Noot 1 (zie blz. 979)

Eerste Kamer, 5 juni 2007, JBZ-instemmingsbesluit

Op 25 mei 2007, respectievelijk 4 juni 2007, ontving de Eerste Kamer de geannoteerde agenda, respectievelijk de aanvullende geannoteerde agenda, met bijlagen voor de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken van 12 en 13 juni 2007, met daarbij het verzoek in te stemmen met een negental ontwerpbesluiten die zijn aangemerkt als koninkrijk bindend.

A2cEuropolbegroting voor 2008
B3Kaderbesluit inzake de de erkenning en tenuitvoerlegging van voorwaardelijke straffen en alternatieve straffen (initiatief Duitsland en Frankrijk)
B4Kaderbesluit betreffende de organisatie en de inhoud van uitwisselingen van gegevens uit het strafregister tussen de lidstaten
B5Besluit inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit (eerdere titel: Besluit tot integratie van het Verdrag van Prüm in het kader van de EU)
B6Besluit tot oprichting van de Europese politiedienst (Europol)
B14Kaderbesluit over bepaalde procedurele rechten in strafprocedures binnen de gehele EU
GC3Besluit van de Raad over de toegang tot het Visuminformatiesysteem (VIS) voor raadpleging door de nationale veiligheidsdiensten van de lidstaten en Europol, met het oog op het voorkomen, opsporen en onderzoeken van terroristische misdrijven en andere ernstige strafbare feiten
GC4Kaderbesluit over de bescherming van persoonsgegevens die worden verwerkt in het kader van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken
GC5Verordening tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1030/2002 betreffende de invoering van een uniform model voor verblijfstitels voor onderdanen van derde landen

De bijzondere commissie voor de JBZ-Raad heeft zich op 5 juni 2007 beraden over de ter instemming voorgelegde ontwerpbesluiten en adviseert de Kamer als volgt:

Aan agendapunt GC3 kan instemming worden verleend onder voorwaarde dat het definitieve onderhandelingsresultaat niet verschilt van de nu voorgelegde tekst.

Aan agendapunt A2c dient instemming te worden onthouden. De commissie wenst zich nader te beraden over de ontwerpbegroting van Europol voor 2008 in het kader van een bredere discussie over de toekomst van de Europese politiedienst.

Aan alle overige agendapunten dient instemming te worden onthouden op formele gronden.

De Eerste Kamer ontving voorts op 23 mei 2007 een brief van de minister van Justitie met het verzoek om in te stemmen met het volgende ontwerpbesluit dat is aangemerkt als koninkrijk bindend:

Voorbegroting voor de installatie en de werking van het C.SIS voor 2007

De bijzondere commissie voor de JBZ-Raad heeft zich ook over dit ontwerpbesluit beraden en adviseert de Kamer hieraan haar instemming te verlenen.

Noot 2 (zie blz. 980)

RAPPORT VAN DE COMMISSIE TOT ONDERZOEK VAN DE GELOOFSBRIEVEN VAN

de benoemde leden der Kamer – in alfabetische volgorde opgenomen in groep I – de heren Asscher, Van de Beeten, Van den Berg, Biermans en De Boer, mevrouw Böhler, mevrouw Broekers-Knol, mevrouw Van Bijsterveld, de heren Doek, Dölle en Van Driel, mevrouw Duthler, de heren Eigeman, Elzinga, Engels, Essers en Franken, mevrouw Goyert, de heer De Graaf, mevrouw Haubrich-Gooskens, de heren Hendrikx, Hermans, Hillen, Ten Hoeve, Hofstra en Holdijk, mevrouw Ten Horn, mevrouw Huijbregts-Schiedon, de heren Janse de Jonge, Van Kappen en Klein Breteler, mevrouw Kneppers-Heijnert, de heren Koffeman, Kox en Kuiper, mevrouw Lagerwerf-Vergunst, de heer Laurier, mevrouw Meindertsma –

Mevrouw Bemelmans-Videc (voorzitter), mevrouw Dupuis en de heer Van der Lans.

De commissie, benoemd tot onderzoek van de geloofsbrieven van de benoemde leden der Kamer – in alfabetische volgorde opgenomen in groep I – te weten:

De heer E. Asscher te Amsterdam,

De heer R.H. van de Beeten te Aerdt,

De heer G. van den Berg te Veenendaal,

De heer G.J.J. Biermans te Velden,

De heer R. de Boer te Kampen,

Mevrouw B. Böhler te Amsterdam,

Mevrouw A. Broekers-Knol te Overveen,

Mevrouw S.C. van Bijsterveld te Rijen,

De heer H.A. Doek te Arnhem,

De heer A.H.M. Dölle te Groningen,

De heer S.J. van Driel te Voorburg,

Mevrouw A.W. Duthler te ’s-Gravenhage,

De heer J.H. Eigeman te Culemborg,

De heer A. Elzinga te Haarlem,

De heer J.W.M. Engels te Paterswolde,

De heer P.H.J. Essers te Loon op Zand,

De heer H. Franken te Zoeterwoude,

Mevrouw A.A.E. Goyert te Amsterdam,

De heer G.J. de Graaf te Loenen (Gld),

Mevrouw C.T.E.M. Haubrich-Gooskens te Deil,

De heer J.A.M. Hendrikx te Zwolle,

De heer L.M.L.H.A. Hermans te Beetsterzwaag,

De heer J.S.J. Hillen te Hilversum,

De heer H. ten Hoeve te Stiens,

De heer P.H. Hofstra te Zuidlaren,

De heer G. Holdijk te Uddel,

Mevrouw G.H.M.M. ten Horn te Groningen,

Mevrouw W.H. Huijbregts-Schiedon te Oosterhout (NB),

De heer E.J. Janse de Jonge te Engelen,

De heer F.E. van Kappen te Doorn,

De heer J.J.A.H. Klein Breteler te Wateringen,

Mevrouw E.M. Kneppers-Heijnert te Sauwerd,

De heer N.K. Koffeman te Vierhouten,

De heer M.J.M. Kox te Tilburg,

De heer R. Kuiper te Barneveld,

Mevrouw E.F. Lagerwerf-Vergunst te Ridderkerk,

De heer J.P. Laurier te Leiden,

Mevrouw M.C. Meindertsma te Zwolle

heeft de eer het volgende te rapporteren.

In handen van de commissie zijn gesteld de volgende missiven van de voorzitter van het Centraal Stembureau voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal:

een, ter voldoening aan het bepaalde in artikel V 1, derde lid, van de Kieswet, kennisgeving van 31 mei 2007, nr. Kiesraad 2007/130 638 waarbij bovengenoemde personen worden benoemd verklaard tot lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal;

alsmede de door de benoemde leden overgelegde hieronder genoemde stukken:

a. een, ter voldoening aan het bepaalde in artikel V 2, eerste lid, der Kieswet, houdende mededeling dat bovengenoemde personen hun benoeming aannemen.

b. een uittreksel uit de basisadministratie persoonsgegevens;

c. een verklaring betreffende de openbare betrekkingen welke hij/zij bekleden, die mogelijkerwijs in strijd zijn met het lidmaatschap van de Eerste Kamer.

Uit deze stukken blijkt dat de benoemde leden de bij de wet gevorderde leeftijd hebben bereikt en dat zij geen betrekking bekleden welke onverenigbaar is met het lidmaatschap van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De commissie heeft derhalve de eer voor te stellen de bovengenoemde personen als lid van de Kamer toe te laten.

De commissie:

Mevrouw Bemelmans-Videc (voorzitter)

Mevrouw Dupuis

De heer Van der Lans

Noot 3 (zie blz. 981)

RAPPORT VAN DE COMMISSIE TOT ONDERZOEK VAN DE GELOOFSBRIEVEN VAN

de benoemde leden der Kamer – in alfabetische volgorde opgenomen in groep II –

mevrouw Bemelmans-Videc, mevrouw Dupuis, de heren Leunissen, Leijnse en Van der Linden, mevrouw Linthorst, mevrouw Meulenbelt, mevrouw Meurs, de heren Noten, Peters en Putters, mevrouw Quik-Schuijt, de heren Rehwinkel, Reuten, Rosenthal, Russell, Schaap, Schouw, Schuurman en Slager, mevrouw Slagter-Roukema, de heer Smaling, mevrouw Strik, mevrouw Swenker, mevrouw Sylvester, mevrouw Tan, de heren Terpstra en Thissen, mevrouw Timmerman-Buck, mevrouw Vedder-Wubben, de heren Vliegenthart en De Vries, mevrouw De Vries-Leggedoor, de heer Werner, mevrouw Westerveld, de heren Willems en Yildirim –

Mevrouw Meindertsma (voorzitter), de heer Pastoor en de heer Platvoet.

