Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 2013, 13 | Verdrag |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum totstandkoming |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Buitenlandse Zaken | Tractatenblad 2013, 13 | Verdrag |
33 (1996) Nr. 8
Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds;
(met Bijlagen en Protocollen)
Brussel, 26 februari 1996
De Nederlandse tekst van de Overeenkomst, met Bijlagen, Protocollen, Slotakte, verklaringen en brieven, is geplaatst in Trb. 1996, 231.
Voor correcties in de Nederlandse tekst zie Trb. 2000, 118.
Voor de Nederlandse tekst van een wijziging van de Protocollen nrs. 1 en 3 bij de Overeenkomst zie rubriek J van Trb. 2004, 144.
De Nederlandse tekst van het toetredingsprotocol van 31 mei 2005 is geplaatst in Trb. 2005, 311.
Voor de Nederlandse tekst van een wijziging van Protocol nr. 4, met Bijlagen en gemeenschappelijke verklaringen, bij de Overeenkomst en van het toetredingsprotocol van 13 oktober 2008 zie Trb. 2009, 22.
Voor de Nederlandse tekst van een wijziging van artikel 15, zevende lid, van Protocol nr. 4 bij de Overeenkomst zie Trb. 2010, 275.
Op 13 december 2010 is te Brussel een Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tot stand gekomen ter vervanging van de Protocollen nrs. 1, 2 en 3 en de bijlagen daarbij, en houdende wijziging van de Overeenkomst van 26 februari 1996. De Nederlandse1) tekst van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling luidt als volgt:
A. BRIEF VAN DE UNIE
Brussel, 13 december 2010
Geachte mevrouw, geachte heer,
Ik heb de eer te verwijzen naar de onderhandelingen die zijn gevoerd overeenkomstig de Euro-mediterrane routekaart voor de landbouw (Routekaart van Rabat) die op 28 november 2005 tijdens de Euro-mediterrane conferentie door de ministers van Buitenlandse Zaken is vastgesteld met het oog op een versnelde liberalisering van de handel in landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten, en op grond van de artikelen 16 en 18 van de op 1 maart 2000 in werking getreden Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds (hierna „associatieovereenkomst” genoemd), waarin is bepaald dat geleidelijk een verdere liberalisering tot stand wordt gebracht van het onderlinge handelsverkeer in landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten.
Bij deze onderhandelingen zijn de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko de hierna volgende wijzigingen in de associatieovereenkomst overeengekomen.
1. Artikel 7 wordt vervangen door:
„De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op producten van oorsprong uit de Europese Unie en Marokko, met uitzondering van de producten die zijn genoemd in de hoofdstukken 1 tot en met 24 van de gecombineerde nomenclatuur (GN) en in bijlage 1, punt 1, onder ii), bij de WTO-overeenkomst inzake de landbouw.”.
2. Artikel 10 wordt ingetrokken.
3. De titel van hoofdstuk II wordt vervangen door:
„LANDBOUWPRODUCTEN, VERWERKTE LANDBOUWPRODUCTEN, VIS EN VISSERIJPRODUCTEN”.
4. Artikel 15 wordt vervangen door:
„Met „landbouwproducten”, „verwerkte landbouwproducten” en „vis en visserijproducten” worden de producten bedoeld die zijn genoemd in de hoofdstukken 1 tot en met 24 van de gecombineerde nomenclatuur (GN) en in bijlage 1, punt 1, onder ii), bij de WTO-overeenkomst inzake de landbouw.”.
5. Artikel 17 wordt vervangen door:
„1. Voor de invoer in de Gemeenschap van de in Protocol nr. 1 genoemde landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten van oorsprong uit Marokko gelden de regelingen van dat protocol.
De bepalingen van dit hoofdstuk vormen geen beletsel voor het door de Unie handhaven van een agrarisch element bij de invoer van fructose (GN-code 17025000) van oorsprong uit Marokko.
Dit agrarisch element houdt verband met de verschillen in prijs op de markt van de Unie van de landbouwproducten die geacht worden bij de productie van fructose te zijn gebruikt, en de prijs van dergelijke uit derde landen ingevoerde producten.
2. Voor de invoer in Marokko van de in Protocol nr. 2 genoemde landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten van oorsprong uit de Europese Unie gelden de regelingen van dat protocol.
De bepalingen van dit hoofdstuk vormen geen beletsel voor Marokko om een agrarisch element te onderscheiden in de rechten die van toepassing zijn bij invoer van producten van GS-code 1902 (deegwaren) die vermeld zijn in de aan Protocol nr. 2 gehechte lijst 3.”.
6. Artikel 18, lid 1, wordt vervangen door:
„1. De partijen komen uiterlijk drie jaar na de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst bijeen om na te gaan of het mogelijk is om de preferentiële concessies wederzijds te verbeteren, zulks rekening houdend met het landbouwbeleid en met de gevoeligheid en de specifieke kenmerken van elk betrokken product.”.
7. De Protocollen nrs. 1, 2 en 3 en de bijlagen daarbij worden vervangen door de protocollen in de bijlage I en II bij deze briefwisseling.
Deze overeenkomst in de vorm van een briefwisseling treedt in werking op de eerste dag van de derde maand volgende op de datum waarop de laatste akte van goedkeuring is neergelegd.
Ik verzoek u mij te willen bevestigen dat uw regering met het bovenstaande instemt.
Hoogachtend, VOOR DE EUROPESE UNIE
B. BRIEF VAN HET KONINKRIJK MAROKKO
Brussel, 13 december 2010
Geachte mevrouw, geachte heer,
Ik heb de eer u de ontvangst te bevestigen van uw brief van heden, welke als volgt luidt:
(Zoals in Nr. I)
Ik kan u bevestigen dat mijn regering met de inhoud van deze brief instemt.
Hoogachtend, VOOR HET KONINKRIJK MAROKKO
Voor de invoer in de Europese Unie van landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten van oorsprong uit Marokko gelden de hieronder vastgestelde voorwaarden.
1. In verband met de versnelde liberalisering van de bilaterale handel in landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten tussen het Koninkrijk Marokko en de Europese Unie hebben beide partijen, overeenkomstig de Euro-mediterrane routekaart van Rabat 2005 voor de liberalisering van de handel in landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten, nieuwe bepalingen en concessies vastgesteld.
2. Deze nieuwe bepalingen en concessies, zoals neergelegd in de hierna volgende specifieke bepalingen, gelden voor de bilaterale handel van beide partijen in landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten.
1. Op de datum van inwerkingtreding van het onderhavige protocol worden de douanerechten (ad valorem en specifiek) bij invoer in de Europese Unie van landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten van oorsprong uit Marokko afgeschaft, tenzij anders is bepaald in de leden 2 en 3 voor landbouwproducten en in artikel 5 voor verwerkte landbouwproducten.
2. Voor de in de bijlage bij het onderhavige protocol genoemde producten van oorsprong uit Marokko worden de douanerechten binnen de grenzen van de tariefcontingenten die voor elk van die producten in kolom b zijn vermeld, verlaagd met het in kolom a vermelde percentage.
Voor de hoeveelheden die de tariefcontingenten overschrijden, worden de douanerechten verlaagd met het voor elk van die producten in kolom c vermelde percentage.
3. In afwijking van de leden 1 en 2 geldt het volgende:
a) voor de producten waarop, enerzijds, invoerprijzen overeenkomstig artikel 140 bis van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad2) en, anderzijds, ad-valoremdouanerechten en specifieke douanerechten overeenkomstig het gemeenschappelijk douanetarief van toepassing zijn, is de afschaffing alleen van toepassing op het ad-valoremgedeelte;
b) voor de producten in onderstaande tabel zijn de conventionele invoerprijzen op basis waarvan de specifieke rechten in de aangegeven perioden tot nul worden verlaagd, gelijk aan de hieronder aangegeven prijzen en wordt het ad-valoremrecht afgeschaft binnen de grenzen van de in de bijlage bij het onderhavige protocol vastgestelde tariefcontingenten en voor onbeperkte hoeveelheden bij de producten van de GN-codes 07099080, 08051020, 08061010, 08091000 en 30.
GN-code |
Product |
Periode |
Conventionele invoerprijs (EUR/100 kg) |
---|---|---|---|
0702 00 00 |
Tomaten, vers of gekoeld |
1.10-31.5 |
46,1 |
0707 00 05 |
Komkommers, vers of gekoeld |
1.11-31.5 |
44,9 |
0709 90 70 |
Kleine pompoenen (zogenaamde courgettes), vers of gekoeld |
1.10-31.1 1.2-31.3 1.4-20.4 |
42,4 41,3 42,4 |
0709 90 80 |
Artisjokken, vers of gekoeld |
1.11-31.12 |
57,1 |
0805 10 20 |
Sinaasappelen, andere dan pomeransen (bittere oranjeappelen), vers |
1.12-31.5 |
26,4 |
0805 20 10 |
Clementines, vers |
1.11-eind februari |
48,4 |
0806 10 10 |
Druiven voor tafelgebruik |
21.7-20.11 |
35,8 |
0809 10 00 |
Abrikozen, vers |
1.6-31.7 |
64,5 |
0809 30 |
Perziken (nectarines daaronder begrepen), vers |
11.6-30.9 |
49,1 |
Voor de producten in bovenstaande tabel geldt hetgeen hieronder volgt:
Indien de invoerprijs van een zending 2, 4, 6 of 8 % lager is dan de conventionele invoerprijs, bedraagt het specifieke preferentiële douanerecht respectievelijk 2, 4, 6 of 8 % van die conventionele invoerprijs;
Indien de invoerprijs van een zending minder dan 92 % van de conventionele invoerprijs bedraagt, dan is het in de WTO geconsolideerde specifieke douanerecht van toepassing;
De conventionele invoerprijzen worden in dezelfde verhouding en hetzelfde tempo verlaagd als de in het kader van de WTO geconsolideerde invoerprijzen;
c) voor de producten van de GN-codes 1701 en 1702, behalve de GN-codes 17021100, ex17023050, ex17023090 (lactose en chemisch zuivere, al van douanerechten vrijgestelde glucose) en behalve het in de bijlage bij het onderhavige protocol genoemde product van GN-code 17025000, geldt geen enkele preferentiële tariefconcessie.
4. Voor de producten van de GN-codes 07070005 en 07099070 wordt de omvang van de tariefcontingenten verhoogd in vier gelijke tranches van elk 3 % van de hoeveelheden die zijn vermeld in kolom b in de bijlage bij het onderhavige protocol. De eerste verhoging vindt plaats op de datum van de tweede opening van elk tariefcontingent na de inwerkingtreding van het onderhavige protocol.
5. Voor het eerste toepassingsjaar van het onderhavige protocol wordt de omvang van de tariefcontingenten waarvan de toepassingsperiode is begonnen vóór de datum van inwerkingtreding van het onderhavige protocol, berekend in verhouding tot het basisvolume, rekening houdend met het gedeelte van de periode dat op de datum van inwerkingtreding van het onderhavige protocol reeds is verstreken.
1. Tomaten, vers of gekoeld, van GN-code 07020000 valt voor elke periode van 1 oktober tot en met 31 mei, hierna „verkoopseizoen” genoemd, de in de bijlage bij het onderhavige protocol vermelde preferentiële behandeling ten deel overeenkomstig de maandelijkse tariefcontingenten en het aanvullende tariefcontinent zoals hieronder aangegeven:
Maandelijks basistariefcontingent |
Verkoopsei-zoen 2011/2012 |
Verkoopsei-zoen 2012/2013 |
Verkoopsei-zoen 2013/2014 |
Verkoopsei-zoen 2014/2015 |
Verkoopseizoen 2015/2016 en volgende |
---|---|---|---|---|---|
Oktober |
12 900 |
13 350 |
13 800 |
14 250 |
14 700 |
November |
33 700 |
34 900 |
36 100 |
37 300 |
38 500 |
December |
38 100 |
39 450 |
40 800 |
42 150 |
43 500 |
Januari |
38 100 |
39 450 |
40 800 |
42 150 |
43 500 |
Februari |
38 100 |
39 450 |
40 800 |
42 150 |
43 500 |
Maart |
38 100 |
39 450 |
40 800 |
42 150 |
43 500 |
April |
20 000 |
20 700 |
21 400 |
22 100 |
22 800 |
Mei |
6 000 |
6 250 |
6 500 |
6 750 |
7 000 |
Totaal |
225 000 |
233 000 |
241 000 |
249 000 |
257 000 |
Aanvullend tariefcontingent (van 1 november tot en met 31 mei) |
28 000 |
28 000 |
28 000 |
28 000 |
28 000 |
2. Marokko verbindt zich ertoe in een bepaalde maand niet meer dan 30 % van het aanvullende tariefcontingent te benutten.
3. In elk verkoopseizoen worden op 15 januari en op de tweede werkdag na 1 april de afboekingen op de van oktober tot en met december, respectievelijk van januari tot en maart geldende maandelijkse basistariefcontingenten beëindigd. Op de daaropvolgende werkdag bepalen de diensten van de Commissie het ongebruikte saldo van deze maandelijkse basiscontingenten en boeken deze over naar het aanvullende contingent voor dat verkoopseizoen. Vanaf deze data worden aanvragen om met terugwerkende kracht gebruik te maken van een van de stopgezette maandelijkse basistariefcontingenten die in de maanden november, december en januari tot en met maart gelden, en eventuele terugboekingen van ongebruikte hoeveelheden van deze stopgezette maandelijkse basiscontingenten toegerekend aan het voor dat verkoopseizoen geldende aanvullende tariefcontingent.
4. Marokko deelt de diensten van de Commissie binnen een termijn die een nauwkeurige en betrouwbare kennisgeving mogelijk maakt, de hoeveelheden mee die wekelijks naar de Europese Unie worden uitgevoerd. Deze termijn mag in geen geval meer dan 15 dagen bedragen.
1. De in artikel 2, leden 2 en 3, en artikel 3 overeengekomen specifieke regeling heeft tot doel de traditionele uitvoer uit Marokko naar de Europese Unie in stand te houden en verstoring van de communautaire markten te voorkomen.
2. Om dit doel volledig te kunnen bereiken en de marktstabiliteit en de continue voorziening in de sector groenten en fruit te verbeteren, raadplegen beide partijen elkaar ten minste eenmaal per jaar, dan wel op enig ander tijdstip binnen ten hoogste vijf werkdagen nadat een van de partijen een daartoe strekkend verzoek heeft gedaan.
3. Het overleg heeft betrekking op de handel in het vorige verkoopseizoen en op de vooruitzichten voor het volgende verkoopseizoen, met name wat betreft de marktsituatie, de productievooruitzichten, de verwachte producenten- en uitvoerprijzen, de mogelijke ontwikkeling van de markten en de uitvoeringsbepalingen voor de specifieke regelingen krachtens artikel 2, lid 3, en artikel 3. Bij dit overleg kunnen de partijen zo nodig door deskundigen of vertegenwoordigers uit de sector worden bijgestaan.
1. Voor de hierna volgende producten met een gehalte aan sacharose of isoglucose van 70 % of meer geldt een bijzonder toezichtmechanisme:
GN-code1) |
Omschrijving2) |
---|---|
ex 17049099 |
Ander suikerwerk zonder cacao, met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) of met een isoglucosegehalte van 70 of meer gewichtspercenten |
ex 18061030 |
Cacaopoeder, waaraan suiker of andere zoetstoffen zijn toegevoegd, met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) of met een isoglucosegehalte, berekend als sacharose, van 70 of meer doch minder dan 80 gewichtspercenten |
18061090 |
Cacaopoeder, waaraan suiker of andere zoetstoffen zijn toegevoegd, met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) of met een isoglucosegehalte, berekend als sacharose, van 80 of meer gewichtspercenten |
ex 18062095 |
Andere bereidingen voor menselijke consumptie die cacao bevatten, hetzij in blokken of in staven, met een gewicht van meer dan 2 kg, hetzij in vloeibare toestand of in de vorm van pasta, poeder, korrels of dergelijke, in recipiënten of in andere verpakkingen, met een inhoud per onmiddellijke verpakking van meer dan 2 kg, met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) of met een isoglucosegehalte van 70 of meer gewichtspercenten |
ex 19019099 |
Andere bereidingen voor menselijke consumptie van meel, gries, griesmeel, zetmeel of moutextract, met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) of met een isoglucosegehalte van 70 of meer gewichtspercenten |
ex 21011298 |
Preparaten op basis van koffie, met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) of met een isoglucosegehalte van 70 of meer gewichtspercenten |
ex 21012098 |
Preparaten op basis van thee of van maté, met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) of met een isoglucosegehalte van 70 of meer gewichtspercenten |
ex 21069059 |
Andere suikerstroop, gearomatiseerd of met toegevoegde kleurstoffen, met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) of met een isoglucosegehalte van 70 of meer gewichtspercenten |
ex21069098 |
Andere producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen, met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) of met een isoglucosegehalte van 70 of meer gewichtspercenten |
ex 33021029 |
Andere mengsels en bereidingen op basis van reukstoffen, van de soort gebruikt in de drankenindustrie, met een sacharosegehalte (het gehalte aan invertsuiker, berekend als sacharose, daaronder begrepen) of met een isoglucosegehalte van 70 of meer gewichtspercenten |
Onverminderd de regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur dient de tekst van de productomschrijving als louter indicatief te worden beschouwd, aangezien het preferentiestelsel in het kader van deze bijlage door de draagwijdte van de GN-codes wordt bepaald. Voor ex GN-codes is de draagwijdte van zowel de GN-code als de omschrijving bepalend.
2. Wanneer de ingevoerde hoeveelheid van de in lid 1 genoemde producten van oorsprong uit Marokko in het lopende kalenderjaar cumulatief met meer dan 20 % is gestegen ten opzichte van de gemiddelde jaarlijkse invoer over de drie voorgaande kalenderjaren, schorst de Europese Unie de preferentiële behandeling in het lopende kalenderjaar.
3. Lid 2 is niet van toepassing indien de totale ingevoerde hoeveelheid vanaf het begin van het lopende kalenderjaar voor alle in lid 1 genoemde producten minder dan 5000 ton bedraagt.
4. Binnen vijf werkdagen nadat de schorsing van de preferentiële behandeling van kracht is geworden, plegen de partijen overleg om samen de marktsituatie te beoordelen, zowel in kwantitatief opzicht als wat betreft de indeling van de betrokken producten in het douanetarief, teneinde tot een akkoord over de voorwaarden voor de herinvoering van de preferentiële behandeling te komen.
5. Zodra aan de in lid 4 bedoelde voorwaarden is voldaan, stelt de Europese Unie binnen ten hoogste 15 werkdagen de maatregelen vast om de schorsing met onmiddellijke ingang op te heffen.
De preferentiële behandeling wordt evenwel in elk geval weer ingesteld:
– uiterlijk aan het begin van het volgende jaar indien de schorsing vóór 30 juni ingaat;
– binnen ten hoogste zes maanden na de vankrachtwording van de schorsing, indien deze na 30 juni ingaat.
6. Uiterlijk drie jaar na de inwerkingtreding van het onderhavige protocol komen de partijen bijeen om de werking van dit toezichtsmechanisme gezamenlijk te toetsen.
De partijen komen uiterlijk drie jaar na de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst bijeen om na te gaan of het mogelijk is om de preferentiële concessies wederzijds te verbeteren, zulks rekening houdend met het landbouwbeleid en met de gevoeligheid en de specifieke kenmerken van elk betrokken product.
Onverminderd de artikelen 25, 26 en 27 van de overeenkomst openen de partijen, indien de bijzondere gevoeligheid van de landbouwmarkten tot gevolg heeft dat een verhoogde invoer van producten van oorsprong uit Marokko waarop de krachtens dit protocol verleende concessies van toepassing zijn, ernstige problemen veroorzaakt op de markt en/of de productiesector ernstig schaadt, onverwijld overleg om een passende oplossing voor de problemen te vinden. In afwachting van deze oplossing mag de importerende partij de maatregelen nemen die zij noodzakelijk acht.
De vrijwaringsmaatregel uit hoofde van de vorige alinea mag voor ten hoogste één jaar worden toegepast en mag slechts eenmaal worden verlengd nadat het associatiecomité een daartoe strekkend besluit heeft genomen.
Om de belemmeringen voor de handel in landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten weg te nemen, passen de partijen in het kader van hun bilaterale handel de hierna volgende sanitaire en fytosanitaire bepalingen, technische voorschriften en normen toe:
1. De rechten en plichten van de partijen op het gebied van de sanitaire en fytosanitaire maatregelen vloeien voort uit de WTO-overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen (de SPS-overeenkomst).
2. Bij de toepassing van de sanitaire en fytosanitaire maatregelen wordt rekening gehouden met de normen, procedures en aanbevelingen van de internationale normalisatieorganisaties (de Commissie van de Codex Alimentarius, de Wereldorganisatie voor diergezondheid, het Internationaal Bureau voor besmettelijke veeziekten, het Internationaal Verdrag voor de bescherming van planten en de Plantenbeschermingsorganisatie voor Europa en het gebied van de Middellandse Zee).
3. Ten aanzien van de rechten en plichten van de partijen op het gebied van de technische voorschriften, de normen en de conformiteitsbeoordeling gelden de bepalingen van de WTO-overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen (TBT-overeenkomst).
4. De partijen stellen elkaar in kennis van de namen en contactgegevens van de contactpunten om de behandeling en oplossing van problemen in verband met de toepassing van de leden 1, 2 en 3 te vergemakkelijken.
De partijen hebben overeenkomstig de Euro-mediterrane routekaart voor de landbouw 2005 besprekingen gevoerd over de afzetbevordering, de valorisatie van kwaliteitsproducten en de bescherming van kwaliteitsmerken.
Deze besprekingen hebben ertoe geleid dat de partijen, gezien hun gemeenschappelijke belang om een akkoord te sluiten over de bescherming van geografische aanduidingen voor landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten, zijn overeengekomen om binnen drie maanden na de inwerkingtreding van het onderhavige protocol onderhandelingen daarover te starten.
Wijn met een geografische aanduiding van oorsprong uit Marokko met de vermelding „gecontroleerde oorsprongsbenaming” overeenkomstig het Marokkaanse recht moet vergezeld gaan van een document V I 1 of V I 2 zoals voorgeschreven in Verordening (EG) nr. 555/20083) , en met name artikel 50, lid 2, betreffende het bij invoer van wijn, druivensap en druivenmost voorgeschreven attest en analyseverslag.”
Voor de invoer in het Koninkrijk Marokko van landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten van oorsprong uit de Europese Unie gelden de hieronder vastgestelde voorwaarden.
1. In verband met de versnelde liberalisering van de bilaterale handel in landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten tussen het Koninkrijk Marokko en de Europese Unie hebben beide partijen, overeenkomstig de Euro-mediterrane routekaart van Rabat 2005 voor de liberalisering van de handel in landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten, nieuwe bepalingen en concessies vastgesteld.
2. Deze nieuwe bepalingen en concessies, zoals neergelegd in de hierna volgende specifieke bepalingen, gelden voor de bilaterale handel van beide partijen in landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten.
1. Vanaf de datum van inwerkingtreding van het onderhavige protocol gelden voor de invoer in het Koninkrijk Marokko van landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten van oorsprong uit de Europese Unie de voorwaarden zoals vastgesteld in de lijsten 1, 2 en 3 bij het onderhavige protocol.
2. De in lijst 1 bij het onderhavige protocol genoemde producten worden aan een liberaliseringsproces onderworpen waarbij de douanerechten vanaf de inwerkingtreding van de overeenkomst jaarlijks lineair (in gelijke tranches) worden afgebouwd overeenkomstig de volgende gegevens in kolom (a):
– G1: de douanerechten worden vanaf de inwerkingtreding van het onderhavige protocol afgeschaft;
– G2: de douanerechten worden vanaf de inwerkingtreding van het onderhavige protocol in vijf jaar lineair afgebouwd tot 0 %; voor de producten van deze groep die in kolom (a) met een asterix zijn gemarkeerd, bedraagt de periode van afbouw twee jaar, te rekenen vanaf 1 maart 2010;
– G3: de douanerechten worden vanaf de inwerkingtreding van het onderhavige protocol in tien jaar lineair afgebouwd tot 0 %.
3. Onverminderd lid 2 worden voor de in lijst 2 bij het onderhavige protocol genoemde producten van oorsprong uit de Europese Unie de douanerechten binnen de grenzen van de tariefcontingenten die voor elk van die producten in kolom b zijn vermeld, verlaagd met het in kolom a vermelde percentage.
Voor de hoeveelheden die de tariefcontingenten overschrijden, worden de douanerechten vanaf de inwerkingtreding van de overeenkomst lineair afgebouwd volgens het schema dat is vastgesteld voor groep G2 of G3, als genoemd in lid 2.
4. Voor de producten van oorsprong uit de Europese Unie die niet worden geliberaliseerd en in lijst 3 bij het onderhavige protocol zijn vermeld, worden de douanerechten binnen de grenzen van de tariefcontingenten die voor elk van die producten in kolom b zijn vermeld, verlaagd met het in kolom a vermelde percentage. Op invoer buiten het quotum is het geldende MFN-recht van toepassing.
5. Voor de producten van GS-code 1701 geldt geen enkele preferentiële tariefconcessie, behalve voor de in lijst 1 bij het onderhavige protocol opgenomen producten van de GS-codes 1701 99 10 11, 1701 99 10 19, 1701 99 20 00 en 1701 99 99 00.
1. Voor granen van Marokkaanse code 1001 90 90 10 wordt het tariefcontingent overeenkomstig voetnoot 2 bij lijst 3 van het onderhavige protocol vastgesteld op basis van de Marokkaanse productie van het lopende jaar, zoals die in mei door de Marokkaanse autoriteiten geraamd en bekendgemaakt wordt. In voorkomend geval wordt dit contingent einde juli aangepast ingevolge een mededeling van de Marokkaanse autoriteiten waarin de definitieve omvang van de Marokkaanse productie wordt vastgesteld. Met wederzijds goedvinden van beide partijen kan het resultaat van deze aanpassing evenwel, naargelang van de uitkomsten van het in artikel 4 bedoelde overleg, met 5 % naar boven of naar beneden worden bijgesteld.
2. Het bovenbedoelde tariefcontingent geldt niet voor juni en juli. De partijen spreken bij het in het voorgaande lid bedoelde overleg af dat zij zullen nagaan of het wenselijk is deze periode te verlengen in het licht van de vooruitzichten voor de Marokkaanse markt. Deze periode kan evenwel niet langer dan tot en met 31 augustus worden verlengd.
3. Voor de in lijst 3 van het onderhavige protocol vermelde producten van code 1001 90 90 10 is het in kolom a aangegeven douanerecht het op 1 oktober 2003 toegepaste douanerecht, dat als maximum blijft gelden voor de berekening van de tariefverlaging.
Wanneer het douanerecht na die datum erga omnes wordt verlaagd, wordt het in kolom „a” vermelde percentage als volgt gewijzigd:
– bij een verlaging erga omnes wordt het percentage met 0,275 % verhoogd voor elk procentpunt waarmee het douanerecht verlaagd wordt;
– bij een daaropvolgende verhoging erga omnes wordt het percentage met 0,275 % verlaagd voor elk procentpunt waarmee het douanerecht verhoogd wordt;
– bij nieuwe aanpassingen naar beneden of naar boven wordt het uit de toepassing van de voorgaande streepjes resulterende percentage volgens de desbetreffende formule gewijzigd.
4. Wanneer Marokko na de inwerkingtreding van het onderhavige protocol [op grond van een internationale overeenkomst] een grotere tariefverlaging voor granen van Marokkaanse code 1001 90 90 10 aan een derde land toekent, verbindt het zich ertoe op autonome wijze dezelfde tariefverlaging aan de Europese Unie toe te kennen.
1. Om het beheer in het kader van artikel 3, lid 1, mogelijk te maken en de voorziening van de Marokkaanse markt, alsook de stabiliteit en de continuïteit ervan te garanderen, de marktprijzen in Marokko te stabiliseren en de traditionele handelsstromen in stand te houden, wordt in deze sector de volgende samenwerkingsregeling toegepast: vóór het begin van elk verkoopseizoen, doch uiterlijk in de eerste helft van juni, vindt overleg tussen beide partijen plaats.
2. Tijdens dit overleg wordt de marktsituatie voor granen besproken, en met name de productievooruitzichten voor zachte tarwe in Marokko, de voorraadsituatie, het verbruik, de producentenprijzen, de mogelijke marktontwikkelingen en de mogelijkheden om het aanbod op de vraag af te stemmen.
De partijen komen uiterlijk drie jaar na de datum van inwerkingtreding van onderhavig protocol bijeen om na te gaan of het mogelijk is om de preferentiële concessies wederzijds te verbeteren, zulks rekening houdend met het landbouwbeleid en met de gevoeligheid en de specifieke kenmerken van elk betrokken product.
Onverminderd de artikelen 25, 26 en 27 van de overeenkomst openen de partijen, indien de bijzondere gevoeligheid van de landbouwmarkten tot gevolg heeft dat een verhoogde invoer van producten van oorsprong uit de Europese Unie waarop de krachtens dit protocol verleende concessies van toepassing zijn, ernstige problemen veroorzaakt op de markt en/of de productiesector ernstig schaadt, onverwijld overleg om een passende oplossing voor de problemen te vinden. In afwachting van deze oplossing mag de importerende partij de maatregelen nemen die zij noodzakelijk acht.
De vrijwaringsmaatregel uit hoofde van de vorige alinea mag voor ten hoogste één jaar worden toegepast en mag slechts eenmaal worden verlengd nadat het associatiecomité een daartoe strekkend besluit heeft genomen.
Om de belemmeringen voor de handel in landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten weg te nemen, passen de partijen in het kader van hun bilaterale handel de hierna volgende sanitaire en fytosanitaire bepalingen, technische voorschriften en normen toe:
1. De rechten en plichten van de partijen op het gebied van de sanitaire en fytosanitaire maatregelen vloeien voort uit de WTO-overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen (de SPS-overeenkomst).
2. Bij de toepassing van de sanitaire en fytosanitaire maatregelen wordt rekening gehouden met de normen, procedures en aanbevelingen van de internationale normalisatieorganisaties (de Commissie van de Codex Alimentarius, de Wereldorganisatie voor diergezondheid, het Internationaal Bureau voor besmettelijke veeziekten, het Internationaal Verdrag voor de bescherming van planten en de Plantenbeschermingsorganisatie voor Europa en het gebied van de Middellandse Zee).
3. Ten aanzien van de rechten en plichten van de partijen op het gebied van de technische voorschriften, de normen en de conformiteitsbeoordeling gelden de bepalingen van de WTO-overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen (TBT-overeenkomst).
4. De partijen stellen elkaar in kennis van de namen en contactgegevens van de contactpunten om de behandeling en oplossing van problemen in verband met de toepassing van de leden 1, 2 en 3 te vergemakkelijken.
De partijen hebben overeenkomstig de Euro-mediterrane routekaart voor de landbouw 2005 besprekingen gevoerd over de afzetbevordering, de valorisatie van kwaliteitsproducten en de bescherming van kwaliteitsmerken.
Deze besprekingen hebben ertoe geleid dat de partijen, gezien hun gemeenschappelijke belang om een akkoord te sluiten over de bescherming van geografische aanduidingen voor landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten, zijn overeengekomen om binnen drie maanden na de inwerkingtreding van het onderhavige protocol onderhandelingen daarover te starten.”
Gezamenlijke verklaring
De partijen komen overeen dat het invoerprijzenmechanisme volgens de voorwaarden van de onderhavige overeenkomst wordt gehandhaafd. Indien de Europese Unie na de inwerkingtreding van de onderhavige overeenkomst aan een mediterraan partnerland gunstigere concessies op het gebied van de invoerprijzen verleent, zal zij onmiddellijk besprekingen starten over de verlening van dezelfde voorwaarden aan Marokko.
Voor de producten van de GN-codes 07032000 en 08052010 zullen beide partijen, zodra de in kolom „b” van de bijlage bij Protocol nr. 1 vastgestelde contingenten zijn bereikt, besprekingen starten over een verbetering van de toegangsvoorwaarden voor deze producten.
Zie Trb. 2000, 30, Trb. 2005, 311 en Trb. 2009, 22.
Zie Trb. 2000, 30.
Zie Trb. 2005, 311.
Zie Trb. 2009, 22.
Partij |
Ondertekening |
Ratificatie |
Type* |
In werking |
Opzegging |
Buiten werking |
---|---|---|---|---|---|---|
België |
13-10-08 |
16-02-09 |
R |
|||
Bulgarije |
13-10-08 |
16-02-09 |
R |
|||
Cyprus |
13-10-08 |
16-02-09 |
R |
|||
Denemarken |
13-10-08 |
16-02-09 |
R |
|||
Duitsland |
13-10-08 |
16-02-09 |
R |
|||
Estland |
13-10-08 |
16-02-09 |
R |
|||
EU (Europese Unie) |
13-10-08 |
16-02-09 |
R |
|||
Finland |
13-10-08 |
16-02-09 |
R |
|||
Frankrijk |
13-10-08 |
16-02-09 |
R |
|||
Griekenland |
13-10-08 |
16-02-09 |
R |
|||
Hongarije |
13-10-08 |
16-02-09 |
R |
|||
Ierland |
13-10-08 |
16-02-09 |
R |
|||
Italië |
13-10-08 |
16-02-09 |
R |
|||
Letland |
13-10-08 |
16-02-09 |
R |
|||
Litouwen |
13-10-08 |
16-02-09 |
R |
|||
Luxemburg |
13-10-08 |
16-02-09 |
R |
|||
Malta |
13-10-08 |
16-02-09 |
R |
|||
Marokko |
13-10-08 |
|||||
Nederlanden, het Koninkrijk der |
13-10-08 |
|||||
– Nederland: |
||||||
– in Europa |
16-02-09 |
R |
||||
– Bonaire |
– |
|||||
– Sint Eustatius |
– |
|||||
– Saba |
– |
|||||
– Aruba |
– |
|||||
– Curaçao |
– |
|||||
– Sint Maarten |
– |
|||||
Oostenrijk |
13-10-08 |
16-02-09 |
R |
|||
Polen |
13-10-08 |
16-02-09 |
R |
|||
Portugal |
13-10-08 |
16-02-09 |
R |
|||
Roemenië |
13-10-08 |
16-02-09 |
R |
|||
Slovenië |
13-10-08 |
16-02-09 |
R |
|||
Slowakije |
13-10-08 |
16-02-09 |
R |
|||
Spanje |
13-10-08 |
16-02-09 |
R |
|||
Tsjechië |
13-10-08 |
16-02-09 |
R |
|||
Verenigd Koninkrijk |
13-10-08 |
16-02-09 |
R |
|||
Zweden |
13-10-08 |
16-02-09 |
R |
|||
* O=Ondertekening zonder voorbehoud of vereiste van ratificatie, R= Bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of kennisgeving, T=Toetreding, VG=Voortgezette gebondenheid, NB=Niet bekend |
Zie Trb. 2005, 311 en Trb. 2009, 22.
Zie Trb. 2000, 30, Trb. 2004, 144, Trb. 2005, 311, Trb. 2009, 22 en Trb. 2010, 275
De Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling van 13 december 2010 is op 1 oktober 2012 in werking getreden.
Wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, geldt de Overeenkomst van 13 december 2010 alleen voor Nederland (het Europese deel), als lidstaat van de Europese Unie.
Zie Trb. 1996, 231, Trb. 2000, 30, Trb. 2000, 118, Trb. 2004, 144, Trb. 2005, 311, Trb. 2009, 22 en Trb. 2010, 275.
Titel |
: |
Protocol bij de Euro-mediterrane Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds, inzake een Kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko over de algemene beginselen voor de deelname van het Koninkrijk Marokko aan EU-programma’s; Brussel, 13 december 2010 |
Tekst |
: |
PbEU L 90 van 28 maart 2012, blz. 2-5. |
Titel |
: |
Handvest van de Verenigde Naties; San Francisco, 26 juni 1945 |
Laatste Trb. |
: |
|
Titel |
: |
Overeenkomst betreffende het Internationale Monetaire Fonds; Washington, 27 december 1945 |
Laatste Trb. |
: |
|
Titel |
: |
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; Rome, 25 maart 1957 |
Laatste Trb. |
: |
|
Titel |
: |
Verdrag tot samenwerking inzake octrooien; Washington, 19 juni 1970 |
Laatste Trb. |
: |
|
Titel |
: |
Overeenkomst van Nice van 15 juni 1957 betreffende de internationale classificatie van de waren en diensten ten behoeve van de inschrijving van merken, herzien te Stockholm op 14 juli 1967 en te Genève op 13 mei 1977; Genève, 13 mei 1977 |
Laatste Trb. |
: |
|
Titel |
: |
Verdrag tot bescherming van personen met betrekking tot de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens; Straatsburg, 28 januari 1981 |
Laatste Trb. |
: |
|
Titel |
: |
Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („Integrale-GMO-verordening”); Luxemburg, 22 oktober 2007 |
Tekst |
: |
PbEU L 299 van 16 november 2007, blz. 1-149. |
Titel |
: |
Verordening (EG) nr. 555/2008 van de Commissie van 27 juni 2008 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, wat betreft de steunprogramma’s, de handel met derde landen, het productiepotentieel en de controles in de wijnsector; Brussel, 27 juni 2008 |
Tekst |
: |
PbEU L 170 van 30 juni 2008, blz. 1–80. |
Titel |
: |
Verordening (EG) nr. 1031/2008 van de Commissie van 19 september 2008 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief; Brussel, 19 december 2008 |
Tekst |
: |
PbEU L 291 van 31 oktober 2008, blz. 1–894. |
In overeenstemming met artikel 19, tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen heeft de Minister van Buitenlandse Zaken bepaald dat de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling van 13 december 2010 zal zijn bekendgemaakt in Nederland (het Europese deel) op de dag na de datum van uitgifte van dit Tractatenblad.
Uitgegeven de vierentwintigste januari 2013.
De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. TIMMERMANS
De Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Arabische tekst zijn niet opgenomen.
De tekst van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling is tevens gepubliceerd in PbEU L 241 van 7 september 2012, blz. 4-47.
De bijlage bij Protocol nr. 1 is niet opgenomen. Deze ligt ter inzage bij de Afdeling Verdragen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De bijlage bij Protocol nr.1 is tevens gepubliceerd in PbEU L 241 van 7 september 2012, blz. 12.
De lijsten 1 en 2 bij Protocol nr. 2 zijn niet opgenomen. Deze liggen ter inzage bij de Afdeling Verdragen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De lijsten zijn tevens gepubliceerd in PbEU L 241 van 7 september 2012, blz. 15-44.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/trb-2013-13.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.