Besluit van 14 juni 2016 tot wijziging van het Waterbesluit in verband met normering van andere dan primaire waterkeringen in beheer bij het Rijk en enige andere wijzigingen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 11 april 2016, nr. IenM/BSK-2016/53191, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Gelet op de artikelen 2.4, 3.1, eerste tot en met derde lid, en 6.6 van de Waterwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 18 mei 2016, nr. W14.16.0089/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 10 juni 2016 nr. IenM/BSK-2016/110168, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Waterbesluit wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1 wordt na de aanhef ingevoegd:

dijkdeel:

gedeelte van een andere dan primaire waterkering in beheer bij het Rijk als bedoeld in artikel 3.2, dat afzonderlijk genormeerd is;

B

In hoofdstuk 2 wordt na paragraaf 1 een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 1a. Normen waterkering

Artikel 2.1a
  • 1. Een dijkdeel wordt aan twee zijden begrensd door een lijn loodrecht op het dijkdeel door een punt waarvan de rijksdriehoekscoördinaten zijn opgenomen in bijlage IA.

  • 2. Dijkdelen worden weergegeven op de landkaarten in bijlage IB.

  • 3. Bijlage IA vermeldt voor elk dijkdeel de veiligheidsnorm aangegeven als gemiddelde overschrijdingskans per jaar van de hoogste hoogwaterstand waarop het moet zijn berekend, mede gelet op de overige het waterkerend vermogen bepalende factoren.

  • 4. Voor waterkerende kunstwerken in een in bijlage IB weergegeven ingegraven dijkdeel bedraagt de veiligheidsnorm 1:100.

C

In artikel 3.3, aanhef, vervalt: en Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

D

In artikel 6.16l, derde lid, wordt na «artikel 6.3, eerste lid, aanhef en onderdeel b,» ingevoegd: van de wet.

E

Na Bijlage I. Onderlinge grenzen stroomgebieddistricten Eems, Rijn, Maas en Schelde (Bijlage bij artikel 1.2 van het Waterbesluit) worden de bijlagen, opgenomen in de bijlage bij dit besluit, ingevoegd.

F

Onder vervanging van de punt aan het slot van bijlage III, onderdeel 2, door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • kanaaldijken Noordervaart.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2016.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 14 juni 2016

Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Uitgegeven de drieëntwintigste juni 2016

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Bijlage, behorend bij artikel I, onderdeel E, van het Besluit tot wijziging van het Waterbesluit in verband met normering van andere dan primaire waterkeringen in beheer bij het Rijk en enige andere wijzigingen

Bijlage IA. Rijksdriehoekscoördinaten begrenzingen en veiligheidsnormen dijkdelen (Bijlage bij artikel 2.1a, eerste en derde lid, van het Waterbesluit)

Dijkdeel

Beginpunt voor de toepassing van artikel 2.1a, eerste lid

Eindpunt voor de toepassing van artikel 2.1a, eerste lid

Gemiddelde overschrijdingskans per jaar als bedoeld in artikel 2.1a, derde lid

 

x

y

x

y

 

301

128792

483775

129611

482978

1:1000

302

129659

482881

129864

481920

1:1000

303

129864

481920

130159

479715

1:300

304

130174

479697

130148

476448

1:1000

305

130019

476392

129169

471663

1:100

306

129169

471663

128359

466968

1:300

307

128359

466968

128201

464837

1:100

308

128202

464829

128486

463324

1:300

309

128486

463324

132167

459958

1:300

310

159707

434675

153134

440639

1:100

311

159638

434592

152869

440528

1:100

312

239808

487919

239122

487153

1:100

313

239058

486997

241278

473443

1:100

314

238972

486076

239865

487952

1:100

315

238958

485484

241380

473492

1:100

316

243089

473979

244607

474672

1:100

317

246058

474705

246287

474704

1:100

318

246474

474696

248992

474571

1:100

319

253427

473501

251756

474134

1:100

320

243118

473818

244566

474550

1:100

321

248379

474472

245530

474559

1:100

322

253346

473367

251739

473961

1:100

323

213092

463939

223927

464736

1:100

324

213013

463788

223933

464723

1:100

325

186884

420282

184823

429349

1:100

326

184620

428639

184955

429400

1:100

327

185598

422919

184521

428420

1:100

328

187066

420376

185598

422919

1:100

329

116476

406776

112018

404701

1:100

330

116495

406652

112058

404499

1:100

331

117266

405451

117025

406130

1:100

332

127596

401035

120185

404552

1:100

333

129632

399771

127664

400983

1:100

334

129739

399547

121105

404140

1:100

335

131352

399234

130660

399350

1:100

336

131172

399094

130581

399148

1:100

337

135018

398312

134501

398899

1:100

338

136891

394018

135907

396742

1:100

339

136791

393723

136071

395858

1:100

340

139654

391327

141673

390227

1:100

341

141493

390164

139563

391218

1:100

342

148685

390158

142531

389998

1:100

343

148698

390043

142457

389817

1:100

344

161535

390712

159919

390631

1:100

345

161386

390587

159971

390506

1:100

346

167399

391529

162445

390758

1:100

347

168550

391647

167379

391520

1:100

348

167829

391447

162098

390619

1:100

349

170458

391718

169567

391690

1:100

350

170783

391586

170384

391567

1:100

351

149590

408825

150940

409367

1:150

352

154157

410165

151268

416878

1:150

353

153981

410232

151146

416824

1:150

354

153981

410232

152729

410528

1:150

355

154631

409717

154157

410165

1:150

356

156093

407983

151284

410705

1:150

357

156197

408143

154631

409717

1:1000

358

159077

406718

164049

403170

1:100

359

163889

402983

158921

406484

1:150

360

168848

398794

165091

402209

1:100

361

164967

402089

168697

398677

1:150

362

171380

395418

168935

398718

1:100

363

168767

398577

170598

396128

1:150

364

171229

395279

170598

396128

1:100

365

172197

394271

175477

389229

1:100

366

172914

392485

172047

394254

1:100

367

172873

392385

171427

391903

1:100

368

171558

391789

173371

390497

1:100

369

173435

390543

175283

389324

1:100

370

176908

380910

176387

386374

1:100

371

175904

384036

176244

386395

1:100

372

176610

381585

175857

383949

1:100

373

178654

378660

176930

380825

1:100

374

178523

378587

176764

380796

1:100

375

178752

378564

179863

373567

1:100

376

179530

375207

178601

378513

1:100

377

179723

373541

179597

374609

1:100

378

180115

371358

179887

373474

1:100

379

179963

371331

179726

373447

1:100

380

180442

368470

180132

371254

1:100

381

180331

367941

179970

371225

1:100

382

193591

372304

191047

370925

1:100

383

191030

370919

190848

370816

1:100

384

190814

370801

189683

370164

1:100

385

193639

372246

189731

370106

1:100

386

181099

365524

189613

370108

1:100

387

189661

370050

181135

365373

1:100

388

181238

365122

181160

365252

1:100

389

180948

364935

180730

364969

1:100

390

180264

364992

174611

361933

1:100

391

180449

364845

177308

363195

1:100

392

174519

361881

168624

358682

1:100

393

174706

361733

168835

358533

1:100

394

188211

354165

183261

361687

1:100

395

187992

353968

183039

361543

1:100

396

184886

341551

189306

349967

1:100

397

182464

335546

189046

350000

1:100

398

182627

335486

184039

338539

1:100

399

180540

330392

181548

333206

1:100

400

179242

325252

180900

328781

1:100

401

178599

324070

178734

324346

1:100

402

177982

322507

180966

328729

1:100

403

177161

320677

177812

322133

1:100

404

49373

365467

45856

372704

1:300

405

46671

368308

45506

371940

1:100

406

44147

359119

46671

368308

1:300

407

44422

359397

49373

365467

1:100

408

150894

409506

149547

408913

1:150

Bijlage IB. Weergave dijkdelen (Bijlage bij artikel 2.1a, tweede lid, van het Waterbesluit)

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

1. Inleiding

Achter het stelsel van primaire waterkeringen, dat ons land beschermt tegen overstromingen vanuit de zee, de grote rivieren en de grote meren (buitenwater), bevinden zich duizenden kilometers andere dan primaire waterkeringen1 die laaggelegen gebieden tegen overstroming door binnenwater beschermen. In deze gebieden bevinden zich woonwijken, bedrijventerreinen en luchthavens. Gelet op het belang van de door niet-primaire waterkeringen beschermde gebieden, is het gewenst om naast veiligheidsnormen voor primaire waterkeringen ook voor die waterkeringen veiligheidsnormen vast te leggen. Verreweg het grootste deel van deze keringen is bij waterschappen in beheer. In de Waterwet is vastgelegd dat provincies in een provinciale verordening veiligheidsnormen voor door waterschappen beheerde niet-primaire waterkeringen kunnen vastleggen. De provincies hebben hieraan gevolg gegeven. Een aantal keringen is via de bevoegdheid van artikel 3.1, eerste lid, van de Waterwet in beheer bij het Rijk gebracht. De betreffende keringen zijn aangewezen in Bijlage III. Waterkeringen in beheer bij het Rijk, onderdeel 2. Andere dan primaire waterkeringen, bij het Waterbesluit. Dit betreft voornamelijk kaden langs rijkskanalen. De veiligheidsnormen voor al deze door het Rijk beheerde keringen worden in een algemene maatregel van bestuur vastgelegd. Dat is gedaan in het onderhavige besluit.

2. Aanleiding en achtergrond

De kadebreuken in Wilnis2 en Stein3 hebben laten zien wat de gevaren en gevolgen van falende keringen kunnen zijn. In haar reactie aan de Onderzoeksraad voor veiligheid op het onderzoek van de Onderzoeksraad naar de dijkverzakking bij Stein4 heeft de toenmalige Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat aangekondigd veiligheidsnormen voor niet-primaire keringen in beheer van het Rijk vast te stellen.

Het belang van de keringen is de afgelopen decennia door economische groei en bevolkingsgroei alleen maar toegenomen. In het Bestuursakkoord Water uit 20115 is afgesproken dat de provincies en het Rijk de kaders, inclusief normen, voor de regionale waterkeringen vaststellen en dat de waterschappen en Rijkswaterstaat de maatregelen nemen die nodig zijn om de keringen aan de normen te laten voldoen. Met veiligheidsnormen voor niet-primaire waterkeringen wordt het maatschappelijk nog aanvaardbaar te achten risico voor de bescherming tegen overstromingen vanuit binnenwateren vastgelegd. Daarbij wordt gebruikgemaakt van te onderscheiden overstromingspatronen, die ertoe kunnen leiden dat verschillende delen van een waterkering aan verschillende normen moeten voldoen. De normen bieden burgers en bedrijven duidelijkheid over de bescherming waarop zij mogen rekenen. Voor de beheerder (het Rijk/Rijkswaterstaat) maken de normen duidelijk waaraan hij met zijn beheer en onderhoud moet voldoen.

3. Hoofdlijnen van het besluit

Deze wijziging bevat de veiligheidsnormen voor de niet-primaire waterkeringen die bij het Rijk in beheer zijn. Alle in bijlage III, onderdeel 2, bij het Waterbesluit opgenomen waterkeringen worden onderverdeeld in kleinere delen, in het onderhavige besluit gedefinieerd als «dijkdelen». Daarbij maakt een waterkerend kunstwerk dat onderdeel vormt van een waterkering deel uit van het dijkdeel waarin het is gelegen. Vervolgens worden alle dijkdelen genormeerd. De normen zijn uitgedrukt in jaarlijkse overschrijdingskansen van de hoogwaterstanden waartegen het dijkdeel bestand moet zijn. Een norm uitgedrukt in een overschrijdingskans van bijvoorbeeld 1:100 betekent dat een dijkdeel een waterstand moet kunnen keren die gemiddeld één maal per honderd jaar wordt bereikt of overschreden.

Op de kaarten bij dit besluit zijn naast de dijkdelen met bijbehorende normen de ingegraven delen weergegeven. De ingegraven delen zijn niet als geheel genormeerd, omdat het maaiveld naast het kanaal hoger ligt dan het kanaalpeil. Dat het achterliggende gebied overstroomt is praktisch onmogelijk. In de ingegraven delen kunnen wel waterkerende kunstwerken voorkomen die een verbinding vormen met landinwaarts lager gelegen gebied. Om dat gebied bescherming te bieden, wordt voor de waterkerende kunstwerken een veiligheidsnorm vastgesteld en worden de ingegraven delen begrensd en weergegeven op de landkaarten bij dit besluit. Andere redenen waarom de ingegraven delen in dit besluit zijn opgenomen zijn dat de strook naast het kanaal voor het beheer door Rijkswaterstaat van belang is, en dat de betreffende waterkeringen, dus de combinatie van ingegraven en niet-ingegraven delen, een aaneengesloten geheel vormen.

Bij het ontwikkelen van normen voor de keringen in beheer bij het Rijk is aansluiting gezocht bij de wijze waarop keringen door de provincies worden genormeerd. Daarbij is gebruikgemaakt van de door het IPO opgestelde richtlijnen voor boezemkaden en andere niet-primaire keringen. Daarmee is een uniforme aanpak van de niet-primaire waterkeringen in ons land gewaarborgd. De norm is uitgedrukt in de overschrijdingsfrequentie van de waterstand die nog gekeerd moet kunnen worden. In de richtlijnen van het IPO is de hoogte van de norm afhankelijk van de economische schade die bij een doorbraak valt te verwachten. Hoe groter de verwachte gevolgen van een doorbraak, hoe strenger de norm. De normering van het IPO onderscheidt vijf normklassen, van 1:10 tot 1:1000 per jaar. Drie daarvan worden gebruikt in het onderhavige besluit.

De normen zijn bepaald door de waterkeringen langs de kanalen op te delen in dijkdelen volgens te onderscheiden overstromingspatronen. Vervolgens is per dijkdeel de economische schade van een overstroming berekend en is de daarbij behorende normklasse bepaald. In het algemeen is een norm van 1:100 per jaar gehanteerd. Voor delen van waterkeringen die een groter belang beschermen dan waarvan in het algemeen sprake is achter niet-primaire waterkeringen in beheer bij het Rijk, zoals delen van de oostelijke dijk langs het Amsterdam-Rijnkanaal, is een strengere norm gehanteerd, 1:300 dan wel 1:1000 per jaar. Voor de waterkeringen rond ’s-Hertogenbosch is in overeenstemming met de in de regio gemaakte bestuurlijke afspraken uitgegaan van een norm van 1:150 per jaar. Deze norm is ook gehanteerd voor de kaden langs de A2 bij ’s-Hertogenbosch. Voor de waterkerende kunstwerken in ingegraven dijkdelen wordt een norm van 1:100 per jaar gehanteerd.

4. Uitvoering en handhaving

Rijkswaterstaat is als de feitelijk beheerder van de betreffende waterkeringen door het onderhavige besluit gebonden om de waterkeringen aan de normen te laten voldoen. Hiertoe zal Rijkswaterstaat de keringen beheren en onderhouden, zoals dat ook wordt gedaan bij de primaire waterkeringen die in het beheer zijn bij het Rijk (die zijn genoemd in bijlage III, onderdeel 1, bij het Waterbesluit).

De waterkeringen die bij het onderhavige besluit worden genormeerd, dienen vanaf de datum van inwerkingtreding van het besluit aan de gestelde normen te voldoen. Wanneer uit de toetsing blijkt dat een waterkering niet aan de gestelde norm voldoet, brengt Rijkswaterstaat de waterkering in een zodanige staat dat aan de norm wordt voldaan.

Om te beoordelen of de waterkeringen aan de normen voldoen, zullen deze keringen door Rijkswaterstaat worden getoetst. Dat gebeurt aan de hand van de op grond van artikel 2.5 van de Waterwet bij ministeriële regeling vast te stellen hydraulische randvoorwaarden. In de ministeriële regeling wordt vastgesteld van welke relatie tussen hoogwaterstanden en overschrijdingskansen wordt uitgegaan bij de bepaling van het waterkerend vermogen van een dijkdeel ten behoeve van de toetsing. Deze en andere maatgevende factoren zijn nodig bij het ontwerpen en toetsen van dijkdelen. Daarmee vervullen de factoren zowel ten aanzien van beheer en onderhoud als ten aanzien van het toezicht een rol. Deze ministeriële regeling treedt op hetzelfde moment in werking als het onderhavige besluit.

De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) ziet toe op de correcte naleving van die voorschriften, bij de toetsing van de waterkeringen aan de wettelijke veiligheidsnormen door Rijkswaterstaat. Rijkswaterstaat en de ILT zullen de resultaten van de toetsing rapporteren aan de Minister van Infrastructuur en Milieu. De minister is voornemens de Tweede Kamer en de colleges van gedeputeerde staten te informeren over de resultaten van de toetsing. De eerste toetsing door Rijkswaterstaat zal naar verwachting plaatsvinden op basis van de situatie in 2020. Uitgaande van een voorgenomen twaalfjaarlijkse toetscyclus, zoals die ook voor de primaire waterkeringen geldt, zal de daaropvolgende toetsronde in 2032 afgerond zijn.

5. Financiële gevolgen voor het Rijk

Rijkswaterstaat zal beoordelen of de waterkeringen aan de norm voldoen. De kostenschatting om de waterkeringen aan de norm te laten voldoen, is op basis van kengetallen naar verwachting € 310 miljoen. Daarvan zal tot 2028 ongeveer € 200 miljoen nodig zijn. Gezien het globale karakter van deze kostenschatting kunnen de werkelijke kosten nog ongeveer 50% hoger of lager uitvallen. De maatregelen zullen uit het deltafonds worden bekostigd.

6. Gevolgen

Het onderhavige besluit zorgt ervoor dat er ook voor niet-primaire waterkeringen in beheer bij het Rijk normen gelden, net als voor primaire waterkeringen. Hierdoor wordt de veiligheid in gebieden achter die waterkeringen geborgd. Door het vastleggen van de normen is er voor burgers en bedrijven meer duidelijkheid op welke veiligheid gerekend mag worden. Voor Rijkswaterstaat biedt het een betere basis voor het beheer en onderhoud, aangezien kan worden uitgegaan van een vastgestelde veiligheidsnorm.

Dit besluit heeft geen administratieve of financiële gevolgen voor burgers, bedrijven of andere overheden. Het betreft immers normen voor waterkeringen die in beheer zijn bij het Rijk.

7. Advisering en consultatie

In overeenstemming met artikel 2.4 van de Waterwet zijn de betrokken colleges van gedeputeerde staten over de vast te stellen veiligheidsnormen gehoord. Naar aanleiding van de reactie van gedeputeerde staten van Utrecht is voor twee dijkdelen langs het Amsterdam-Rijnkanaal (de nummers 303 en 309 in bijlage IB) de norm bepaald op 1:300 in plaats van op 1:100. Op verzoek van gedeputeerde staten van Noord-Brabant zijn de kaden langs het Máximakanaal en de kaden langs de A2 bij ’s-Hertogenbosch toegevoegd, met een norm van 1:150.

Het Expertise Netwerk Waterveiligheid kan zich vinden in het toepassen van de door het IPO ontwikkelde systematiek. De keuzes en overwegingen voor de uiteindelijke normen zijn een bestuurlijke aangelegenheid waar het Expertise Netwerk Waterveiligheid geen uitspraak over doet.

Rijkswaterstaat heeft advies uitgebracht over de normen voor de niet-primaire keringen. Daarnaast heeft het een consequentieanalyse uitgevoerd. Naar aanleiding daarvan is in overleg van een uitvoerbaarheidstoets afgezien. De ILT heeft een uitvoerbaarheids- en handhaafbaarheidstoets uitgevoerd. Hierin kwamen slechts enkele punten van ondergeschikte aard naar boven. Deze punten zijn verwerkt in deze toelichting.

Aangezien er geen gevolgen zijn voor burgers en bedrijven (zie paragraaf 6 van deze toelichting) is afgezien van internetconsultatie. Dat is in lijn met het kabinetsstandpunt inzake internetconsultatie van een vorig kabinet.6 Die lijn is doorgezet door het huidige kabinet.7

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Hier wordt een definitiebepaling ingevoegd voor «dijkdelen». Hieronder worden verstaan gedeelten van andere dan primaire waterkeringen in beheer bij het Rijk die afzonderlijk worden genormeerd. Het telkens uitschrijven van deze term zou wegens de lengte ervan echter onduidelijk kunnen zijn. Daarnaast is het woord «gedeelte» op zichzelf onvoldoende specifiek. Om die redenen is ervoor gekozen een definitiebepaling op te nemen in het Waterbesluit.

Artikel I, onderdeel B

De kern van dit besluit staat in dit onderdeel. Er is een artikel toegevoegd aan hoofdstuk 2 van het Waterbesluit, waarin dijkdelen zijn genormeerd.

Het eerste lid van het nieuwe artikel 2.1a van het Waterbesluit maakt de begrenzing tussen twee dijkdelen expliciet. Dat wordt gedaan door te bepalen dat de begrenzing is de lijn loodrecht op een dijkdeel door het punt dat is aangeduid door de in de tweede en derde kolom van bijlage IA gegeven (x- en y-)rijksdriehoekscoördinaten. Zo ontstaat geen onduidelijkheid over waar binnen de waterkering als geheel welke norm geldt.

In bijlage IB zijn, op grond van het tweede lid van artikel 2.1a, de dijkdelen weergegeven die op grond van het eerste lid in bijlage IA zijn begrensd. Welke regionale keringen in beheer zijn bij het Rijk, wordt aangegeven in bijlage III, onderdeel 2, bij het Waterbesluit, op grond van artikel 3.2 van het Waterbesluit. De weergave op kaarten maakt inzichtelijk welke dijkdelen aan welke norm moeten voldoen, waar deze dijkdelen zijn gelegen en hoe de niet-primaire waterkeringen als geheel zijn opgedeeld. Voor aan elkaar grenzende dijkdelen kunnen verschillende normen gelden.

De veiligheidsnormen die gelden voor de aangeduide dijkdelen zijn op basis van het derde lid weergegeven in kolom 4 van bijlage IA. Die normen zijn ook terug te zien in de legenda van de kaarten in bijlage IB. Zoals in paragraaf 3 aangegeven, zijn de normen uitgedrukt in overschrijdingskansen.

Het vierde lid bevat voor waterkerende kunstwerken in ingegraven dijkdelen een vaste veiligheidsnorm van 1:100. Omdat niet exact aan te geven is waar alle waterkerende kunstwerken zijn gelegen, noch in de tabel van bijlage IA noch in de landkaarten van bijlage B, is voor deze opzet gekozen.

Artikel I, onderdelen C en D

Deze onderdelen betreffen technische wijzigingen. De wijziging van onderdeel C is doorgevoerd omdat het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer niet meer bestaat. De taken daarvan die in het Waterbesluit worden genoemd zijn overgegaan op het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Onderdeel D betreft het herstel van een omissie. Het derde lid van artikel 6.16l van het Waterbesluit verwijst naar artikel 6.3, eerste lid, aanhef en onder b. Dit was bedoeld als een verwijzing naar de Waterwet, maar dat was niet geëxpliciteerd, waardoor het artikellid voor inwerkingtreding van dit besluit formeel verwees naar het Waterbesluit. Dit is door de toevoeging «van de wet» verholpen.

Artikel I, onderdeel E

Er zijn twee bijlagen in het Waterbesluit ingevoegd, die voortvloeien uit het nieuwe artikel 2.1a. De eerste bijlage (IA) betreft de aanduiding van de begin- en eindpunten van de dijkdelen (met uitzondering van de ingegraven dijkdelen) in rijksdriehoekscoördinaten en de normen waaraan de dijkdelen moeten voldoen. De tweede (IB) bevat de landkaarten met de globale ligging van de dijkdelen.

In bijlage IA zijn in de eerste kolom de nummers van de verschillende dijkdelen gegeven, die overeenstemmen met het nummer in de landkaarten van bijlage IB. In de tweede en derde kolom is met rijksdriehoekscoördinaten weergegeven waar elk dijkdeel precies begint en eindigt. Dat is van belang wegens de opdeling van keringen in dijkdelen, die afzonderlijk zijn genormeerd. De loodrechte lijn op het dijkdeel door het punt dat wordt aangeduid door de rijksdriehoekscoördinaten, begrenst het dijkdeel.

Vanwege de schaalgrootte geven de overzichtskaarten in bijlage IB de ligging van de keringen en dijkdelen daarvan slechts globaal weer. De weergave op de kaarten is ook niet bedoeld om de exacte ligging en afmetingen van de waterkering vast te leggen. De begin- en eindpunten van een dijkdeel zijn vastgelegd in bijlage IA (zie hiervoor). De ligging, vorm, afmeting en constructie stelt de beheerder, oftewel Rijkswaterstaat, op grond van artikel 5.1 van de Waterwet vast in de legger. Bij de legger hoort een overzichtskaart, waarop de ligging van waterstaatswerken en daaraan grenzende beschermingszones zijn vermeld.

In de toekomst kan het noodzakelijk zijn bijlage IA of IB te wijzigen. De uitvoering van projecten, bijvoorbeeld de verlegging van een kering, kan tot gevolg hebben dat de feitelijke ligging van de waterkering niet meer overeenkomt met de globale ligging zoals weergegeven op de landkaart in bijlage IB. Ook de coördinaten van de begin- of eindpunten kunnen feitelijk zijn gewijzigd na uitvoering van een project. Voor wijzigingen naar aanleiding van projecten wordt de werkwijze gevolgd die is beschreven in de nota van toelichting bij het Besluit van 2 maart 2015, tot wijziging van de bijlagen I en II van de Waterwet (aanpassingen Ruimte voor de Rivier) (Stb. 2015, 110). Deze werkwijze houdt in dat eerst de benodigde publiekrechtelijke besluiten voor het project worden voorbereid en vastgesteld. Op het moment dat deze besluiten onherroepelijk zijn en derhalve in rechte onaantastbaar zijn, is er duidelijkheid over de uitvoering van het project en derhalve over de wijziging van de ligging van de keringen. Vervolgens wordt een wijziging van de bijlagen bij het Waterbesluit voorbereid en vastgesteld. De wijzigingen treden in werking op of nabij het tijdstip waarop de nieuwe of verbeterde waterkering volledig «operationeel» is.

De normen in de vierde kolom van de tabel in bijlage IA zijn weergegeven per dijkdeel, overeenkomend met het nummer dat is vermeld in bijlage IB. De normen zijn uitgedrukt in de gemiddelde overschrijdingskans per jaar en zijn ingedeeld in vier klassen (1:100, 1:150, 1:300 en 1:1000).

Artikel I, onderdeel F

Dit onderdeel voegt niet-primaire waterkeringen toe aan bijlage III, onderdeel 2, van het Waterbesluit. Het betreft de kanaaldijken langs de Noordervaart. De toevoeging volgt de feitelijke situatie. De Noordervaart, inclusief de bijbehorende keringen, is namelijk altijd al in beheer bij het Rijk. Er is echter nagelaten dit rijkskanaal op te nemen in de bijlage bij het Waterbesluit. Nu is dat in het bijzonder noodzakelijk in verband met de normering op grond van het nieuwe artikel 2.1a van het Waterbesluit, op basis waarvan de betreffende waterkering is genormeerd. Gedeputeerde staten van Limburg hebben met de toevoeging van de Noordervaart aan bijlage III, onderdeel 2, van het Waterbesluit ingestemd. Ook het dagelijks bestuur van het waterschap Peel en Maasvallei heeft ingestemd met de toevoeging.

Opgemerkt wordt nog dat de Noordervaart waarschijnlijk in 2017, nadat Rijkswaterstaat groot onderhoud heeft verricht aan de kanaaldijken, in beheer zal worden overgedragen aan het waterschap Limburg, dat per 1 januari 2017 zal ontstaan. Daarover hebben Rijkswaterstaat en de waterschappen Peel en Maasvallei en Aa en Maas, die fuseren tot het waterschap Limburg, in 2014 een intentieverklaring getekend. Pas als de overdracht van het beheer definitief is, zullen de kanaaldijken langs de Noordervaart en de daaraan gestelde normen vervallen uit de bijlagen IA, IB en III, onderdeel 2, bij het Waterbesluit.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2016. Dit zal een afwijking betekenen van het systeem van vaste verandermomenten van regelgeving, opgenomen in Aanwijzing 174 van de Aanwijzingen voor de regelgeving, echter uitsluitend voor de termijn tussen publicatie in het Staatsblad en de inwerkingtreding. Reden daarvoor is het publieke voordeel van een snelle inwerkingtreding (uitzonderingsgrond a).

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Dit is de wettelijke term die wordt gebruikt in artikel 2.4 van de Waterwet. Ze worden ook wel niet-primaire of regionale waterkeringen genoemd.

X Noot
2

Op 26 augustus 2003 brak een boezemkade door, waardoor een woonwijk onder water kwam te staan. Circa 1.500 mensen moesten als gevolg daarvan worden geëvacueerd.

X Noot
3

Op 27 januari 2004 veroorzaakte een leidingbreuk een verzakking van de kade langs het Julianakanaal. Er ontstond geen overstroming, maar uit voorzorg werden ruim 500 mensen geëvacueerd.

X Noot
4

Onderzoeksraad voor veiligheid, Rapport Leidingbreuk Stein, Den Haag: Ovv 4 oktober 2005. Het rapport is te downloaden op http://www.onderzoeksraad.nl/uploads/items-docs/386/Rapport_leidingbreuk_Stein.pdf

X Noot
5

Kamerstukken II, 2010/11, 27 625, nr. 190.

X Noot
6

Kamerstukken II 2009/10, 29 279, nr. 114.

X Noot
7

Kamerstukken II 2012/13, 29 362, nr. 224.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven