Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | nr. 21, item 6 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2016-2017 | nr. 21, item 6 |
Aan de orde is de behandeling van:
- het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 19 mei 2016 te Brussel tot stand gekomen Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag inzake de toetreding van Montenegro (Trb. 2016, 95) ( 34524 ).
De voorzitter:
Ik heet de minister van Buitenlandse Zaken van harte welkom in de Eerste Kamer.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Van Apeldoorn (SP):
Voorzitter. De SP fractie is blij dit debat over de toetreding van Montenegro tot de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie nu met de minister te kunnen voeren. Veel collega's wilden het liever afgehamerd zien. Dat is natuurlijk legitiem, maar dat doet in onze ogen geen recht aan het belang van de voorliggende wet, op basis waarvan er immers weer een land bijkomt tegenover wie wij dan een verdragsrechtelijke verplichting tot het verlenen van militaire bijstand hebben. Geen zaak om even af te hameren volgens mijn fractie. Ik roep nog maar even het debat dat wij hier ruim een maand geleden met heer Taverne en deze zelfde minister hadden, in herinnering. In dat debat werd het belang van de democratische legitimiteit van verstrekkende internationale verdragen nog eens breed in dit huis onderstreept.
Voorzitter, zoals u weet, is aan dit debat wel wat gedoe vooraf gegaan. Ik wil dat hier toch even memoreren. De minister heeft het zelfs nu nog erg druk, zie ik. Dat is misschien ook de reden dat het even wat gedoe is geweest. De Kamer had zelf 7 maart als datum voor plenaire behandeling voorgesteld maar toen kon de minister niet. Die kon op zijn vroegst op 28 maart. Dus werd het de 28ste maar vervolgens kwam eind februari, in het reces, ineens het dringende verzoek of het niet alsnog op 7 maart kon. De minister had zich plotseling gerealiseerd dat dit toch wel een heel belangrijke wet was. Gelukkig voert de Eerste Kamer haar eigen agenda en laat zij die niet last minute overhoophalen omdat de minister zijn eigen agenda niet op orde heeft. Maar of het dan toch alsjeblieft op de 21ste, vandaag dus, en niet op de 28ste kon, en dan meteen — geheel tegen de goede gebruiken van dit huis in — dezelfde dag stemmen? Kennelijk moest en zou dit verdrag zo snel mogelijk door de senaat geloodst worden. Allemaal geen fraaie vertoning wat betreft mijn fractie. Ook al niet omdat geheel ten onrechte in het buitenland het beeld ontstond dat de Eerste Kamer bewust de behandeling van dit wetsvoorstel aan het vertragen was. Ik neem aan dat de minister het met ons eens is dat het handelen van de kant van het ministerie hier geen schoonheidsprijs verdient.
Blijft de vraag aan de minister: waarom? Waarom toch zo veel haast? Waarom nu toch met stoom en kokend water alsnog weer een week vroeger, en dan ook meteen stemmen? Komt het wat de minister betreft werkelijk op één week aan? En welke en wiens belangen zijn daar dan mee gemoeid? De SP-fractie is er alsnog niet van overtuigd dat deze haast gerechtvaardigd is, anders dan door het prestige van de minister tegenover sommigen van zijn buitenlandse collega's en tegenover de heer Stoltenberg. Als de minister nu werkelijk goede redenen zou hebben voor deze spoed waarmee hij ons zo overviel, waarom is hij daar dan niet eerder mee gekomen? Tenslotte is deze goedkeuringswet nooit als spoedeisend aangemerkt. Graag een toelichting van de minister.
De haast van de minister bij het door het parlement loodsen van de toetreding van Montenegro tot de NAVO is wat mijn fractie betreft wel illustratief voor wat er mis is met de huidige NAVO en de manier waarop er in ieder geval door de politieke meerderheden in een aantal lidstaten over gedacht wordt. Vanuit deze visie is de NAVO niet langer primair een bondgenootschap ter verdediging van het eigen grondgebied, maar is zij verworden tot een instrument van internationale machtspolitiek. Er wordt verwezen naar de nieuwe gevaren, van Poetin tot ISIS, maar in de optiek van de SP-fractie noopt juist het huidige tijdsgewricht met oplopende geopolitieke spanningen en wereldwijde instabiliteit tot herbezinning, herbezinning op de taak en de rol van de NAVO. Als deel van die herbezinning moet ook de Noord-Atlantische expansiedrift opnieuw tegen het licht gehouden worden. Graag hoor ik van de minister of hij in de recente ontwikkelingen ook aanleiding ziet tot een dergelijke herbezinning.
Waartoe is de NAVO op aarde? Tijdens de Koude Oorlog gold het door de eerste secretaris-generaal geformuleerde adagium "to keep the Russians out, the Americans in, and the Germans down". Ook na de val van de Sovjet-Unie bleef het onofficiële doel om de Amerkanen erin te houden en, nu weer in toenemende mate, de Russen erbuiten. Maar anno 2017 hebben we te maken met een Amerikaanse president die zelf niet meer in deze missie lijkt te geloven en die de NAVO een achterhaalde organisatie heeft genoemd. Mede hierdoor bestaat er het risico dat de NAVO in een existentiële crisis geraakt. Maar de dreiging van een crisis biedt ook een kans, in dit geval een kans tot herbezinning. Niet met als doel de NAVO op te heffen maar wel om haar te hervormen tot een organisatie die het geweldsmonopolie van de Verenigde Naties volledig respecteert en die zich binnen een herbevestiging van dat geweldsmonopolie in de eerste plaats beperkt tot collectieve zelfverdediging. Binnen een nieuwe mondiale veiligheidsstructuur die dan zou kunnen ontstaan, zou de NAVO zich verder kunnen inzetten voor conflictpreventie en vredeshandhaving.
Een verdere uitbreiding van de NAVO past op dit moment slecht in die gewenste hervorming. Integendeel, om tot dit proces te kunnen komen, zullen we moeten erkennen dat de NAVO na het einde van de Koude Oorlog de verkeerde weg in is geslagen. In plaats van de kans te benutten om de NAVO om te vormen tot of op te laten gaan in een echte pan-Europese veiligheidsorganisatie en in een versterkte mondiale veiligheidsarchitectuur, is de dubbele fout gemaakt van de dubbele expansie. In de eerste plaats was dat de uitbreiding van het aantal lidstaten van 16 voor het uiteenvallen van de Sovjet-Unie tot 28 nu. Met deze uitbreiding is het vredeskapitaal verspeeld dat vrijkwam doordat Gorbatsjov het Sovjetimperium opgaf, en zijn de spanningen met Rusland geleidelijk aan weer opgelopen. De waarschuwing van toenmalig VVD-leider Bolkestein, nu twintig jaar en één maand geleden, dat de uitbreiding de stabiliteit van Europa zou schaden, is helaas helemaal uitgekomen.
Tegelijkertijd heeft er ook een andere expansie plaatsgevonden, doordat de NAVO wat in het jargon heet "out of area" is gaan opereren. Hiermee is de NAVO onder leiding van de VS verworden tot mondiale politieagent. De onderschikking van de NAVO aan het internationaal recht was hierbij het eerste slachtoffer toen de NAVO in 1999 Servië bombardeerde, inclusief het huidige Montenegro. Vervolgens hebben we ook het even mislukte als lange avontuur in Afghanistan gehad en nu wil de NAVO zich ook weer mengen in de strijd tegen ISIS.
Deze dubbele expansiepolitiek van de NAVO heeft volgens mijn fractie niet bijgedragen aan de vrede en veiligheid van de NAVO en haar afgeleid van haar kerntaak van collectieve zelfverdediging. Aan deze expansie komt wat dit kabinet betreft dus voorlopig nog geen einde. Montenegro, met rond de 600.000 inwoners en nog geen 2.000 militairen, moet er nu ook zo snel mogelijk bij, want de stabiliteit van Europa en daarbij onze nationale veiligheid staan op het spel. Gelooft u het nou zelf? In ieder geval heeft de minister mijn fractie nog niet kunnen overtuigen van de voordelen van toetreding van Montenegro. Nadelen en risico's zien wij wel. We hebben de minister hier schriftelijk over bevraagd, maar veel echte antwoorden hebben we niet gekregen. Ik probeer het nu dus nog maar een keer.
Zal, zo vraag ik de minister, toetreding tot de NAVO daadwerkelijk de stabiliteit van de Balkan versterken? Wat betekent toetreding voor een mogelijk op termijn toetreden van Servië tot de NAVO? Zal dat dichterbij gebracht worden als Montenegro straks Servië voorgaat? Hoe beoordeelt de minister de wenselijkheid van het toetreden van nog meer landen op de westelijke Balkan, inclusief Servië?
De minister rept in zijn antwoord over de versterking van de democratie in Montenegro door het toetredingsproces en de positieve uitstraling daarvan op de regio. Zal het daadwerkelijk Montenegro helpen een stabiele democratie te worden? Vooralsnog is Montenegro noch erg stabiel noch erg democratisch. Het land wordt beoordeeld door Freedom House als "partially free" en staat 106de op de persvrijheidsindex van Reporter zonder Grenzen. Voormalig premier Djukanović, die het land ongeveer een kwart eeuw, tot eind vorig jaar, regeerde en nog steeds als sterke man wordt beschouwd, werd door een bekende Oost-Europese ngo en waakhond op het terrein van corruptie en georganiseerde misdaad in 2015 uitgeroepen tot "persoon van het jaar", ironisch bedoeld, wegens zijn "verdienste" op het gebied van het promoten van georganiseerde misdaad en corruptie, en het bouwen van — ik citeer — "one of the most dedicated kleptocracies and organized crime havens in the world". Op basis waarvan is de minister nu zo optimistisch over de opbouw van democratie in Montenegro? Graag een reactie. Welke stok, zo vragen wij de minister, heeft de NAVO nu eigenlijk achter de deur om het hervormingsproces waar de minister in zijn beantwoording naar verwijst, verder te bevorderen nadat Montenegro eenmaal is toegetreden? Wat voegt de NAVO hier eigenlijk toe aan het toetredingsproces van Montenegro tot de EU?
Intussen neemt de politieke stabiliteit in Montenegro zienderogen af. De toenemende politieke onrust en instabiliteit van de nog jonge onafhankelijke republiek heeft veel, zo niet alles te maken met de voorgenomen toetreding. Ten aanzien van het voorgenomen NAVO-lidmaatschap is het land tot op het bot verdeeld, met ongeveer 40% voorstanders en 40% tegenstanders. De laatste groep is ook meer op Rusland georiënteerd en vreest verslechterende verhoudingen met dat land. Die vrees lijkt niet ongegrond.
Belangrijker voor ons is dat toetreding van Montenegro ook een negatieve weerslag kan hebben op de verhoudingen op de Balkan als geheel en op de toch al zeer gespannen relatie van de NAVO met Rusland. De laatste jaren zijn aan beide zijden rasse schreden gezet richting een nieuwe koude oorlog. Gevaarlijk daarbij is dat politieke meningsverschillen zich steeds meer vertalen in militaire spanningen. Er is, vooral in het afgelopen jaar, sprake van een militaire opbouw aan weerszijden. Van de zijde van de NAVO is sprake van de grootste versterking van troepen en materieel aan Ruslands grenzen sinds het einde van de Koude Oorlog. Hoe weegt de minister deze militarisering van de relaties met Rusland? Ziet hij niet het gevaar dat wij opnieuw de logica van de Koude Oorlog in worden gezogen, inclusief een wapenwedloop? Intussen blijft uitbreiding van de NAVO staand beleid, opnieuw te bevestigen met toetreding van Montenegro als 29ste lid. Ziet de minister deze risico's van toenemende spanningen met bijvoorbeeld Rusland gewoon niet of is voor hem de kwestie dat deze nadelen niet opwegen tegen te voordelen? Kan hij de kosten-batenanalyse misschien nog een keer wat explicieter maken?
De SP-fractie vreest dat Montenegro een speelbal is geworden in een internationale machtsstrijd, een strijd om invloedsferen in de Balkan. Na het geopolitieke getouwtrek om Oekraïne, met alle gevolgen van dien, zien we nu een zelfde soort getouwtrek om het nietige Montenegro. Dat is niet de strategische hoofdprijs, maar kennelijk toch belangrijk in de expansionistische logica van de huidige NAVO.
Laten we duidelijk zijn: het is ook Rusland dat hier aan het touw trekt en, al moeten veel van de gedane beweringen nog gestaafd worden, mogelijk een dubieuze rol speelt door de onrust in Montenegro bewust aan te wakkeren en het land zo te destabiliseren. De reactie in veel NAVO-hoofdsteden, en ik vermoed zo ook van vele fracties in dit huis, is dan om te zeggen: dan trekken wij ook nog eens harder aan dat touw. Ik begrijp dat ook wel. Het is een menselijke reactie als je eenmaal aan dat wedstrijdje touwtrekken begonnen bent. De vraag is echter of het verstandig is. De vraag is of we dat touw niet beter los kunnen laten. De SP fractie denkt niet dat dan de nationale veiligheid van Nederland in gevaar komt of het bondgenootschap verzwakt zal worden. Wij denken evenmin dat Montenegro in dat geval nog instabieler zal worden. Misschien wel: integendeel. Het is ook onzin om te stellen dat we Montenegro daarmee uitleveren aan de Russische beer.
Montenegro heeft de NAVO niet nodig om zich geleidelijk aan te ontwikkelen richting een in Europa geïntegreerde stabiele democratie. Wij willen dat perspectief ook helemaal niet aan de Montenegrijnen onthouden, maar denken dat daar andere en betere wegen voor zijn dan wat op zijn best op dit moment een prematuur NAVO-lidmaatschap zou zijn. Het NAVO-lidmaatschap biedt ook helemaal geen enkele garantie op verdere ontwikkeling van de democratie of zelfs ook maar op het voorkomen van een achteruitgang op het gebied van de democratische rechtsstaat. Het Turkije van Erdogan maakt zoveel wel duidelijk, terwijl in het Amerika van Trump hetzelfde gevaar dreigt. De regressie die we op dit gebied in die twee landen zien, brengt de hele NAVO in diskrediet en tast het bondgenootschap van binnenuit aan. Het toevoegen van Montenegro als 29ste lid zal daar niets aan veranderen. Integendeel, door het binnenhalen van de onrust in dit Balkanland vergroten we ook de onrust binnen de verdragsorganisatie. Hebben we al niet onze handen vol aan Turkije en Trump?
Belangrijker nog is dat de spanningen in de Balkan zelf eerder zullen oplopen dan afnemen en dat we de verhoudingen met Rusland onnodig nog verder op scherp zullen stellen. Omgekeerd: ophouden met dit getouwtrek, dit armpje drukken om te laten zien tot wiens invloedsfeer de Balkan behoort, zal een kans bieden de verhoudingen met Rusland te verbeteren en te de-escaleren en zal ons juist in een sterkere positie brengen om Poetin wel scherp te blijven aanspreken daar waar dat nodig is.
Concluderend, het moge duidelijk zijn dat de SP-fractie er in haar geheel nog niet van overtuigd is dat het nu opportuun of verstandig is de NAVO met Montenegro uit te breiden. Zoals altijd zien wij echter uit naar de beantwoording van de minister in misschien wel een van zijn laatste optredens in dit huis.
De heer Lintmeijer (GroenLinks):
Voorzitter. Met de goedkeuring van het voorliggende protocol dat de toetreding tot de NAVO van Montenegro regelt, komt de 29ste lidstaat in beeld. Voor mijn fractie kan die toetreding niet los gezien worden van een internationale veiligheidsstrategie, die nodig is om voor vrede, stabiliteit en ontwikkeling in Europa en aan zijn grenzen te zorgen. De uitbreiding van de NAVO als militair bondgenootschap is voor de fractie van GroenLinks geen doel op zich, maar een mogelijk middel om vrede en stabiliteit door samenwerking te bevorderen. Geen land in Europa is, zo is onze overtuiging, in staat om dat in zijn eentje voor elkaar te krijgen. Aan de zuidgrenzen van Europa is de instabiliteit de afgelopen jaren alleen maar toegenomen. Aan de oostgrenzen speelt zich een machtsspel af over invloedssferen en is er sprake geweest van een annexatie. En er is veel onduidelijkheid over de rol die de VS willen spelen op het internationale toneel van vrede en veiligheid. Dat laatste wordt nog eens bevestigd door het nieuws van een paar uur geleden dat minister Tillerson van de Verenigde Staten volgende maand liever naar Rusland en China afreist dan dat hij een vergadering van de NAVO bezoekt. Dat zijn geen geruststellende berichten. In deze omstandigheden kan mijn fractie in principe positief staan tegenover de versterking van de Europese samenwerking, ook als dat de toetreding van een lidstaat op de Balkan tot de NAVO betekent, indien die staat blijvende stappen weet te zetten op het terrein van democratisering, ontwikkeling van de rechtsstaat en stabiele economische ontwikkeling en indien die ontwikkeling daadwerkelijk bijdraagt tot versterking van de stabiliteit en meer veiligheid in de regio, bovenal voor de Montenegrijnen zelf.
Het kabinet spreekt over de ontwikkelingen in Montenegro in vrij lovende termen. Maar de fractie van GroenLinks hoort ook al sinds lang kritische geluiden, bijvoorbeeld over het democratisch gehalte van het leiderschap de afgelopen kwarteeuw van Milo Djukanovic en de kring van familie en getrouwen om hem heen en over hardnekkige corruptie, die niet zomaar is uitgebannen. Kent het kabinet deze geluiden en, zo ja, hoe beoordeelt het deze? We horen graag van de minister hoe hij op dit moment aankijkt tegen de democratische ontwikkeling en de aanpak van de corruptie in het land. Is de status quo voldoende positief of vindt hij, met onze fractie, dat op het gebied van democratisering, corruptiebestrijding en versterking van de veiligheid verdere ontwikkeling onontbeerlijk is? Het is nog niet aan de orde, maar bij wijze van lakmoesproef is het interessant om te bekijken of het land bijvoorbeeld nu al ook zou voldoen aan de eisen die aan lidstaten worden gesteld door de EU, waarvan Montenegro sinds 2010 kandidaat-lid is.
Ik verwijs daarbij ook naar de zorgen die het Europees Parlement heeft geuit over het trage tempo waarin hervormingen zich voltrekken, en over het gebrek aan concrete resultaten. Ook uitte het EU-parlement toenemende zorgen over Russische pogingen om invloed aan te wenden in Montenegro, bijvoorbeeld bij de verkiezingen vorig jaar. Kent de minister deze signalen en kan hij aangeven hoe het NAVO-lidmaatschap een rem gaat zetten op Russische inmengingen in het land en verder op de Balkan?
Een eis die aan aspirant-NAVO-leden wordt gesteld is dat er ook sprake moet zijn van stabiliteit aan de grenzen. In het debat over internationale veiligheid vorig najaar in de Eerste Kamer heeft de fractie van GroenLinks onder meer haar zorgen uitgesproken over de situatie in Kosovo. Daar lijkt nog steeds een proces van radicalisering gaande te zijn. Het land heeft naar rato het grootste aandeel inwoners die als ISIS-strijder zijn afgereisd. Kan de minister nog eens aangeven hoe hij specifiek tegen de situatie nu in Kosovo aankijkt? En kan hij daarnaast in meer algemene zin nog eens schetsen welke ontwikkelingen hij op de Balkan ziet? Het gebrek aan perspectief en de beroerde economische vooruitzichten kunnen gemakkelijk tot verdere destabilisatie en extremisme leiden. Mijn fractie vroeg hier ook al aandacht voor bij de Algemene Europese Beschouwingen en onze zorgen zijn nog zeker niet weggenomen. Behalve Russische, vaak destabiliserende inmengingen zijn vanuit Nederlands perspectief ook actueel de zorgen over de toenemende invloed die nota bene NAVO-partner president Erdogan probeert uit te oefenen op de Balkan, met name richting de Turkse minderheden daar. Deelt het kabinet deze zorg? Mijn fractie wil geen olie op het vuur gooien, integendeel, maar in de zoektocht naar stabiliteit in de regio speelt ook dit een rol.
Wij zien samenwerking vooral in Europees verband als noodzakelijk in het streven naar veiligheid en stabiliteit. De toetreding van Montenegro tot de NAVO in de relatief instabiele Balkan, waar derde landen zich inspannen om hun invloedssfeer te vergroten, kan daarbij een middel zijn. Wij beschouwen deze toetreding ook niet als een uitbreiding van de NAVO naar het oosten, maar gezien de geografische situatie eerder als het invullen van een witte vlek. Een en ander roept wel de vraag op of de minister de komende jaren verdere uitbreidingen van de NAVO op de Balkan voorziet en wat daarvan de mogelijkheden maar ook de eventuele geopolitieke consequenties zijn.
Wij kijken uit naar de beantwoording door de minister.
De heer Schaper (D66):
Mevrouw de voorzitter. Wij bespreken hier vandaag een onderwerp, de toetreding van Montenegro tot de NAVO, dat weinig aandacht heeft gekregen in de media en in het publieke debat, maar dat zeker niet van belang ontbloot is. Het gaat hier immers om toetreding van een land, Montenegro, tot een politiek-militair bondgenootschap, waarmee de basis wordt gelegd voor nauwe politieke en militaire samenwerking met Montenegro bij de drie kerntaken van de NAVO: crisisbeheersing, samenwerking met landen buiten de NAVO en collectieve defensie, inclusief de bijstandsverplichting van artikel 5 van het Verdrag van Washington. De veiligheid van ons land zal daarom nauw verbonden zijn met de veiligheid van Montenegro. De fractie van D66 juicht het daarom toe dat vandaag een debat over dit onderwerp plaatsvindt en dat we het hier niet over een hamerstuk hebben.
Het beleid van ons land en zijn partners en bondgenoten in de EU en de NAVO is er de laatste 25 jaar, na de val van de Muur, op gericht stabiliteit, democratie en economische groei in de voormalige communistische landen in Midden- en Oost-Europa te bevorderen, met als perspectief toetreding tot de NAVO en de EU. Motto was daarbij stabiliteit te exporteren zonder instabiliteit te importeren. In het geval van Montenegro is de voornaamste zorg dat in het proces van interne hervormingen nog veel te doen valt, en dat zo potentieel door Montenegrijns lidmaatschap van het bondgenootschap instabiliteit en onzekerheid zouden worden geïmporteerd.
Hoewel de recente parlementsverkiezingen goed zijn verlopen, gaat het proces van hervormingen op een aantal terreinen traag, zoals bij de bestrijding van corruptie en criminaliteit en de versterking van de rechtsstaat en van goed bestuur. Het is daarom een goede zaak dat de toetredingsgesprekken in het kader van het Membership Action Plan geresulteerd hebben in een overzicht van de noodzakelijke en voor het bondgenootschap belangrijke hervormingen op politiek, economisch en militair vlak, met een tijdpad voor de uitvoering daarvan.
Daarnaast besteedt ook de Europese Unie intensief aandacht aan deze onderwerpen in het kader van de onderhandelingen over toetreding tot de EU. Het onderwerp blijft dus hoog op de agenda staan. We hoeven niet bang te zijn dat de aandacht ervoor zal verslappen. De fractie van D66 wil er bij de regering op aandringen ook in de bilaterale contacten met de Montenegrijnse autoriteiten aan te blijven dringen op meer voortgang bij de binnenlandse hervormingen. Ons land vertegenwoordigt Montenegro in het IMF en de Wereldbank en heeft in dat opzicht een bijzondere relatie met dat land, die in deze discussie met Montenegro van nut kan zijn. Ik krijg gaarne een reactie van de regering.
Zoals ik zojuist aangaf onderstreept niet alleen de NAVO maar ook de EU de noodzaak van meer voortgang bij de interne hervormingen in Montenegro. Dat betekent echter geenszins dat lidmaatschap van de NAVO vanzelfsprekend leidt tot lidmaatschap van de Europese Unie. Dat zijn twee geheel verschillende trajecten, met ieder een eigen inhoud, prioriteiten en tijdpad. Lidmaatschap van de NAVO is ook geen voorportaal voor lidmaatschap van de Europese Unie en betekent geenszins dat Montenegro zich kwalificeert voor lidmaatschap van de Europese Unie. Dat is nog bij lange na niet het geval. De heer Van Apeldoorn sprak hier ook over; althans, hij stelde er een vraag over, als ik het me goed herinner.
Het andere uitgangspunt van NAVO-uitbreiding dat ik zojuist noemde — één element is dus: geen instabiliteit importeren — is stabiliteit exporteren. Dat is naar de mening van mijn fractie in drie opzichten het geval bij toetreding van Montenegro tot de NAVO.
Ten eerste wordt door lidmaatschap van de NAVO niet alleen de militaire veiligheid van het land gediend maar wordt er ook een duidelijke politieke koers uitgezet. Die duidelijkheid zal de noodzakelijke interne hervormingen ten goede komen en het voor het bedrijfsleven en de toeristische sector interessant maken om in het land te investeren. Dit zal weer de economische groei in Montenegro stimuleren en zo de stabiliteit van het land bevorderen. Dat laatste was overigens ook de ervaring bij de oprichting van de NAVO zelf: de geruststelling en het vertrouwen in de toekomst die de oprichting van de NAVO de West-Europese landen bracht, leidden uiteindelijk tot 30 jaar politieke stabiliteit en economische groei.
Ten tweede moet Montenegrijns lidmaatschap van de NAVO mede gezien worden in de context van de groeiende instabiliteit in de gehele regio van de Westelijke Balkan. Daar is ook al over gesproken door onder anderen de heer Lintmeijer. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de interne spanningen in landen als Bosnië-Herzegovina, Macedonië en Kosovo. De mogelijkheid van nieuwe conflicten in de regio kan niet uitgesloten worden. Daarnaast leidt het gebrek aan uitzicht op een betere toekomst ten gevolge van de etnische tegenstellingen, de politieke conflicten en de economische stagnatie tot een toestroom van economische vluchtelingen naar andere landen in Europa, waaronder Nederland, vanuit de Westelijke Balkan. Meer samenwerking tussen de landen daar onderling, en met de NAVO en de EU, zal de stabiliteit en de economische groei in de regio bevorderen. Montenegrijns lidmaatschap van de NAVO ondersteunt die noodzakelijke samenwerking.
Ten derde moet toetreding van Montenegro tot de NAVO ook gezien worden in het licht van de opstelling van het Rusland van Poetin. Diens beleid is erop gericht de hoofdrolspeler in de regio te worden, en Moskou bevordert daartoe de instabiliteit in verschillende landen in de regio. In Bosnië-Herzegovina steunde Moskou het door de Bosnische Serviërs georganiseerde referendum dat de deur openzet naar een eventuele afscheiding van het Servische deel van Bosnië, wat een eind zou maken aan het akkoord van Dayton. In de Servische media verschijnen berichten dat Poetin een plan heeft waarbij Servië, Montenegro en Bosnië-Herzegovina neutrale staten zouden moeten worden, een bufferzone tussen de NAVO en Rusland. Toetreding tot de NAVO van onafhankelijke landen als Montenegro, en in het verleden Slovenië, Kroatië en Albanië, wordt op agressieve wijze bekritiseerd, omdat dit een bedreiging voor Rusland zou vormen. Een lichtelijk belachelijke redenering, lijkt mij, maar dat is geloof ik al eerder gezegd.
Montenegro wordt bedreigd met economische sancties. Ook vond een moordaanslag plaats op premier Djukanovic, die voorstander is van toetreding tot de NAVO. De Montenegrijnse autoriteiten zijn na enige maanden onderzoek tot de conclusie gekomen dat Moskou achter deze aanslag zit. De Britse regering is dezelfde mening toegedaan. Lidmaatschap van de NAVO, dat door een grote meerderheid van het parlement wordt gesteund, zou daarom de stabiliteit in de regio verbeteren, omdat het de onzekerheid wegneemt over de positie en de koers van Montenegro.
In dat verband hebben de leden van mijn fractie nog een vraag over het ratificatieproces in de VS van Montenegro's toetreding tot de NAVO. Ik maak uit persberichten op dat dit proces op dit ogenblik stilligt in Washington en dat leden van de Amerikaanse Senaat bezorgd zijn dat de Trump administration weinig haast lijkt te hebben met ratificatie. Wat is de stand van zaken in Washington op dit punt? Welke verwachtingen zijn er dat de VS binnenkort tot ratificatie zal overgaan?
