2 Herdenking van de heer H.J.G. Waltmans

De voorzitter:

Ik verzoek u allen, te gaan staan.

Op 4 mei jongstleden overleed op 83-jarige leeftijd Henk Waltmans, oud-senator voor de Politieke Partij Radikalen. Hij was lid van de Eerste Kamer van 3 juni 1986 tot 23 juni 1987. Hij was lid van de Provinciale Staten, de Tweede Kamer, de NAVO-Assemblee, de Raadgevende Vergadering van de Raad van Europa en de West-Europese Unie en het Europees Parlement. Daarmee heeft hij deel uitgemaakt van vrijwel alle democratisch verkozen instituten op regionaal, nationaal en Europees niveau. Hij werd gekenmerkt als een bevlogen radicaal en als regionalist met een mondiale visie.

Hendrik Jan Gerardus Waltmans werd op 28 maart 1930 geboren in Brunssum, Limburg. Zijn vader was mijnopzichter en later fotograaf en fotohandelaar. Zijn middelbare schoolopleiding volgde hij tijdens de oorlog in Weert en Heerlen aan de Middelbare Handelsschool. Hierna ging hij naar de Katholieke Economische Hogeschool in Tilburg. Hier behaalde hij zijn doctoraal in sociologie en promoveerde hij in 1962 in de economische wetenschap op een proefschrift getiteld De Nederlandse politieke partijen en de nationale gedachte. In de periode tussen 1953 en 1963 werkte de heer Waltmans als journalist, docent en cursusleider. Daarna was hij van 1963 tot 1973 directeur van de Stichting Europa Huis in Nederland te Bemelen; een stichting die tevens door hem was opgericht.

De heer Waltmans was aanvankelijk lid van de KVP. Eind jaren zestig zegde hij zijn lidmaatschap op en werd hij actief bij de oprichting van de Politieke Partij Radikalen (PPR). Voor deze partij was hij van 1970 tot 1974 lid van de Provinciale Staten van Limburg. Vanaf 1972 was hij voor de PPR gedurende tien jaar lid van de Tweede Kamer. Hier hield de heer Waltmans zich bezig met buitenlandse zaken, defensie, binnenlandse zaken, Antilliaanse aangelegenheden en onderwijs. Als Tweede Kamerlid pleitte hij voor een indeling van Europa op een taal-culturele grondslag, waarbij bijvoorbeeld Friesland een aparte deelstaat zou zijn. Partijgenoot Bas de Gaay Fortman noemde de manier waarop de heer Waltmans zijn regionale belangstelling een plaats heeft gegeven in een mondiale politieke visie typerend voor zijn politieke optreden.

In 1984 werd de heer Waltmans benoemd tot burgemeester van Landsmeer. In 1986 werd hij benoemd als lid van de Eerste Kamer, wederom voor de PPR. Zijn ervaringen op gemeentelijk, nationaal en Europees niveau – hij was inmiddels ook lid geweest van het Europees Parlement, de NAVO-Assemblee en de raadgevende vergadering van de Raad van Europa en de West-Europese Unie – droegen alle bij aan de vervulling van zijn lidmaatschap van dit huis. In zijn maidenspeech sprak hij over gemeentelijke herindeling, net als eerder het geval was bij zijn maidenspeeches in de Tweede Kamer en in de Provinciale Staten.

De heer Waltmans werd in dit huis gekenmerkt als een doortastend Kamerlid en een wereldburger in hart en nieren. In 1987 verliet hij de Eerste Kamer. Bij het opgaan van zijn partij in 1990 met drie andere linkse partijen in GroenLinks volgde hij de PPR niet en bleef hij partijloos. Na zijn pensionering als burgemeester in 1994 verdiepte de heer Waltmans zijn belangstelling voor het koloniale verleden van de West door intensieve studies. Hij publiceerde hierover enkele boeken. Ook schreef hij een aantal publicaties over sociaal-politieke vraagstukken in Limburg, over de opbouw van Europa en over zijn politieke ideeën.

Voor zijn inspanningen voor Belgisch-Nederlandse samenwerking werd de heer Waltmans in 1990 onderscheiden als Officier in de Kroonorde van België. Ook was hij Ridder in de Orde van Nederlandse Leeuw. Moge ons respect voor zijn persoon en werk en zijn inzet voor onze samenleving en voor de parlementaire democratie – zowel op regionaal als op internationaal niveau – tot steun zijn voor zijn familie en vrienden.

Ik verzoek eenieder om een moment stilte in acht te nemen.

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst, die in de zaal ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan, dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

(Deze lijst is, met de lijst van besluiten, opgenomen aan het eind van deze editie.)

Naar boven