Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | nr. 33, item 9 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2015-2016 | nr. 33, item 9 |
Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het beleidsdebat over de Internationale Veiligheidsstrategie,
te weten:
-de motie-Faber-van de Klashorst c.s. over de voorwaarde dat werknemers bij defensie en veiligheidsdiensten alleen de Nederlandse nationaliteit mogen bezitten (33694, letter J);
-de gewijzigde motie-Kuiper c.s. over het nakomen van financiële internationale bondgenootschappelijke verplichtingen in NAVO-verband (33694, letter L, was letter K).
(Zie vergadering van 31 mei 2016.)
De voorzitter:
Hoewel er volgens het programma eerst een stemming zou moeten zijn over de motie-Faber-van de Klashorst c.s. onder letter J, wil ik nu toch eerst stemmen over de motie-Kuiper c.s., omdat dat mooi aansluit bij het debat in derde termijn. Eerst was dat de motie onder letter K, maar de gewijzigde motie is die onder letter L. Met uw goedvinden wil ik daar nu eerst over stemmen, voordat we overgaan tot stemming over de motie-Faber-van de Klashorst c.s.
Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf over de gewijzigde motie-Kuiper c.s. (33694, letter L, was letter K) over het nakomen van financiële internationale bondgenootschappelijke verplichtingen in NAVO-verband.
Mevrouw Barth (PvdA):
Voorzitter. Bij afwezigheid van mijn collega Nico Schrijver mag ik namens onze fractie over de gewijzigde motie-Kuiper een stemverklaring afleggen. Wij hebben er nota van genomen dat het kabinet ook de gewijzigde motie-Kuiper ontraadt. Dat oordeel van het kabinet was uiteraard voor ons als PvdA-fractie aanleiding om daar vanochtend een stevige discussie over te voeren in onze fractie. Dat heeft ons uiteindelijk tot de volgende overweging gebracht. Zoals in het debat vorige week ook is aangegeven, is onze fractie van mening dat Nederland samen moet werken met zijn bondgenoten en dat intensief en betrouwbaar moet kunnen blijven doen om te werken aan handhaving en herstel van internationale vrede en veiligheid. Dat vereist een krijgsmacht die op die taak is toegerust. Het vereist tevens een adequaat budget voor ontwikkelingssamenwerking om de structurele oorzaken van geweld, armoede en migratie aan te pakken en een diplomatieke dienst die zich actief voor gedeelde vrede, menselijke veiligheid, ontwikkeling en mensenrechten kan inzetten. In die ruime betekenis verstaat de PvdA-fractie die motie en aldus zullen wij die steunen.
Voorzitter, mag ik misschien ook meteen een stemverklaring afleggen over de andere motie? Of doen we dat straks?
De voorzitter:
Ja, dat doen we gescheiden.
De heer Koffeman (PvdD):
Voorzitter. De fractie van de Partij voor de Dieren heeft in haar bijdrage van vorige week gepleit voor een geïntegreerde benadering. Ik kan daarin aansluiten bij de stemverklaring van mijn collega van GroenLinks. Ik kan ook aansluiten bij het betoog van de minister. Het is lang niet altijd zo dat we het eens zijn met de minister van Defensie, maar vandaag willen we haar advies heel graag overnemen. We zullen tegen de motie stemmen.
De voorzitter:
Zijn er nog andere leden die een stemverklaring wensen af te leggen? Dat is niet het geval.
Ik stel voor, te stemmen bij zitten en opstaan.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, de ChristenUnie, de VVD, de PvdA, het CDA, 50PLUS, de OSF en D66 voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, de PvdD, de SP en de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.
Dan komen wij bij de stemming over de motie-Faber-van de Klashorst c.s. onder letter J, waarin staat dat werknemers bij Defensie en veiligheidsdiensten alleen de Nederlandse nationaliteit mogen bezitten.
Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.
