7de vergadering

Dinsdag 19 november 1996

13.30 uur

Voorzitter: Tjeenk Willink

Tegenwoordig zijn 68 leden, te weten:

Baarda, Batenburg, De Beer, Van den Berg, Bierman, De Boer, Boorsma, Braks, Van den Broek-Laman Trip, Cohen, Dees, Van Dijk, Eversdijk, Gelderblom-Lankhout, Van Gennip, Ginjaar, Glastra van Loon, Glasz, Van Graafeiland, Grol-Overling, De Haze Winkelman, Heijmans, Heijne Makkreel, Hendriks, Hessing, Van Heukelum, Hirsch Ballin, Hofstede, Holdijk, Jaarsma, De Jager, Jurgens, Ketting, Korthals Altes, J. van Leeuwen, L.M. van Leeuwen, Linthorst, Lodewijks, Loudon, Luijten, Luimstra-Albeda, Lycklama à Nijeholt, Michiels van Kessenich-Hoogendam, Pit, Le Poole, Rensema, Rongen, Roscam Abbing-Bos, Schoondergang-Horikx, Schuurman, Schuyer, Staal, Steenkamp, Stoffelen, Talsma, Tjeenk Willink, Tuinstra, Varekamp, Ter Veld, Veling, Verbeek, Vrisekoop, Werner, Wiegel, De Wit, Wöltgens, Van de Zandschulp en Zwerver,

en de heren Kok, minister-president, minister van Algemene Zaken, Dijkstal, vice-minister-president, minister van Binnenlandse Zaken, mevrouw Sorgdrager, minister van Justitie, de heren Ritzen, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Zalm, minister van Financiën, mevrouw De Boer, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, mevrouw Jorritsma-Lebbink, minister van Verkeer en Waterstaat, de heren Van Aartsen, minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Melkert, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mevrouw Borst-Eilers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de heren Pronk, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, Kohnstamm, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, mevrouw Van de Vondervoort, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, mevrouw Schmitz, staatssecretaris van Justitie, mevrouw Netelenbos, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, de heren Nuis, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Gmelich Meijling, staatssecretaris van Defensie, Tommel, staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, mevrouw Van Dok-van Weele, staatssecretaris van Economische Zaken, de heer De Grave, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en mevrouw Terpstra, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede, dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Postma, wegens ziekte, ook morgen;

Stevens, wegens bezigheden elders, ook morgen;

Zijlstra en Van Eekelen, wegens het bijwonen van een vergadering van de Noord-Atlantische Assemblee te Parijs, ook morgen.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Ook zijn ingekomen berichten van verhindering van:

de minister van Buitenlandse Zaken, wegens ziekte, ook morgen;

de minister van Defensie, wegens het bijwonen van een WEU-ministersconferentie te Oostende;

de minister van Economische Zaken, in verband met een bezoek aan Brazilië, ook morgen;

de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, in verband met zijn deelname aan de bijeenkomst in het kader van de IGC '96;

de minister en staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, in verband met heropening en stemmingen over hun begroting in de Tweede Kamer, na 15.00 uur;

de staatssecretaris van Financiën, in verband met de plenaire vergadering in de Tweede Kamer, van 15.15 uur tot 15.45 uur;

de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen de heer Nuis en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, in verband met het bijwonen van de stemmingen in de Tweede Kamer;

de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken de heer Kohnstamm in verband met het vragenuur in de Tweede Kamer.

Ik deel aan de Kamer mee, dat ingekomen is de geannoteerde ontwerpagenda voor de JBZ-Raad op 28 en 29 november a.s. Op die agenda staan onder andere negen het Koninkrijk bindende besluiten. Teneinde het beraad over de agendapunten in de Kamer mogelijk te maken, heb ik daartoe hetVoorzitter gebruikelijke signaal afgegeven, zodat de termijn van 15 dagen wordt gerespecteerd respectievelijk uitgerekt.

De ingekomen stukken staan op een lijst, die in de zaal ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan, dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

(Deze lijst is, met de lijst van besluiten, opgenomen aan het eind van deze vergadering.)

Naar boven