18de vergadering

Dinsdag 20 januari 2009

13.30 uur

Voorzitter: Timmerman-Buck

Tegenwoordig zijn 71 leden, te weten:

Asscher, Van de Beeten, Bemelmans-Videc, Van den Berg, Biermans, Van Bijsterveld, De Boer, Böhler, Broekers-Knol, Doek, Dölle, Van Driel, Dupuis, Duthler, Eigeman, Elzinga, Engels, Essers, Franken, Goyert, De Graaf, Haubrich-Gooskens, Hendrikx, Hermans, Hillen, Ten Hoeve, Hofstra, Holdijk, Ten Horn, Huijbregts-Schiedon, Janse de Jonge, Van Kappen, Klein Breteler, Kneppers-Heijnert, Koffeman, Kuiper, Lagerwerf-Vergunst, Laurier, Leijnse, Leunissen, Van der Linden, Linthorst, Meindertsma, Meulenbelt, Meurs, Noten, Peters, Putters, Quik-Schuijt, Rehwinkel, Reuten, Rosenthal, Russell, Schouw, Schuurman, Slager, Slagter-Roukema, Smaling, Strik, Swenker, Sylvester, Tan, Terpstra, Timmerman-Buck, Vedder-Wubben, Vliegenthart, De Vries, De Vries-Leggedoor, Werner, Westerveld en Willems,

en de heer Hirsch Ballin, minister van Justitie.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Kox, wegens persoonlijke omstandigheden;

Schaap, wegens verblijf buitenslands;

Yildirim en Thissen, wegens ziekte.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die in de zaal ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

(Deze lijst is, met de lijst van besluiten, opgenomen aan het einde van deze editie.)

De voorzitter:

Aan de orde is de herdenking van de heer Van Dijk. Ik verzoek de leden, te gaan staan.

Op 29 december jongstleden is op 77-jarige leeftijd Kees van Dijk overleden. Hij was lid van de Eerste Kamer van 1991 tot en met 1999 voor het CDA. Kees van Dijk, in 1931 in Rotterdam geboren, studeerde economie en staatsrecht aan de Economische Hogeschool van Rotterdam, de huidige Erasmus Universiteit. Na zijn dienstplicht in 1956 vertrok hij naar Zuid-Afrika en Rhodesië en vier jaar later naar Nieuw-Guinea. Vervolgens was hij werkzaam bij de OESO in Parijs en de Wereldbank in Washington. In 1973 keerde hij definitief terug naar Nederland. Kort nadien, in 1974, werd hij lid van de gemeenteraad in Rotterdam en in 1977 lid van de Tweede Kamer voor de CHU. In 1981 volgde de benoeming tot minister voor Ontwikkelingssamenwerking. Na de val van het tweede kabinet-Van Agt in 1982 keerde hij terug naar de Tweede Kamer, waar hij een jaar later voorzitter werd van de RSV-enquêtecommissie. Van 1986 tot en met 1989 was hij minister van Binnenlandse Zaken, waarna hij lid werd van deze Kamer. De toenmalige Kamervoorzitter zei naar aanleiding van zijn maidenspeech in dit huis: "Voor de Kamer, die de kwaliteit van de wetgeving en de controle in haar vaandel wil schrijven, is het een goede zaak iemand in haar midden te hebben die niet alleen als bestuurder, maar vooral ook als voorzitter van de enquêtecommissie RSV zozeer de gebreken van die kwaliteit kent, maar daarnaast ook de mogelijkheden tot verbetering." Hoewel Van Dijk na de enquête dezelfde bleef als voorheen, genoot hij sindsdien bekendheid als de man die onkreukbaar was, onverstoorbaar, gewapend met een enorme feitenkennis en de gave, met vlijmscherpe vragen tot inzicht en waarheidsvinding te kunnen komen.Voorzitter

Kees Van Dijk werd gekenmerkt door betrokkenheid bij de samenleving in de breedste zin des woords, getuige onder andere zijn 12,5-jarig voorzitterschap van de Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden. Zoals hij zelf zei: "Er is meer dan het economische denkmodeI." Tegen het einde van zijn senaatsperiode gaf hij enkele interviews waarin hij waarschuwde voor een verschraling van het leven. Hij kantte zich daarbij met name tegen wat hij het "virus" van het postmodernisme noemde, waarin geen plaats meer zou zijn voor "de belangstelling voor hetgeen de ander drijft". "Tolerantie", zo zei hij, "ligt dicht tegen onverschilligheid aan en onverschilligheid is de moeder van gebrek aan kennis." Woorden die hun waarde blijven behouden. Zijn daden brachten hem tot Grootofficier in de Orde van Oranje-Nassau.

Kees van Dijk werd wel eens getypeerd als de man met het houten gezicht. Achter dat gezicht ging schuil een bewogen en betrokken mens. Hij zei, na acht jaar lidmaatschap van deze Kamer, "verknocht" te zijn geraakt aan de Eerste Kamer. Deze Kamer is dankbaar voor wie hij was en wat hij heeft betekend. Moge dit een steun zijn voor zijn familie bij het verwerken van haar verdriet.

Ik verzoek u om een moment van stilte.

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven