Aan de orde is de vaststelling van de profielschets van de voorzitter (EK nr. 230) en vaststelling van de verdere procedure verkiezing voorzitter.

De beraadslaging wordt geopend.

Mevrouw Van den Broek-Laman Trip (VVD):

Voorzitter. Mijn fractie kan zich in de profielschets vinden. Wij hebben er echter toch behoefte aan om haar op één punt uit te breiden. Het is heel belangrijk dat de voorzitter van deze Kamer vanuit een persoonlijke bewogenheid het belang van het bestaan van deze Kamer uitdraagt. Met andere woorden: wij willen een toegewijd ambassadeur die het voortbestaan van deze Kamer met verve verdedigt.

Wij willen kandidaat-voorzitters niet aanspreken op wat hun partij of hun partijprogramma of hun fractie van dit onderwerp vindt. Wij dienen een motie in om tot uitdrukking te brengen dat het gaat om persoonlijke overwegingen van de kandidaten voor het voorzitterschap. Wij menen dat dit van groot belang is voor deze Kamer en ook voor de voorzitter.

De voorzitter:

Door de leden Van den Broek-Laman Trip, Ketting, Biermans, Rosenthal, Luijten, Holdijk en Dees wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat de voorzitter van de Eerste Kamer een centrale rol dient te vervullen in het maatschappelijk debat over de ontwikkeling van het staatsbestel;

van mening dat deze rol slechts vervuld kan worden vanuit een gebleken positieve persoonlijke opvatting over de Eerste Kamer als staatsorgaan;

verzoekt de Kamer, aan de profielschets toe te voegen het criterium "gebleken positieve persoonlijke opvatting over de Eerste Kamer als staatsorgaan",

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 230a.

Mevrouw Van Leeuwen (CDA):

Voorzitter. Onze fractie is min of meer overvallen door deze motie. Om die reden hebben wij haar niet medeondertekend. Wij hebben er geen fractieberaad over kunnen hebben. Wij hadden het gevoel dat de profielschets een- en andermaal goed in het Seniorenoverleg en ook in de fracties aan de orde is geweest.

Om elk misverstand uit te sluiten – ik spreek er overigens nog geen enkel oordeel over uit – stel ik mevrouw Van den Broek enkele toelichtende vragen. Wij hikken een beetje aan tegen de formulering dat de voorzitter van de Eerste Kamer een centrale rol dient te spelen in het maatschappelijk debat over de ontwikkeling van het staatsbestel. Wij kunnen ons voorstellen dat daar had gestaan: de hem of haar toekomende rol. Het gaat echter wel heel erg ver om aan de voorzitter van dit huis een centrale rol in het maatschappelijk debat over de ontwikkeling van het staatsbestel toe te kennen.

Uit de toelichting blijkt welke bedoelingen er achter de motie zitten. Zij is helemaal toegeschreven op de persoon. Daar kun je echter twee kanten mee uit. In de profielschets wordt uitgegaan van persoonlijke kwaliteiten, namelijk een representatief vertegenwoordiger van de Kamer zowel in het binnen- als in het buitenland. Het moet ook iemand zijn die een daadkrachtig voorzitter kan zijn. Dat heeft ook iets met de inhoud van de functie te maken. Ik kan mij namelijk nauwelijks voorstellen dat je een daadkrachtig voorzitter kunt zijn als je zelf niet positief tegenover het vervullen van die rol staat. Bij het overwegen van een eventuele sollicitatie zal de persoon in kwestie hier zeker bij stilstaan.

Voorzitter. Ik krijg nog graag een antwoord van de VVD-fractie op deze vragen.

De heer Stekelenburg (PvdA):

Voorzitter. Ik stel met veel genoegen vast dat alle fracties zich in de voorbereiding konden vinden in de profielschets. Wij waren het eens over de inhoud ervan, hoewel zij nog formeel moet worden vastgesteld.

Er is dus nog ruimte voor wijzigingen.

