36ste vergadering

Dinsdag 5 september 2000

13.30 uur

Voorzitter: Korthals Altes

Tegenwoordig zijn 72 leden, te weten:

Baarda, De Beer, Van de Beeten, Bemelmans-Videc, Van den Berg, Bierman, Bierman-Beukema toe Water, De Blécourt-Maas, De Boer, Boorsma, Braks, Van den Broek-Laman Trip, Van Bruchem, Castricum, Doesburg, Dölle, Dupuis, Eversdijk, Van Gennip, Ginjaar, Hessing, Van Heukelum, Hirsch Ballin, Hofstede, Holdijk, Van den Hul-Omta, Jaarsma, De Jager, Jurgens, Ketting, Kneppers-Heijnert, Kohnstamm, Korthals Altes, Van der Lans, Van Leeuwen, Lemstra, Van der Linden, Lodders-Elfferich, Luijten, Lycklama à Nijeholt, Meindertsma, Pastoor, Pitstra, Platvoet, Le Poole, Rabbinge, Rensema, Roscam Abbing-Bos, Rosenthal, Ruers, Van Schijndel, Schoondergang-Horikx, Schuurman, Schuyer, Stekelenburg, Stevens, Swenker, Tan, Van Thijn, Timmerman-Buck, Varekamp, Ter Veld, Veling, De Vries, Van Vugt, Werner, Witteveen, Woldring, De Wolff, Wolfson, Wöltgens en Zwerver,

en de heer Korthals, minister van Justitie, mevrouw Netelenbos, minister van Verkeer en Waterstaat, en de heer Benschop, staatssecretaris van Buitenlandse Zaken.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede, dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Dees, Van Eekelen en Terlouw, wegens verblijf buitenslands.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Ingekomen is de volgende brief van 7 juli 2000.

"Zeer geachte heer Korthals Altes,

Na rijp beraad heb ik het besluit genomen per 15 juli 2000 terug te treden als lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Per 17 juli 2000 zal ik – thans nog voorzitter van de Raad van Bestuur van de GAK Groep NV – toetreden tot de Raad van Bestuur van Achmea Holding NV. Gelet op de eisen die de nieuwe positie aan mij stelt, heb ik besloten mijn lidmaatschap van de Eerste Kamer te beëindigen.

  • Ik heb mijn besluit genomen na goed overleg met de leiding van de CDA-fractie in de Eerste Kamer.

  • De afgelopen dertien maanden heb ik met veel plezier mijn werkzaamheden verricht als lid van de Eerste Kamer, onder uw leiding. Ik bewaar goede herinneringen aan de contacten die ik met u en met de andere leden van de Eerste Kamer mocht hebben.

Met de meeste hoogachting,

  • w.g. E.P. de Jong."

Van deze brief is mededeling gedaan aan de voorzitter van het Centraal stembureau voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Ik stel voor deze brief voor kennisgeving aan te nemen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede, dat door mij zijn benoemd tot leden van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrief van het benoemde lid der Kamer de heer R.H. van de Beeten: de heer Kohnstamm (voorzitter), de heer Castricum en mevrouw De Wolff.

Ik deel aan de Kamer mede, dat de reeds ingekomen missives van de voorzitter van het Centraal stembureau en de geloofsbrief van de heer R.H. van de Beeten inmiddels in handen zijn gesteld van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrief.

Het is mij gebleken, dat de commissie haar taak inmiddels heeft verricht. Ik geef derhalve het woord aan de heer Kohnstamm, voorzitter van de commissie tot onderzoek van de geloofsbrief van R.H. van de Beeten, tot het uitbrengen van het rapport.

De heer Kohnstamm:

Voorzitter! De commissie welke de geloofsbrief van het benoemde lid van de Kamer R.H. van de Beeten heeft onderzocht, heeft de eer te rapporteren dat de geloofsbrief en de daarbij, ingevolge de Kieswet, overgelegde bescheiden in orde zijn bevonden.

Het rapport van de commissie is neergelegd ter griffie ter inzage voor de leden.

De commissie adviseert de Kamer om de heer R.H. van de Beeten als lid van de Kamer toe te laten.

De voorzitter:

Ik dank de heer Kohnstamm voor het uitbrengen van het rapport en de commissie voor het verrichten van haar taak. Ik stel aan de Kamer voor het advies van de commissie te volgen en het rapport in de Handelingen te doen opnemen.

Daartoe wordt besloten.

(Het rapport is opgenomen aan Voorzitterhet eind van deze editie.)1

De voorzitter:

Ik verzoek de griffier, de heer Van de Beeten binnen te leiden.

Nadat de griffier de heer R.H. van de Beeten heeft binnengeleid, legt deze in handen van de voorzitter de bij de wet voorgeschreven eden af.

De voorzitter:

Ik wens u van harte geluk met uw beëdiging en verzoek u straks uw plaats in deze Kamer in te nemen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik verzoek de leden te gaan staan.

Ingekomen is bericht van overlijden van het oud-lid der Kamer de heer F.H. von Meijenfeldt. Ik heb aan zijn weduwe de volgende brief geschreven:

"Geachte mevrouw Von Meijenfeldt,

Met leedwezen heeft de Eerste Kamer der Staten-Generaal kennisgenomen van het overlijden van uw echtgenoot Frederik Hendrik von Meijenfeldt, lid van deze Kamer van 24 januari 1978 tot 23 juni 1987. Ofschoon de Kamer met reces is wil zij met deze brief onmiddellijk blijk geven van haar respect voor haar oud-lid.

Als Kamerlid voerde uw echtgenoot het woord over economische zaken en onderwerpen op het gebied van koninkrijkszaken. Op economisch gebied voelde hij zich door zijn opleiding en grote kennis van zaken zeer thuis. Voordat hij toetrad tot de Eerste Kamer kenmerkten zijn activiteiten zich reeds door zijn grote inzet voor de publieke zaak, getuige zijn vele bestuurlijke functies zoals gemeenteraadslid van Groningen en lid Provinciale Staten van Groningen. Als wethouder van Groningen verliet hij de toen veelbewogen stad-Groninger politiek omdat hij, met anderen, deze onwerkbaar achtte. Het kenmerkte hem ook als een principieel mens. Op verzoek stelde hij zich op latere leeftijd ten slotte beschikbaar als waarnemend burgemeester van Winsum. Dit onderstreept nog eens zijn grote betrokkenheid en plichtsbesef met betrekking tot de samenleving.

Daarnaast hadden welzijn en ontwikkeling en persoonlijke zorg voor de medemens zijn grote belangstelling gezien zijn vele functies bij onderwijs, bedrijven en zorginstellingen in het noorden van het land.

In brede kring zal men zich hem herinneren als een bekwaam, integer en aimabel mens die zich niet alleen heeft ingezet op maatschappelijk terrein maar ook grote verdiensten had op bestuurlijk niveau. Hoewel geboren te Utrecht was hij getogen te Groningen.

Met groot respect en goede herinneringen denkt de Eerste Kamer terug aan uw echtgenoot. Een zeer gewaardeerd bestuurder is van ons heengegaan.

Namens de Kamer betuig ik u mijn gevoelens van deelneming en wens ik u en uw familie heel veel sterkte. Moge de waardering die velen in de Kamer voor hem hadden tot troost zijn bij het dragen en verwerken van dit grote persoonlijke verlies."

Ik verzoek de Kamer enkele ogenblikken stilte in acht te nemen.

(De aanwezigen nemen enige ogenblikken stilte in acht.)

De voorzitter:

De overige ingekomen stukken staan op een lijst, die in de zaal ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan, dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Aangezien voor de verschillende verdragen die ter stilzwijgende goedkeuring zijn voorgelegd en de algemene maatregelen van bestuur die zijn voorgehangen en gedrukt onder de nrs. 27179, 27183, 27187, 27188 (R1657), 27189, 27200, 27212, 27218, 27233 en 27239 de termijn is verstreken, stel ik vast dat wat deze Kamer betreft aan uitdrukkelijke goedkeuring van dit voornemen, deze verdragen en algemene maatregelen van bestuur geen behoefte bestaat.

Op verzoek van de fractie van het CDA heb ik de heer Van de Beeten benoemd tot lid van die commissies waar een vacature was ontstaan door het vertrek van de heer De Jong.

Naar boven