Tegenwoordig zijn 66 leden, te weten:
Baarda, De Beer, Van den Berg, Bierman, De Boer, Boorsma, Braks, Van den
Broek-Laman Trip, Dees, Van Dijk, Van Eekelen, Eversdijk, Van Gennip, Ginjaar,
Glastra van Loon, Glasz, Van Graafeiland, Grol-Overling, De Haze Winkelman,
Heijmans, Heijne Makkreel, Hendriks, Hessing, Van Heukelum, Hilarides, Hofstede,
Holdijk, Jaarsma, De Jager, Jurgens, Ketting, Korthals Altes, J. van Leeuwen,
L.M. van Leeuwen, Linthorst, Lodewijks, Loudon, Luijten, Luimstra-Albeda,
Maas-de Brouwer, Meeter, Michiels van Kessenich-Hoogendam, Pit, Pitstra, Le
Poole, Postma, Rensema, Rongen, Roscam Abbing-Bos, Ruers, Scholten, Schoondergang-Horikx,
Schuurman, Schuyer, Steenkamp, Stevens, Stoffelen, Talsma, Tiesinga-Autsema,
Tuinstra, Veling, Verbeek, Vrisekoop, Werner, Wiegel en Zwerver,
en de heer Korthals, minister van Justitie.
De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mede, dat zijn ingekomen berichten van verhindering
van de leden:
Lycklama à Nijeholt, Hirsch Ballin en Zijlstra, wegens verblijf
buitenslands;
Batenburg, wegens ziekte.
De voorzitter:
Aangezien voor verschillende verdragen die ter stilzwijgende goedkeuring
zijn voorgelegd en gedrukt onder de nummers 26214, 26216 en 26223 de termijn
is verstreken, stel ik vast, dat wat deze Kamer betreft aan uitdrukkelijke
goedkeuring van deze verdragen geen behoefte bestaat.
Ik deel aan de Kamer mee, dat op 19 oktober jongstleden het verslag van
de JBZ-Raad van 24 september jongstleden is aangeboden met begeleidende brief.
In deze brief verzoeken de betrokken bewindslieden om verdere afhandeling
van ontwerpbesluit nr. 5. Op dit ontwerpbesluit had de Kamer haar positie
gereserveerd vanwege stapeling van gemaakte voorbehouden en om de tekst van
het ontwerpbesluit. Sindsdien is over beide kwesties informatie aangeboden
waarmee de Kamer tevreden is. Om die reden adviseren de desbetreffende vaste
commissies van de Eerste Kamer thans het gemaakte parlementair voorbehoud
op te heffen. Ik stel aan de Kamer voor, dit advies te volgen.