De commissie, benoemd tot onderzoek van de geloofsbrieven van de benoemde leden der Kamer – in alfabetische volgorde opgenomen in groep II – te weten:

Mevrouw M.L. Bemelmans-Videc te Koudekerk a/d/ Rijn,

Mevrouw H.M. Dupuis te Voorschoten,

De heer K.M.L. Leunissen te Eijsden,

De heer F. Leijnse te Utrecht,

De heer P.R.H.M. van der Linden te Nuth,

Mevrouw M.Y. Linthorst te Abcoude,

Mevrouw A.H. Meulenbelt te Amsterdam,

Mevrouw P.L. Meurs te Bilthoven,

De heer H.C.P. Noten te Dalfsen,

De heer P.W.J. Peters te Utrecht,

De heer K. Putters te Hardinxveld-Giessendam,

Mevrouw A.C. Quik-Schuijt te Zeist,

De heer J.P. Rehwinkel te Amsterdam,

De heer G.A.T.M. Reuten te Amsterdam,

De heer U. Rosenthal te Rotterdam,

De heer P.W.L. Russell te Amsterdam,

De heer S. Schaap te Emmeloord,

De heer A.G. Schouw te Dordrecht,

De heer E. Schuurman te Breukelen,

De heer C. Slager te Poortvliet,

Mevrouw T.M. Slagter-Roukema te Zuidhorn,

De heer E.M.A. Smaling te Weesp,

Mevrouw M.H.A. Strik te Oosterbeek,

Mevrouw P. Swenker te Heelsum,

Mevrouw J.J. Sylvester te Naarden,

Mevrouw I.Y. Tan te Diemen,

De heer G.H. Terpstra te Utrecht,

De heer C.P. Thissen te Roermond,

Mevrouw Y.E.M.A. Timmerman-Buck te ’s-Gravenhage,

Mevrouw H.C.M. Vedder-Wubben te ’s-Gravenhage,

De heer A. Vliegenthart te Amsterdam,

De heer K.G. de Vries te Pijnacker,

Mevrouw G. de Vries-Leggedoor te Nieuw Buinen,

De heer F.J.M. Werner te Arnhem,

Mevrouw M. Westerveld te Woudsend,

De heer R. Willems te Ottoland,

De heer D. Yildirim te Zwolle

heeft de eer het volgende te rapporteren.

In handen van de commissie zijn gesteld de volgende missiven van de voorzitter van het Centraal Stembureau voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal:

een, ter voldoening aan het bepaalde in artikel V 1, derde lid, van de Kieswet, kennisgeving van 31 mei 2007, nr. Kiesraad 2007/130 638 waarbij bovengenoemde personen worden benoemd verklaard tot lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal;

alsmede de door de benoemde leden overgelegde hieronder genoemde stukken:

a. een, ter voldoening aan het bepaalde in artikel V 2, eerste lid, der Kieswet, houdende mededeling dat bovengenoemde personen hun benoeming aannemen.

b. een uittreksel uit de basisadministratie persoonsgegevens;

c. een verklaring betreffende de openbare betrekkingen welke hij/zij bekleden, die mogelijkerwijs in strijd zijn met het lidmaatschap van de Eerste Kamer.

Uit deze stukken blijkt dat de benoemde leden de bij de wet gevorderde leeftijd hebben bereikt en dat zij geen betrekking bekleden welke onverenigbaar is met het lidmaatschap van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De commissie heeft derhalve de eer voor te stellen de bovengenoemde personen als lid van de Kamer toe te laten.

De commissie:

Mevrouw Meindertsma (voorzitter)

de heer Pastoor

de heer Platvoet

Naar boven