De voorzitter:
Geachte medeleden, geachte oud-voorzitter van deze Kamer Steenkamp! Het
is een bijzondere dag, omdat in verband met het onderwerp waarover vandaag
beraadslaagd wordt, de Kamer voltallig aanwezig is. Naar alle waarschijnlijkheid
is het vandaag voor het laatst dat de Kamer in de huidige samenstelling voltallig
aanwezig is. Wij hadden de hoop dat dit ook het geval zou zijn tijdens de
laatste vergadering van de Kamer in de huidige samenstelling, die op de eerste
juni is voorzien, maar wij hebben er begrip voor dat dan toch enkele leden
verhinderd zullen zijn. Ik wil dan ook graag op dit moment ons oudste lid,
niet in leeftijd, maar in Kamerjaren, toespreken.
De volgende maand, om precies te zijn over vijf weken, zal het 34 jaar
geleden zijn dat de heer Steenkamp zijn intrede in deze Kamer deed namens
de KVP. Kort voor het eind van die 34 jaar zal hij de Kamer verlaten. Hij
heeft belangrijke politieke verdiensten voor ons land gehad. Dat spreekt al
vanzelf als je lid van deze Kamer bent, al helemaal vanzelf als dat lidmaatschap
bijna 34 jaar heeft mogen duren en nog meer vanzelf als de heer Steenkamp
ook een belangrijk deel van die 34 jaar heeft mogen optreden als voorzitter
van deze Kamer.
Maar dat niet alleen. Hij is ook enige malen opgetreden als informateur
bij de vorming van kabinetten, in ons land een van de meest delicate en moeilijke
bezigheden. Bij de vorming van het eerste kabinet-Biesheuvel is de heer Steenkamp
als informateur opgetreden en zijn voorbeeld om dat vanuit deze Kamer te doen,
heeft nadien vele malen navolging gekregen van anderen en ik geloof sinds
1986 zelfs zonder onderbreking. De heer Steenkamp stond ook aan de wieg van
het derde kabinet-Van Agt. Daarvan moet ik zeggen dat dat er voor een deel
al was, maar dat het niettemin een delicaat ogenblik in onze staatkundige
geschiedenis was dat zijn hulp werd ingeroepen.
Als ik dit alles in herinnering breng, heb ik eigenlijk het belangrijkste
voor het laatst bewaard, want de heer Steenkamp zal in de allereerste plaats
niet eens geboekstaafd staan als voorzitter of als langdurig lid van deze
Kamer en ook niet als informateur, maar als formateur en wel van het Christen-Democratisch
Appel, waarvan hij na de vorming ook erevoorzitter is geworden. Dat is een
uitermate belangrijk moment in de geschiedenis van de Nederlandse politieke
organisatie geweest. Ik heb het voorrecht gehad, daar in een andere hoedanigheid
bij aanwezig te zijn – weliswaar als voorzitter, maar dan niet van deze
Kamer – en dat staat mij dan ook nog zeer helder voor de geest. Het
was daarom een belangrijk moment in onze vaderlandse politiek, omdat de groepering
waaruit de heer Steenkamp voortkwam, de Katholieke Volkspartij, en de voorganger
van die partij samen met de andere grotere protestants-christelijke partijen
in ons land vanaf 9 september 1918 onafgebroken, zij het niet alle altijd
tegelijkertijd, deel hebben uitgemaakt van de kabinetten in ons land. Daar
leek vanaf 1966 een zekere kentering in te komen en het is de heer Steenkamp
met een aantal andere vooraanstaande christen-democraten geweest die leiding
hebben gegeven aan een proces waarbij de partijen die ik op het oog had –
de KVP, de Anti-Revolutionaire Partij en de Christelijk Historische Unie –
tezamen het Christen-Democratisch Appel zijn gaan vormen. Dat heeft er mede
toe geleid dat de belangrijke politieke invloed die kon worden uitgeoefend
vanaf 9 september 1918, nog tot 1994 heeft kunnen voortduren. Sedertdien zien
wij in de Tweede Kamer een zekere terugloop, maar in deze Kamer – de
Kamer van de heer Steenkamp – niet. Dat is natuurlijk geen toeval. In
deze Kamer is het minste wat men van het CDA kan zeggen, dat het zich op een
belangrijke tweede plaats heeft weten te handhaven. Volgende week, 25 mei,
zullen wij weten of het een tweede plaats, een gedeelde eerste/tweede plaats,
of alsnog een eerste plaats zal blijken te zijn. Dat ligt nog in de schoot
van provinciale staten verborgen.
Dames en heren, de loopbaan van de heer Steenkamp is van grote betekenis.
Het is dan ook een voorrecht dat wij samen met hem lid van deze Kamer hebben
kunnen zijn. De meesten van ons waren dat in zijn nadagen, althans na 34 jaar
mag je daar wel over spreken. Wij nemen nu afscheid van hem. Ik wil dat graag
doen door het overhandigen van een aandenken aan deze Kamer. Onder het oude
decoratiestelsel vond zo'n aandenken vaak een plaats in een knoopsgat. Wat
hier voor mij ligt, is daar wat groot voor, want dankzij dat oude decoratiestelsel
heeft de heer Steenkamp namelijk al het hoogste bereikt wat je van een Kamerlid
in dat opzicht kunt verwachten en waarvan ik tegen alle andere leden zeg:
dat zal onder het nieuwe decoratiestelsel voor de meesten niet meer zijn weggelegd!
Vandaar dat ik de heer Steenkamp graag een boek overhandig.