Beleidsregel vestiging coffeeshops gemeente Utrecht

 

De burgemeester van de gemeente Utrecht;

Gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 174, lid 1 Gemeentewet, artikel 13b Opiumwet, Aanwijzing Opiumwet 2015A003;

 

Overwegende dat:

  • Zij op grond van artikel 174, lid 1 van de Gemeentewet bevoegd is de vestiging van coffeeshops te reguleren;

  • het gewenst is ter invulling van de beleidsruimte een beleidsregel vast te stellen over het reguleren van de vestiging van coffeeshops;

 

Besluit de volgende beleidsregel vast te stellen:

Artikel 1 Aard en maximumaantal

Het maximaalaantal te gedogen coffeeshops bedraagt 17 waaronder 4 reserveringen voor:

  • Eén voor het experiment ‘social cannabisclub’;

  • Eén voor de pilot coffeeshop aan de rand van de stad, voor het initiatief ‘de binnenstad voorbij’;

  • Twee voor initiatieven buiten de woonwijken, op bedrijventerreinen, langs doorgaande wegen.

Artikel 2 Vestigingscriteria

  • 1.

    Binnen de singels geldt een afstandscriterium van 250 meter tussen coffeeshops.

  •  

  • 2.

    Buiten de singels, in de woonwijken, geldt een afstandscriterium tussen coffeeshops van 350 meter.

  •  

  • 3.

    Geen afstandscriterium wordt gehanteerd tussen coffeeshops aan de rand van de stad, buiten de woonwijken.

  •  

  • 4.

    Tussen een coffeeshop en een school voor voortgezet onderwijs of middelbaar beroepsonderwijs geldt een afstandscriterium van 250 meter.

  •  

  • 5.

    Geen coffeeshop wordt gedoogd in een straat dan wel een duidelijk herkenbaar afzonderlijk gedeelte daarvan, waaraan bebouwing ligt die in hoofdzaak dient voor bewoning.

  •  

  • 6.

    Voor een locatie waar een coffeeshop als gevolg van handhavend optreden is gesloten, wordt pas een nieuwe aanvraag voor een coffeeshop in behandeling genomen nadat de sluitingstermijn van het pand is verlopen.

Artikel 3 Toepassing vestigingscriteria
  • 1.

    Bovenstaande vestigingscriteria worden toegepast bij de beoordeling van nieuwe vestigingen, waarbij een overname van een bestaande coffeeshop als een nieuwe vestiging wordt beschouwd.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde onder het eerste lid wordt bij een overname van een coffeeshop die ten tijde van het vastleggen van het lokale coffeeshopbeleid in 2003 (‘notitie softdrugsbeleid gemeente Utrecht’) werd gedoogd, niet getoetst aan de vestigingscriteria van artikel 2, lid 1 tot en met 5.

Artikel 4 Vereisten aanvraag vestiging coffeeshop

  • 1.

    Een aanvraag voor de vestiging van een coffeeshop dient te voldoen aan de eisen die ook worden gesteld voor de aanvraag van een horeca-exploitatievergunning, zoals beschreven in de ‘Verordening horeca gemeente Utrecht’.

  •  

  • 2.

    In het bij te voegen huurcontract moet duidelijk blijken dat de pandeigenaar akkoord gaat met vestiging van een coffeeshop.

Artikel 5 Voorschriften aan horeca-exploitatievergunning en gedoogverklaring

Aan de voor een coffeeshop te verlenen horeca-exploitatievergunning en gedoogverklaring worden voorschriften verbonden, die toezien op het omgevingsbeheer en op medewerking aan het verstrekken van informatie over risico's aan de gebruiker van softdrugs.

Artikel 6 Aangewezen gebieden

  • 1.

    In de navolgende gebieden wordt gedurende 3 jaar geen gebruik gemaakt van de bevoegdheid om een coffeeshop te gedogen:

  • Amsterdamsestraatweg, gelegen tussen de Daalsetunnel/Weerdsingel en Muyskenstraat/Dr. Lessepstraat;

  • Bedrijventerrein Nieuw Overvecht, gelegen binnen de Fransiscusdreef, Mississippidreef, Tennesseedreef, Floridadreef en de (sport)velden die daar direct aan gelegen zijn: Sportpark Overvecht Noord, Voetbalvereniging Edom volkstuinencomplex Flora’s Hof, crematorium Daelwijck, de Vechtsebanen en Peaks Padel Utrecht.

  • 2.

    De termijn van 3 jaar kan indien nodig worden verlengd tot 5 jaar.

Artikel 7 Wachtlijst

  • 1.

    Er is een wachtlijst voor gegadigden voor vestiging van een coffeeshop.

 

  • 2.

    Er is een wachtlijst voor gegadigden voor vestiging van een coffeeshop buiten de woonwijken, op bedrijventerreinen langs doorgaande wegen.

Artikel 9 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking op 1 juli 2024 en heeft een geldigheidsduur van drie jaar.

Artikel 10 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als ‘beleidsregel vestiging coffeeshops gemeente Utrecht’.

 

Aldus vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Utrecht op 27 juni 2024.

De burgemeester

Sharon A.M. Dijksma

 

 

 

Toelichting bij beleidsregel vestiging coffeeshops gemeente Utrecht

Artikel 1 Aard en maximaalaantal

Het percentage gebruikers van cannabis onder de bevolking heeft zich in de afgelopen jaren gestabiliseerd. Een te gering aanbod t.o.v. de vraag leidt tot het ontstaan van niet gedoogde verkooppunten, te grote (verkeers)druk op shops en coffeeshops met hele grote omzet. Een hele grote omzet in een coffeeshop maakt de achterdeurproblematiek heviger en leidt eerder tot overlast. Het eerstgenoemde argument geldt ook voor vestigingen aan de rand van de stad.

De volksgezondheid en de leefbaarheid zijn ermee gediend dat het systeem in stand blijft waarbij de verkoop van softdrugs plaats vindt via de bekende en daardoor te controleren verkooppunten. Waar aan het systeem afbreuk wordt gedaan neemt straathandel toe en de daarmee gepaard gaande overlast. Een redelijk evenwicht tussen vraag en aanbod draagt, in combinatie met een zekere kleinschaligheid van de coffeeshops, bij aan het beheersbaar houden van verkeer- en parkeerbewegingen en daarmee aan de leefbaarheid in de omgeving van de coffeeshop. Vandaar de keuze om het maximumbeleid van 17 coffeeshops te handhaven.

Indien het maximum toegestane aantal coffeeshops (inclusief reserveringen) is bereikt, worden aanvragen voor horeca-exploitatievergunningen en gedoogverklaringen niet verleend. Bij de vraag of het maximum aantal coffeeshops is bereikt, tellen coffeeshops die voor onbepaalde tijd zijn gesloten en geweigerde aanvragen van coffeeshops mee gedurende de periode dat bezwaar openstaat tegen de sluiting c.q. de weigering en tot de beslissing op bezwaar en uitspraak in evt. voorlopige voorziening is afgehandeld. Na de beslissing op bezwaar wordt er maximaal zes weken gewacht. Is er na deze termijn geen voorlopige voorziening aangevraagd tegen de beslissing op bezwaar dan telt de gesloten coffeeshop of geweigerde aanvraag niet meer mee in het aantal coffeeshops.

 

Artikel 2 Vestigingscriteria

Lid 1 t/m 3

Met deze regel wordt (ongewenste) concentratie van coffeeshops in de stad voorkomen. Waar coffeeshops hinder veroorzaken, gaat het in de regel om het komen en gaan van klanten. In de binnenstad zal die hinder eerder wegvallen tegen de achtergrond van verkeersbewegingen rond andere voorzieningen dan in de wijken rond de binnenstad. Het is daarom redelijk in de binnenstad een kleiner minimum afstand tussen coffeeshops te hanteren dan in de omliggende wijken. Ook is het redelijk voor coffeeshops aan de rand van de stad, buiten de woonwijken, geen afstandscriterium tussen coffeeshops te hanteren. Het aantal mogelijke vestigingsplaatsen aan de rand van de stad is gering. Het hanteren van een afstandscriterium vormt hier een onnodige beperking van concurrentie.

Het afstandscriterium van 250 meter/350 meter geldt over de kortste loopafstand over de openbare weg tussen coffeeshops, gemeten van hoofdingang tot hoofdingang.

