Tegenwoordig zijn 47 leden, te weten:
Baarda, Batenburg, De Beer, Van den Berg, Bierman, De Boer, Boorsma, Cohen,
Dees, Van Dijk, Eversdijk, Gelderblom-Lankhout, Van Gennip, Ginjaar, Grol-Overling,
Heijmans, Heijne Makkreel, Van Heukelum, Hofstede, Holdijk, Jaarsma, De Jager,
Jurgens, Ketting, Korthals Altes, J. van Leeuwen, Loudon, Luijten, Luimstra-Albeda,
Lycklama à Nijeholt, Meeter, Michiels van Kessenich-Hoogendam, Pitstra,
Postma, Rongen, Schoondergang-Horikx, Schuurman, Schuyer, Stoffelen, Talsma,
Tuinstra, Varekamp, Veling, Verbeek, Vrisekoop, Van de Zandschulp en Zwerver,
en mevrouw Sorgdrager, minister van Justitie, mevrouw Borst-Eilers, minister
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en de heer Nuis, staatssecretaris van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.
De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mede, dat zijn ingekomen berichten van verhindering
van de leden:
Van Graafeiland, De Wit, Grewel, Steenkamp en Pit, wegens bezigheden elders;
Hendriks, Stevens, Braks, Rensema, Hirsch Ballin en Linthorst, wegens
verblijf buitenslands;
Glasz, in verband met vakantie.
De voorzitter:
Op verzoek van de fractie van D66 heb ik de volgende leden in commissies
aangewezen:
tot lid van de vaste commissie voor Algemene Zaken
en Huis der Koningin mevrouw Tiesinga-Autsema in de bestaande vacature;
tot lid van de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse
Zaken mevrouw Tiesinga-Autsema in de bestaande vacature;
tot lid van
de vaste commissie voor Cultuur mevrouw Tiesinga-Autsema in plaats van de
heer Glastra van Loon;
tot plaatsvervangend lid van de vaste commissie
voor Verkeer en Waterstaat mevrouw Tiesinga-Autsema in de bestaande vacature;
tot lid van de vaste commissie voor Economische Zaken mevrouw Tiesinga-Autsema
in de bestaande vacature;
tot lid van de vaste commissie voor Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij mevrouw Tiesinga-Autsema in plaats van de heer Hessing;
tot plaatsvervangend lid van de vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij de heer Hessing in plaats van mevrouw Vrisekoop.
Verder deel ik mede, dat ik mevrouw Tiesinga-Autsema heb benoemd tot plaatsvervangend
voorzitter van de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse
Zaken.
Aangezien voor verschillende verdragen en voornemens tot het sluiten van
uitvoeringsverdragen die ter stilzwijgende goedkeuring zijn voorgelegd en
voor algemene maatregelen van bestuur die zijn voorgehangen en gedrukt onder
de nummers 23908 (R1519), nr. 28, 25842, 25845, 25853 (R1605) en 25866 de
termijn is verstreken, stel ik vast, dat voor wat deze Kamer betreft aan uitdrukkelijke
goedkeuring van deze verdragen, respectievelijk AMvB's geen behoefte bestaat.