De voorzitter:

Ik open de vergadering en verzoek u allen te gaan staan.

Met leedwezen heeft de Eerste Kamer der Staten-Generaal kennisgenomen van het bericht van overlijden van het oud-lid van deze Kamer de heer Wolter Netjes. De heer Netjes had bijna 4,5 jaar zitting, van 13 februari 1979 tot 13 september 1983, tot 10 oktober 1980 voor de Christelijk-Historische Unie, daarna voor het Christen-Democratisch Appel.

Wie terugblikt op het leven van de heer Netjes, ziet verbondenheid met de Noordoostpolder, want vanaf 1941 was hij in dienst van de Directie Noordoostpolder betrokken bij de inrichting van dit op de Zuiderzee gewonnen land. In 1947 vestigde hij zich er als één van de eerste landbouwers. In het voetspoor van zijn vader, die ook landbouwer was, bleef hij als agrariër actief tot 1977. Het was ook in deze polder dat de bestuurlijke talenten van de heer Netjes tot ontplooiing kwamen. Toevallig begonnen als lid van de poldercommissie in 1954 van het toenmalig Openbaar Lichaam "De Noordoostpolder", volgde in dat jaar ook het lidmaatschap van de gemeenteraad van Noordoostpolder en vanaf juli 1962 het lidmaatschap van de Provinciale Staten van Overijssel. Het gemeenteraadslidmaatschap vervulde hij 24 jaar en het statenlidmaatschap 20 jaar, waarvan respectievelijk 16 jaar als voorzitter van de CHU-fractie en 4 jaar als voorzitter van de CDA-fractie.

Eveneens toeval bracht de heer Netjes in de Eerste Kamer. Begin 1979 volgde hij het lid Heij op, toen deze om gezondheidsredenen moest aftreden en de twee hogergeplaatsten op de lijst van benoeming afzagen. Als Kamerlid werd de heer Netjes een fervent verdediger van het bestaansrecht van de Eerste Kamer.

Gegeven zijn achtergrond was het niet toevallig dat de heer Netjes in de Kamer woordvoerder werd voor landbouwbeleid en voor Binnenlandse Zaken. Op dit laatste terrein hield hij, als enige spreker over een wetsvoorstel houdende de instelling van een gemeente Lelystad en nadere vaststelling van de grens van de gemeente Dronten, zijn maidenspeech op 3 juli 1979. Hij wist bij uitstek hoe belangrijk het was voor nieuwe polderbewoners zich duidelijk te kunnen identificeren met een gemeente die een burgemeester had in plaats van te moeten uitleggen dat er een openbaar lichaam was met een landdrost. Waar hij zich echter mateloos over verbaasde was de vergaande manier waarop de Tweede Kamer de voorziene gemeentegrenzen had geamendeerd met steun van het CDA in die Kamer. Het leverde hem grote bijval op van de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, Wiegel, in de volgende bewoordingen: "Nu ik heb gezegd dat ik de geachte afgevaardigde complimenteer met zijn maidenspeech en ik denk aan het debat van vorige week, was het mij liever geweest, als hij namens de CDA-fractie in de Tweede Kamer had gesproken. Het was niet gelopen zoals het nu is gelopen." Vanaf het begin liet de heer Netjes daarmee blijken een politicus te zijn met eigen opvattingen en eigen overtuigingen.Herdenking

Pregnant kwamen die eigenschappen tot uiting bij de stemming op 28 april 1980 over het wetsvoorstel verdedigd door de ministers Ginjaar en De Ruiter inzake abortus. Omdat uit de CDA-groepering twee leden tegen waren, stond van 74 leden de vermoedelijke stemverhouding met 37 tegen 37 vast; de 75ste stem, die van Netjes, zou de doorslag geven. Pas in de avond liet hij in een stemverklaring weten na grondig zelfonderzoek en gesprekken met moraaltheoloog Klijn van de Katholieke Theologische Hogeschool van Amsterdam en met oud-CHU'er en toenmalig Tweede-Kamerlid Deetman, dat hij voor zou stemmen. Niet ten onrechte hoopte Vrij Nederland daarop, mede op basis van een interview met Netjes "De eenzame worsteling van het Eerste-Kamerlid Netjes". Het was inderdaad een ethisch dubbeltje op zijn kant geweest. In 1980 en 1982 zou Netjes bij beide lezingen voor een grondwetsherziening tegen het voorstel stemmen om kiesrecht voor de gemeenteraad te verlenen aan niet-Nederlandse ingezetenen.

In een interview in de Zwolse Courant van 20 september 1983 liet het toen inmiddels oud-lid, want het was een week na zijn terugreden, weten dat hij tijd ging vrijmaken voor ongelezen boeken, voor cryptogrammen, voor fietsen, maar vooral voor zijn vrouw, zijn zes kinderen met hun gezinnen waarin dan al vele kleinkinderen zijn geboren. Een niet vreemde gedachte voor een man die het Eerste-Kamerlidmaatschap vijf dagen van de week beoefende, waarbij 20 uur heenging aan lezen en rangschikken van de post.

Ruim 17 jaren zijn sedertdien verstreken. Het moge de familie tot troost strekken zo lang van een authentiek mens te hebben mogen genieten. Was het eigenlijk wel toeval dat hem in de politiek bracht? Toewijding was in ieder geval wel de eigenschap die Wolter Netjes in onze herinnering doet voortleven.

Ik verzoek u enkele ogenblikken stilte in acht te nemen.

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven