Aan de orde is de stemming over de motie-Schuurman c.s. inzake differentiatie van collegegelden voor internationale topmasters (28024,27920, EK nr. 232e).

De voorzitter:

Naar mij blijkt bestaat er behoefte aan het afleggen van stemverklaringen. Ik geef daartoe nu de gelegenheid.

De heer Walsma (CDA):

Mijnheer de voorzitter. Het gaat bij de motie om masteropleidingen die behoren tot het initieel onderwijs. Postinitiële opleidingen vormen een heel andere sector. Naar aanleiding van de uitvoerige discussie die hierover in de Tweede Kamer heeft plaatsgevonden, is besloten om een werkgroep in te stellen die de diverse aspecten van topmasters op een rij zal zetten. Wij wachten graag het resultaat van deze werkgroep af en vinden de motie dan ook prematuur. Mijn fractie zal dus tegen de motie stemmen.

Mevrouw Schoondergang-Horikx (GroenLinks):

Voorzitter. De fractie van GroenLinks is op voorhand niet tegen internationale topmasters, met de nadruk op het woord "internationaal". De fractie wil de toegankelijkheid van internationale topmasters echter niet afhankelijk maken van een hoger collegegeld. Wij zullen de motie daarom niet steunen.

De heer Schuurman (ChristenUnie):

Mijnheer de voorzitter. Gehoord de stemverklaringen, wil ik de motie aanhouden tot het moment waarop de werkgroep met een verslag komt.

De voorzitter:

Ik stel voor, de motie van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven