De voorzitter:

Geachte medeleden, ik verzoek u te gaan staan.

De Kamer ontving het droevige bericht dat op donderdagavond 13 mei in de leeftijd van 57 jaar is overleden de heer Harmannus Thijs Stegeman, directeur van de Stenografische dienst. Hoewel hij na zijn benoeming tot directeur in november 1992 nauwelijks meer bij de verslaglegging in de Eerste Kamer was betrokken en hij daarom ook nog slechts zelden dit gebouw betrad, zal een aantal uwer hem zich zeker herinneren. Dat geldt in het bijzonder voor een aantal ambtelijke medewerkers van de Kamer.

De heer Stegeman heeft bijna zijn gehele werkzame leven in dienst gesteld van de Stenografische dienst. Na een korte leerperiode werd hij met ingang van 1 april 1963 aangesteld als stenograaf. Dankzij zijn uitstekende taalgevoel, analytisch inzicht en brede interesse ontwikkelde hij zich snel tot een uitstekend stenograaf, die moeiteloos en met groot plezier verschillende soorten verslagen maakte. Een kort uitstapje naar een particulier stenografenbureau in 1976 schonk hem niet wat hij ervan verwachtte en binnen een jaar keerde hij terug. Het werken in een team en voor de Staten-Generaal was voor hem belangrijker dan hij had gedacht toen hij ontslag nam.

Na zijn terugkeer had hij grote verdiensten bij het opzetten van de automatisering, iets waarmee de Stenografische dienst van de Staten-Generaal een van de eerste parlementaire stenografische diensten in de wereld was. Vervolgens zette hij zich met een tweetal collega's aan het oprichten van een afdeling beknopt verslag, die het maken van beknopte verslagen van vergaderingen van algemeen overleg overnam van de plaatsvervangend griffiers. Mede door de inzet van de heer Stegeman werd ook dit een zeer gewaardeerde activiteit van de Stenografische dienst.

Gezien zijn visie, zijn ideeën en zijn bestuurlijke kwaliteiten wekte het geen verbazing dat hij met succes solliciteerde naar de functie van onderdirecteur toen deze in 1990 door het overlijden van mevrouw Van Eck vacant kwam. Gelet op de wijze waarop hij die functie vervulde, was hij in 1992 de voor de hand liggende kandidaat voor de opvolging van de heer Van Beurden als directeur. In die functie heeft hij zich vooral verdienstelijk gemaakt door het integreren van de afdelingen woordelijk verslag en beknopt verslag, waardoor de flexibiliteit en de inzetbaarheid van de Stenografische dienst aanmerkelijk werden vergroot en waardoor adequaat kon worden ingespeeld op de sterk wisselende vraag naar verslagen van beide Kamers en hun commissies. Dankzij zijn gaven van hoofd en hart wist hij de problemen, die onvermijdelijk gepaard gaan met een ingrijpende operatie als een reorganisatie, tot een minimum te beperken.

De heer Stegeman voelde zich zeer betrokken bij de Stenografische dienst en de Staten-Generaal, die hij ook buiten de directe werksfeer liet profiteren van zijn vele kwaliteiten, niet alleen op het sportieve maar ook op het muzikale vlak. Door zijn beminnelijk karakter en zijn openheid had hij goede contacten met velen die werkzaam zijn in de gebouwen aan het Binnenhof. Voor zijn verdiensten in zijn werkkring en in het maatschappelijk leven – hij was vele jaren bestuurslid van het stadstheater De Tobbe in Voorburg – werd hij in 1992 benoemd tot officier in de Orde van Oranje-Nassau.

In het begin van dit jaar openbaarde zich bij hem een ziekte waarvan hij wist dat geen herstel meer mogelijk was. Ondanks de ernst van zijn ziekte behield hij zijn geestkracht, humor en zelfspot en legde hij daarvan getuigenis af in een levendige correspondentie, die hij tot 14 dagen voor zijn overlijden onderhield met zijn collega's en vele anderen. Tot zijn teleurstelling maakte zijn toestand het hem niet meer mogelijk om een afscheidsbezoek te brengen aan de dienst waaraan hij bijna 37 jaren zijn beste krachten had gegeven.

Hij overleed op de avond van Hemelvaartsdag in vrede en verzoend met zijn heengaan, temidden van zijn dierbaren voor wie hij – zoals wij konden lezen in de overlijdensadvertentie – heel veel heeft betekend. Afgelopen woensdag is hij, nadat een zeer druk bezochte herdenkingsbijeenkomst had plaatsgevonden, in kleine kring gecremeerd. Ons medeleven gaat uit naar al degenen voor wie zijn heengaan een groot verlies betekent, in het bijzonder zijn vrouw, zijn moeder en zijn kinderen.

(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)

De vergadering wordt enige ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede, dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Batenburg, wegens ziekte;

Stevens, wegens verblijf buitenslands;

Jurgens, wegens bezigheden elders.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst, die in de zaal ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan, dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

(Deze lijst is opgenomen aan het eind van deze editie.)

Naar boven