Ik kom aan het eind van mijn betoog. Kern van de zaak is voor de leden van de D66-fractie of de landen in Oost-Europa, inclusief de Balkan, de ruimte zullen behouden hun eigen koers in politiek, economisch en maatschappelijk opzicht te bepalen. Het gaat er niet om dat als Rusland ergens tegen is, wij er daarom voor moet zijn. Maar in diverse internationale overeenkomsten en verklaringen, zoals in de slotakte van Helsinki, is vastgelegd dat ieder land het recht heeft zelf te bepalen of het van lid van een bondgenootschap wil zijn of niet. Dat geldt naar de mening van mijn fractie ook voor Montenegro.
Minister Koenders:
Voorzitter. Ik dank de leden van de Eerste Kamer voor hun inbreng in eerste termijn. Vandaag zijn we inderdaad bijeen om te spreken over de toetreding van Montenegro tot de NAVO. Het is goed dat de Eerste Kamer dit onderwerp relatief snel na de behandeling in de Tweede Kamer op de agenda heeft geplaatst. Ik dank haar ook voor de mogelijkheid om het vandaag te bespreken. Daar zit niet zo heel veel dieps achter, zeg ik in de richting van de SP-fractie. Het is belangrijk om de internationale agenda's goed op elkaar af te stemmen. Ik ben blij dat we hierover vandaag kunnen spreken en stemmen. In mei is er een NAVO-top. Het is belangrijk dat Nederland een signaal kan afgeven aan Montenegro waaruit blijkt of het al dan niet instemt met het mogelijke NAVO-lidmaatschap van Montenegro.
Sinds 2014 zijn er grote veranderingen geweest in de wereld om ons heen. De huidige tijd is geen moment om stil te zitten. De NAVO wordt geconfronteerd met dreigingen uit zowel het zuiden als het oosten. Juist nu we ons op een geopolitiek kantelpunt bevinden, moeten we strategisch blijven bezien hoe we onze veiligheid kunnen waarborgen.
De heer Van Apeldoorn (SP):
Ik kom nog even terug op de beantwoording door de minister van mijn eerste vraag, namelijk waarom we dit per se vandaag, op 21 maart, moeten behandelen en waarom we hierover vandaag moeten stemmen. Het ministerie heeft wel degelijk enige druk uitgeoefend om dit vandaag en niet volgende week te behandelen. Men had dit het liefst nog eerder behandeld, op 7 maart. Het antwoord van de minister luidt slechts: daar zit niet zo heel veel dieps achter. Maar hij verwijst vervolgens naar de NAVO-top in mei. Uiteindelijk komt het dus aan op de NAVO-top in mei. Als we het volgende week behandelen, duurt het ook nog ruim twee maanden voordat de NAVO-top plaatsvindt. Waarom moet dit per se vandaag met stoom en kokend water behandeld worden?
Minister Koenders:
Er is geen reden voor "met stoom en kokend water". We hebben geprobeerd om met elkaar een oplossing te vinden, zodat we dit zo spoedig mogelijk kunnen doen. Ik heb net gezegd dat er in mei een NAVO-top is. Er is ook wetgeving die het mogelijk maakt om over dit onderwerp een referendum aan te vragen. Daar gelden ook periodes voor. Wij houden ons precies aan de wet. In die zin is het belangrijk dat we niet te lang wachten. De Tweede Kamer heeft dit wetsvoorstel met een overgrote meerderheid aangenomen. Het is belangrijk om internationaal goed te opereren. Men kijkt behalve naar de Verenigde Staten en Spanje ook naar Nederland. Stemt Nederland ermee in of niet? Montenegro heeft heel lang gewacht. Het heeft eerst de MAP-status gehad. Er is heel lang onderhandeld en in december 2015 en december 2016 zijn er debatten gevoerd. Het is belangrijk om hier een beetje voortgang mee te maken.
De heer Van Apeldoorn (SP):
De minister geeft aan dat het van belang is om hier een beetje voortgang mee te maken, maar de manier waarop dit is gegaan, verdient wat ons betreft niet de schoonheidsprijs. Het argument van een referendum hebben we eerder gehoord. Daarvoor geldt een termijn van twee maanden. In artikel 2 van de goedkeuringswet staat dat de wet in werking treedt met ingang van de eerste dag van de derde maand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij wordt geplaatst. Als de wet eind deze maand in het Staatsblad wordt geplaatst, hebben we het op basis van dit artikel over 1 juni? Of begrijp ik dat verkeerd?
Minister Koenders:
Dat is juist.
De voorzitter:
Mijnheer Van Apeldoorn, tot slot op dit punt.
De heer Van Apeldoorn (SP):
In dat licht begrijp ik de haast niet zo goed, want dan treedt dit verdrag sowieso pas in werking na de NAVO-top in mei.
Minister Koenders:
Ik heb eerlijk gezegd niet zo heel veel meer toe te voegen aan de redenering die ik al naar voren heb gebracht. Het is belangrijk dat we voortgang maken met datgene wat we internationaal afspreken. Montenegro heeft daartoe ook een verzoek gedaan. Ik kan alleszins begrijpen dat Montenegro een duidelijk signaal wil afgeven aan zijn bevolking. Ik stel het daarom zeer op prijs dat we hierover vandaag kunnen spreken.
In de afgelopen periode is er sprake geweest van een relatieve rust op de Westelijke Balkan, zeker in vergelijking met de jaren negentig. Ik onderlijn daarbij het woord "relatief". Relatieve rust is echter nog geen duurzame stabiliteit. De Westelijke Balkan heeft sinds de verwoestende oorlogen in de jaren negentig grote stappen voorwaarts gezet, mede dankzij het Euro-Atlantisch perspectief dat die landen is geboden. Je zou kunnen zeggen dat dit een conflictpreventieve werking heeft gehad. Het blijft echter een zeer kwetsbare regio. Alle leden hebben daarnaar verwezen. Ik denk bijvoorbeeld aan de problematiek van terugkerende foreign fighters. Dat is inderdaad een probleem. Er werd ook gewezen op de situatie in Kosovo, de grensoverschrijdende criminaliteit en de migratiecrisis. Die kwesties raken Nederland uiteraard ook direct. Ik ben mij ook zeer bewust van de bredere geopolitiek van Rusland op de Westelijke Balkan. Ik denk dat niemand dat kan ontkennen. De banden van de regio met Rusland zijn van oudsher aanwezig, met name in Servië, Montenegro en de Republika Srpska. Er lijkt recentelijk sprake van toenemende pogingen van Rusland om zijn invloed te doen gelden, soms zichtbaar en soms minder zichtbaar. De regio die wordt omringd door het bondgenootschap is van strategisch belang. Het is essentieel om de Euro-Atlantische koers van de regio te behouden door middel van blijvende betrokkenheid. Ook de NAVO zal moeten blijven investeren in de regio. We moeten dus doorgaan met de hechte samenwerking met onze partners in de regio. Die willen dat ook. Denk aan de samenwerkingsrelatie die de NAVO heeft met Servië.
Ik kom op de toetreding van Montenegro. Zoals bekend is daar een lang proces aan voorafgegaan, het zogenaamde MAP-proces. Men is zich al heel lang aan het voorbereiden op het NAVO-lidmaatschap. Op 2 december 2015 werd Montenegro uitgenodigd voor toetredingsbesprekingen met het oog op het NAVO-lidmaatschap. Op 19 mei 2016 ondertekenden de NAVO-ministers van Buitenlandse Zaken het toetredingsprotocol. Het kabinet heeft de Tweede Kamer hierover geïnformeerd, onder andere via de verslagen van de betreffende NAVO-ministeriële. Die hebben de leden van de Eerste Kamer ook gehad. In december ging een zeer grote meerderheid van de Tweede Kamer akkoord met de toetreding van Montenegro.
Die toetreding is een logische vervolgstap binnen de bredere NAVO-strategie op de Westelijke Balkan. Sinds de jaren negentig heeft de NAVO een belangrijke bijdrage geleverd aan de stabiliteit in de regio. Eerder, in 2009, traden Slovenië, Kroatië en Albanië al toe. Het is in het belang van Nederland dat ook Montenegro wordt ingebed in de Euro-Atlantische structuren en dat de NAVO blijft werken aan goede samenwerkingsrelaties met andere landen op de Westelijke Balkan die geen lid zijn van de NAVO. Dat zijn in het bijzonder Servië, Bosnië en Herzegovina en Macedonië. Daar gebeurt dat overigens ook mee.
Het verwelkomen van de keuze van Montenegro voor de NAVO is belangrijk. Het gaat om een krachtige boodschap van de NAVO aan andere landen in de regio. De boodschap van de NAVO is dat ze onder strenge voorwaarden welkom zijn en dat de NAVO bereid is om de landen die hun systemen serieus hervormen en de NAVO-waarden onderschrijven, te omarmen. Ik kom straks nog even terug op die specifieke hervormingen.
De boodschap is ook dat de NAVO gecommitteerd blijft aan het opendeurbeleid, zeg ik tegen de woordvoerder van de SP-fractie. De NAVO stimuleert democratische hervormingen en defensiehervormingen van aspirant-bondgenootschappen. De toetreding van Montenegro draagt zodoende bij aan stabiliteit in een historisch zeer verdeelde regio aan de grenzen van het bondgenootschap. Dit is ook in het belang van Nederland. Alle buurlanden zijn er eigenlijk wel van overtuigd dat dit een goede zaak is. Er is dus geen verschil van mening hierover, ook niet met een land als Servië.
