Toch kan een toekomstige verdere beprijzing van CO2, die inmiddels toch ietsje hoger ligt dan bijvoorbeeld twee jaar geleden, de economische houdbaarheid van het openhouden van de kolencentrales ingrijpend beïnvloeden, waardoor een overgangstermijn van tien jaar voor de nieuwste centrales als uitermate redelijk wordt ervaren. Graag horen wij van de minister hoe hij aankijkt tegen de toekomst van het CO2-beprijzingssysteem. Er wordt vandaag in Madrid ook weer over gesproken. Kan hij ons eens meenemen in zijn bespiegelingen hoe zich dat de komende jaren gaat ontwikkelen? Gaat de prijs, volgens de beste inzichten van het kabinet, de stijgende trend volgen? En hoe staat de CO2-beprijzing dan in relatie tot de overgangstermijn van tien jaar?
D66 hecht eraan dat het principe "de vervuiler betaalt" ook hier wordt toegepast. Wij menen dat het niet onredelijk is dat ook in dit geval de vervuiling van het milieu in beginsel bij de vervuiler wordt gelegd, mits daarbij de nodige zorgvuldigheid wordt betracht, wij ons houden aan internationale verplichtingen en de producent van de vervuiling in redelijkheid de kans heeft gekregen om tot vermindering van de vervuiling te komen. In dit verband hechten wij er zeer aan dat de Raad van State in de voorlichting over de amendementen van het Kamerlid Vos (Kamerstuk 34627-XIV, nr. 11, 2016-2017) heeft uitgesproken dat CO2-reductiemaatregelen vanaf 2007 voorzienbaar waren.
De kolencentrale-exploitanten wisten waaraan ze begonnen toen ze de centrales bouwden en namen op grond van talloze overwegingen hun investeringsbeslissingen. Op mijn vragen in het voorlopig verslag antwoordt de minister in de memorie van antwoord van 17 oktober jongstleden dat de vergunning voor de nieuwste centrales destijds is afgegeven met de verwachting dat CCS — het systeem om CO2 af te vangen en op te slaan in lege gasmijnen, op land of in zee — binnen tien jaar een marktrijpe technologie zou zijn. Dat betekent dat tijdens de bouw van de nieuwste centrales op grond van Europese wetgeving de centrales CCS-ready zijn gebouwd, dat wil zeggen dat de centrales zijn aangepast, zodat de CO2-afvanginstallatie op een later moment er relatief eenvoudig bijgebouwd kan worden.
Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):
Meneer Pijlman ...
De heer Pijlman (D66):
Ha!
Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):
Ja, er zit lerend vermogen in! Meneer Pijlman geeft aan dat we ons moeten houden aan de internationale afspraken, maar het Akkoord van Parijs kunnen we toch gewoon opzeggen?
De heer Pijlman (D66):
Ja dat kan. Uw grote voorbeeld Trump heeft dat ook gedaan. U zegt buiten de microfoon om terecht: dat kunnen wij ook, maar dat was nou niet wat ík wilde betogen.
Voorzitter. Als we nou even terugkijken naar die CCS-opvang. Wat betekent dit nu concreet? De exploitanten van ook de nieuwste centrales wisten dus wel degelijk wat er van hen werd verwacht. Ze beloofden bijvoorbeeld ook aan de gemeente Rotterdam dat CCS zou worden toegepast, maar losten die belofte nooit in. Het toenmalige kabinet maakte er wel de financiële middelen voor vrij. Maar in 2017 stapten de exploitanten van de kolencentrales uit het Rotterdamse ROAD CCS-project. Het is mij niet bekend of ze daarna nog andere voorstellen deden om tot beperking van de CO2 te komen. Dat afwegende zijn de maatregelen die het kabinet nu neemt, gerechtvaardigd, meent de D66-fractie. De centrales die in de jaren negentig zijn gebouwd, zijn overigens al afgeschreven, en de eigenaren van de nieuwste centrales wisten waaraan ze begonnen toen ze de investeringsbeslissingen namen. Na de opening van de centrales stapten ze zelf uit het ROAD-project, waardoor ze niet meer konden voldoen aan de bekende eis tot CO2-reductie. Wie dat overweegt, vindt de aangeboden overbrugginstermijn redelijk en billijk, meent D66.
Voorzitter. Dat brengt mij op de vraag wat er na 2030 te doen valt met de centrales, wanneer zij kolen niet meer als brandstof voor de elektriciteitsopwekking kunnen gebruiken. Het kabinet wijst erop dat ombouw tot biomassa tot de mogelijkheden behoort. Daarover is terecht veel onrust ontstaan. Biomassa en de bijstook van hout worden daarbij overigens vaak door elkaar gehaald in de discussies. Het is voor D66 volstrekt helder dat alleen biomassa die aan alle ook internationaal gestelde doelen voldoet, als bijstook en/of vervangende brandstof kan dienen. De aanvoer van wel of niet duurzaam verbouwd hout van zeer ver, hoort daar uiteraard niet bij. Maar daarmee is ook niet alles gezegd. Biomassa die aan alle voorwaarden voldoet, blijft de komende jaren nodig en wordt ook in het Klimaatakkoord voorzien, maar daar is veel onduidelijkheid en maatschappelijke discussie over. Wanneer kan het kabinet een helder kader over de verschillende soorten van biomassa en de gewenste voorwaarden overleggen, zo vragen wij de minister.
Het is overigens goed te bedenken dat de subsidiemogelijkheden voor biomassa vanaf 2018 niet meer opengesteld zijn in de SDE+-regeling. Wel worden bestaande subsidieregelingen gelet op de rechtszekerheid in stand gelaten tot 2024. Wij hebben daar begrip voor, maar willen wel een toetsbaar kader en controle op het gebruik van biomassa. Overigens maakten de drie nieuwste centrales al gebruik van eerdere subsidieregelingen. CCS, afvang en opvang, lijkt wel een nieuwe kans te krijgen bij de industrie in Rotterdam. Kan de minister ons informeren over de stand van zaken aangaande deze nieuwe ontwikkelingen?
Voorzitter. Het kabinet heeft in artikel 4 van het voorliggende wetsvoorstel een hardheidsclausule opgenomen. Uiteindelijk alles afwegend kan die gebruikt worden, mocht er onverhoopt toch sprake zijn van een individuele en buitensporige last. Dat is niet voorzien, maar niet alle omstandigheden zijn de komende tien jaar te overzien. Wij beschouwen deze hardheidsclausule ook als een instrument om in alle redelijkheid tot het verbod op kolen bij elektriciteitsproductie te komen.
Voorzitter. Ik rond af.
De heer Vendrik (GroenLinks):
We hebben allemaal behoefte aan een helder kader voor biomassa. Het PBL doet onderzoek en de SER komt met een advies, waar het kabinet ongetwijfeld op zal reageren. Dan ligt dat kader er en dan bespreken we dat hier. Zou de heer Pijlman het met mij logisch vinden dat het kabinet tot die tijd geen nieuwe subsidies verstrekt, voor welke stroom van biomassabenutting dan ook?
De heer Pijlman (D66):
Bij mijn weten worden er op dit moment geen nieuwe subsidies verstrekt voor de bijstook van biomassa in de centrales. Vorige week hebben we over de houtbijstook nog een debat en een motie gehad. Ik wacht nu eerst even de reactie van het kabinet af. Bij mijn weten worden er geen nieuwe biomassasubsidies meer verstrekt.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Over bij- en meestook is de minister wel expliciet geweest in zijn duiding van de motie van de heer Koffeman. Dat is mijn punt niet. Mijn punt is om alle subsidies voor benutting van biomassa even op te houden totdat we het door de heer Pijlman gewenste kader hier goed besproken hebben en van een politieke meerderheid hebben kunnen voorzien. Zou hij daarvoor voelen?
De heer Pijlman (D66):
Dan blijf ik mezelf herhalen. Ik wacht nu eerst even het antwoord van de minister af. Ik denk dat die nieuwe subsidies al niet meer worden verstrekt, maar dat bestaande subsidies wel doorlopen tot 2024. Dat kan juridisch ook niet anders. Mocht het anders zijn, dan komen we er in tweede instantie op terug.
Voorzitter. Ik rond af. De D66-fractie ziet veel meer in het grootschalig opwekken van duurzame energie en duurzaam groene waterstof. De techniek voor groene waterstof ontwikkelt zich snel en talloze bedrijven willen er ook in investeren. Ook Europese projecten zouden zeer welkom zijn. Het kabinet heeft groene waterstof omarmd. Kan de minister ons informeren over de verdere uitrol van groene waterstof als mogelijkheid om vooral de industrie te vergroenen en over de rol die het kabinet op zich neemt om dit te stimuleren?
De voorzitter:
Bent u door uw tekst heen?
De heer Pijlman (D66):
Nee, ik aarzelde even, maar ik maak het af.
Ten slotte. Het wetsvoorstel om te komen tot een verbod van kolen bij de elektriciteitsproductie kan op de instemming van de D66-fractie rekenen. Het is de enige manier om op korte en middellange termijn tot een forse CO2-reductie te komen. Het voorstel voldoet aan de eisen van artikel 1 EP EVRM, dat erkent dat de Staat ter borging van het algemeen belang het gebruik van eigendom mag reguleren en aan beperkingen mag onderwerpen, als aan voorwaarden is voldaan zoals de legaliteitstoets, de legitimiteitstoets en de evenredigheidstoets, de fair balance. En dat doet dit voorstel.
De D66-fractie ziet uit naar de beantwoording van onze vragen door de minister.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Over groene waterstof sprak de heer Pijlman zojuist goede woorden en die heb ik onlangs ook gesproken tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen, in aanwezigheid van de minister en de staatssecretaris van Financiën. Precies dit punt heb ik het kabinet voorgehouden: neem op substantiële wijze groene waterstof op in de groeiagenda van de minister, met financiering via het bijbehorende transitiefonds. Het kabinet had daar toen nog geen zin in. Nou hoor ik de heer Pijlman. Kunnen we hier zaken over doen in dit debat?
De heer Pijlman (D66):
U kijkt ook al even achterom en ik keek even vooruit. Zullen we even afwachten hoe het kabinet reageert? Wij zijn het er in ieder geval over eens dat groene waterstof een buitengewoon goede manier kan zijn om duurzame energie op te wekken. We weten ook allemaal dat we dan nog wel wat moeten doen, met name in de windparken investeren.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Voorzitter, nog één keer, als u mij toestaat. Mijn punt was nou juist dat het kabinet al heeft gereageerd bij monde van de minister van Financiën. Daar was uw collega de heer Backer bij, maar we weten allemaal, u kunt het ook nalezen, dat het niet opschoot. Vandaar nogmaals mijn vraag. Als het kabinet zo afhoudend is om stevig erin te gaan, met een goed programma voor groene waterstof, dan moet het van ons komen, vandaag.
De heer Pijlman (D66):
Misschien is het debat van toen juist de reden dat ik het nu weer op de agenda zet. Ik weet me gesteund door u. Dat is plezierig.
Mevrouw Gerkens (SP):
Ik had eigenlijk niet helemaal antwoord gekregen op de vraag die ik stelde aan de heer Pijlman. Ik hoor hem zeggen dat hij teleurgesteld is in het feit dat er niet geïnvesteerd is in de CO2-afvang, zoals was beloofd. Ik denk dan meteen: dat is uiteindelijk toch gekomen doordat we de energieleverantie hebben overgelaten aan de markt? Als we het in eigen hand hadden gehad, hadden we het waarschijnlijk allang geregeld, maar dat ter zijde. Hij zegt dat het besluit toentertijd ook genomen is vanwege geopolitieke redenen. Hij vergeet denk ik toch dat de discussie van toen over de effecten op het klimaat en de gezondheid van mensen wel degelijk aanwezig was. Daar is hij niet op teruggekomen. Ik zou hem daar graag nog over willen horen. Hoe kijkt hij daar terugkijkend naar?
Als we naar de geopolitiek kijken, heb ik de volgende vraag: waar komen de kolen vandaan en hoe worden die gedolven? Het gaat niet alleen maar om CO2. Het gaat ook om de milieueffecten en de gezondheid van omwonenden. Het is dus niet alleen de geopolitiek geweest en het is ook niet alleen het klimaat geweest waarop wij toen gewezen hebben. Nogmaals, hoe kijkt de heer Pijlman nu terug op deze hele discussie?
