6 Stemming Verwijdering asbest en asbesthoudende producten

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet milieubeheer (verwijdering asbest en asbesthoudende producten) (34675).

(Zie vergadering van 28 mei 2019.)

De voorzitter:

Ik heb de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, die namens de regering bij de stemmingen aanwezig is, reeds welkom geheten.

Hebben alle leden de presentielijst getekend? Dat is kennelijk het geval.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Aardema (PVV):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Onze fractie heeft kennisgenomen van de brief van de staatssecretaris waarin met name de ingangsdatum van de wet drie jaar naar achteren wordt geschoven. Daarmee stel je het weliswaar uit en dat geeft een beetje ruimte, maar het hele wetsvoorstel blijft wat ons betreft disproportioneel en er zitten nog meer losse eindjes aan, wat onze fractie ertoe brengt om tegen dit wetsvoorstel te stemmen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Aardema. Mevrouw Klip.

Mevrouw Klip-Martin (VVD):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Allereerst wil ik de staatssecretaris nogmaals namens de leden van de VVD-fractie bedanken voor haar uitvoerige schriftelijke en mondelinge beantwoording van onze vragen. Die dank geldt ook voor haar bereidheid, ook in de brief van vandaag, om meer ruimte in tijd te scheppen. Dit heeft de leden van de VVD-fractie echter niet kunnen overtuigen van de uitvoerbaarheid en de handhaafbaarheid van het beoogde beleid met betrekking tot het verbod op het voorhanden hebben van asbesthoudende dakbedekking. De leden van mijn fractie delen het uiteindelijke doel, maar zijn het niet eens met de manier waarop dit via het voorliggende wetsvoorstel zou moeten worden bereikt. Daarbij spelen met name de te krappe marktsituatie en de financiële randvoorwaarden een grote rol voor ons. Het gaat ons om een risicogericht traject met een integraal pakket van coherente maatregelen, middelen en arrangementen dat draagvlak oplevert en dus uitvoerbaar is. Om die reden zal de VVD-fractie tegen het wetsvoorstel stemmen.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Klip. Ik kijk naar de linkerzijde. Mevrouw Baay.

Mevrouw Baay-Timmerman (50PLUS):

Voorzitter. 50PLUS had grote twijfels over dit wetsvoorstel, inhoudende een verbod op asbestdaken. Ook na het debat bleven vele vragen onbeantwoord. In de vanmorgen ontvangen brief van de staatssecretaris zijn een aantal belemmeringen voor mijn fractie weggenomen, zoals door de termijnverlenging van het verbod naar 2028, de verzilverlening voor minder draagkrachtige gepensioneerden, vrijstelling van het heffingsvermogen voor AOW-gerechtigden, meefinanciering van astbesthoudende gevelplaten uit het fonds en de toezegging om in nader overleg te treden met TNO over de 35 m2-grens. Gelet op deze toezeggingen kan 50PLUS voor dit wetsvoorstel stemmen.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Baay. Ik kijk naar links en ik kijk naar rechts. Mevrouw Fiers.

Mevrouw Fiers (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. De Partij van de Arbeid is voorstander van het bevorderen van versnelde sanering van asbestdaken. Het voorliggende wetsvoorstel voldoet echter niet aan de vereisten van proportionaliteit, met name omdat de gezondheidseffecten van de invoering van een verplichte sanering van asbestdaken beperkt zijn in vergelijking met autonome sanering. Daartegenover staan de enorme kosten van minimaal 1,6 miljard euro voor het verplicht saneren van alle asbestdaken, die als gevolg van dit wetsvoorstel voor de verplichte einddatum betaald moeten worden door de eigenaren. En dan hebben ze nog geen nieuw dak. De Partij van de Arbeid zou graag een goede stimuleringsregeling zien voor het saneren van asbestdaken. Daarin voorziet dit wetsvoorstel niet. Wij zullen daarom tegenstemmen.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Fiers. Meneer Binnema.

De heer Binnema (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Ook wat GroenLinks betreft dank aan de staatssecretaris voor de brief van vanochtend, voor de eerdere uitgebreide schriftelijke beantwoording en voor de beantwoording in het debat van vorige week. Het heeft ons tot de conclusie gebracht dat een verbod een geëigend en proportioneel middel is om de problematiek die hier aan de orde is aan te pakken. Wat ons betreft was de datum van 31 december 2024 ook een goede datum geweest, maar wij kunnen ons eventueel vinden in een uitstel. Wij denken dat deze maatregelen nodig zijn, gezien de slachtoffers en gezien de gezondheidsconsequenties die asbest nog steeds met zich meebrengt. Wij zullen daarom ook voor dit wetsvoorstel stemmen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Binnema. Meneer Kuiper.

De heer Kuiper (ChristenUnie):

Voorzitter. Mijn fractie zal, alles afwegende, voor het wetsvoorstel stemmen. Het verbod op asbestdaken is al in 2015 afgekondigd. Het veld heeft daar ook al op gereageerd. De gezondheidsrisico's zijn bekend en wij allen weten dat deze daken moeten worden vervangen. De brief van de staatssecretaris heeft weer nieuwe toezeggingen gebracht. De belangrijkste daarvan is de verschuiving van de termijn, in sommige gevallen zelfs naar 2030. Wij vinden het belangrijk dat er nu een wettelijk kader komt voor dit verbod en wij zullen de wet steunen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Kuiper. Meneer Atsma.

De heer Atsma (CDA):

Mevrouw de voorzitter. De CDA-fractie heeft lang gewikt en gewogen. Uiteindelijk hebben we vooral gekeken naar de effectiviteit van het wetsvoorstel. Daar zijn vraagtekens bij en daar zijn zekerheden over bij verschillende deskundigen. We hebben vragen gesteld over de haalbaarheid en de betaalbaarheid, ook in relatie tot de proportionaliteit. We hebben ten slotte ook vragen gesteld over de handhaafbaarheid van dit wetsvoorstel. En dat alles heeft ertoe geleid dat de CDA-fractie tegen het wetsvoorstel zal stemmen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Atsma. Mevrouw Duthler.

Mevrouw Duthler (Fractie Duthler):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Mijn fractie onderschrijft het einddoel van dit wetsvoorstel, namelijk een asbestvrije leefomgeving. De minister heeft aangegeven dat het verbod niet op 31 december 2024 maar op 1 januari 2028 zal ingaan, met de mogelijkheid voor gemeenten om uitstel te verlenen tot en met 2030. Huishoudens krijgen daarmee meer tijd zich voor te bereiden op het verbod. Dit verbetert de haalbaarheid en betaalbaarheid. Asbest moet toch een keer de wereld uit. Mijn fractie zal daarom voor het wetsvoorstel stemmen.

De voorzitter:

Dank u wel. Meneer Van Dijk.

De heer Diederik van Dijk (SGP):

Dank u, voorzitter. Zo veel stemverklaringen, dat werkt een beetje aanstekelijk. Ook vanaf deze kant dank aan de staatssecretaris voor haar brief. Het uitstel wat daarin wordt aangegeven, is natuurlijk een mooie geste, maar doet geen recht aan alle kritiekpunten die in het debat zijn gewisseld. Qua strekking, qua karakter blijft het wetsvoorstel in onze ogen volstrekt disproportioneel. Daarom stemmen we tegen dit wetsvoorstel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Dijk. Nu de heer Ten Hoeve en dan de heer Kox.

De heer Ten Hoeve (OSF):

Voorzitter. Ik heb hier nog de tekst die ik heb opgesteld naar aanleiding van de discussie van vorige week met de conclusie: te veel onduidelijke gevolgen en eigenlijk ook niet zo'n heel duidelijke noodzaak in alle gevallen voor zulk rigoureus ingrijpen. Maar het asbestprobleem moet wel uit de wereld. Het zou beter zijn de deadline te verschuiven. De staatssecretaris is daar in voldoende mate aan tegemoetgekomen, lijkt mij. Het lijkt mogelijk om in 2028 met uitloop naar 2030 het fonds op poten te zetten en daar goed gebruik van te maken. Ik zal voor de wet stemmen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Ten Hoeve. Meneer Kox.

De heer Kox (SP):

Mevrouw de voorzitter, bij afwezigheid van Bob Ruers een stemverklaring van mij. Asbest Doodt was de titel van een rapport dat wij begin jaren negentig als SP produceerden. Asbest doodt nog steeds elk jaar honderden mensen. Ik ken geen dodelijker milieuschandaal dan de aanwezigheid van asbest in onze samenleving. Het parlement zou alles moeten doen om zo snel mogelijk af te komen van het product dat eigenlijk beter nooit uit de grond gehaald had kunnen worden. Het afstemmen van deze wet lijkt mij een buitengewoon slecht signaal. Ik vind het buitengewoon treurig dat het zover moet komen. Mijn fractie zal voor deze wet stemmen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Kox. Ik kijk nog even rond of er nog meer leden zijn die een stemverklaring willen afleggen. Dat is niet het geval.

We stemmen bij zitten en opstaan.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer dat de leden van de fracties van de ChristenUnie, GroenLinks, de PvdD, 50PLUS, de OSF, de SP, D66 en Fractie Duthler voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van de SGP, de VVD, de PvdA, het CDA en de PVV ertegen, zodat het is verworpen.

Naar boven