2de vergadering

Dinsdag 12 oktober 2004

13.30 uur

Voorzitter: Timmerman-Buck

Tegenwoordig zijn 68 leden, te weten:

Van de Beeten, Bemelmans-Videc, Van den Berg, Biermans, Broekers-Knol, Van den Broek-Laman Trip, Van Dalen-Schiphorst, Dees, Doek, Dölle, Van Driel, Dupuis, Eigeman, Engels, Essers, Van Gennip, De Graaf, Hamel, Hessing, Van Heukelum, Hoekzema, Ten Hoeve, Holdijk, Jurgens, Kalsbeek-Schimmelpenninck van der Oije, Ketting, Klink, Kox, Van der Lans, Van Leeuwen, Leijnse, Lemstra, Van der Linden, Linthorst, Luijten, Maas-de Brouwer, Meindertsma, Middel, Van Middelkoop, Nap-Borger, Noten, Van den Oosten, Pastoor, Platvoet, Pormes, Putters, Van Raak, Rabbinge, De Rijk, Rosenthal, Russell, Schouw, Schuurman, Schuyer, Slagter-Roukema, Soutendijk-van Appeldoorn, Swenker, Sylvester, Terpstra, Van Thijn, Timmerman-Buck, Vedder-Wubben, Wagemakers, Walsma, Werner, Westerveld, Witteveen en Woldring,

en mevrouw Van der Laan, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Meulenbelt, wegens dringende bezigheden elders;

Witteman, wegens ziekte.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Ik verzoek u allen te gaan staan voor de herdenking van Martin Cox.

Op 27 september jongstleden is op 51-jarige leeftijd Martin Cox na een slopende ziekte overleden. Hij was maar liefst 29 jaar werkzaam bij de dienst Verslag en Redactie, onze voormalige Stenografische Dienst: 26 jaar als stenograaf en drie jaar als teamcoördinator.

Ook in deze Kamer was Martin Cox geen onbekende. Zo heeft hij talloze verslagen van onze plenaire vergaderingen gemaakt, soms tot laat in de avond. Hij was voorzitter van de werknemersdelegatie van het georganiseerd overleg van de Staten-Generaal en ook voorzitter van de ondernemingsraad van de Stenografische Dienst.

In het voorjaar van 2002 moest hij vanwege zijn ziekte zijn werkzaamheden opgeven. Na een periode van herstel en zelfs hervatting van zijn werk slaagde hij er uiteindelijk niet in deze ziekte te overwinnen.

Martin Cox blijft in onze herinnering een opgewekte, beminnelijke en betrokken medewerker die met hart en ziel was toegewijd aan zijn werk gedurende vele jaren bij de Staten-Generaal.

Ons medeleven gaat uit naar zijn echtgenote en familie.

Ik verzoek u vriendelijk om een ogenblik stilte.

De vergadering neemt enkele ogenblikken stilte in acht.

De voorzitter:

Ingekomen is een brief van mevrouw De Rijk van 6 oktober 2004 met de mededeling dat zij het lidmaatschap van de Eerste Kamer met ingang van 11 oktober 2004 wenst te beëindigen.

Van deze brief is mededeling gedaan aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en aan de voorzitter van het Centraal Stembureau voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Ik stel voor, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Mevrouw Mirjam de Rijk verlaat ons omdat zij binnenkort algemeen directeur wordt van de Stichting natuur en milieu. Hoewel er formeel geen sprake is van incompatibiliteit, schrijft zij dat deze functie in aard en tijd niet te combineren is met het lidmaatschap van deze Kamer.

Bij haar maidenspeech op 7 oktober 2003 over het wetsontwerp werk en bijstand had zij een voor deze Kamer opmerkelijke start vanwege haar vele interrupties en de indiening van vijf moties. Dit, naast het feit dat zij 14 plenaire debatten heeft gevoerd in de relatief korte tijd dat zij bij ons was, maakt dat deze Kamer heeft geweten wie mevrouw De Rijk is.

Wij wensen haar, nu gezeten op de publieke tribune, in haar nieuwe functie veel succes toe!

Vanmiddag is er voor de Kamer gelegenheid om persoonlijk afscheid te nemen van mevrouw De Rijk.Voorzitter

Ik deel aan de Kamer mede dat door mij zijn benoemd tot leden van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrief van het benoemde lid der Kamer, de heer C.P. Thissen, de leden Holdijk (voorzitter), Walsma en Jurgens.

Ik deel voorts aan de Kamer mede dat de ingekomen missives van de voorzitter van het Centraal Stembu reau en de geloofsbrief van de heer Thissen inmiddels in handen zijn gesteld van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrief.

Het is mij gebleken dat de commissie haar taak reeds heeft verricht. Ik geef derhalve het woord aan de heer Holdijk, voorzitter van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrief van de heer Thissen, tot het uitbrengen van het rapport.

De heer Holdijk (voorzitter van de commissie):

Mevrouw de voorzitter. De commissie welke de geloofsbrief van de heer C.P. Thissen heeft onderzocht, heeft de eer te rapporteren dat de geloofsbrieven en de daarbij ingevolge de Kieswet overgelegde bescheiden in orde zijn bevonden.

Het rapport van de commissie is neergelegd ter griffie ter inzage van de leden. Mitsdien adviseert de commissie de Kamer om de heer C.P. Thissen als lid van de Kamer toe te laten.

De voorzitter:

Ik dank de heer Holdijk voor het uitbrengen van het rapport en de commissie voor het verrichten van haar taak. Ik stel aan de Kamer voor, het advies van de commissie te volgen en het rapport in de Handelingen te doen opnemen.

Daartoe wordt besloten.

(Het rapport is opgenomen aan het eind van deze editie.)1

De voorzitter:

Ik verzoek de griffier de heer Thissen binnen te leiden.

Nadat de heer Thissen door de griffier is binnengeleid, legt hij in handen van de voorzitter de voorgeschreven verklaringen en beloften af.

De voorzitter:

Ik wens u geluk met uw benoeming en verzoek u in ons midden plaats te nemen, maar niet dan nadat ik de collega's in de gelegenheid heb gesteld u met uw benoeming te feliciteren.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

De overige ingekomen stukken staan op een lijst die in de zaal ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Op verzoek van de fractie van het CDA benoem ik in:

de vaste commissie voor Ontwikkelingssamenwerking:

  • - de heer Franken tot lid in de bestaande vacature;

de vaste commissie voor Justitie:

  • - de heer Franken tot lid in de bestaande vacature;

de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat:

  • - de heer Franken tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

de vaste commissie voor Economische Zaken:

  • - de heer Franken tot plaatsvervangend lid in plaats van de heer Van de Beeten;

de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid:

  • - de heer Franken tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport:

  • - de heer Van de Beeten tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature;

de bijzondere commissie voor de JBZ-raad:

  • - de heer Franken tot plaatsvervangend lid als plaatsvervanger van de heer Koekkoek.

Verder heb ik de heer Franken benoemd tot plaatsvervangend voorzitter van de vaste commissie voor Ontwikkelingssamenwerking.

Aangezien voor het voornemen tot het sluiten van uitvoeringsverdragen, de verschillende verdragen die ter stilzwijgende goedkeuring zijn voorgelegd en de algemene maatregelen van bestuur die zijn voorgehangen en gedrukt onder de nrs. 29670, 29682, 29698, 29699, 29744, 29745 en 29746 de termijn is verstreken, stel ik vast dat wat deze Kamer betreft aan uitdrukkelijke goedkeuring van dit voornemen, deze verdragen en algemene maatregelen van bestuur geen behoefte bestaat.

Naar boven