De heer Pijlman (D66):
Wat ik geprobeerd heb te zeggen, is het volgende. Toen de besluitvorming rondom de kolencentrales in 2003 speelde, speelden vooral geopolitieke redenen een belangrijke rol. Zeker, er waren toen ook al mensen die wezen op de klimaatproblematiek en dat werd steeds sterker, maar de overwegingen lagen toen vooral op geopolitiek terrein. Nu sluiten we de centrales. Dat vind ik verheugend. Maar ik merk in het hele energiebeleid, ook in het Europese energiebeleid, dat er maar weinig meer wordt gesproken over de geopolitieke consequenties, niet tussen landen als Duitsland en Nederland, die toch heel intensief op elkaar zouden moeten afstemmen, en niet in breder verband. Dat zou ik graag zien. Toen het besluit in 2003 werd genomen, was er nog geen sprake van CCS, afvang en opslag. Dat is pas later gekomen. Maar ik meen dat de exploitanten van de nieuwste kolencentrales nu net doen alsof zij geheel en al slachtoffer zijn. Nee, zij hebben destijds beloofd, onder andere aan de gemeente Rotterdam, dat ze aan de slag zouden gaan met CCS. Er is een groot financieel project gestart. Er is ook Europees geld voor gekomen. Zij trokken zich er vervolgens uit terug. En toen was er dus geen enkele mogelijkheid meer om aan die verplichting te voldoen. Dat aspect wordt helemaal weggelaten uit de discussie, maar dat hoort er wel bij, want het is een van de overwegingen van nu om tot sluiting over te kunnen gaan.
De voorzitter:
Mevrouw Gerkens, tot slot.
Mevrouw Gerkens (SP):
Ik hoor de heer Pijlman lessen trekken uit het verleden, waarin hij eigenlijk kijkt naar zijn eigen belangen of de belangen die hij naar voren wil brengen: de geopolitieke situatie en de beloften die gedaan zijn en niet na zijn gekomen. Ik vraag hem te kijken naar andere aspecten, waarvan je je nu zou kunnen afvragen wat er toen fout ging en waarvan we nu zouden kunnen leren. Ik zou het fijn vinden als de heer Pijlman daar ook op wil reflecteren. Inderdaad, er was toen zeker een minderheid die heeft gezegd dat het de verkeerde keuze was. Wat ik hier probeer te zeggen is dat democratie meer is dan zeggen: we hadden brede steun. Misschien was het beter geweest als we toen ook naar de waarschuwingssignalen hadden gekeken. Die zijn er nu ook op een aantal fronten. Ik vraag de heer Pijlman om die ook mee te nemen.
De voorzitter:
Houd het kort, meneer Pijlman.
De heer Pijlman (D66):
Dat probeer ik te doen. Ik heb geprobeerd het in historisch perspectief te zetten. Ik geef toe dat er toen ook al waarschuwingen waren. Die hebben gelijk gekregen. Toen werd er veel meer met een geopolitieke blik gekeken. Dat wordt nu volstrekt niet meer gedaan. Dat betreur ik. Overigens, de koe in de kont kijken, heeft niet zo heel veel zin in dezen.
De voorzitter:
De heer Van der Linden voor een korte afsluitende vraag.
De heer Van der Linden (FvD):
Ik had gedurende de bijdrage twee vragen gesteld en heb daar niet volledig antwoord op gekregen. Ik had een vraag over de geopolitiek waarover u net nog even doorging. Als D66 nu zelf kijkt naar wat hier gebeurt, namelijk de aanstaande sluiting van deze kolencentrales, is dat vanuit geopolitiek oogpunt dan een verbetering of een verslechtering? Dat is mijn eerste vraag.
De tweede vraag die ik gesteld heb, is de vraag of het ombouwen naar biomassa volgens D66 een verbetering is.
De heer Pijlman (D66):
Over dat laatste heb ik genoeg gezegd. Ik wil nu eerst dat kader weten. Ik heb ook gewezen op artikel 4 van de wet. Daar heb ik dus genoeg over gezegd.
Geopolitiek gezien kan ik het niet overzien. Dat is nou juist de kern van wat ontbreekt in de hele energiediscussie. Dat aspect moet weer hoger op de agenda. Daar leg ik de nadruk op.
De voorzitter:
Tot slot.
De heer Van der Linden (FvD):
Het is toch opvallend. U weet niet wat het geopolitiek betekent en u weet ook niet of biomassa een verbetering is. D66 weet dat dus niet, maar is er wel heel stellig over dat deze wet een goed idee is. Dat begrijpen wij niet.
De heer Pijlman (D66):
Ik vind dat u mij wat tekortdoet door te zeggen dat ik dat niet weet. Ik zet een aantal punten op de agenda die ik nog niet heb gehoord, met name dat geopolitieke aspect. Over biomassa ben ik heel helder en duidelijk geweest.
De voorzitter:
Dank, meneer Pijlman.
De beraadslaging wordt geschorst.
De vergadering wordt van 12.50 uur tot 13.30 uur geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-ek-20192020-10-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.