De heer Kox (SP):
Voorzitter. Deze motie verzoekt om a priori, op voorhand, en categorisch, dus zonder uitzondering, 1,3 miljoen Nederlanders, te weten zij die naast de Nederlandse nationaliteit ook nog een andere nationaliteit hebben, uit te sluiten van elke functie bij politie, justitie en Defensie. Ik stel vast dat de motie derhalve de regering oproept beleid te gaan voeren dat strijdig is met artikel 3 van onze Grondwet, dat zegt: "Alle Nederlanders zijn op gelijke voet in openbare dienst benoembaar." Uitvoering van de motie zou volgens mijn fractie overigens ook strijdigheid opleveren met artikel 1 en artikel 6 van de Grondwet.
Voor zover ik kan nagaan, is nooit eerder een dergelijk verzoek aan de regering van Nederland ter besluitvorming aan onze Kamer voorgelegd. De enige keer dat in Nederland een a priori, categorische uitsluiting van Nederlanders in de openbare dienst plaatsvond, was in het najaar van 1940, toen Joodse Nederlanders niet langer ambtenaar mochten zijn. In zijn beroemde rede van 26 november 1940 hekelde professor Cleveringa dat besluit van de bezetter. Cleveringa wees er toen in zijn protestcollege op dat het grondwettelijke recht van iedere Nederlander tot elke landsbediening en tot bekleding van elke waardigheid en elk ambt in overeenstemming is met onze Nederlandse tradities. Ik betreur het ernstig dat deze Kamer zich over een dergelijk voorstel moet buigen, nu de fractie van de PVV niet bereid is bij nader inzien haar motie terug te trekken. Deze motie druist in tegen de Grondwet, is naar haar aard schandelijk en kan dus alleen maar met de meeste overtuiging worden verworpen.
De heer De Graaf (D66):
Voorzitter. Naar het oordeel van mijn fractie is deze motie in alle opzichten ongepast en dat niet alleen omdat zij op een heel laat tijdstip in het debat, dat eigenlijk over iets heel anders ging, werd ingediend. De motie is wat onze fractie betreft krakkemikkig, kwaadaardig en kwellend voor een miljoen Nederlanders. De vraag is niet of het verzoek van de motie in strijd is met de Grondwet. Dat is zo. De vraag is eigenlijk ook niet of de motie in strijd is met de daarachter liggende fundamentele rechtsbeginselen, want dat is ook het geval. Mijn fractie verafschuwt deze motie, waarin feitelijk om een beroepsverbod wordt gevraagd op grond van dubbele nationaliteit. Met het uitspraken van die afschuw is alles over deze motie gezegd.
De heer Van Kappen (VVD):
Voorzitter. De motie van het lid Faber is naar de mening van de VVD niet alleen in strijd met artikel 1 van de Grondwet, waarin wordt gesteld dat allen die zich in Nederland bevinden in gelijke gevallen gelijk worden behandeld, maar eveneens met artikel 3 van de Grondwet, waarin wordt gesteld dat alle Nederlanders op gelijke voet in openbare dienst benoembaar zijn. Los daarvan is het zo dat personeel dat een gevoelige functie bij de overheid vervult, door de inlichtingendienst wordt gescreend. Dat geldt dus ook voor Defensie. De gevoeligheid van de informatie en de aard van de werkzaamheden zijn bepalend voor het niveau van de screening: zwaar of minder zwaar. De inlichtingendienst beoordeelt bij dit veiligheidsonderzoek of de medewerker om wat voor reden dan ook gevoelig is voor afpersing of manipulatie. De VVD-fractie is van mening dat de politiek zich niet moet bemoeien met het afwegingsproces van de inlichtingendienst. Wij zijn om al deze redenen tegen deze motie.
De heer Knapen (CDA):
Voorzitter. Het meeste is gezegd. Aanvankelijk hadden wij over deze motie willen zwijgen, simpelweg omdat behandeling eigenlijk voornamelijk polarisatie en provocatie bevordert. U weet: sommige media zijn daar nu eenmaal dol op. Dit cadeautje had mijn fractie graag de collega's van de PVV onthouden. Maar anderen zagen dat anders en dat respecteren wij. Dus rest ons weinig anders dan te bevestigen dat wij deze motie smakeloos vinden en dienovereenkomstig zullen handelen.
De heer Lintmeijer (GroenLinks):
Voorzitter. De motie die door de PVV-fractie is ingediend is evident in strijd met de Grondwet, waaraan wij allen in deze Kamer trouw hebben gezworen. De motie is ook op geen enkele wijze te verenigen met een samenleving waar wij voor staan. Wij staan voor een samenleving die mensen verbindt en verenigt, en niet een die mensen splijt en op afstand zet. Om die reden zou het de PVV-fractie sieren om deze motie alsnog in te trekken. Indien dat niet gebeurt, hoef ik niet uit te leggen dat wij uiteraard tegen zullen stemmen.
Mevrouw Barth (PvdA):
Voorzitter. Ook de PvdA-fractie had, net als de CDA-fractie, het liefst gewoon een helder parlementair gebaar gemaakt, namelijk zwijgend tegen deze motie stemmen. Nu zo veel fracties ervoor kiezen om er nog iets over te zeggen, maken ook wij graag van die gelegenheid gebruik. Onze fractie hecht aan de rechtsstaat en aan de grondrechten van eenieder die zich in Nederland bevindt. Als een Nederlander toevallig ook een tweede nationaliteit heeft, bijvoorbeeld — in alfabetische volgorde — Amerikaans, Brits, Marokkaans of Turks, en aan de kwalificaties voor de in de moties genoemde functies voldoet, wijzen wij iedere vorm van discriminatie af. Daarmee is wat ons betreft voldoende over deze motie gezegd. Wij zullen er vol overtuiging tegen stemmen.
De heer Koffeman (PvdD):
Voorzitter. De Partij voor de Dieren wijst elke vorm van discriminatie en uitsluiting af, acht deze motie in strijd met de Grondwet en zal daarom tegen deze motie stemmen.
De heer Kuiper (ChristenUnie):
Voorzitter. Nu alle fracties spreken, zullen wij dat ook doen. Onder verwijzing naar alle redenen die al zijn gepasseerd in de diverse stemverklaringen, stemmen ook wij vol overtuiging tegen.
De heer Diederik van Dijk (SGP):
Voorzitter. Wie wil werken bij onze defensie of bij veiligheidsdiensten moet van onbesproken gedrag zijn. Betrouwbaarheid en ondubbelzinnige loyaliteit aan de veiligheidsbelangen van Nederland moeten onbetwist zijn. Tijdens de screening van potentiële werknemers wordt dit nauwkeurig onderzocht. De heer Van Kappen wees daar terecht op. De SGP vertrouwt erop dat ook mogelijke consequenties van een dubbele nationaliteit in deze screening worden meegenomen. Wie wat betreft het bezitten van nationaliteiten op te grote voet leeft, kan niet altijd op gelijke voet in openbare dienst worden benoemd. Deze route van persoonlijke screening is de meest zuivere route, die optimaal recht doet aan onze veiligheid. De SGP zal dus geen steun verlenen aan de PVV-motie. Tot slot wil ik nog een hardnekkig misverstand wegnemen: de overtuigingskracht van de motie wordt bepaald niet groter, maar kleiner, als zij steunt op onnodig generaliserende en grievende overwegingen.
De heer Ten Hoeve (OSF):
Voorzitter. De motie verdient niet beter dan een heel korte reactie. Ik ben het volstrekt eens met de overgrote meerderheid in deze Kamer, die van mening is dat in de motie wordt gevraagd om maatregelen die in strijd zijn met de Grondwet en die tekortdoen aan de rechten die Nederlanders in dit land hebben.
De heer Van Rooijen (50PLUS):
Voorzitter. Gelet op de inhoud van de motie hadden wij er het zwijgen toe willen doen, maar nu eenieder zich uitspreekt, willen ook wij heel duidelijk namens de 50PLUS-fractie tegen deze motie stemmen. Het gelijke moet gelijk behandeld worden.
De voorzitter:
Ik stel voor, te stemmen bij zitten en opstaan.
Daartoe wordt besloten.
De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fractie van de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SGP, de ChristenUnie, de VVD, de PvdA, het CDA, GroenLinks, de PvdD, 50PLUS, de OSF, de SP en D66 ertegen, zodat zij is verworpen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-ek-20152016-33-9.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.