Lid 4

Er is geen bewijs voor een relatie tussen omvang en frequentie van gebruik van cannabis door scholieren in het voortgezet onderwijs en de afstand van een coffeeshop tot hun school. Wel wordt gezien dat scholieren in deze leeftijdscategorie bij coffeeshops rondhangen in de hoop via passanten cannabis te kunnen verkrijgen. Het is niet aannemelijk dat ze dit bij voorkeur doen in de buurt van hun eigen school.

Onder voorgezet onderwijs en middelbaar onderwijs wordt verstaan: onderwijs voor scholieren tussen 12 en 18 jaar zoals praktijkonderwijs, havo, vwo en (v)mbo op niveau 1,2, 3 en 4.

Toetsing van het afstandscriterium gebeurt op dezelfde manier als onder lid 1 tm 3: via de openbare weg van hoofdingang tot hoofdingang. Is er een schoolplein dan wordt het begin van (het toegangshek van) het schoolplein aangehouden.

Lid 5

Dit criterium heeft een rechtstreekse relatie met de meest voorkomende hinder vanuit coffeeshops voor omwonenden: hinder door verkeer, parkeren en rondhangen. Bij een acceptabele vestigingslocatie kan worden gedacht aan een locatie in een straat, of een bouwblok daarbinnen, waar de bebouwing op de begane grond voor meer dan 50 % bestaat uit bedrijvigheid.

Lid 6

Een definitieve sluiting is in de regel het gevolg van een forse overtreding van de gedoogcriteria of van de horecaverordening, die een zeer negatieve uitstraling op de omgeving heeft. Direct weer een aanvraag in behandeling nemen houdt geen rekening met de verstoorde situatie. Een pandsluiting in deze gevallen duurt in de regel 1 jaar. De afhandeling van een aanvraag voor een coffeeshop, die door invoering van deze bepaling pas na dat jaar kan worden ingediend, duurt geruime tijd. In die periode kan de rust terugkeren, wat ook bijdraagt aan een goede afweging.

 

Artikel 3 Toepassing vestigingscriteria

Lid 1

De vestigingscriteria zijn te beschouwen als objectivering voor de beoordeling van het overlastcriterium, onderdeel van de gedoogcriteria. Anders gezegd, waaraan moet een locatie voldoen om er vertrouwen in te kunnen hebben dat er geen overlast ontstaat. Een bestaande coffeeshop met een bekende exploitant hoeft niet te worden beoordeeld op basis van een objectivering, maar kan worden beoordeeld op basis van de praktijk. Als het daar in overlastzin aan schort, kan en zal worden opgetreden, tot een sluiting aan toe. Objectivering is nodig bij beoordeling van een nieuwe vestiging, dan wel een bestaande vestiging in combinatie met een nieuwe ondernemer.

Deze vorm van toepassing geeft ook de mogelijkheid op een redelijke manier om te gaan met situaties waarin een gevestigde coffeeshop in strijd raakt met de vestigingscriteria door een beslissing van derden (bv. de vestiging van een school of wijziging van bestemming van panden in de directe omgeving). Deze bepaling laat onverlet dat met bestaande coffeeshops waarvan de omgeving verandert, afspraken gemaakt zullen worden over extra (beheer)maatregelen, als dat nodig is.

Er is sprake van een overname wanneer;

• een ondernemer/ondernemers de coffeeshop overneemt/overnemen;

• er een wijziging in de ondernemingsvorm en/of ondernemers plaatsvindt.

Lid 2

Een overname van een coffeeshop geldt als een nieuwe vestiging en moet dus voldoen aan de vestigingscriteria. Diverse coffeeshops in Utrecht voldoen daar niet aan. De verklaring hiervoor is dat deze coffeeshops er eerder waren dan de landelijke en lokale gedoogcriteria.

Voor de coffeeshops die niet voldoen aan de huidige vestigingscriteria geldt de afwijkende regel dat indien de huidige ondernemer de coffeeshop wil overdragen, dan volgt geen toets op de genoemde vestigingscriteria van artikel 2, lid 1 t/m 5.

Voor alle voorgenomen overnames geldt onverkort dat de nieuwe ondernemer een aanvraag voor een nieuwe horeca-exploitatievergunning en gedoogverklaring moet indienen. Een Bibob-onderzoek blijft ook onverkort onderdeel van de procedure.

De uitzondering van het vestigingsbeleid van het tweede lid geldt niet zodra het bedrijf van overheidswege is gesloten.

Artikel 4

Lid 2

Deze bepaling voorkomt dat na een lange vergunningprocedure uiteindelijk privaatrechtelijke problemen optreden. De toekomstige ondernemer moet instemming van de pandeigenaar aantonen.

 

Artikel 5

In de horeca-exploitatievergunning en gedoogverklaring kunnen voorschriften worden gesteld als aanvulling op of als uitwerking van de gedoogcriteria. Daarbij gaat het vaak om voorschriften voor het (omgevings)beheer, zoals: inzet van een portier, sluitingstijden, toezicht op verkeer- en parkeergedrag, maatregelen tegen geluidsoverlast van klanten etc. Het kan ook gaan over geven van informatie aan klanten over risico's van gebruik van softdrugs. Op deze wijze is het lokale gedoogbeleid met maatwerk aan te vullen.

De volgende voorschriften gelden in elk geval:

1. De openingstijden blijven (maximaal) beperkt tot dagelijks tussen 10.00 uur en 24.00 uur;

2. Er is naast een leidinggevende een aparte toezichthouder aanwezig in/bij het bedrijf gedurende de tijden dat het horecabedrijf geopend is voor publiek. Hij ziet toe op het voorkomen van overlast van bezoekers van het horecabedrijf;

3. U dient zich aan de AHOJGI-criteria te houden opgenomen in de Aanwijzing behorende bij de Opiumwet van het Openbaar Ministerie: geen affichering, geen harddrugs, geen overlast, geen verkoop aan jeugdigen en geen toegang voor jeugdigen tot een coffeeshop (leeftijdsgrens 18 jaar), geen verkoop van grote hoeveelheden per transactie (dat wil zeggen hoeveelheden groter dan geschikt voor eigen gebruik (=5 gram) en onder transactie wordt begrepen alle koop en verloop in één coffeeshop op eenzelfde dag met betrekking tot eenzelfde koper), en slechts een beperkte handelsvoorraad (niet meer dan 500 gram).

4. Aan personen die hun auto fout parkeren, met draaiende motor wachten of anderszins overlast voor de woon- en leefomgeving veroorzaken, worden geen softdrugs verkocht;

5. Bezoekers zijn verplicht legitimatie te tonen;

 

Artikel 6

De burgemeester kan een gebied/straat of deel daarvan bestempelen als gebied of straat waarvoor geen aanvragen voor het gedogen van een coffeeshop in behandeling worden genomen of verleend.

Het economisch-maatschappelijk functioneren van een bepaald gebied, een straat of een deel van een straat, kan met (in voorkomende gevallen) zwaardere vormen van overlast door ondernemingen in het gebied zo onder druk staan dat het verstandig is geen medewerking te verlenen aan de vestiging van een coffeeshop.

Het gaat hier immers om een voorziening waarvan niet bij voorbaat vast staat dat daarmee een positieve bijdrage wordt geleverd aan het economisch functioneren van dat gebied, die straat of dat deel daarvan. Gelet op de uitstraling die het slecht economisch en maatschappelijk functioneren (ook) op de directe omgeving heeft en het belang het economisch functioneren van aanliggende gebieden te beschermen, juist om het geheel weer beter te laten functioneren, kan de begrenzing van deze aanwijzing ruimer zijn dan het in economische en maatschappelijke zin slecht functionerende gebied, straat of deel ervan. Het is niet de bedoeling delen van de stad blijvend aan te wijzen, maar slechts voor die periode die nodig is om structurele maatregelen te nemen en uit te voeren.

 

Onderbouwing voor de Amsterdamsestraatweg

Op de Amsterdamsestraatweg is al eerder, in de periode 2014-2019, een moratorium op de vestiging van nieuwe coffeeshops van kracht geweest. We zien nog steeds dat de Amsterdamsestraatweg vanwege het huidige veiligheidsbeeld, maar ook het kwetsbare economische functioneren, extra bescherming nodig blijft houden.

De ondermijnende criminaliteit op de Amsterdamsestraatweg is hardnekkig en heeft een systematisch en veelzijdig karakter, dat blijkt onder meer uit de Rapportage Overlast en Ondermijning ASW uit 2021. Illegaal gokken, drugscriminaliteit, (wapen)geweld, illegale prostitutie, zorgfraude en criminele of verdachte investeringen in vastgoed zijn voorkomende vormen. De lokale criminele aanwezigheid gaat samen met bovenlokale criminele contacten en conflicten.

In de nota Grenzen stellen, Perspectief bieden (2021) is de Amsterdamsestraatweg benoemd als een voor ondermijning kwetsbaar gebied. In het coalitieakkoord 2022-2026 is vervolgens gekozen voor een integrale gebiedsgerichte aanpak voor de Amsterdamsestraatweg: “aanpak van (georganiseerde) criminaliteit gaat altijd hand in hand met de sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen en investeringen in de openbare ruimte in het gebied.” De Amsterdamsestraatweg heeft vanwege genoemde veiligheidsproblematiek maar ook het kwetsbare economische functioneren extra bescherming nodig.

 

Een coffeeshop in dit gebied heeft gezien de context van de huidige kwetsbaarheid in functioneren onevenredig nadelige effecten op het economisch functioneren van het winkelgebied. Het ondernemers- en vestigingsklimaat op de Amsterdamsestraatweg staat in de huidige situatie al zwaar onder druk. Dit blijkt ook uit verschillende signalen vanuit diverse ondernemers en de ondernemersvereniging ASW030. Ondernemers wensen graag de focus te hebben op de positieve ontwikkelingen op en rondom de straat. Vanuit het programma Amsterdamsestraatweg is er voor wat betreft het aanbod de inzet gericht op het selecteren van nieuwe zaken op uniciteit, kwaliteit en innovatie. De vestiging van een coffeeshop zet dit op de volgende manier nog verder onder druk: 

Verdere verslechtering van imago en uitstraling door de vestiging van een coffeeshop, die – ondanks allerlei verplichte beheermaatregelen – door de achterdeur-problematiek omgeven blijft met een zweem van criminaliteit, onveiligheid en risico op misstanden; 

Forse bezoekersstromen zorgen naar verwachting voor extra verkeers- en parkeerdruk. Onder de huidige ondernemers bestaan reeds zorgen over de parkeerdruk nu na de herinrichting er minder parkeerplekken over blijven;

Het risico op achterblijvende investeringen in verbetering van vastgoed en in verduurzaming van vastgoed omdat vastgoedeigenaren liever investeren in een gebied zonder coffeeshop. In een dergelijk gebied, waar structurele maatregelen nodig zijn om het tij te keren, is het redelijk om gedurende enige tijd als overheid medewerking te onthouden aan vestiging van voorzieningen waarvan niet op voorhand vaststaat dat deze (worden beschouwd als) een positieve bijdrage aan het economisch functioneren.

Onderbouwing voor bedrijventerrein Nieuw Overvecht

Politie, gemeente en belastingdienst hebben de afgelopen jaren diverse signalen ontvangen dat op het bedrijventerrein het naleefgedrag te wensen overlaat en dat daarmee de veiligheid, gezondheid, leefbaarheid en ordening in het fysieke domein onder druk staan. De signalen betreffen onder meer: illegale bewoning, strijdig gebruik en criminele activiteiten. De kwetsbaarheid van bedrijventerrein Nieuw Overvecht wordt mede geïllustreerd door de berichtgeving over het bedrijventerrein in lokale, regionale en landelijke media in de afgelopen jaren. Veelvuldig wordt bericht over criminaliteit en/of ernstige verstoringen van de openbare orde. Criminaliteitsbestrijding kan niet duurzaam succesvol zijn als niet tegelijk nieuwe sociale, economische en maatschappelijke perspectieven worden geboden. Vanuit dit besef hebben de veiligheidspartners besloten dat een langdurige, brede en integrale aanpak is vereist voor het bedrijventerrein. In 2021 is een ontwikkelvisie opgesteld met de ondernemersvereniging waarbij veiligheid is benoemd als randvoorwaarde. Het ondernemers- en vestigingsklimaat op het bedrijventerrein staat in de huidige situatie al jaren zwaar onder druk. Eveneens in 2021 is in de nota ‘Grenzen stellen, Perspectief bieden’ het Bedrijventerrein Nieuw Overvecht aangewezen als een voor ondermijning kwetsbaar gebied.

De vestiging van een coffeeshop zet dit op de volgende manier nog verder onder druk: 

Een coffeeshop in het gebied toestaan geeft een verkeerd signaal aan ondernemers, vastgoedeigenaren en investeerders doordat de gemeente vanwege de geconstateerde problematiek juist veel investeert in de wijkaanpak ‘Samen voor Overvecht’ én in het tegengaan van ondermijning;

Verdere verslechtering van imago en uitstraling door de vestiging van een coffeeshop, die – ondanks allerlei verplichte beheermaatregelen – door de achterdeur-problematiek omgeven blijft met een zweem van criminaliteit, onveiligheid en risico op misstanden. Dit draagt niet bij aan een positieve ontwikkeling van het economisch functioneren van het bedrijventerrein;

Forse bezoekersstromen zorgen naar verwachting voor extra verkeers- en parkeerdruk. Parkeren op eigen terrein is slechts op een beperkt aantal plekken haalbaar op het bedrijventerrein, waardoor effecten in de openbare ruimte onvermijdelijk zijn;

Het risico op achterblijvende investeringen in verbetering van vastgoed en in verduurzaming van vastgoed omdat vastgoedeigenaren liever investeren in een gebied zonder coffeeshop. Daarmee blijven gemeentelijke ambities op het vlak van intensivering van het ruimtegebruik en banen én op het vlak van verduurzaming achter op wat wenselijk is. 

 

Artikel 7

1e lid

Werkwijze wachtlijst:

• Per 6 januari 2014 is een wachtlijst ingesteld bij het horeca-loket.

• Op volgorde van binnenkomst vanaf 6 januari 2014 worden de aanvragers op de wachtlijst geplaatst.

• Bij het plaatsen van de aanvrager op de wachtlijst worden de volgende gegevens geregistreerd: Naam, telefoonnummer, e-mailadres aanvrager en het adres van het beoogde pand.

• De aanvrager is steeds zelf verantwoordelijk voor het achterlaten van een juist telefoonnummer en e-mailadres bij de gemeente waarop hij/zij bereikbaar is

• De aanvrager ontvangt een e-mail ter bevestiging dat hij/zij op de wachtlijst staat.

• De gegevens van de aanvrager worden op de wachtlijst geplaatst als deze beschikt over een ontvankelijke aanvraag zoals is bedoeld in de Horecaverordening Utrecht. De aanvraag wordt aan het horecaloket getoetst op deze criteria en bij akkoord worden de gegevens van de aanvrager op de wachtlijst wordt geplaatst.

• Een verzoek voor een pand dat geen horecabestemming kent, kan alleen op de wachtlijst worden geplaatst wanneer dit pand of locatie ligt buiten de woonwijken, op een bedrijventerrein of langs doorgaande wegen.

• Voor een pand/locatie dat nog geen horecabestemming kent, zal ook een planologische procedure gevolgd moeten worden voor deze horecabestemming. Deze procedure kan worden gestart op het moment dat de aanvrager de mogelijkheid krijgt om een formele aanvraag te doen. De gemeente houdt zich het recht voor om de wijziging van de bestemming van het pand te weigeren. Het risico dat planologisch gezien geen medewerking zal worden verleend aan de locatie is voor aanvrager.

• Als de aanvrager (vervolgens) zijn gegevens op de lijst wil aanpassen, naar bijvoorbeeld een ander adres of andere ondernemingsvorm, wordt dit gezien als een nieuwe aanvraag.

• Wanneer de mogelijkheid zich voor doet voor vestiging van een nieuwe coffeeshop wordt degene die als eerste op de wachtlijst staat door de gemeente gedurende twee weken in de gelegenheid gesteld een formele aanvraag in te dienen.

• Indien de eerste aanvrager niet reageert binnen de gestelde termijn, wordt er contact opgenomen met de volgende aanvrager op de wachtlijst enzovoort.

 

2e lid

Het besluit tot instellen van een wachtlijst voor de invulling van twee reserveringen voor ieder één coffeeshop buiten de woonwijken is gepubliceerd op 11 november 2015.

 

Het maximum aantal te gedogen coffeeshops is in Utrecht vastgesteld op 17, waaronder 2 reserveringen voor initiatieven buiten de woonwijken, op bedrijventerreinen en langs doorgaande wegen. Per 1 december 2015 is er een wachtlijst ingesteld voor de invulling van deze twee reserveringen voor ieder één coffeeshop buiten de woonwijken. Deze wachtlijst is vormgegeven door middel van een loting door een notaris die op voornoemde datum plaatsvond en waarmee een rangvolgorde van de wachtlijst is bepaald. Latere aanvragers voor coffeeshops buiten woonwijken en buiten de binnenstad worden als eerstvolgende op deze wachtlijst geplaatst.

Met het doen van een aanvraag geeft u te kennen een coffeeshop te willen realiseren buiten een woonwijk en buiten de binnenstad. De aanvraag verplicht u niet tot het voortzetten van uw aanvraag. De gemeente is niet verplicht tot medewerking aan de aanvraag. De inhoudelijke toetsing van een aanvraag vindt pas plaats op het moment dat een daadwerkelijke aanvraag wordt gedaan omdat uw plaats op de wachtlijst aan de orde is. Bij inschrijving voor de wachtlijst vindt geen definitieve toetsing plaats voor ontvankelijkheid of inhoudelijke criteria.

Werkwijze wachtlijst:

• Bij het doen van een inschrijving dienen de volgende gegevens geregistreerd te zijn: naam, telefoonnummer, e-mailadres aanvrager en het adres van het beoogde pand/ locatie van het perceel.

• Het adres/perceel van de inschrijving dient duidelijk te zijn.

• Een aanvrager kan slechts voor 1 adres/perceel een inschrijving doen. Inschrijvingen voor meerdere adressen is niet mogelijk.

• Het adres/perceel dient gelegen te zijn buiten een woonwijk en buiten de binnenstad. Het dient te gaan om een pand anders dan voor wonen (een woning is dus niet toegestaan).

• Per adres kan slechts één inschrijving worden gedaan; volgende inschrijvingen voor hetzelfde adres zullen niet in behandeling worden genomen.

• De aanvrager dient bij de inschrijving een toestemmingsbrief in van de eigenaar van het pand/perceel dat hij instemt met de vestiging van een coffeeshop op die locatie.

• Het pand/gedeelte van een pand/ te bouwen pand dient niet groter te zijn dan 150 m². De ruimte waarde coffeeshop gevestigd zal worden, dient volledig afgesloten te zijn van andere ruimten in hetzelfde gebouw en niet toegankelijk vanuit deze andere ruimten. Wanneer dit van toepassing is dient op tekening de concrete situatie te worden aangegeven.

• Het adres/perceel hoeft niet beschikken over een horecabestemming. Deze bestemming zal in een later stadium op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht worden aangevraagd.

• Het feit dat de inschrijving wordt gedaan, geeft geen garantie op daadwerkelijke medewerking door de gemeente; de planologische beoordeling, milieutechnische eisen, eisen op basis van het horeca-en/of coffeeshopbeleid of omgevingseisen kunnen redenen zijn om alsnog geen medewerking te verlenen aan een ontheffing van het bestemmingsplan voor een horecavestiging. Dit risico is voor de aanvrager.

• De ontheffing van het bestemmingsplan die verleend wordt voor een horecavestiging, wordt in eerste instantie voor maximaal 5 jaar verleend op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

• Wanneer na een bepaald termijn blijkt dat de coffeeshop geen onacceptabele overlast veroorzaakt zal de horecabestemming kunnen worden opgenomen in een bestemmingsplan/omgevingsplan.

• De definitieve aanvraag voor een gedoogbeschikking voor een coffeeshop dient volledig te voldoen aan het coffeeshopbeleid en de daarin gestelde vestigingseisen.

 Procedure:

- De aanvrager ontvangt een e-mail ter bevestiging dat hij/zij op de wachtlijst staat.

- Als de aanvrager zijn gegevens op de lijst wil aanpassen, naar bijvoorbeeld een ander adres of andere ondernemingsvorm, wordt dit gezien als een nieuwe aanvraag en wordt hij als eerstvolgende op de wachtlijst geplaatst.

- Wanneer met inachtneming van het maximumstelsel voor coffeeshops de mogelijkheid zich voordoet voor vestiging van een nieuwe coffeeshop buiten de woonwijken /binnenstad wordt de persoon die als eerste op de wachtlijst is geplaatst door de gemeente voor twee weken in de gelegenheid gesteld een formele aanvraag in te dienen en te betalen.

- Indien de aanvrager niet reageert binnen twee weken, wordt er contact opgenomen met de eerstvolgende aanvrager op de wachtlijst.

- De aanvrager is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor het achterlaten van een juist telefoonnummer en e-mailadres bij de gemeente waarop hij/zij bereikbaar is.

Naar boven