Het is een minstens even stevige boodschap aan degenen die vinden dat landen niet zelf moeten kunnen kiezen. Het is de vrije wil van de Montenegrijnse bevolking, van het parlement, om deze keuze opnieuw te maken en voor te leggen. Zoals bekend heeft Moskou wat mij betreft geen droit de regard als het gaat om een uitbreiding van de NAVO. De woordvoerder van de SP vindt kennelijk van wel, maar naar mijn opvatting is dat niet zo. De NAVO kan het zich niet veroorloven dat Montenegro sterk onder Russische invloed zou komen te staan en daardoor van de ingezette hervormingskoers zou afdwalen. Dat zou direct een verdere instabiliteit in de Balkan aanwakkeren.
De heer Van Apeldoorn (SP):
De minister zei dat de SP-fractie kennelijk vindt dat Rusland een soort vetorecht heeft. Dat is natuurlijk geheel onjuist. Dat heb ik in het geheel niet gezegd. Op basis van NAVO-verdrag zouden wij stellen dat het aan elk land op zich is om te bepalen of een ander land welkom is of niet en onder welke voorwaarden. In het NAVO-verdrag is vastgelegd dat de NAVO alleen bij consensus uitgebreid kan worden. Het vetorecht ligt dus niet bij Moskou, maar ook niet bij een land dat eventueel zou willen toetreden, zoals Montenegro.
Minister Koenders:
Ik ben blij om te horen dat dat uw opvatting niet is. Uw overwegingen komen zeer overeen met die van de Russische Federatie, maar het is goed om te horen dat dat niet het punt is dat u hier vandaag naar voren wilt brengen.
De heer Van Apeldoorn (SP):
De manier waarop de minister mijn woorden interpreteert, geeft te denken. Ik wil de minister graag het volgende vragen over de relatie met Rusland. Ziet de minister een mogelijk risico op verslechterde verhoudingen met Rusland als gevolg van de toetreding van Montenegro? En, zo ja, ziet hij dat dan als iets wat je als bijbehorende kosten zou moeten opvoeren in de kosten-batenanalyse naar aanleiding van de vraag of het verstandig is of niet dat Montenegro toetreedt?
Minister Koenders:
Dat kan ik eerlijk gezegd niet beoordelen. Dat hangt van de Russische Federatie af. Het is de Montenegrijnse regering die, ook na twee verkiezingen, ervoor kiest om lid te worden van de NAVO. Als Montenegro vervolgens aan de eisen daarvoor voldoet, is dat een vrije keus van een land en is het vervolgens aan anderen om te beoordelen of zij daarvan een probleem maken.
De voorzitter:
Mijnheer Van Apeldoorn, tot slot.
De heer Van Apeldoorn (SP):
De minister is toch bekend met de Russische positie in dezen? Moet ik het nu werkelijk zo begrijpen dat de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken zegt: "Het staat Montenegro vrij om toe te treden tot de NAVO We hebben geen oordeel over de geopolitieke gevolgen en de mogelijke spanningen die dat oplevert; we zien het wel. Mogelijk levert het spanningen op met Rusland, en mogelijk niet. We hebben daarvan geen idee, maar we nemen dat verder niet mee in onze overwegingen en afweging"? Moet ik de woorden van de minister zo begrijpen?
Minister Koenders:
Nee, dat is een misinterpretatie, want dat heb ik helemaal niet gezegd.
De heer Van Apeldoorn (SP):
Misschien kan de minister dat dan nog een keer toelichten.
Minister Koenders:
Met plezier. Daarmee was ik net bezig. Ik heb net uitgebreid aangegeven waarom ik denk dat het voor de stabiliteit van de NAVO en die van de Balkan en vanwege de democratische wens van de bevolking van belang is dat Montenegro lid wordt van de NAVO. Daarover is zo goed als unanimiteit in de NAVO. Het gaat erom dat we ook een geografische entiteit hebben van Faro tot Istanbul en dat daar helderheid over bestaat. Er is geen probleem met de buurlanden op dit punt. Het is een vrije wens van het volk en van het parlement. Het lijkt mij dan niet aan te gaan dat de Nederlandse regering, die zelf het belang daarvan inziet, zou zeggen dat dit niet aan de orde is. Wij maken natuurlijk een inschatting of dat vervolgens geostrategische of andere consequenties heeft, maar dat is heel moeilijk in te schatten. Ik weet niet precies wat de Russische invloedssfeer zou moeten zijn in Montenegro, wat de Russen daar precies voor belangen hebben en of de Russen, gezien wat we vernomen hebben over de poging tot staatsgreep, andere mogelijkheden willen zoeken om de wens van Montenegro een vermindering van kwaliteit te geven. Dat is aan hen. Ik ben het wel met de SP-fractie eens dat dit op zich niet het enige is als het gaat om de relatie tussen de NAVO en de Russische Federatie. De Nederlandse regering is juist voor de NAVO-Ruslandraad. Ook is zij voor de besprekingen met Rusland, zowel op militair als politiek niveau, als het gaat om een groot aantal belangen, of het nu gaat om antiterrorismemaatregelen, om Syrië, om wapenbeheersing, om het Open Skies-verdrag of om transparantie. De Nederlandse regering heeft daarvoor voorstellen gedaan. Ik ben voor samenwerking met de Russische Federatie waar mogelijk, maar dat is iets anders dan de Russische Federatie het droit de regard te geven op uitdrukkelijke wens van de Montenegrijnse regering.
Ik kom op een aantal vragen die mij in dat kader gesteld zijn. Wij verwelkomen de keuze van Montenegro. Ik ben bekend met de berichtgeving in internationale media, waaronder de Britse krant The Telegraph, op basis van bronnen uit het Verenigd Koninkrijk over Russische betrokkenheid bij de vermeende couppoging. Onderzoek zal moeten uitwijzen in hoeverre deze berichten gegrond zijn. Het is nu aan de rechtsgang in Montenegro om duidelijkheid te krijgen over de gebeurtenissen. De speciaal aanklager van Montenegro Katnic heeft wel gewezen op Russische betrokkenheid. Ik vind het ernstig als dit zo zou zijn. Ik ben dus ook helemaal niet naïef over de rol van Rusland in die regio; het is belangrijk om dat nog eens te onderlijnen in dit debat. Maar uiteraard gaat het om het recht. Montenegro zal die zaak via de speciaal aanklager voor 15 april aan de orde stellen. Hij schijnt daarbij gezegd te hebben een aanklacht tegen 25 personen geformuleerd te hebben. Ik steun de Montenegrijnse autoriteiten in de aanpak langs juridische weg en verwelkom hun waardering voor de medewerking van de Servische autoriteiten. Het is goed dat daar geen probleem ligt.
De SP-fractie heeft gelijk over de Russische positie ten aanzien van het NAVO-lidmaatschap van Montenegro. Montenegro wil deel uitmaken van de Euro-Atlantische structuur. Een meerderheid van de bevolking is voorstander van toetreding. Rusland heeft geen enkele lidstaat duidelijk kunnen maken welke veiligheidsbelangen in het geding zijn gekomen. Montenegro is geografisch ver verwijderd van de Russische grenzen. De argumenten van Moskou raken wat mij betreft dus kant noch wal.
De argumentatie dat territoriale verschillen van Montenegro met buurlanden zoals Albanië en Kroatië een belemmering zouden vormen voor een NAVO-lidmaatschap van Montenegro, is mijns inziens ook niet valide. De buurlanden van Montenegro die al lid zijn van de NAVO, Albanië en Kroatië, hebben met het lidmaatschap van Montenegro ingestemd. Sterker nog, de ministers van Buitenlandse Zaken van Kroatië en Albanië hebben mij recentelijk een brief gestuurd waarin zij pleiten voor toetreding van Montenegro tot de NAVO als een belangrijke ontwikkeling voor de stabiliteit in de regio. Ik vind dit belangrijk, want — zo zeg ik tegen de heer Van Apeldoorn — dit is juist de reden om te zeggen dat het de stabiliteit zal verhogen op het moment dat we problemen op de Balkan zien. Albanië en Kroatië laten ondanks meningsverschillen dus het belang van regionale stabiliteit prevaleren.
Eventuele territoriale verschillen zijn overigens op zichzelf nooit een belemmering geweest voor het NAVO-lidmaatschap. Tal van landen hebben dit, maar het is in dit kader niettemin belangrijk om de positie van de buurlanden te benoemen. Ook Servië heeft laten weten geen moeite te hebben met de Montenegrijnse toetreding. Servië respecteert de onafhankelijkheid van Montenegro en de Euro-Atlantische aspiraties van zijn buren. Het is de wens van de Nederlandse regering dat Montenegro het 29ste NAVO-lid zal worden. Overigens zeg ik hierbij dat er geen zicht is op verdere uitbreiding van het bondgenootschap in de nabije toekomst gelet op de criteria en de posities van verschillende landen op dit moment.
25 van de 28 bondgenoten hebben het protocol ter toetreding van Montenegro tot de NAVO inmiddels parlementair goedgekeurd. Een flink aantal landen heeft ook al de formele ratificatieprocedure afgerond. Alleen in de Verenigde Staten, Spanje en Nederland moet het parlementaire goedkeuringstraject nog worden gefinaliseerd. In Spanje wordt dit op korte termijn verwacht. De Senaatscommissie voor Buitenlandse Zaken van de VS heeft het protocol inmiddels goedgekeurd. Daarop moet nog een plenaire toestemming volgen. Ik zal mij daarover laten informeren. Ik reis vanavond af naar de Verenigde Staten. Wij zullen dit morgenochtend direct aan de orde stellen om te bekijken hoe de discussie daar verloopt. Ik heb daarover op dit moment geen andere informatie. Volgens de contacten die wij tot nu toe hebben, in ieder geval ook met de secretaris-generaal van de NAVO, is en blijft dit de procedure. Ik ga daar graag morgen even naar kijken.
Naar aanleiding van de vragen van de Kamer over de hervorming herhaal ik dat dit een belangrijk punt is. Op 2 december 2015 werd Montenegro uitgenodigd voor toetredingsbesprekingen met het oog op het lidmaatschap. Daar is een zesjarig traject aan voorafgegaan. Montenegro voldoet nu aan de eisen die worden gesteld in het NAVO-verdrag, maar dus niet aan de eisen in het EU-verdrag, want dan moet nog aan veel extra voorwaarden worden voldaan. Dat is nu volstrekt niet aan de orde. Montenegro wil en kan een bijdrage leveren aan de Euro-Atlantische veiligheid. Het land doet dit nu ook al in het kader van Resolute Support.
Zoals aangegeven heeft Montenegro in de afgelopen jaren een indrukwekkend hervormingsbeleid op poten gezet en uitgevoerd. In het antwoord op de schriftelijke vragen ben ik reeds ingegaan op de hervormingen die Montenegro heeft doorgevoerd zowel in EU- als in NAVO-verband. Deze processen zijn niet alleen aan elkaar verbonden, ze versterken elkaar ook. Ik geef enkele voorbeelden: het kantoor van de speciale aanklager en het Anticorruptieagentschap, opgericht voor het bestrijden van corruptiezaken en van de georganiseerde misdaad, de grondwetsherzieningen in 2013 en de aanname van een wet in 2015 voor een landelijke wervingssysteem voor rechters. Ik kan nog een andere voorbeeld geven: de verkiezingen in oktober 2016 die conform de nieuwe kieswet zijn uitgevoerd. De NAVO heeft dit hervormingsproces zorgvuldig gemonitord en beoordeeld. De algemene consensus is dat de hervormingen die nodig zijn, tot tevredenheid en conform de met Montenegro gemaakte afspraken zijn doorgevoerd. Wij willen wel dat die nog substantiëler worden; tijdens de toetredingsonderhandelingen begin 2016 is gesproken over hetgeen in het programma voor voortgaande hervormingen moet staan. Met dit programma committeerde Montenegro zich aan het voortzetten van hervormingen op specifieke terreinen, zoals capaciteitsopbouw van de krijgsmacht en rechtsstaatontwikkeling. De hervormingsdoelen voor, en indien nodig na, toetreding zijn voorzien van actieplannen en deadlines. Montenegro houdt bondgenoten op de hoogte van de vorderingen, met een driemaandelijkse update. Voor Nederland zijn daarbij specifieke aandachtspunten: de ontwikkeling van de rechtsstaat en de mediavrijheid. We hebben natuurlijk ook allerlei bilaterale contacten, waar de heer Schaper op wees. Zij zitten in de kiesgroep. Dat betekent dat wij al jaren heel betrokken zijn bij de hervormingen in Podgorica op al deze elementen, zoals het economische hervormingsbeleid en een aantal zaken die te maken hebben met de rechtsstaat en de voorspelbaarheid van de wetgeving.
De NAVO zal Montenegro blijven steunen in het hervormingsproces, maar schuwt kritische vragen niet. Nederland is daar ook zeer bij betrokken als het gaat om de journalist Jovo Martinovic. Zijn proces is na een jaar voorarrest in oktober eindelijk begonnen. Wij zullen die zaak bilateraal zeer nauwlettend blijven volgen en daarbij uiteraard ook het belang van een eerlijk proces benadrukken.
Er is ook gezegd dat men stabiliteit moet exporteren en de import van instabiliteit zo veel mogelijk moet voorkomen. Ik denk dat dit inderdaad belangrijk is. Je moet ook willen dat Montenegro zelf een positieve bijdrage levert aan de veiligheid. Dat doet men inmiddels via de NAVO-missie in Afghanistan en door een bijdrage aan de missie Resolute Support.
De heer Van Apeldoorn (SP):
Ik kom nog even terug op de vorderingen die Montenegro maakt op het gebied van rechtsstaat en democratie. Verschillende organisaties denken daar wat anders over dan de minister. Maar goed, er zijn misschien vorderingen gemaakt. De minister zegt dat Montenegro daarmee voldoet aan de eisen en kan toetreden, want het deelt in voldoende mate onze waarden. Daarbij zijn wel wat kanttekeningen te plaatsen. Er moet nog meer gebeuren, stelt de minister. Daarover is hij het eens met de SP-fractie. Ik vroeg in eerste termijn expliciet welke stok de NAVO achter de deur heeft om daarvoor te zorgen. De minister verwijst ernaar dat we dat blijven monitoren en dat er deadlines zijn, maar wat als Montenegro die deadlines niet haalt? Wordt Montenegro dan weer uit de NAVO gezet of volgen er sancties? Wat voor instrumentarium heeft de NAVO tot haar beschikking om ervoor te zorgen dat die vorderingen ook daadwerkelijk plaatsvinden en niet worden teruggedraaid?
Minister Koenders:
Misschien kan ik daarover twee opmerkingen maken. De eerste opmerking is dat Montenegro op dit moment voldoet aan de eisen. De tweede is dat als een land terugvalt, bijvoorbeeld op het gebied van de rechtsstaat of als er discussies zijn over normen en waarden, dat in debat kan komen. De heer Van Apeldoorn noemde een aantal andere bondgenoten waar issues zijn; een voorbeeld in de laatste maanden is Turkije. Dat is ook altijd mogelijk. Wij vinden het van belang dat, los van het feit dat men daaraan voldoet, men niettemin voortgang blijft boeken op een aantal punten. Dat wordt proactief gemonitord door de NAVO, maar het land voldoet aan de eisen.
De heer Van Apeldoorn (SP):
We zijn het met elkaar eens dat Montenegro nog meer vorderingen moet maken. De minister zegt dat er debat over kan komen, zie Turkije. In hoeverre is de minister het met ons eens dat een reëel risico is dat wij die instabiliteit importeren, in de woorden van de heer Schaper? Is er dan een plan B? Of gaat de minister ervan uit dat het uiteindelijk wel mee zal vallen en dat het risico weinig reëel is dat we die instabiliteit importeren?
Minister Koenders:
Wij maken een afweging naar aanleiding van vrij strikte eisen van de NAVO en daar voldoet men aan. Wij denken dat het NAVO-lidmaatschap vervolgens zelf een stimulans is voor de stabiliteit. Daarnaast is door twee parlementen gevraagd om verder te gaan met de ratificatie van het NAVO-lidmaatschap. Als we dat ineens niet zouden doen, zou dat misschien destabiliserend kunnen werken. Er zijn dus allerlei redenen om aan te nemen dat het juist stabiliserend werkt in plaats van tot instabiliteit te leiden. Er zijn altijd regels en normen en waarden van de NAVO die aan de orde kunnen worden gesteld door de lidstaten.
Dan ben ik bijna aan het eind van mijn bijdrage gekomen. Misschien is het nog belangrijk om in de richting van alle leden te benadrukken dat Montenegro graag zelf lid wil worden van de NAVO. Het parlement heeft die koers tweemaal bekrachtigd door middel van resoluties. De parlementaire verkiezingen van 16 oktober 2016, tien jaar na de onafhankelijkheid van Montenegro, waren opnieuw een belangrijke mijlpaal. De partijen die winst hebben behaald, staan pal achter het pad van Euro-Atlantische integratie. De nieuwe regering onder leiding van premier Marković heeft reeds aangegeven dat NAVO-toetreding en EU-toetreding voor deze regering een strategische prioriteit zijn. Ook een deel van de oppositie steunt het NAVO-traject. Zij zijn ervan overtuigd dat dit pad een stabieler en welvarender Montenegro mogelijk maakt. Zoals ik zojuist al zei, kiest Montenegro daarbij niet alleen voor de veiligheidsgarantie die het lidmaatschap van de NAVO met zich brengt, maar ook voor een sterker en democratischer Montenegro, waarin de rechtsstaat beter gewaarborgd wordt.
Dat brengt mij nog even op de vraag van de fractie van GroenLinks of ik me zorgen maak over die regio. Ja. Daarom vond ik het zo van belang dat de buurlanden geen probleem hebben c.q. instemmen met het NAVO-lidmaatschap en dat ook met hen wordt samengewerkt. Wij zien wel degelijk risico's voor de regio. Dat komt omdat ze zich strategisch ongewis weten. Is er sprake van een toekomstig EU-lidmaatschap of niet? Wat is de invloed van Turkije en de Russische Federatie? Wat gebeurt er met de terugkeer van foreign terrorist fighters? Hoe kunnen ze ervoor zorgen dat hun rechtsstaatontwikkeling doorgang vindt en versterkt wordt? In dat kader moet je een strategische afweging maken. De Nederlandse regering vindt dat het lidmaatschap een bijdrage levert aan de stabiliteit van die regio en de veiligheid van Nederland.
De voorzitter:
Dank u wel. Wij zijn toegekomen aan de tweede termijn van de kant van de Kamer. Ik geef het woord aan de heer Van Apeldoorn.
De heer Van Apeldoorn (SP):
Voorzitter. Ik dank de minister voor zijn beantwoording. Wij zijn weinig overtuigd geraakt door het antwoord van de minister op de vraag waarom er zo veel haast zit achter dit debat. Op grond van artikel 2 van het wetsvoorstel begrijpen we dat we vanuit de optiek van de minister sowieso te laat zullen zijn met de inwerkingtreding van deze wet, want die zal plaatsvinden na de NAVO-top, terwijl een en ander blijkbaar heel belangrijk is. Bovendien is het nog steeds het wachten op de Amerikaanse Senaat, die dit nu plenair moet behandelen in een volledig debat en met een tweederdemeerderheid zal moeten instemmen. Uiteindelijk is het op basis van het protocol aan de Amerikaanse regering om de overige NAVO-lidstaten in kennis te stellen van de inwerkingtreding van de toetreding. Met andere woorden, het blijft dus wachten op de VS. Dat zou best wel tot ruim na de NAVO-top in mei kunnen zijn. Wat dat betreft snappen wij nog steeds niet waarom de minister zo veel haast heeft.
Er moet mij ook nog een ander ding van het hart. Het lijkt tegenwoordig wel — dat merkte ik zowel in de aanloop naar dit debat als tijdens dit debat — of het not done is om je kritisch uit te spreken over de NAVO en om de vanzelfsprekendheid waarmee anderen het bestaan van rivaliserende machtsblokken aanvaarden, in twijfel te trekken. De minister zegt nu dat de SP er eigenlijk precies hetzelfde over denkt als Moskou en dat Moskou hiermee vetorecht krijgt. Ik werp dat verre van me. Het gaat om de vraag of de NAVO bijdraagt aan een stabiele en vreedzame wereld. Op welke wijze kan dit het beste worden vormgegeven? Daar gaat de discussie over. Het gaat niet om de vraag wat we van Poetin vinden. Een collega-sociaaldemocraat van deze minister, Gerhard Schröder, heeft ooit gezegd: Poetin is een door de wol geverfde democraat. Ik heb mij toen opgewonden over die opmerking. Eerder zou ik Poetin kenschetsen als een door de wol geverfde autocraat. Maar dat is nu allemaal niet aan de orde. Waar het om gaat, is of de toetreding van Montenegro en überhaupt de hele uitbreiding bijdragen aan de stabiele verhoudingen in Europa. Ik heb eerder verwezen naar de uitspraak van toenmalig VVD-leider Bolkestein, die ervoor waarschuwde dat het de verhoudingen in Europa zou destabiliseren. Ik vraag de minister daarop te reflecteren. Heeft de uitbreiding van de NAVO in de afgelopen twintig jaar bijgedragen aan de stabiliteit van Europa en van de wereldvrede, ja of nee? Hoe beziet hij in dat licht de toetreding van Montenegro voor de Balkan, de regio en Europa als geheel?
De heer Schaper (D66):
Ik heb toch wel een zeker probleem met de positie die de geachte collega Van Apeldoorn hier uiteenzet, in de zin dat die volledig één kant van de zaak benadert, namelijk alles wat er verkeerd is gedaan door de NAVO, het Westen en wellicht ook de EU, als ik het even heel kort samenvat. Hij gaat toch wat gemakkelijk voorbij aan de andere scenario's. We hebben het nu even niet over Rusland, maar stel dat geen van de grote mogendheden, noch de NAVO, noch de EU, zich werkelijk met de Westelijke Balkan gaat bezighouden, denkt de heer Van Apeldoorn dat dan de stabiliteit op de regio neerdaalt? Nee, ik denk eerder het tegenovergestelde, namelijk dat de kans op conflicten groter is bij afwezigheid van de EU en de NAVO dan bij aanwezigheid van de EU en de NAVO.
De heer Van Apeldoorn (SP):
Dat valt nog maar te bezien waar het gaat om de NAVO. Ik heb ook betoogd dat het niet zo is dat wij niet zouden vinden dat Montenegro een kans gegeven moet worden om zich verder te ontwikkelen tot een in Europa geïntegreerde stabiele democratie. Wat ons betreft hoort Montenegro natuurlijk bij Europa. Over het mogelijke EU-lidmaatschap van Montenegro hebben we vandaag geen debat. Natuurlijk gaat het er niet om dat we een soort van vacuüm moeten achterlaten in de Balkan en dat we ons daar vanuit Nederland of vanuit de EU helemaal niet mee moeten bemoeien. De vraag is alleen of toetreding tot de NAVO zal bijdragen aan een verdere stabilisering van deze regio en aan stabiliteit in Europa. Ik denk dat ik daar helder over ben geweest. In dat licht bezien wij ook kritisch de huidige rol van de NAVO.
Ik heb de minister ook gevraagd om een herbezinning, juist in de context van het huidige tijdsgewricht. Hij is daar niet op ingegaan. Ik wil nog even memoreren dat er een tijd was waarin de SP niet alleen stond in deze kritische houding richting de NAVO en we de PvdA ook aan onze zijde vonden. Maar goed, dat was een andere tijd met een andere PvdA. Voormalige critici van de NAVO zijn dus steeds meer NAVO-minded geworden, maar als SP-fractie blijven we ons inzetten voor een duurzame, veiliger wereld zonder militaire machtsblokken en voor het daadwerkelijk neerleggen van het geweldsmonopolie bij de VN. Op dit moment zitten we in een situatie waarin we richting toenemende spanningen en een wapenwedloop gaan, waarbij gevraagd wordt om een verdere verhoging van de defensie-uitgaven terwijl de NAVO nu al voor 70% verantwoordelijk is voor de wereldwijde defensie-uitgaven, waarvan 253 miljard uitgegeven wordt door het Europese deel van de NAVO, wat al bijna vier keer zo veel is als datgene wat Rusland uitgeeft aan defensie. Ik heb de minister er niet verder over gehoord of hij het naar aanleiding daarvan niet met ons eens is dat we nog eens goed zouden moeten kijken naar de rol van de NAVO.
Ten aanzien van de toetreding van Montenegro zelf is verwezen naar het opendeurbeleid. Er is gesteld dat er strenge voorwaarden zijn waaraan Montenegro moet voldoen en dat Montenegro daaraan voldoet en dat Montenegro onze waarden deelt. Ik constateer nogmaals dat Montenegro door internationale organisaties wordt beoordeeld als een gemankeerde democratie waar nauwelijks persvrijheid is en die een vrijplaats is voor georganiseerde misdaad en corruptie. Dus over welke NAVO-voorwaarden hebben we het dan? Als Montenegro daaraan voldoet, dan is mijn vraag aan de minister welke andere landen er ook aan voldoen. Voldoet Oekraïne daar bijvoorbeeld nu ook al aan en zou de toetreding van Oekraïne volgens de minister dan ook op de agenda kunnen staan?
Nee, wij leggen niet het vetorecht neer bij Moskou. Wij wijzen er nogmaals op dat het ook niet alleen aan Montenegro is, of aan welk ander land dan ook dat toetreding tot de NAVO wenst, om uit te maken of men al dan niet tot de NAVO gaat behoren, maar dat dit uiteindelijk een beslissing is van alle — op dit moment nog 28 — soevereine lidstaten van de NAVO, omdat er bij consensus besloten zal moeten worden. Wat dat betreft, wil ik nogmaals de suggestie van de minister dat het hier gaat om het volgen van de lijn van Moskou, verwerpen. Misschien kan de minister nog een keer ingaan op de vraag waarom Montenegro aan de eisen voldoet en voor welke andere landen dat mogelijk nog zal gelden.
De heer Lintmeijer (GroenLinks):
Voorzitter. Ik bedank de minister voor de beantwoording van de vragen. Mijn fractie constateert dat de stabiliteit op de Balkan en specifiek in de regio rond Montenegro ons beider zorg is en dat we daar niet gemakkelijk aan voorbij kunnen gaan. Ik zeg ook in de richting van de heer Van Apeldoorn dat mijn fractie juist altijd pleit voor zo veel mogelijk een Europese oplossing, ook als het gaat om militaire integratie en samenwerking. Wij zien alleen in een realistisch scenario dat de NAVO op dit moment een middel is om daaraan te werken, maar dat zij daarin geen doel op zich is.
De paradox van deze tijd is misschien wel dat we ons net zo veel zorgen maken over de interventies van Russische zijde als over de interventies van — ik zou bijna zeggen — eigen Turkse bondgenoten in de Balkan die juist weer niet bijdragen aan die stabiliteit. In die zin is het geopolitieke plaatje er niet makkelijker op geworden.
Ik wil ten slotte toch nog even iets zeggen over de positie van de Verenigde Staten en over het nieuws van vandaag dat de minister van Buitenlandse Zaken de NAVO-vergadering van volgende maand liever een keertje overslaat, omdat hij belangrijkere dingen te doen heeft, namelijk naar Rusland of China gaan. De wijze waarop vanaf de andere kant van de Atlantische Oceaan op dit moment tegen de NAVO wordt aangekeken, stelt ons niet gerust. Misschien kan de minister daar nog een korte beschouwing op geven.
De voorzitter:
Is de minister in staat om direct te antwoorden? Dat is het geval. Ik geef het woord aan de minister van Buitenlandse Zaken.
Minister Koenders:
Voorzitter. Ik dank de leden van de Kamer voor hun inbreng in tweede termijn. Ik geloof, eerlijk gezegd, dat we het niet eens worden over het moment, over haast of geen haast. Ik probeer, ook vanuit Nederlands belang en perspectief, echt zo snel mogelijk te handelen. Natuurlijk is die NAVO-top daarbij van belang. Het wachten op de Verenigde Staten is voor mij nooit een signaal geweest. We hebben ook een eigen verantwoordelijkheid. Ik denk dat het belangrijk is en stel het ook zeer op prijs dat de discussie in de Eerste Kamer vandaag kan plaatsvinden.
