3de vergadering

Dinsdag 13 oktober 1998

13.30 uur

Voorzitter: Korthals Altes

Tegenwoordig zijn 66 leden, te weten:

Baarda, Batenburg, De Beer, Van den Berg, Bierman, Braks, Van den Broek-Laman Trip, Dees, Van Dijk, Van Eekelen, Eversdijk, Gelderblom-Lankhout, Van Gennip, Ginjaar, Glastra van Loon, Glasz, Van Graafeiland, Grol-Overling, De Haze Winkelman, Heijmans, Heijne Makkreel, Hendriks, Hessing, Van Heukelum, Hilarides, Hirsch Ballin, Hofstede, Holdijk, Jaarsma, De Jager, Jurgens, Ketting, Korthals Altes, J. van Leeuwen, Linthorst, Lodewijks, Luijten, Lycklama à Nijeholt, Maas-de Brouwer, Meeter, Michiels van Kessenich-Hoogendam, Pit, Pitstra, Le Poole, Postma, Rensema, Rongen, Roscam Abbing-Bos, Ruers, Scholten, Schoondergang-Horikx, Schuurman, Schuyer, Stevens, Talsma, Tuinstra, Varekamp, Ter Veld, Veling, Verbeek, Vrisekoop, Werner, Wöltgens, Van de Zandschulp, Zijlstra en Zwerver,

en de heer Korthals, minister van Justitie, en mevrouw De Vries, staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede, dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Stoffelen, wegens verblijf buitenslands;

Tiesinga-Autsema, wegens ziekte.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Ingekomen is een beschikking van de voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal houdende aanwijzing van de Nederlandse leden van de Interparlementaire Commissie.

Ook is ingekomen een beschikking van de voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal houdende aanwijzing van twee plaatsvervangende leden van de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad.

Deze beschikkingen liggen op de griffie ter inzage. Ik stel voor deze beschikkingen voor kennisgeving aan te nemen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

De overige ingekomen stukken staan op een lijst, die in de zaal ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Aangezien voor verschillende voornemens tot het sluiten van uitvoeringsverdragen, verdragen die ter stilzwijgende goedkeuring zijn voorgelegd en voor algemene maatregelen van bestuur die zijn voorgehangen en gedrukt onder de nummers 23908 (R1519), nr. 35, 26104, 26113, 26140, 26141, 26142, 26143, 26152, 26153, 26154 en 26155 de termijn is verstreken, stel ik vast, dat wat deze Kamer betreft aan uitdrukkelijke goedkeuring van deze voornemens, verdragen respectievelijk algemene maatregelen van bestuur geen behoefte bestaat.

Naar boven