Het lijkt mij wel aardig dat de Kamervoorzitter gebleken positieve persoonlijke opvattingen heeft over de Eerste Kamer als staatsorgaan. Ik moet er niet aan denken dat volgende week de kersverse Kamervoorzitter op woensdagmorgen bij "1 op de ochtend" meldt: Ik vind het eigenlijk maar een waardeloos orgaan; ik ben er wel voor gekozen, maar het is niks en ik zal mijn uiterste best doen om de Eerste Kamer binnen twee jaar om zeep te helpen. Het lijkt mij dat alleen iemand tot voorzitter gekozen wordt die dit een zinnig orgaan vindt. Hij of zij zal van mening moeten zijn dat wij de Eerste Kamer gezamenlijk goed inhoud geven. Los daarvan is het heel goed mogelijk dat in een verkiezingsprogramma iets staat over de betekenis van de Eerste Kamer. Dit betreft dan vaak een langlopende discussie, bijvoorbeeld over de vraag of wellicht een ander orgaan op kwaliteit van wetgeving kan toetsten. Kortom, die discussie moet de volle ruimte krijgen.

Aansluitend bij de opmerking van mevrouw Van Leeuwen over het spelen van een centrale rol in de discussie stel ik het volgende. Ook ik had het idee "hoe moet dat nou". Moet de voorzitter van de Eerste Kamer voordat die een centrale rol in de discussie gaat spelen aan ons vragen wat onze opvattingen zijn en daarvoor een meerderheid zien te verkrijgen om vervolgens het debat te voeren? Ik kan mij daarbij niet zo veel voorstellen. Die vraag is een zekere toespitsing van de vraag aan mevrouw Van den Broek.

Ik vind de motie overbodig. De motie voegt niets toe. Laten wij de gelegenheid die wij volgende week krijgen gebruiken om de kandidaten hier te ondervragen, hoe zij denken over de Eerste Kamer. Dat hoeft niet expliciet in een motie vastgelegd te worden. Wat mij betreft is die overbodig. Misschien is het goed om de periode tot volgende week te gebruiken om de vragen die mevrouw Van den Broek heeft te stellen. Het heeft dan niet veel zin meer om een motie in te dienen.

De heer Kox (SP):

Voorzitter. De profielschets wordt vandaag vastgesteld door deze Kamer. Dat lijkt mij uitstekend. Wij danken de oude Kamer voor het voorwerk. Het is goed dat de nieuwe Kamer de beslissing neemt. Mijn fractie kan zich goed vinden in die profielschets. Alle vier de fractieleden van de SP kwamen in aanmerking om als voorzitter gekozen te worden, alhoewel het criterium uitstekend Nederlands enige problemen zou kunnen geven bij enkele van ons. Verstaanbaar Nederlands is te doen als criterium.

Dit is mijn eerste vergadering. Ik ben net geïnstalleerd. Ik had misschien een glanzende carrière als voorzitter voor de boeg. En dan wordt die in de knop gebroken omdat de VVD met een voorstel komt! Als je immers niet precies wilt wat zij wil met de Eerste Kamer, namelijk die tot in lengte van dagen voortzetten, kun je het wel vergeten. Je bent het dan niet waardig om dit eerbiedwaardige ambt te vervullen. Dat kan niet zo. Mijn carrière mag niet nu al afgebroken worden. Ik weet niet of ik of iemand anders van mijn fractie ooit eindigt als Kamervoorzitter. De kans daarop moet in ieder geval eerlijk aanwezig zijn.

Het moge duidelijk zijn dat mijn fractie voorstander is van het opheffen van de Eerste Kamer. Dan doen wij niet omdat wij geen waardering hebben voor dit eerbiedwaardige gezelschap. Integendeel. Dan waren wij er niet bij gaan zitten. Kom nou! Wij willen door het opheffen van de Eerste Kamer de Staten-Generaal in totaliteit verheffen en daarmee de democratie verder verheffen. "Aufheben" heet dat op zijn Duits, waarmee ik overigens bewijs ook over een uitstekende beheersing van de Duitse taal te beschikken. Dat zou mijn kans nog wat groter hebben gemaakt!

Ik vind het voorstel van de VVD – ik ken de mores hier nog niet zo goed – een beetje een onwaardige trucje. Dat wij geen voorzitter mochten worden, daarmee hadden wij al rekening gehouden. Bepaalde andere figuren in deze zaal, die iets kritisch hebben gezegd over het voortbestaan van de Eerste Kamer, kunnen het echter ook wel vergeten.

Ik kondig aan dat wij de motie niet zullen steunen. Degenen die voor deze motie stemmen zullen, alhoewel zij volgende week een eerlijke kans krijgen, een groot probleem hebben om de stemmen van de SP-fractie te verwerven voor de positie van Kamervoorzitter.

Mevrouw De Wolff (GroenLinks):

Voorzitter. Het voordeel van een fractie van vijf leden is dat je vrij snel een ingediende motie kunt bespreken. Mijn fractie is unaniem van mening dat deze motie niet alleen overbodig, maar ook onzinnig is. Onze fractie kon zich uitstekend vinden in de profielschets die aanvankelijk als concept was voorgelegd. Die bestaat uit een opsomming van vaardigheden en kwaliteiten die noodzakelijk zijn voor het vervullen van het voorzitterschap. Die gaat niet over opvattingen die de voorzitter er op na zou moeten houden. Het maakt mij niet zo heel veel uit wat de persoonlijke opvattingen zijn van degene die straks voorzitter wordt. Ik sluit aan bij de vorige spreker – die volgens mij een maidenspeech heeft gehouden – dat het een manier lijkt om bij voorbaat een aantal kandidaten te diskwalificeren.

Ik heb een aantal vragen aan mevrouw Van den Broek. Hoe moeten die positieve persoonlijke opvattingen zijn gebleken? Wat moeten wij vinden van kandidaten die zich in het verleden kritisch hebben uitgelaten over het huidige functioneren van de Eerste Kamer, dus zonder bijvoorbeeld een terugzendrecht of een recht van amendement? Betekent dit dat de VVD-fractie van mening is dat een voorzitter niet langer mag pleiten voor wijziging in de bevoegdheden en taken van de Eerste Kamer?

De heer Kohnstamm (D66):

Voorzitter. Ook mij is gebleken dat in de Senioren besloten is dat er volgende week een debat met kandidaat-voorzitters plaats zal kunnen vinden. Ik moet aannemen dat die beslissing van Senioren nog niet bekend was bij de VVD-fractie toen deze motie werd gemaakt. Ligt het niet voor de hand, de motie in te trekken en de vraag die de VVD-fractie op de lippen brandt volgende week aan de desbetreffende kandidaten te stellen?

De heer Holdijk (SGP):

Voorzitter. Wij hebben ons uitstekend kunnen vinden in de ontwerpprofielschets die nog door de oude Kamer is opgesteld. Wij zijn daarmee volledig akkoord.

De motie die door de VVD-fractie is ingediend, vraagt om een zekere aanvulling van het lijstje van eisen dat aan de toekomstig voorzitter wordt gesteld. Ik ben het met iedereen eens die zal stellen of die heeft gesteld dat een verzoek van deze aard tot opname van een aanvullende eis overbodig zou moeten zijn vanwege vanzelfsprekendheid. Het zou simpelweg geen punt van discussie moeten zijn of iemand die het voorzitterschap ambieert persoonlijk de overtuiging is toegedaan van het bestaansrecht en de waarde van deze Kamer.

Wij hebben er geen behoefte aan om een toekomstig voorzitter, wie dat ook moge worden, in het hart te kijken of de nieren te proeven. Wij hebben echter evenmin behoefte aan een voorzitter die in zijn hart wenst dat de Eerste Kamer op de kortst mogelijke termijn verdwijnt. Met andere woorden, wij houden niet van een dubbele agenda. Het is vanuit die laatste overweging dat onze fractie adhesie aan deze motie zou kunnen betuigen.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van den Broek-Laman Trip voor de beantwoording van de gestelde vragen.

Mevrouw Van den Broek-Laman Trip (VVD):

Voorzitter. Ik zeg eerst iets over de procedure. Mevrouw Van Leeuwen zegt dat haar fractie min of meer is overvallen. De heer Stekelenburg zegt dat alle fracties zich reeds hadden verenigd in hun opstelling. Het is echter duidelijk dat wij een nieuwe Eerste Kamer hebben. Er is dus ruimte om moties in te dienen. In mijn fractie is er lang over gesproken vanmorgen. Wij hebben behoefte om deze motie in te dienen, ondanks het feit dat er in de vorige periode goed over is gesproken in Senioren.

De heer Stekelenburg zegt dat de motie overbodig is. Ik herinner zijn fractie eraan dat de VVD-fractie in een eerder stadium heeft gezegd dat wij een profielschets ook overbodig vonden. Als er een profielschets is, moet die volgens ons aangeven wat je van een nieuwe voorzitter verwacht. Laat ik kort zijn: het enige wat wij hiermee trachten te doen, is de representativiteit meer expliciet maken. Wij vinden dat wij mogen uitspreken dat een voorzitter van de Eerste Kamer een positieve opvatting heeft over het voortbestaan van de Eerste Kamer. De heer Stekelenburg formuleerde het erg mooi: je verwacht niet van een net gekozen voorzitter dat die de volgende ochtend op de radio zegt dat die het niet zo ziet zitten met de Eerste Kamer. Dat is een goed voorbeeld. Dat willen wij dan ook met deze motie ondervangen. Een voorzitter moet er echt voor gaan. De Eerste Kamer past in het staatsbestel. Een voorzitter van de Eerste Kamer moet, net zo goed als anderen, zoals de voorzitter van de Tweede Kamer, en andere mensen van belangrijke instellingen, een centrale rol spelen. Het gaat niet om "de" centrale rol, maar om "een" centrale rol.

Wij willen dus meer expliciet maken wat wij van de nieuwe voorzitter verwachten. Wij vinden de motie absoluut niet overbodig. Die vult aan. Wij trekken hem niet in. Wij zullen, als de motie wordt aangenomen, volgende week ook zeker aan de kandidaten vragen wat zij van deze motie denken.

Mevrouw De Wolff vraagt hoe de persoonlijke opvatting gemeten moet worden.

Dat kunnen wij aan de kandidaten vragen. Wij vragen hoe zij dat zien. Dat kan iedereen goed uitleggen. Mevrouw De Wolff vraagt ook of een voorzitter helemaal niets meer mag wijzigen. Natuurlijk mag je zaken wijzigen. Dat is duidelijk. Opheffen van de Eerste Kamer mag niet.

De beraadslaging wordt gesloten.

Mevrouw Van Leeuwen (CDA):

Voorzitter. Ik heb een vraag over de procedure.

Het is in onze fractie zo dat wij twaalf nieuwe leden kennen. Vandaar dat ik sprak van "overvallen". Ik vind dat de democratie met zich brengt dat je een goede start maakt. Over deze motie moet overlegd kunnen worden in de fractie. Ik stel dan ook voor, de stemming over de motie volgende week te doen plaatsvinden.

De voorzitter:

Mag ik daarover het oordeel van de Kamer?

De heer Kox (SP):

Ik vraag aan mevrouw Van den Broek of aanname van deze motie ook een waarschuwing is aan alle burgemeesters in dit land, bijvoorbeeld ook van twee gemeenten die hier binnenkort aan de orde komen en die opgeheven worden omdat zij zich verheffen tot een grotere gemeente, dat zij beter nu al de biezen kunnen pakken. Betekent deze redenering ook dat, waar aan de overkant wordt gesproken over het degraderen van de Nederlandse Grondwet en daarmee de organen en de instituties van de Nederlandse Staat ten gunste van de Europese Conventie, ik straks tegen Weisglas in de gecombineerde commissie kan zeggen dat hij ook beter naar huis kan gaan?

Mevrouw Van den Broek-Laman Trip (VVD):

Mijn antwoord is nee.

De heer Kox (SP):

Waarom?

Mevrouw Van den Broek-Laman Trip (VVD):

Wij praten hier over het voorzitterschap van de Eerste Kamer en niet over andere organen. Dat is niet aan de orde.

De heer Kox (SP):

U heeft overigens nog niet geantwoord op een andere vraag van mij. Is het geen trucje van de VVD-fractie om bepaalde kandidaten uit te schakelen? Daar heeft het erg veel van weg. Er ligt een opdracht in voor een lid van deze Kamer die voorzitter wil worden om zijn mening zo bij te stellen dat hij de VVD tegemoetkomt. Dat lijkt mij slecht voor een voorzitter die er voor ons allen hoort te zijn.

Mevrouw Van den Broek-Laman Trip (VVD):

Ik weet niet hoe het bij de fractie van GroenLinks werkt... Excuses. Ik weet niet hoe het bij de fractie van de SP werkt, maar bij de fractie van de VVD werken wij zeker bij dit soort onderwerpen nooit met trucjes. Echt niet.

De heer Kox (SP):

Wennen aan namen en fracties is volgens mij wel te doen.

Wennen aan regels om elkaar te respecteren, ongeacht de opvattingen die wij hebben over ons staatsbestel, moet echter iets zijn dat mensen in zich hebben als zij lid worden van de Eerste Kamer.

Mevrouw De Wolff (GroenLinks):

Voorzitter. Er is nu het ordevoorstel gedaan om volgende week te stemmen over deze motie. Ik vind dit een beetje lastig.

Uit de toelichting van mevrouw Van den Broek leid ik af dat de voorzitter niet iemand mag zijn die in het verleden heeft gezegd: "Opheffen die handel."

Ik heb dit weleens gezegd en ik wil nu weten of dit deel uitmaakt van de profielschets.

Of de motie wordt aangenomen, is niet alleen voor mij belangrijk, maar ook voor andere leden van deze Kamer die voor het weekend de afweging moeten maken of zij zich al of niet kandidaat zullen stellen.

De heer Kohnstamm (D66):

Voorzitter. Ik dank mevrouw Van den Broek voor haar reactie. Zij heeft natuurlijk gelijk als zij zegt dat de oude Kamer de profielschets heeft voorbereid en dat de nieuwe Kamer het volste recht heeft om daarmee iets anders te doen. Ik stel vast dat alle leden die de motie hebben ondertekend, al deel uitmaakten van de oude Kamer dus dat kan het argument niet zijn geweest. Los daarvan kan ik mij voorstellen dat de CDA-fractie over deze motie wil nadenken. Het lijkt mij daarom logisch dat uw voorstel wordt gevolgd. Mevrouw De Wolff moet dan nog even wachten met haar definitieve kandidatuur voor het voorzitterschap.

De voorzitter:

Wil mevrouw Van den Broek nog een reactie geven op de opmerking van mevrouw De Wolff? Dit is niet het geval.

Ik vraag de Kamer nu of zij akkoord gaat met het voorstel om de motie volgende week in stemming te brengen.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Dit betekent dat wij de profielschets pas volgende week definitief kunnen vaststellen. Ik heb echter niemand bezwaren horen uitspreken tegen de tekst zoals die er nu ligt. De motie is daarop slechts een aanvulling. Daarom stel ik voor, de thans voorliggende tekst van de profielschets vast te stellen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik ga nu over tot de vaststelling van de procedure voor de verkiezing van een nieuwe voorzitter. Ik wil u een paar punten voorleggen. Wij hebben hierover zojuist gesproken in het College van senioren.

Na deze openbare vergadering kan de kandidaatstelling schriftelijk plaatsvinden tot vrijdag 12 uur. Alle leden van deze Kamer zullen dan zaterdag aanstaande de schriftelijke kandidaatstelling in huis hebben.

In de tweede plaats zal er volgende week tijdens de openbare vergadering een ronde zijn voor alle kandidaten die zich schriftelijk hebben gemeld om hun hoofdpunten aan ons voor te leggen. Dit zal in alfabetische volgorde geschieden.

Daarna zal er een informatieve ronde volgen waarop de kandidaten – weer in alfabetische volgorde – zullen reageren.

Tot slot volgt dan de stemming overeenkomstig artikel 113 e.v. van ons Reglement van orde.

De heer Stekelenburg (PvdA):

Voorzitter. Ik ben eigenlijk wel gevoelig voor de opmerking van mevrouw De Wolff, die zegt dat de profielschets zoals die er nu ligt en de opvatting wat je persoonlijk vindt van de toekomst van ons staatsbestel, onderdeel zullen uitmaken van de afweging of je je kandidaat zult stellen. Ik stel daarom voor om de procedure voor de kandidaatstelling te verlengen. Als wij volgende week – bijvoorbeeld om half twee – over die motie stemmen, zouden wij mensen nog in de gelegenheid moeten stellen om zich binnen bijvoorbeeld een uur alsnog schriftelijk kandidaat te stellen, respectievelijk zich terug te trekken. Wij kunnen dan het debat om half drie beginnen. Dit kan immers een beslissende overweging zijn in de afweging om je kandidaat te stellen. Ik vind dat mevrouw De Wolff een punt heeft en dat wij daarover met elkaar moeten spreken.

Mevrouw Van Leeuwen (CDA):

Deze opmerking van de heer Stekelenburg verwondert mij, want hij geeft daarmee impliciet voeding aan de gedachte dat mevrouw Van den Broek weleens gelijk zou kunnen hebben met haar motie. De kandidaten die er voor zichzelf van overtuigd zijn dat zij willen solliciteren, zullen dit zeker doen, want zij hebben het debat gehoord.

De heer Stekelenburg (PvdA):

Ik heb die motie overbodig genoemd, omdat wij volgende week uitvoerig de gelegenheid krijgen om de kandidaten te bevragen.

Als wij nu in de profielschets de formulering overnemen die in de motie van mevrouw Van den Broek is gebruikt, zou er nog weleens iemand kunnen zijn die zich bedenkt, bijvoorbeeld in verband met het verkiezingsprogramma van zijn partij. Dit zou ertoe kunnen leiden dat hij er alsnog van afziet om zich kandidaat te stellen. Ik vind dat als er iets aan de profielschets wordt toegevoegd dat een rol kan spelen in de afweging om zich al of niet kandidaat te stellen.

Mevrouw Van Leeuwen (CDA):

Ik zal nog even nadenken over het antwoord van de heer Stekelenburg. Overigens meen ik dat de voorzitter al heeft gevraagd of er bezwaar bestaat tegen dit voorstel. Ik houd van het open debat en zal nog enkele momenten nadenken.

De voorzitter:

Ik denk dat er nu een misverstand ontstaat. De heer Stekelenburg heeft voorgesteld om de termijn van vrijdagmiddag 12 uur te veranderen in het moment waarop wij volgende week dinsdag hier over de motie hebben gestemd.

Ik vermoed dat daartegen weinig bezwaar bestaat.

Mevrouw Van Leeuwen (CDA):

Wij moeten dan wel iets later met de vergadering beginnen, want wij moeten wel in de gelegenheid zijn om hierover te praten in de fractie.

De voorzitter:

U kunt dan altijd om schorsing van de vergadering vragen.

Naar mij blijkt kan de Kamer zich verenigen met het voorstel van de heer Stekelenburg om de termijn van sluiting uit te stellen tot na de behandeling van de motie van de VVD-fractie. Naar mij blijkt kan de Kamer zich voor het overige verenigen met de procedure zoals ik die zo-even uiteenzette.

De leden die nog geen Kamerpas hebben, kunnen hedenmiddag tot vier uur bij de beveiligingsdienst van de Tweede Kamer een pas laten maken. Om kwart over drie zal een van de medewerkers van de Kamer deze leden naar de Tweede Kamer brengen.

Sluiting 14.30 uur

Naar boven