Ik wil naar aanleiding van de vragen van de heer Van Apeldoorn nog enkele opmerkingen maken. Er is sprake van een aantal misverstanden. Hij had het over de NAVO, de Verenigde Naties en de Europese Unie. Hier staat een minister die gelooft in de Verenigde Naties, die zich baseert op de collectieve veiligheid, zo nodig op artikel 7 van het VN-Handvest en op de grote bijdrage die Nederland levert aan VN-vredesoperaties. Het is dus niet of VN of NAVO of Europese Unie; we zijn lid van al die drie organisaties. In de VN zijn we volgend jaar zelfs lid van de Veiligheidsraad. We zijn een actieve speler op het terrein van de NAVO. Zijn we daarbij NAVO-critici? Ja. Nederland is het enige land dat in eerste instantie besloten heeft om mee te doen aan de onderhandelingen over een kernwapenverbod. Er is geen enkel ander NAVO-land dat dit doet. Ik zeg dan ook met alle respect voor de inbreng van de heer Van Apeldoorn in tweede termijn, dat nu het beeld schetsen dat Nederland nooit een kritische noot ten aanzien van de NAVO uit, echt op niets gebaseerd is.
We zien de NAVO niet als een organisatie tegen de Russische Federatie. De NAVO is een collectieve veiligheidsorganisatie. De Russische Federatie is niet onze vijand. Laat dat heel duidelijk zijn. Zo zie ik het niet en zo ziet de Nederlandse regering het niet. We hebben wel een collectieve veiligheidsopvatting die naast operaties buiten het verdragsgebied onderdeel zijn van de rol van de NAVO.
Artikel 5 van het NAVO-verdrag is inderdaad belangrijker geworden vanwege een aantal hybride activiteiten van de Russische Federatie in de Baltische staten. We zien de Russische Federatie niet als vijand. Ik heb net gezegd hoe we juist proberen om de Russische Federatie te bereiken en om niet mee te gaan in de negatieve spiraal tegen één ander land. We zijn wel zeer bezorgd. Ik heb net een en ander gezegd over de uitlatingen van de officier van justitie in Montenegro over een poging tot een staatsgreep. Ik weet niet of dat bewezen zal worden. Daar ga ik ook niet over. Maar ik maak mij grote zorgen over die ontwikkelingen. We kunnen niet zeggen dat neutraliteit of onpartijdigheid mogelijk is. Wij zien hierbij grote risico's voor de Balkan. Dat is de redengeving. De redengeving is niet: we gaan het laten escaleren in de richting van een volgend conflict met de Russische Federatie. Het gaat er ook niet om dat Nederland denkt: we gaan eens even gezellig een paar landen in de invloedssfeer van de NAVO trekken. Het gaat hier om een collectieve veiligheidssituatie in een periode waarin er dreigingen zijn ten aanzien van het verdragsgebied. De democratische wens van de regering van Montenegro na de verkiezingen is om deel te worden van de NAVO. Dan moet je wel van goeden huize komen om te zeggen dat dat niet belangrijk is. Ik zeg niet dat leden van deze Kamer dat zeggen. Natuurlijk heeft Nederland de mogelijkheid om dit tegen te houden. Ik heb ook niet gezegd dat dit niet mogelijk zou zijn. We zijn hier in het debat bijeen om te bekijken of het een verstandig besluit is. Dat is een direct punt van belang waar ik het mee eens ben.
Ik zou niet willen zeggen dat we te maken hebben met een beleid dat we makkelijk kunnen vertalen in: als we de wens van Montenegro nu een beetje in het midden laten en als we niet ingaan op de ontwikkelingen daar, dan kunnen we misschien in een soort collectieve veiligheidsorganisatie in Europa bekijken of we verder kunnen komen. Ik denk dat dat onverstandig is. Misschien verschillen we daarover van mening. Ik wil hier benadrukken dat we geen nieuwe vijanden hebben. Wij denken niet in termen van invloedssferen. Het gaat hier om een collectieve veiligheidsorganisatie die in de afgelopen jaren misschien meer dan ooit van belang is geweest, ook voor Nederland. Je kunt van mening verschillen in hoeverre Montenegro voldoet aan de voorwaarden, maar naar onze overtuiging voldoet het aan de voorwaarden voor het NAVO-lidmaatschap. Wij vinden dan ook dat dit land het recht heeft, net zoals wij het recht hebben, om lid van de organisatie te zijn. Waarom zouden wij wel lid mogen zijn en Montenegro niet? Het is ook een democratische wens. De Socialistische Partij heeft een aantal jaren geleden gezegd dat zij het lidmaatschap van de NAVO serieus neemt. De SP-fractie wil er ook in blijven, maar kennelijk vindt zij dat dit niet mag gelden voor een ander land, dat helemaal niet direct in de geografische richting zit van een land waarvan de SP-fractie wellicht denkt dat wij dat als een vijand zien. Ik heb op dit punt een andere redenering dan de SP-fractie.
Wat zijn de belangrijkste hervormingen ter versterking van de democratie en de rechtsstaat? De NAVO kijkt naar een groot aantal punten. Ik heb een aantal daarvan genoemd. Ze zijn ook in de schriftelijke stukken aan de orde geweest. Uiteraard zien we ook voortgang in Montenegro in het licht van de EU-onderhandelingen, maar de criteria daarvoor zijn veel scherper. Een aantal zaken zijn verbeterd, zoals het kiesrecht, het maatschappelijk middenveld en zijn betrokkenheid bij de verkiezingen. Het gaat ook om de resultaten van ODIHR en de wetgevende fase van de hervormingen. Dat is altijd zo: als de wetgeving op orde is, komt het aan op de realiteit. Die dingen willen wij blijven monitoren, in het kader van de NAVO en in versterkte zin ook in het kader van de Europese Unie.
Er is een vraag gesteld over het bezoek aan de NAVO van de heer Tillerson. Ik onderstreep wat ik eerder heb gezegd, ook in het licht van wat we tot nu toe hebben gezegd in dit debat over het belang van de NAVO. Dat kunnen we niet los zien van de grotere strategische autonomie van de Europese Unie en wat zij op het terrein van veiligheid moet doen. Vooral de centrale rol van de Verenigde Naties is hierbij van belang. Daarbinnen is de NAVO voor ons belangrijk als collectieve veiligheidsorganisatie, ook gezien de instabiliteit om ons continent heen. Ik vind het van belang dat de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken daarbij is. Ik heb het nog niet gehoord. Ik ga er vanavond heen en we bezien het morgenochtend. Ik zal het navragen. Ik zou het goed vinden als hij daar is, maar elke minister van Buitenlandse Zaken maakt zijn eigen afwegingen met betrekking tot zijn agenda.
De voorzitter:
De heer Van Apeldoorn heeft nog een vraag voordat ik de beraadslaging sluit.
De heer Van Apeldoorn (SP):
Ik heb nog een laatste vraag over een mogelijk verdere uitbreiding van de NAVO. De minister zegt dat Montenegro de wens heeft geuit om lid te worden en dat we dat niet zomaar kunnen negeren. Ik wil dat een beetje nuanceren. Montenegro is daartoe min of meer uitgenodigd door de NAVO. Daar is op gestuurd en dat vooruitzicht is geboden. Andere landen is dat vooruitzicht niet geboden. Oekraïne heeft bijvoorbeeld ook die wens geuit. Ik herhaal dus mijn vraag of dat dan voor Oekraïne ook aan de orde is. Of geldt daarvoor wel het argument dat het van belang is wat Rusland ervan vindt? De minister stelt weliswaar dat de NAVO niet tegen Rusland gericht is en Rusland niet als de vijand ziet, maar Rusland heeft uitbreidingen in het verleden wel degelijk als een daad van agressie ervaren. Dan blijft de vraag of dat een rol kan spelen in de overwegingen van de minister of van dit kabinet of niet, bijvoorbeeld ten aanzien van de verdere uitbreiding van de NAVO.
Minister Koenders:
De heer Van Apeldoorn haalt een heleboel dingen door elkaar, alsof ik zou vinden dat Moskou een droit de regard had. Hij vond het ten onrechte dat ik hem dat verweet. Voor mij geldt dat al helemaal niet. Dat is voor mij geen overweging.
Verder is Montenegro een specifieke situatie, omdat wij daar een MAP-programma mee hebben en het gewenst was dat het land de afgelopen jaren in dat programma heeft gezeten. Nu vindt de concludering plaats van dat proces. Dat is totaal niet aan de orde bij de Oekraïne. Ik zei net al in mijn eerste termijn, en ik meen ook in mijn tweede, dat ik het op dit moment niet logisch vind dat andere landen tot de NAVO zouden toetreden.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik kom tot afhandeling van het wetsvoorstel. Wenst een van de leden stemming over het wetsvoorstel? Dat is niet het geval.
Het wetsvoorstel wordt zonder stemming aangenomen.
De heer Van Apeldoorn (SP):
Voorzitter. Ik ging ervan uit dat uw tweede vraag zou zijn of een der leden aantekening wenst bij dit wetsvoorstel. Als u die vraag niet stelt ...
De voorzitter:
Die vraag komt nog. Piano piano. Ik had de vraag gesteld of een van de leden stemming wenst over het wetsvoorstel. Dat is niet het geval. Toen heb ik gezegd: dan is het wetsvoorstel aanvaard. En mijn volgende vraag is of iemand aantekening verlangt en ik begrijp dat de fractie van de SP aantekening vraagt. Dat heb ik toch goed gezien, mijnheer Van Apeldoorn?
De heer Van Apeldoorn (SP):
Jazeker.
De voorzitter:
De aanwezige leden van de fractie van de SP wordt conform artikel 121 van het Reglement van Orde aantekening verleend dat zij geacht willen worden zich niet met het wetsvoorstel te hebben kunnen verenigen.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-ek-20162017-21-6.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.