Noot 1 (zie blz. 1857)

Rapport van de Commissie tot onderzoek van de geloofsbrief van mevrouw T. A. Maas-de Brouwer

De Commissie, benoemd tot onderzoek van de geloofsbrief van mevrouw T. A. Maas-de Brouwer heeft de eer het volgende te rapporteren.

In de handen van de Commissie zijn gesteld de volgende missiven van de voorzitter van het Centraal Stembureau voor de verkiezing van de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal:

a. een, ter voldoening aan het bepaalde in artikel V1, derde lid, van de Kieswet, ten geleide van zijn besluit van 5 augustus 1998, nr. KR 98/159 waarbij mevrouw T. A. Maas-de Brouwer te Westbroek, wordt benoemd verklaard tot lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, in de vacature ontstaan door het ontslag van de heer M. J. Cohen te Maastricht;

b. een, ter voldoening aan het bepaalde in artikel V2, eerste lid, der Kieswet, houdende mededeling dat mevrouw T. A. Maas-de Brouwer haar benoeming aanneemt.

Het benoemde lid heeft overgelegd:

a. de kennisgeving van de voorzitter van het Centraal Stembureau dat zij is benoemd;

b. een uittreksel uit het persoonsregister;

c. een verklaring betreffende openbare betrekkingen welke zij bekleedt.

Uit deze stukken blijkt dat het benoemde lid de bij de wet gevorderde leeftijd heeft bereikt en dat zij geen betrekking bekleedt welke onverenigbaar is met het lidmaatschap van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Commissie heeft derhalve de eer voor te stellen mevrouw T. A. Maas-de Brouwer als lid van de Kamer toe te laten.

De Commissie:

N. H. van den Broek-Laman Trip (voorzitter)

M. Luimstra-Albeda

J. A. Schoondergang-Horikx

Naar boven