Noot 1 (zie blz. 984)

Wachtgeldregeling in de uitvoering naar de toekomst

Er bestaat geen twijfel over de wenselijkheid om werklozen in aanmerking te laten komen voor vacatures. De procedures die door de minister van Onderwijs worden gehanteerd om dat doel te verwezenlijken brengen echter met zich mee dat het bijna onmogelijk wordt om aan de gestelde regelgeving te voldoen. De flexibiliteit wordt bedreigd, de kwaliteit van het onderwijs staat onder zware druk. Dat in het kader van het financieringstekort er een prioriteit is voor de middelen en dat dat enige schade toebrengt aan de kwaliteit van het onderwijs en de uitvoering is nog te verdedigen doch er moet ook een grens zijn. In het kader van de decentralisatiefilosofie en het ingezette beleid tot het vergroten van de autonomie van besturen en directies van scholen kan en mag het niet zo zijn dat het belangrijkste produkt van het bedrijf onderwijs (waarop gescoord moet worden) tw: de kwaliteit in negatieve zin in het geding raakt.

Welke praktische problemen veroorzaakt de bestaande regelgeving

Procedures zijn ingewikkeld en vragen veel tijd: t.b.v. de accountantscontrole dient al het handelen van bestuur en directie op papier te worden gezet.

Een voorbeeld bij een school voor VO waar een zieke leerkracht is. Verwachting is dat de afwezigheid van de zieke wel een week of 4 kan duren. Zijn lessentaak is 24 uur.

– de roostermaker constateert dat het om een praktijkdocent metaal gaat. Op de lijst van eigen wachtgelders komt evenwel geen ex-personeelslid voor met deze bevoegdheid, wel een met de bevoegdheid Duits en een met Geschiedenis die in het verleden op basis van gebleken ongeschiktheid is ontslagen.

Op de directie rust nu de plicht om, middels optimalisering, dat wil zeggen doorschuiven van docenten, gebruik maken van een mogelijk tweede bevoegdheid, toch deze wachtgelders in te zetten.

Het blijkt mogelijk middels het doorschuiven van 3 docenten de vervanging te kunnen regelen in de vakrichting geschiedenis. Dus zou de ongeschikte leerkracht (wachtgelder) geschiedenis moeten worden ingezet.

De directie wil betrokkene niet in deze vervanging zetten en besluit ontheffing te vragen van het CFI. Daartoe moet worden aangetoond dat: betrokkene in het verleden op basis van gebleken ongeschiktheid is ontslagen en dat deze ongeschiktheid nu nog aanwezig is. Betrokkene die in het verleden het al niet eens was met dit ontslag maar het bij de rechtbank verloren heeft is nog steeds van mening dat hij kan worden ingezet. CFI wil pas reageren nadat betrokkene zijn visie op het als dan niet inzetten in deze vervangingssituatie heeft gegeven. Na weken volgt dus een beslissing. Inmiddels kan niet op een andere wijze in deze vervanging worden voorzien, dus lesuitval en maar hopen dat het geen examenklas is want dan heb je echt een probleem-> tenminste de leerlingen.

Via doorschuiven zou het wellicht wel lukken om de vervanging in Duits te laten plaatsvinden. Er is een leraar metaalkunde die nu is ingezet in het vak algemene technieken. Een andere leraar die ook algemene technieken geeft heeft daarnaast nog 10 uur handvaardigheid. Een leraar handvaardigheid die ook voor 10 uur mentor is zou deze 10 uur mentoraat tijdelijk kunnen inruilen 10 uur voor handvaardigheid. Een leraar Duits zou vervolgens de uren mentoraat kunnen waarnemen waardoor de wachtgelder voor 10 uur kan worden ingezet. Hierbij zijn wel 3 locaties betrokken.

Ten behoeve van de resterende 14 lesuren van de vervanging wordt ontheffing gevraagd van de wachtgeldverplichting – want we hadden nog een wachtgelder geschiedenis (zie boven).

Nu zal dat allemaal gelukt zijn, dwz. dat er een groot aantal klassen ineens worden geconfronteerd met andere roosters, andere leerkrachten, andere methodiek van lesgeven, andere programma's en veel lesuitval. De vervangende leerkrachten moeten op de nieuwe klassen inschieten en het duurt weken voordat de rust is weergekeerd.

Vervolgens komt de zieke docent terug. Zal de gehele schuifoperatie weer ongedaan moeten worden gemaakt.

Kortom een onwerkbare situatie.

In een dergelijke situatie is het ook niet mogelijk een wachtgelder van een ander bestuur in te zetten, hoewel dat net zo goed een verlichting van de wachtgeldlasten met zich mee zou brengen en waardoor wellicht de gehele lerarenschuif niet nodig zou zijn geweest. Het begrip continuïteit van het onderwijs?

CFI, waarom niet? Dat staan de regeltjes gewoon niet toe meneer.

Je zal maar een school hebben met veel oudere leerkrachten waarbij het ziekteverlof gewoon hoger ligt, bijv. 20 zieken op jaarbasis!

In het BVE veld ligt het nog gecompliceerder omdat daar de bevoegheidseisen zijn vervangen door het begrip bekwaamheid en je als directie vervolgens moet aantonen dat iemand niet alleen niet bevoegd is maar ook niet voor de waarneming van dat vak bekwaam wordt geacht.

Naar boven