15de vergadering

Dinsdag 15 februari 2005

13.30 uur

Voorzitter: Timmerman-Buck

Tegenwoordig zijn 67 leden, te weten:

Van de Beeten, Bemelmans-Videc, Van den Berg, Bierman-Beukema toe Water, Biermans, Broekers-Knol, Van den Broek-Laman Trip, Van Dalen-Schiphorst, Doek, Doesburg, Dölle, Van Driel, Dupuis, Eigeman, Engels, Essers, Franken, De Graaf, Hamel, Hessing, Van Heukelum, Hoekzema, Holdijk, Jurgens, Kalsbeek-Schimmelpenninck van der Oije, Ketting, Klink, Kox, Van der Lans, Van Leeuwen, Leijnse, Lemstra, Van der Linden, Luijten, Maas-de Brouwer, Meulenbelt, Middel, Van Middelkoop, Nap-Borger, Noten, Van den Oosten, Pastoor, Platvoet, Pormes, Putters, Van Raak, Rabbinge, Rosenthal, Russell, Schouw, Schuurman, Swenker, Sylvester, Tan, Terpstra, Van Thijn, Thissen, Timmerman-Buck, Vedder-Wubben, Wagemakers, Walsma, Werner, Westerveld, Witteman, Witteveen, Woldring en De Wolff,

en de heren De Geus, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en Wijn, staatssecretaris van Financiën.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Van Gennip, wegens verblijf buitenslands;

Schuyer, wegens ziekte;

Meindertsma, wegens bezigheden elders.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Ingekomen is een beschikking van de voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal houdende aanwijzing:

  • - tot lid van de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad de heer L. Blom in de ontstane vacature door het vertrek van mevrouw Van Nieuwenhoven;

  • - tot plaatsvervangend lid van de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad mevrouw P. Smeets als plaatsvervanger van de heer L. Blom.

Deze beschikking ligt op de griffie ter inzage. Ik stel voor, deze beschikking voor kennisgeving aan te nemen.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

De overige ingekoHerdenkingmen stukken staan op een lijst die in de zaal ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

(Deze lijst is, met de lijst van besluiten, opgenomen aan het einde van deze editie.)

De voorzitter:

Ik verzoek u allen te gaan staan ter herdenking van de heer Zoutendijk.

Met leedwezen heeft de Eerste Kamer kennisgenomen van het bericht van overlijden op 29 januari jongstleden van het oud-lid van deze Kamer dr. Guus Zoutendijk. Hij maakte van 1971 tot 1987 voor de VVD deel uit van deze Kamer, vanaf 1980 als fractievoorzitter. De heer Zoutendijk was actief als wetenschapper, ondernemer en politicus. In zijn eigen woorden: "Ik heb van alles wat gedaan en het voorrecht gehad, op alle drie die terreinen in de frontlinie mee te draaien."

In de wetenschap was hij werkzaam als hoogleraar, aanvankelijk in de numerieke wiskunde, later in de mathematische besliskunde aan de Rijksuniversiteit Leiden. In het bedrijfsleven werkte hij eerst bij Shell; later was hij lid respectievelijk voorzitter van de raad van bestuur van de verzekeringsgroep Delta Lloyd. Hij bekleedde daarnaast diverse functies in adviesorganen van overheid, wetenschap en bedrijfsleven. Hij was bijvoorbeeld lid van de Adviesraad voor wetenschaps- en technologiebeleid, maakte deel uit van de staatscommissie Bescherming persoonlijke levenssfeer en was bestuurslid van het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie. In 2003 ontving hij de Audrey Hepburn-trofee voor zijn verdiensten als voorzitter van de Nederlandse bond voor aangepaste sporten en het Nederlands paralympisch comité.

In zijn partij was hij onder andere voorzitter van de werkgroep over de bevindingen van de Club van Rome. Vanaf 1971 tot aan zijn overlijden was hij lid van het curatorium van de Prof. Teldersstichting. Het hoofdbestuur van zijn partij kende hem in 1987 de Thorbecke-penning toe voor zijn bijzondere inzet voor de VVD en het liberalisme. In deze Kamer was hij voor zijn fractie woordvoerder voor het onderwijs- en wetenschapsbeleid, voor economische zaken, Voorzittervoor sociale zaken en voor Antilliaanse zaken. Hij was voorzitter van de vaste commissie voor het Wetenschappelijk Onderwijs en Wetenschapsbeleid en van de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse Zaken.

Tijdens zijn maidenspeech in 1972, ter behandeling van het wetsvoorstel centrale persoonsadministratie, zei hij onder meer het volgende: "De computer kan een zeer belangrijk hulpmiddel worden om deze gecompliceerde maatschappij beter te bestuderen. Gezien de snelle technologische ontwikkelingen op dit terrein zal aan ad-hocwetgeving niet geheel te ontkomen zijn, maar voor wij deze kleine stapjes gaan nemen, moeten wij zeker zijn dat wij niet de verkeerde kant opgaan. Afwegingen van de belangen van het individu, van zijn recht op privacy, tegen de belangen van de gemeenschap is geen eenvoudige zaak." Met dit citaat, dat aan actualiteitswaarde niet heeft ingeboet, gaf hij blijk van zijn vooruitziende blik en gewogen oordeelsvorming.

Wij zullen ons Guus Zoutendijk herinneren als een bescheiden, integere en bedachtzame persoonlijkheid die zijn vele talenten op diverse terreinen van het maatschappelijke leven inzette. Een wijze man met heldere en scherpe analyses en een vakkundige bestuurder. Met grote persoonlijke inzet en toewijding bleef hij tot het laatst toe betrokken bij ontwikkelingen in de samenleving en in het liberalisme. Voor zijn inzet voor de publieke zaak zijn wij hem dankbaar. Wij wensen zijn familie de kracht toe, dit verlies te dragen.

Ik verzoek u om een ogenblik stilte.

De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven