Aan de orde is de behandeling van:
het wetsvoorstel Regels
betreffende de melding van zeggenschap en kapitaalbelang in, alsmede de melding
van het geplaatste kapitaal van effectenuitgevende instellingen (Wet melding
zeggenschap en kapitaalbelang in effectenuitgevende instellingen) (28985);
het wetsvoorstel Wijziging van de Wet Milieubeheer
in verband met de uitvoering van richtlijn nr. 2001/42/EG van het Europees
Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 juni 2001 betreffende
de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma's
(PbEG L 197) (milieu-effectrapportage plannen) (29811);
het wetsvoorstel Samenvoeging van de gemeenten Obdam en Wester-Koggenland
(30348);
het wetsvoorstel Samenvoeging van de gemeenten
Bergschenhoek, Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk (30354);
het wetsvoorstel Samenvoeging van de gemeenten Medemblik, Noorder-Koggenland
en Wognum (30376);
het wetsvoorstel Wijziging van
de Wet rol werknemers bij de Europese vennootschap in verband met de uitvoering
van richtlijn nr. 2003/72/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 juli
2003 tot aanvulling van het statuut van een Europese coöperatieve vennootschap
met betrekking tot de rol van de werknemers (30386);
het wetsvoorstel Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Koophandel,
de Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting, de Zeebrievenwet en enkele
andere wetten in verband met het Europese recht op vrije vestiging (30412);
het wetsvoorstel Wijziging van de Wet luchtvaart
ter uitvoering van een viertal verordeningen van de Europese Unie op het terrein
van luchtvaar tuigen en de verzekering daarvan, passagiersrechten
en beperking aansprakelijkheid van de luchthavencoördinator (30456);
het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het onderwijstoezicht
onder meer in verband met de bevoegdheid van de vertrouwensinspecteurs om
bijzondere persoonsgegevens te verwerken (30460);
het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk
onderzoek en de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de masteropleiding
geneeskunde, klinisch onderzoeker (30487);
het
wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafrecht (verlenging verjaring
inzake overtredingen na sluiting) (30582).
Deze wetsvoorstellen worden zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen.
De voorzitter:
Aangezien voor de voorgenomen regeling het voornemen tot verlenging van
verdragen, de verschillende protocollen die ter stilzwijgende goedkeuring
zijn voorgelegd, het ontwerpbesluit en de voorgenomen besluiten die zijn voorgehangen
en gedrukt onder de nummers 24493 (R1557), 30300-VIII, nr. 235, 30313, nr.
36, 30556, nr. 1, 30586, nr. 1, 30590, nr. 1 de termijn is verstreken, stel
ik vast dat wat deze Kamer betreft aan uitdrukkelijke goedkeuring van deze
voornemens geen behoefte bestaat.
Aan de orde is de besluitvorming over de controversialiteit van wetsvoorstellen,
aangezien het kabinet een demissionaire status heeft. Ik stel de Kamer voor,
overeenkomstig de procedureregeling inzake besluitvorming en communicatie
controversiële ontwerpregelgeving van 2 juli 2002, het wetsvoorstel
Wijziging van de Tijdelijke instellingswet Raad voor strafrechtstoepassing
en jeugdbescherming (30161) controversieel te verklaren. Dit gebeurt op verzoek
van de fracties van de PvdA, GroenLinks en de SP. Dat zal overigens gebeuren
onder het voorbehoud dat het in september opnieuw zal worden geagendeerd,
althans dat daarover opnieuw besluitvorming zal plaatsvinden.
Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.
De voorzitter:
Voorts deel ik de Kamer mede dat verzocht is, het wetsvoorstel Wijziging
van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere
wetten in verband met de buitengerechtelijke afdoening van strafbare feiten
(Wet OM-afdoening) (29849) controversieel te verklaren. Dit verzoek is afkomstig
van de fracties van de SP en GroenLinks. Het College van Senioren heeft uitgesproken
dit voorstel niet aan u voor te leggen, aangezien daarvoor te weinig draagvlak
in de Kamer is. Er is namelijk geen sprake van een substantiële minderheid
die erkenning zou behoeven.
Aangezien geen van de andere voor vandaag en morgen geagendeerde wetsvoorstellen
controversieel is verklaard, is thans de behandeling van het volgende wetsvoorstel
aan de orde.