27ste vergadering

Dinsdag 20 april 1999

13.30 uur

Voorzitter: Korthals Altes

Tegenwoordig zijn 63 leden, te weten:

Baarda, Batenburg, De Beer, Van den Berg, Bierman, De Boer, Boorsma, Braks, Van den Broek-Laman Trip, Van Dijk, Van Eekelen, Eversdijk, Gelderblom-Lankhout, Van Gennip, Ginjaar, Glastra van Loon, Glasz, De Haze Winkelman, Heijmans, Heijne Makkreel, Hendriks, Van Heukelum, Hilarides, Hirsch Ballin, Hofstede, Holdijk, Jaarsma, De Jager, Jurgens, Ketting, Korthals Altes, J. van Leeuwen, L.M. van Leeuwen, Linthorst, Lodewijks, Loudon, Luijten, Luimstra-Albeda, Maas-de Brouwer, Meeter, Pit, Pitstra, Postma, Rensema, Roscam Abbing-Bos, Ruers, Scholten, Schoondergang-Horikx, Schuurman, Schuyer, Talsma, Tuinstra, Varekamp, Ter Veld, Veling, Verbeek, Vrisekoop, Werner, Wiegel, Wöltgens, Van de Zandschulp, Zijlstra en Zwerver,

en de heer Van Boxtel, minister voor het Grote Steden- en Integratiebeleid.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede, dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Stoffelen, Grol-Overling en Hessing, wegens bezigheden elders.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst, die in de zaal ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan, dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

(Deze lijst is, met de lijst van besluiten, opgenomen aan het eind van deze editie.)

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede, dat op 9 april jl. per brief met bijlagen een ontwerpbesluit (SCH/Com-ex (99)9) in het kader van het Uitvoerend Comité Schengen is toegezonden met het verzoek dit besluit per schriftelijke procedure af te doen. De betrokken commissies hebben over dit verzoek en het ontwerpbesluit beraadslaagd. Zij adviseren aan het verzoek te voldoen en in te stemmen met het ontwerpbesluit.

Ik stel aan de Kamer voor, deze adviezen te volgen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Aangezien voor het voornemen tot het sluiten van uitvoeringsverdragen, de verschillende verdragen die ter stilzwijgende goedkeuring zijn voorgelegd en de algemene maatregelen van bestuur die zijn voorgehangen en gedrukt onder de nrs. 23908 (R1519), nr. 38, 23405 (R1630), 26406 (R1631), 26408 (R1632), 26409 (R1633), 26413, 26414, 26424 (R1634), 26432, 26438 en 26441, de termijn is verstreken, stel ik vast dat wat deze Kamer betreft aan uitdrukkelijke goedkeuring van dit voornemen, deze verdragen en algemene maatregelen van bestuur geen behoefte bestaat.

Naar boven