2de vergadering

Dinsdag 10 oktober 2000

13.30 uur

Voorzitter: Boorsma

Tegenwoordig zijn 71 leden, te weten:

Baarda, De Beer, Van de Beeten, Bemelmans-Videc, Van den Berg, Bierman, Bierman-Beukema toe Water, De Blécourt-Maas, Boorsma, Braks, Van den Broek-Laman Trip, Van Bruchem, Dees, Doesburg, Dölle, Dupuis, Van Eekelen, Eversdijk, Van Gennip, Ginjaar, Hessing, Van Heukelum, Hirsch Ballin, Hofstede, Holdijk, Van den Hul-Omta, De Jager, Jurgens, Ketting, Kneppers-Heijnert, Kohnstamm, Korthals Altes, Van der Lans, Van Leeuwen, Lemstra, Van der Linden, Lodders-Elfferich, Luijten, Lycklama à Nijeholt, Meindertsma, Pastoor, Pitstra, Platvoet, Le Poole, Rabbinge, Rensema, Roscam Abbing-Bos, Rosenthal, Ruers, Van Schijndel, Schoondergang-Horikx, Schuurman, Schuyer, Stekelenburg, Stevens, Swenker, Tan, Terlouw, Van Thijn, Timmerman-Buck, Varekamp, Veling, De Vries, Van Vugt, Werner, Witteveen, Woldring, De Wolff, Wolfson, Wöltgens en Zwerver,

en de heren De Vries, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, en Korthals, minister van Justitie.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede, dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Castricum, wegens ziekte;

De Boer, wegens verblijf buitenslands.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Ingekomen is de volgende brief:

Hooggeachte heer Voorzitter

De aanvaarding van mijn benoeming tot staatsraad met ingang van de datum van beëdiging, die inmiddels is vastgesteld op 1 november 2000, brengt ingevolge artikel 57, tweede lid, van de Grondwet mee, dat ik vanaf die datum geen lid meer kan zijn van de Staten-Generaal. Overeenkomstig artikel X 2 van de Kieswet bericht ik u dat ik met ingang van 1 november a.s. ontslag neem als lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

Met warme gevoelens van erkentelijkheid zie ik terug op de samenwerking met u en de overige collega's alsook de griffier en de andere medewerkers van de Kamer.

Met vriendelijke groeten,

  • hoogachtend,

  • w.g. E.M.H. Hirsch Ballin.

Van deze brief is mededeling gedaan aan de voorzitter van het Centraal Stembureau voor de verkiezingen van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Ik stel voor, deze brief voor kennisgeving aan te nemen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De overige ingekomen stukken staan op een lijst, die in de zaal ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan, dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

(Deze lijst is, met de lijst van besluiten, opgenomen aan het eind van deze editie.)

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mee, dat zijn ingekomen geannoteerde agenda's (met documenten) voor de JBZ-raad en de JBZ/Ecofinraad van 17 oktober a.s. Op deze agenda staan ten minste drie het Koninkrijk bindende ontwerpbesluiten. De commissie voor de JBZ-raad zal hedenmiddag over deze stukken beraadslagen.

Naar boven