Aan de orde is de stemming over het wetsvoorstel Regels met betrekking tot de geestelijke verzorging in instellingen in de zorgsector, in justitiële inrichtingen en in de krijgsmacht (Wet geestelijke verzorging zorginstellingen, justitiële inrichtingen en krijgsmacht) (23720).

(Zie vergadering van 4 november 1997.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen.

Mevrouw Van Leeuwen (CDA):

Mijnheer de voorzitter! Het voorliggende wetsvoorstel moet worden gezien als een verbijzondering van de wijze waarop de geestelijke verzorging gestalte dient te krijgen, door te bepalen dat deze toegankelijk en beschikbaar moet zijn. Op grond hiervan zal de CDA-fractie haar steun aan het wetsvoorstel niet onthouden, ondanks het feit dat de CDA-fractie teleurgesteld is dat het kabinet nu nog niet tegemoet wil komen aan gerechtvaardigde verlangens met betrekking tot het beschikbaar stellen van de benodigde financiële middelen.

Mevrouw Le Poole (PvdA):

Voorzitter! Verleden week en bij eerdere gelegenheden heb ik namens de PvdA-fractie opgemerkt, dat wij geestelijke verzorging in zorginstellingen en justitiële inrichtingen een belangrijk goed vinden. Wij zijn er dan ook voorstander van, dat zowel wettelijk als financieel geregeld wordt dat zorg beschikbaar en toegankelijk is. Uit de antwoorden van met name de staatssecretaris op onze vragen bij de verschillende behandelingen van dit wetsvoorstel en laatstelijk de vorige week, hebben wij echter moeten afleiden dat de gelden om deze zorg ook bij de bejaardenoorden behoorlijk te regelen, niet beschikbaar zijn. Het antwoord dat instellingen ervoor kunnen kiezen om de gelden ten behoeve van meer handen aan het bed deels voor geestelijke verzorging in te zetten, bevredigt niet. Daar komt bij dat het onderwerp dat in deze wet geregeld is, grotendeels ook in andere wetgeving geregeld is en dat deze wet dus weinig of niets toevoegt aan hetgeen al bestaat.

Dit alles leidt ertoe dat de grootste mogelijke meerderheid van de PvdA-fractie uiteindelijk haar steun aan dit wetsvoorstel zal moeten onthouden.

Mevrouw Schoondergang-Horikx (GroenLinks):

Voorzitter! GroenLinks vond het een moeilijke beslissing om te bepalen of GroenLinks voor of tegen deze wet moet stemmen. Voor pleit namelijk dat wij het belangrijk vinden dat bewoners van de betrokken instellingen recht kunnen doen gelden op het verlenen van geestelijke zorg. En deze wet biedt daarvoor het raamwerk. Tegen pleit dat de regering wel een wet wil invoeren die bewoners van die instellingen recht op geestelijke zorg geeft, maar daarvoor niet de benodigde gelden beschikbaar wil stellen.

Na afweging is de beslissing gevallen om onze steun aan deze wet te geven, want als wij tegenstemmen hebben wij én geen raamwerk én geen extra geld. Wij hopen dat bij aanvaarden van deze wet altijd nog extra geld ter beschikking komt.

Mevrouw Van den Broek-Laman Trip (VVD):

Voorzitter! Mijn fractie hecht veel waarde aan geestelijke verzorging in instellingen: gevangenissen, de krijgsmacht en zorginstellingen. Mijn fractie constateert dat dit voor gevangenissen en de krijgsmacht inmiddels via aparte wetgeving is geregeld of binnenkort geregeld zal worden.

Voor de zorginstellingen is bereikbaarheid van geestelijke verzorging in de kwaliteitswet expliciet geregeld. Wij achten zorginstellingen zeer wel in staat om binnen hun krappe budget zelf de geestelijke verzorging te regelen. De conclusie van mijn fractie is dus dat deze wet overbodig is. Wij zullen dan ook geen steun geven aan dit wetsvoorstel.

De heer Holdijk (SGP):

Voorzitter! Dat de fracties van SGP, RPF en GPV de aanwezigheid en dus de beschikbaarheid en toegankelijkheid van geestelijke verzorging in situaties, waarin mensen op basis van onvrijwilligheid verkeren, op hoge prijs stellen, zal van hun kant geen betoog behoeven. Ze zouden ook niet tegen een overkoepelende wet op dit punt zijn. Waar zij wel bezwaren tegen hebben, is een wet waarvan enerzijds nu reeds is te voorzien, dat belangrijke onderdelen op afzienbare termijn vervangen zullen worden en die anderzijds een doublure is van bestaande wetgeving, zoals de Kwaliteitswet zorginstellingen. Als deze wet niet tot stand komt, zullen bestaande regelingen in stand blijven en zal dat geen materiële schade aan de geestelijke verzorging toebrengen.

Dat stelt ons gerust als wij – daarbij bedoel ik dan bij afwezigheid van de RPF-fractie de SGP- en GPV-fractie – om redenen van consistente wetgeving menen onze stem aan het voorstel te moeten onthouden. Onze taak om de kwaliteit van wetgeving te bewaken, moet hier de doorslag geven.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de SGP, het GPV en de PvdA, met uitzondering van het lid Wöltgens, de fractie van de heer Bierman en de fractie van het AOV tegen het wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is verworpen.

Naar boven