Tegenwoordig zijn 71 leden, te weten:
Baarda, De Beer, Van de Beeten, Bemelmans-Videc, Van den Berg, Bierman,
Bierman-Beukema toe Water, De Blécourt-Maas, Boorsma, Braks, Van den
Broek-Laman Trip, Van Bruchem, Dees, Doesburg, Dölle, Dupuis, Van Eekelen,
Eversdijk, Van Gennip, Ginjaar, Hessing, Van Heukelum, Hirsch Ballin, Hofstede,
Holdijk, Van den Hul-Omta, De Jager, Jurgens, Ketting, Kneppers-Heijnert,
Kohnstamm, Korthals Altes, Van der Lans, Van Leeuwen, Lemstra, Van der Linden,
Lodders-Elfferich, Luijten, Lycklama à Nijeholt, Meindertsma, Pastoor,
Pitstra, Platvoet, Le Poole, Rabbinge, Rensema, Roscam Abbing-Bos, Rosenthal,
Ruers, Van Schijndel, Schoondergang-Horikx, Schuurman, Schuyer, Stekelenburg,
Stevens, Swenker, Tan, Terlouw, Van Thijn, Timmerman-Buck, Varekamp, Veling,
De Vries, Van Vugt, Werner, Witteveen, Woldring, De Wolff, Wolfson, Wöltgens
en Zwerver,
en de heren De Vries, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
en Korthals, minister van Justitie.
De voorzitter:
Ingekomen is de volgende brief:
Hooggeachte heer Voorzitter
De aanvaarding van mijn benoeming tot staatsraad met ingang van de datum
van beëdiging, die inmiddels is vastgesteld op 1 november 2000, brengt
ingevolge artikel 57, tweede lid, van de Grondwet mee, dat ik vanaf die datum
geen lid meer kan zijn van de Staten-Generaal. Overeenkomstig artikel X 2
van de Kieswet bericht ik u dat ik met ingang van 1 november a.s. ontslag
neem als lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
Met warme gevoelens van erkentelijkheid zie ik terug op de samenwerking
met u en de overige collega's alsook de griffier en de andere medewerkers
van de Kamer.
Met vriendelijke groeten,
Van deze brief is mededeling gedaan aan de voorzitter van het Centraal
Stembureau voor de verkiezingen van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Ik
stel voor, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.