Wet van 11 april 2013, houdende vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2013

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 105 van de Grondwet de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Rijk bij de wet moet worden vastgesteld, dat in artikel 1 van de Comptabiliteitswet 2001 wordt bepaald welke begrotingen tot die van het Rijk behoren en dat overigens de inrichting van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het gemeentefonds moet geschieden met inachtneming van de bepalingen van de Financiële-verhoudingswet;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De bij deze wet behorende begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2013 wordt vastgesteld.

Artikel 2

De vaststelling van de in artikel 1 bedoelde begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro’s.

Artikel 3

Het verplichtingenbedrag in artikel 5, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet ter zake van de algemene uitkering c.a. en de aanvullende uitkeringen wordt voor het uitkeringsjaar 2013 vastgesteld op € 15.358.690.000. De verplichtingenbedragen in artikel 5, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet ter zake integratie-uitkeringen en decentralisatie-uitkeringen zijn respectievelijk € 1.483.600.000 en € 1.098.580.000.

Artikel 4

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari van het jaar waarop de vaststelling van de begroting betrekking heeft. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 11 april 2013

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

De Staatssecretaris van Financiën, F.H.H. Weekers

Uitgegeven de zesentwintigste april 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2013

Begrotingsstaat inzake het gemeentefonds behorende bij de Wet van 11 april 2013, Stb. 153

Begroting 2013

Bedragen x € 1.000

   

(1)

Art.

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

   

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

1

gemeentefonds

17.963.120

17.963.120

17.963.120


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 33 400 B

Naar boven