Tweede Kamer der Staten-Generaal

36 250 VI Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid voor het jaar 2022 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2022‒2023

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Justitie en Veiligheid;

  • 2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Justitie en Veiligheid,D. Yeșilgöz-Zegerius

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

Dit is de tweede suppletoire begroting 2022 van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Deze suppletoire begroting hangt samen met de Najaarsnota 2022 en de mutaties genoemd in de Vermoedelijke Uitkomsten (onderdeel van de Miljoenennota 2023).

In hoofdstuk 2 is een overzicht opgenomen van de belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties. Het betreft mutaties die groter zijn dan € 10 mln.

In hoofdstuk 3 is per beleidsartikel de tabel ‘budgettaire gevolgen van beleid’ opgenomen. In hoofdstuk 4 gebeurt dit voor de niet-beleidsartikelen.

Na de tabel budgettaire gevolgen van beleid wordt een toelichting op de cijfers uit de kolom «mutaties 2e suppletoire begroting 2022» gegeven voor zover deze groter zijn dan € 5,0 mln. De mutaties kunnen zowel beleidsmatig als financieel-technisch van aard zijn. Financieel-technische mutaties worden conform de Rijksbegrotingsvoorschriften niet nader toegelicht. In de regel geldt dat uitgavenmutaties en verplichtingenmutaties aan elkaar gelijk zijn. De toelichtingen gelden daarom voor zowel de uitgaven- als de verplichtingenmutaties. Wanneer dit niet het geval is, wordt voor de verplichtingmutaties een aparte toelichting opgenomen als er sprake is van een opmerkelijk verschil met de uitgavenmutaties.

In hoofdstuk 5 zijn alleen de exploitatie- en kasstroomoverzichten van de agentschappen weergegeven waarbij de cumulatieve mutaties (in totaal) groter zijn dan 5% van de oorspronkelijk vastgestelde begroting of cumulatieve mutaties (in totaal) groter zijn dan € 20 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting, voor zover mutaties ten opzichte van de oorspronkelijke begroting niet reeds zijn gemeld bij de 1e suppletoire begroting.

In hoofdstuk 6 zijn de openingsbalans van de Justitiële ICT Organisatie en de dienst Justid opgenomen.Vanaf 1 januari 2022 zijn deze diensten een agentschap en voeren zij vanaf die datum een baten-lastenadministratie. In de ontwerpbegroting 2022 is een indicatieve openingsbalans voor deze diensten opgenomen. Overeenkomstig de Regeling agentschappen wordt na ontvangst van de controleverklaring de definitieve openingsbalans opgenomen in de eerste daaropvolgende begrotingswet in het jaar van instelling.

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Tabel 1 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2022 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
  

Artikel

Uitgaven

 

Vastgestelde begroting 20221

 

15.999.546

 

Stand 1e suppletoire begroting 2022

 

17.320.114

 

Belangrijkste suppletoire mutaties

  
    
 

Vermoedelijke uitkomsten (miljoenennota 2023)

  
 

Coalitieakkoord middelen van de Aanvullende post:

  

1

CA middelen: Versterken politieorganisaties

31

50.000

2

CA middelen: Versterken justitiële keten (OM/ZM)

32, 33, 34, 91

50.000

3

CA middelen: Modernisering wetboek van Strafvordering

33

11.000

4

CA middelen: Veiligheid overig

34

10.000

5

CA middelen: Versterken Preventieaanpak

34, 91

50.000

    
 

Herverdeling middelen binnen JenV

  

6

Middelen ondermijning tbv Politie

31,33

48.530

7

Hermansmiddelen

31, 32, 33, 34,91,92

176.346

8

Legacy problematiek RvdR

32

16.200

9

Ondermijning tbv de Rechtspraak

32

14.880

10

Continuïteit en vernieuwing ICT OM

33

37.000

11

Ondermijningsmiddelen DJI

34

54.250

12

Overheveling middelen herverdeling binnen JenV

31,32,33,34,91,92

‒ 347.206

    
 

Diversen

  

13

WAU middelen (Werk aan Uitvoering)

31, 32, 34, 37, 91, 92

42.002

14

Kasschuif Beslag Informatie systeem (BIS)

33

‒ 16.500

15

Kasschuif verkeer 2022

33

‒ 10.465

16

Tegemoetkomingsregeling commissie De Winter

34

19.550

17

BDUR doorontwikkeling crisisbeheersing

36, 92

‒ 30.000

18

Gemeentelijke en particuliere opvang

37

30.500

19

Subsidies ngo's (non gouvernementele organisaties) tbv inzet Oekraïne

37

25.912

20

Regeling Medische zorg Ontheemden uit Oekraïne

37

99.000

    
 

Overige mutaties vermoedelijke uitkomsten

 

‒ 31.408

    
 

Najaarsnota 2022

  

21

NOOVA en onderhoud C2000

31

10.061

22

Digitalisering strafrechtketen

33

‒ 32.507

23

CA middelen OM

33

‒ 10.000

24

Aanpak Ondermijning

33

‒ 10.000

25

Ondermijningsmiddelen PI Vught

34

22.200

26

Meevaller CA middelen SenB

34

‒ 45.900

27

Werkdrukverlaging Gecertificeerde Instellingen (GI's)

34

10.000

28

Bijdrage gemeenten coronatoegangsbewijs

36

‒ 23.850

29

Regeling Wet tegemoetkoming schade (Wts) bij rampen

36

‒ 175.000

30

Official Development Assistance (ODA) toerekening NJN

37

160.000

31

Asiel COA tekort

37

220.000

32

European Entry/Exit System (EES) op Schiphol

37

14.500

33

Asiel IND

37

19.800

34

Gemeentelijke opvang Oekraïners

37

350.000

35

Asiel Nidos

37

27.000

    
 

Overige mutaties Najaarsnota

 

‒ 26.151

    
 

Stand 2e suppletoire begroting 2022

 

18.129.858

X Noot
1

stand inclusief ISB1, ISB2 en ISB3

Toelichting

Mutaties opgenomen in de vermoedelijke uitkomsten (kolom 2022 in de begroting 2023)

  • 1. CA-middelen: Versterken politieorganisaties

    In het coalitieakkoord zijn middelen vrijgemaakt voor het versterken van de politieorganisatie. Zo zijn onder andere middelen vrijgemaakt voor politiemedewerkers die tijdens hun dienstverband PTSS oplopen en recht hebben op een uitkering; investering in mensen en middelen die bijdragen aan de realisatie van de verbetering van de basisvoorzieningen van de bedrijfsvoeringssytemen; versterken van de operationele centra Meldkamers; versterken en het continueren van de interceptiedesk (ID) die onderdeel is van de specialistische opsporing en investering in capaciteit en middelen om deze te laten aansluiten op de hogere eisen aan de politieorganisatie en voldoende capaciteit te hebben voor werving van nieuwe medewerkers.

  • 2. CA-middelen: Versterken justitiële keten (OM/ZM)

    De justitiële keten wordt versterkt door investeringen in met name het Openbaar Ministerie en de Rechtspraak. Doel hiervan is de organisaties toekomstbestendig te maken, onder meer in termen van capaciteit, wendbaarheid (ook gelet op nieuwe ontwikkelingen in criminaliteit), kwaliteit van de informatievoorziening, digitalisering en innovatie en verbetering van de ketensamenwerking.

  • 3. CA-middelen: Modernisering wetboek van Strafvordering

    In het coalitieakkoord zijn middelen vrijgemaakt voor de implementatie van het nieuwe Wetboek van Strafvordering. Het gemoderniseerde Wetboek van Strafvordering is techniek onafhankelijk en helpt zo de keten klaar te maken voor de toekomst. De strafrechtketen kan dan beter inspelen op de technologische ontwikkelingen die elkaar razendsnel opvolgen in een samenleving die steeds verder digitaliseert. Met het nieuwe wetboek krijgt de rechter meer mogelijkheden om te sturen in het onderzoek voordat een strafzaak op zitting komt. Bovendien brengt het nieuwe wetboek de basis weer op orde om het strafrecht toe te passen op een manier die in evenwicht is met de grond- en mensenrechten van eenieder.

  • 4. CA-middelen: Veiligheid overig

    De middelen uit het coalitieakkoord voor veiligheid overig worden aangewend voor de Wet Uitbreiding Slachtofferrechten, het introduceren van JD Actief (een werkwijze waarbij slachtoffers van met name «high impactzaken» (HIC) actief door Slachtofferhulp Nederland (SHN) worden benaderd), het tegengaan van mensensmokkel, en het financieel gezond maken van de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV).

  • 5. CA-middelen: Versterken Preventieaanpak

    In het kader van preventie wordt middels een domeinoverstijgende wijkaanpak ingezet op het voorkomen van jeugdcriminaliteit, wordt ingezet op de aanpak van personen met verward gedrag, en op het voorkomen van recidive.

  • 6. Middelen ondermijning ten behoeve van Politie

    Uit de middelen voor het tegengaan van Ondermijning die in 2021 zijn toegekend krijgt de politie middelen ten behoeve van AI/datascience en realtime intelligence, interceptie en informatiedeling, criminele geldstromen, forensische opsporing en internationale aanpak.

  • 7. Hermansmiddelen

    De € 200 mln. voortvloeiend uit de motie-Hermans van 23 september 2021 zijn onder andere ingezet voor de noodzakelijke versterking van het politieonderwijs; vernieuwing van basis ICT-voorzieningen om de druk op de Gebiedsgebonden Politie (GGP) te ontzien; versterking opsporing landelijke eenheid; versterken van de politie in de wijk, digitale wijkagenten en agenten die in en voor de wijk werken met 700 fte’s volledig inzetbaar vanaf het jaar 2027; middelen voor PTSS en de uitvoering van de wet straffen en beschermen om slachtoffers beter te informeren en te beschermen.

  • 8. Legacy problematiek Raad voor de Rechtspraak

    Dit betreft extra middelen ten behoeve van informatievoorziening (IV) legacy problematiek bij de rechtspraak. Deze middelen worden ingezet voor vernieuwing procesondersteuning en datadienstverlening publicatieproces.

  • 9. Ondermijning ten behoeve van de Rechtspraak

    Voor de rechtspraak zijn ondermijningsmiddelen overgeheveld voor versterking van de keten, beschermen en veiligheid, planningstool en megazaken.

  • 10. Continuïteit en vernieuwing ICT OM

    Voor het op orde brengen van de continuïteit en vernieuwing van de ICT zijn er middelen toegekend aan het OM.

  • 11. Ondermijningsmiddelen DJI

    In het kader van ondermijning zijn structureel middelen aan DJI toegekend voor versterking van de keten (o.a. afdeling intensief toezicht, bureaus inlichtingen en veiligheid) en beschermen en veiligheid kroongetuigen (investering en exploitatie), vervoer voor gedetineerden door het BOT (Bijzonder Ondersteuningsteam), bewaking gebouwen door de LBB (Landelijke Bijzondere Bijstandseenheid), beveiliging medewerkers DJI door de LBB).

  • 12. Overheveling middelen herverdeling binnen JenV

    Dit betreft de technische tegenboeking van de posten 6 tot en met 11.

  • 13. WAU-middelen (Werk aan Uitvoering)

    Het traject Werk aan Uitvoering richt zich op versterking van de publieke dienstverlening. Hiervoor zijn middelen toegekend voor diverse onderwerpen zoals voor verbeteringen in de dienstverlening; middelen voor kwantitatieve en kwalitatieve personeelscapaciteit en voor het opleiden van personeel naar aanleiding van benchmarking.

  • 14. Kasschuif Beslag Informatiesysteem (BIS)

    De bouw van het Beslag Informatiesysteem (BIS) is vertraagd omdat het Adviescollege ICT-toetsing (AcICT) een voorlopig advies aan het OM heeft gegeven over de plannen voor de bouw van dit systeem dat het OM noodzaakt om de plannen te heroverwegen. Hierdoor komen de middelen pas in 2023 tot besteding.

  • 15. Kasschuif verkeer 2022

    Het programmabudget verkeer voor de vervanging van de digitale flitspalen komt later tot besteding doordat er sprake is van vertraging bij de aanbesteding. Door middel van een kasschuif worden de middelen doorgeschoven van 2022 naar het jaar 2023 en 2024 wanneer deze middelen tot besteding komen.

  • 16. Tegemoetkomingsregeling commissie De Winter

    De regeling tegemoetkoming voor slachtoffers jeugdzorg (regeling De Winter) wordt door SGM uitgevoerd. De kosten van de uitkeringen worden voor 2/3e door VWS en voor 1/3e door JenV gedekt. De uitvoeringskosten worden 50/50 gedragen.

  • 17. BDUR-doorontwikkeling crisisbeheersing

    Om de aanpak van incidenten en crises in Nederland te verbeteren wordt geïnvesteerd in het fundament van de crisisbeheersing. Hierbij wordt ingezet op effectieve sturing door crisispartners, professioneel informatiemanagement, een landelijke ondersteuningsfaciliteit en het structureel innoveren en borgen van kennis en kunde. De meerjarige reeks wordt voor de jaren 2023 en 2024 voor € 15 mln. gefinancierd uit het lopende begrotingsjaar 2022 (ten laste van artikel 92: nog onverdeeld).

  • 18. Gemeentelijke en particuliere opvang

    Een kasschuif op de middelen gemeentelijke en particuliere opvang voor gemeenten voor de realisatie van noodopvangplekken en verstrekkingen aan ontheemden waarbij € 30,5 mln. euro van het jaar 2023 naar het jaar 2022 wordt verschoven waarin naar verwachting ook de uitgaven zullen plaatsvinden.

  • 19. Subsidies ngo's (non gouvernementele organisaties) t.b.v. inzet Oekraïne

    In aanvulling op de middelen voor subsidies, € 8,1 mln, uit de ISB3, zijn er aanvullende middelen beschikbaar gesteld voor ondersteuning van de opvang van Oekraïense ontheemden gedurende 2022. Voor deze ondersteuning is de samenwerking aangegaan met verschillende ngo’s, ook verenigd in een samenwerking. Om particuliere opvang zo veilig mogelijk te laten verlopen heeft het ministerie van JenV met het Rode Kruis, Vluchtelingenwerk, TakeCareBNB en het Leger des Heils afgesproken dat deze organisaties de particuliere opvang coördineren en faciliteren. Deze organisaties opereren onder de naam RefugeeHomeNL. De geraamde kosten voor deze ondersteuning bedragen in 2022 € 13,1 mln. Daarnaast ondersteunt het Rode Kruis de gemeentelijke opvanglocaties met uiteenlopende dienstverlening zoals Humanitaire Servicepunten, ondersteuning bij de organisatie en inrichting van (crisisnood)opvanglocaties, gespecialiseerd vervoer, hygiëne kits. De geraamde kosten voor laatstgenoemde dienstverlening bedragen € 12,8 mln.

  • 20. Regeling Medische zorg Ontheemden uit Oekraïne

    Per 1 juli 2022 is de Regeling Medische zorg Ontheemden (RMO) uit Oekraïne in werking getreden. Om de RMO te bekostigen heeft het Kabinet ingestemd met een begroting voor de dekking van de medische kosten en de verwerkingskosten voor het tweede halfjaar van 2022. De medische kosten van de eerste maanden van 2022 zijn gefinancierd via de Subsidieregeling voor Onverzekerden (SOV). Middels deze boeking wordt € 99 mln. aan de begroting van JenV voor het jaar 2022 toegevoegd.

    Nieuwe mutaties samenhangend met de Najaarsnota 2022

  • 21. NOOVA en onderhoud C2000 Aan de bijzondere bijdrage Meldkamers Politie wordt 10 mln. toegekend voor de uitvoering van diverse werkzaamheden in het kader van Nationale Openbare Orde en Veiligheidsarchitectuur (NOOVA) en ten behoeve van C2000-ict systeem.

  • 22. Digitalisering Strafrechtketen

    In het Regeerakkoord Rutte-3 is voor digitalisering van de werkprocessen in de strafrechtketen extra geld uitgetrokken. De middelen worden besteed aan diverse projecten met als doel om papier uit de keten te krijgen, de dienstverlening te verbeteren en te investeren in de kernsystemen. Bij de tweede suppletoire begroting wordt 32,5 mln. overgeheveld naar de diverse onderdelen voor uitvoering van de diverse projecten.

  • 23. CA-middelen Openbaar Ministerie (OM) Het Openbaar Ministerie verwacht dit jaar een meevaller van 10 mln. De extra CA-middelen die in de loop van dit jaar zijn ontvangen, kunnen nog niet volledig worden besteed, omdat de bijbehorende benodigde nieuwe medewerkers nog niet allemaal in dienst zijn getreden.

  • 24. Aanpak Ondermijning Op het onderdeel ondermijning wordt een onderuitputting verwacht van 10 mln. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door terugontvangen middelen ten behoeve van het stelsel bewaken en beveiligen van de KMar die dit jaar niet tot besteding zijn gekomen (6 mln.) en door vertraging in de besteding van ondermijningsmiddelen ten behoeve van de bijzondere opsporingsdiensten (4 mln.).

  • 25. Ondermijningsmiddelen PI Vught

    Aan Penitentiaire Inrichting Vught zijn middelen toegekend voor optimalisatie ontwikkeling 2e ontsluitingsweg (5 mln.); voor realisatie van een zittingszaal (12 mln.); aanvulling hogere kosten door aanbesteding voor video conferencing ruimten (2 mln.) en initiële kosten video conferencing via Raad voor de rechtspraak (3,2 mln.).

  • 26. Vrijval CA-middelen Straffen en Beschermen

    De CA-middelen die dit jaar zijn toegekend komen niet volledig tot besteding. Het uitwerken en implementeren van plannen duurt langer dan verwacht, onder andere vanwege de krappe arbeidsmarkt.

  • 27. Werkdrukverlaging Gecertificeerde Instellingen (GI's)

    Vanwege de urgentie stelt het Rijk 10 mln. per jaar voor de jaren 2022 t/m 2025 beschikbaar aan de GI's tbv werkdrukverlaging. Hiermee kunnen de GI's meer jeugdbeschermers en ondersteunend personeel aantrekken, alsmede andere maatregelen treffen die bijdragen aan de verlaging van de werkdruk. (zie Kamerstuk II 2021-2022 31839, nr. 876 met betrekking tot verbetering van de jeugdbeschermingsketen dd. 14-09-2022).

  • 28. Bijdrage gemeenten coronatoegangsbewijs

    Een aantal gemeenten heeft geen gebruikt gemaakt van de regeling of vanwege het overschrijden van de indieningsdatum geen gebruik kunnen maken van de regeling waardoor hier een meevaller is ontstaan.

  • 29. Regeling Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts)

    De uitgaven in 2022 ten aanzien van de regeling tegemoetkoming schade 2021 zijn lager uitgevallen dan geraamd. Het budget wordt daarom in 2022 verlaagd met 175 mln. waarbij ook een kasschuif van 35 mln. van het jaar 2022 naar 2023 wordt toegepast voor de benodigde middelen in 2023.

    Deze aanpassing heeft geen gevolgen voor het wel of niet uitkeren van de tegemoetkoming omdat deze wordt gebaseerd op de daadwerkelijke schade.

  • 30. Official Development assistance (ODA) .

    De hogere bezetting van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en het hoge percentage alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV's) leidt tot een hogere toerekening van eerstejaarsasielopvang aan ODA van 160 mln.

  • 31. Asiel COA

    De hogere bezetting bij COA en de hogere kosten van de (crisis)noodopvang, die duurder is dan de reguliere opvang, leidt tot een tegenvaller van 380 mln. Deels wordt deze gecompenseerd door de hogere ODA-toerekening, zie post 30. Het restant wordt gedekt uit de niet-asiel gerelateerde onderuitputting van JenV (70 mln.) en de rijksbrede onderuitputting.

  • 32. European Entry/Exit System (EES) op Schiphol

    Voor de implementatie van de Europese EES-verordening op Schiphol zijn aanvullende middelen noodzakelijk teneinde de implementatie tijdig af te ronden.

  • 33. Asiel Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)

    De kosten in de uitvoering bij de IND zijn hoger dan de dekking vanuit de kostprijzen. De oorzaken hiervan zijn te vinden in de hogere tarieven van tolken en verhoogde kosten van vervoer vanwege het feit dat de asielzoekers verspreid zitten in de (crisis)noodopvang, Daarbij zijn er hogere kosten voor externe inhuur vanwege personeelstekort en krapte op de arbeidsmarkt.

  • 34. Gemeentelijke Opvang Oekraïners

    Een veel groter deel van de gemeenten dan eerder gedacht vraagt een voorschot aan voor de opvang van ontheemde uit Oekraïne (GOO en POO).

  • 35. Asiel Nidos

    Nidos voert de voogdijtaak uit voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV’s). De hogere instroom van alleenstaande minderjarige vreemdelingen leidt tot meer werk en kosten bij Nidos. 

Tabel 2 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2022 (Tweede suppletoire begroting) (Bedragen x € 1.000)
  

Artikel

ontvangsten

 

Vastgestelde begroting 2022

 

1.570.467

 

Stand 1e suppletoire begroting 2022

 

1.666.707

 

Belangrijkste suppletoire mutaties

  
    
 

Vermoedelijke uitkomsten (miljoenennota 2023)

  
 

Overige mutaties vermoedelijke uitkomsten

 

14.240

    
 

Najaarsnota 2022

  

1

Afpakken

33

‒ 289.400

2

Boeten en transacties

33

‒ 86.000

3

Griffierechten

32

‒ 15.000

    
 

Overige mutaties Najaarsnota

 

17.827

    
 

Stand 2e suppletoire begroting 2022

 

1.308.374

Toelichting

Nieuwe mutaties samenhangend met de Najaarsnota 2022

  • 1. Afpakken

    De ontvangsten afpakken vallen 289,4 mln. lager uit dan geraamd. Door het (tot nu toe) uitblijven van grote transacties blijven de ontvangsten fors achter op de raming.

  • 2. Boeten en Transacties

    De ontvangsten boeten en transactie blijven achter op de geraamde ontvangsten. Door minder verkeer als gevolg van Corona en hoge brandstofprijzen en het vervangen (en dus tijdelijk uitstaan) van flitspalen en trajectcontroles zijn de Boete en Transacties ontvangsten lager dan geraamd.

  • 3. Griffierechten

    De ontvangsten griffierechten vallen 15 mln. lager uit. De daling wordt veroorzaakt doordat de instroom van zaken waarbij griffierecht kan worden geheven lager is dan geraamd.

2.2 Overzicht Coronamaatregelen

Tabel 3 Coronamaatregelen op de (Justitie en Veiligheid)-begroting (bedragen x € 1 mln)

Artikelnummer

naam maatregel/regeling

Bedrag verplichtingen 2022 (x1.000)

Bedrag uitgaven 2022 (x1.000)

Bedrag ontvangsten 2022 (x1.000)

Relevante Kamerstukken

      

36.2.5.22

Corona gerelateerde uitgaven: DG Samenleving en Covid-19

19.600

19.600

 

Overheidsfinanciën in coronatijd

34.3.1.21

Corona gerelateerde uitgaven: meerkostenregeling ForZo

6.000

6.000

 

Overheidsfinanciën in coronatijd

36.2.3.21

ISB-1 naleving, controle en handhaving inzet Corona toegangsbewijs

35.000

35.000

 

Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 36030 nr 1

36.2.3.21

Extra middelen handhaving

34.000

34.000

 

Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 35925 VI, nr. 23

91.1.1.11

Brede aanpak instrumenten bedrijfsbeeindigen

1.066

1.066

 

Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 35925 VI nr. 21

36.2.3.21

Bijdrage gemeenten coronatoegangsbewijs

‒ 23.850

‒ 23.850

 

Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36250 VI, nr. 2

36.2.5.22

Covid programma NCTV

‒ 3.750

‒ 3.750

 

Tweede Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36250 VI, nr. 2

3 Beleidsartikelen

Artikel 31 Politie

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 31 Politie (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

6.676.221

7.171.229

113.957

52.798

7.337.984

      

Programma-uitgaven

6.697.317

7.192.325

113.957

52.798

7.359.080

Waarvan juridisch verplicht

    

100%

31.2 Bekostiging Politie

     

Bijdrage ZBO's/RWT's

     

Politie

6.419.565

6.910.673

111.470

52.766

7.074.909

Politieacademie

3.075

3.172

39

0

3.211

Bijdrage medeoverheden

     

Brandweer- en politiekorps (BES)

27.331

28.218

0

0

28.218

Opdrachten

     

Taptolken

11.369

3.226

0

0

3.226

      

31.3 Kwaliteit, arbeidsvoorwaarden en beheer meldkamers

     

Bijdrage ZBO's/RWT's

     

Internationale Samenwerkingsoperaties

11.588

11.690

0

0

11.690

Beheer meldkamers

203.543

215.797

1.873

‒ 9.661

208.009

Overige Bijdrage ZBO's/RWT's

892

920

0

0

920

Bijdrage medeoverheden

     

Bijdrage ihkv de kwaliteit van de politiezorg

834

861

0

10.061

10.922

Subsidies

     

Opsporing

2.362

2.443

0

0

2.443

Stichting Arbeidsmarkt en Opleidingsfonds Politie

3.601

3.712

0

0

3.712

Overige Subsidies

550

568

575

0

1.143

Opdrachten

     

Providers

10.304

8.662

0

0

8.662

Overige Opdrachten

2.303

2.383

0

‒ 368

2.015

      

Ontvangsten

500

3.080

9.323

9.138

21.541

Budgetflexibiliteit

Het juridisch verplichte deel van de bijdragen ZBO’s/RWT’s heeft betrekking op uitgaven voor de politie en de Politieacademie op grond van wetgeving, de beheersovereenkomst met de politie voor de jaarlijkse exploitatiekosten van C2000 en de uitgaven voor internationale samenwerking. De juridisch verplichte opdrachten omvatten onder andere de meerjarige contracten met de telecomaanbieders in verband met tapkosten.

Toelichting

Mutaties Uitgaven

31.2 Bekostiging Politie

Politie 164,2 mln. Deze post bestaat uit onder andere de volgende mutaties:

  • Naar aanleiding van het akkoord cao-politie wordt een verdere overheveling van de aanvullende middelen ten behoeve CAO Politie gedaan van artikel 92 naar artikel 31 politie voor 93,7 mln. Dit betreft een technische mutatie.

  • Vanwege onderbesteding van politie op bijzondere bijdragen wordt het geld (totaal 18,5 mln.) teruggevorderd. Zie ook de ontvangsten.

  • Een bijdrage voor FIU-Nederland (Financial Intelligence Unit) van 7 mln.

  • Voor digitalisering van de werkprocessen in de strafrechtketen wordt 6,9 mln. overgeheveld naar politie voor uitvoering van de diverse projecten. Zie ook de tabel met belangrijkste mutaties.

  • Ten behoeve van de uitvoering van beveiligingsmaatregelen in het hoogste weerstandsniveau en de verdere versterking van het stelsel bewaken en beveiligen worden aan politie extra middelen (ad 7,5 mln.) toegekend.

  • Er wordt 6,8 mln. overgeheveld van artikel 33 naar artikel 31 politie voor de voorbereiding van de herziening van het nieuwe Wetboek van Strafvordering

  • Het restant bedrag omvat diverse kleinere mutaties.

31.3 Kwaliteit, arbeidsvoorwaarden en beheer meldkamers

Beheer Meldkamers ‒ 7,8 mln.Deze post bestaat voornamelijk uit een bijdrage aan politie voor een bedrag van 10 mln. voor de uitvoering van diverse werkzaamheden in het kader van Nationale Openbare Orde en Veiligheidsarchitectuur (NOOVA) en ten behoeve van C2000-ict systeem.

Bijdrage ihkv de kwaliteit van de politiezorg 10 mln.Betreft de overboeking van de bijdrage vanuit beheer meldkamers naar politiezorg van 10 mln. zie toelichting post Beheer Meldkamers.

Mutaties ontvangsten

Het ontvangstenbudget wordt verhoogd met 18,5 mln. Onderbesteding van politie op bijzondere bijdragen, die ook in 2022 niet meer aan het daaraan gekoppelde doel wordt besteed, wordt (totaal 18,5 mln.) teruggevorderd. Zie ook de uitgaven.

Artikel 32 Rechtspleging en rechtsbestel

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 32 Rechtspleging en rechtsbijstand (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

1.871.734

2.066.566

36.911

‒ 30.000

2.073.477

      

Apparaatsuitgaven

32.175

35.947

527

1.373

37.847

32.1 Apparaatsuitgaven Hoge Raad

     

Personele uitgaven

28.948

30.689

‒ 4

1.373

32.058

waarvan eigen personeel

27.992

29.707

‒ 4

‒ 27

29.676

waarvan externe inhuur

956

982

0

1.400

2.382

Materiele uitgaven

3.227

5.258

531

0

5.789

waarvan ict

1.422

3.038

531

0

3.569

waarvan sso's

261

269

0

0

269

waarvan overig materieel

1.544

1.951

0

0

1.951

      

Programma-uitgaven

1.839.559

1.876.619

37.277

‒ 31.373

1.882.523

Waarvan juridisch verplicht

    

100%

32.2 Adequate toegang tot het rechtsbestel

     

Bijdrage ZBO's/RWT's

     

Raad voor Rechtsbijstand

28.098

29.023

0

‒ 2.400

26.623

Bureau Financieel Toezicht

8.175

8.436

340

‒ 5

8.771

Subsidies

     

Stichting Geschillencommissies Consumentenzaken

562

581

0

0

581

Juridisch Loket

27.366

28.265

0

‒ 6.200

22.065

Overige Subsidies

139

1.344

0

‒ 2.000

‒ 656

Opdrachten

     

Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen

8.696

9.006

0

‒ 4.900

4.106

Toevoegingen rechtsbijstand

569.627

543.713

843

‒ 9.200

535.356

Mediation in Strafrecht

1.082

1.116

0

300

1.416

Overige Opdrachten

3.324

3.339

0

‒ 7.622

‒ 4.283

      

32.3 Optimale randvoorwaarden voor een doelmatig en doeltreffend rechtsbestel

     

Bijdrage ZBO's/RWT's

     

Autoriteit Persoonsgegevens

25.075

29.045

‒ 25

90

29.110

College voor de Rechten van de Mens

8.858

9.900

452

‒ 250

10.102

College Gerechtelijk Deskundigen

1.968

2.035

125

11

2.171

Stichting Advisering Bestuursrechtspraak

5.127

5.285

‒ 158

0

5.127

Overige Bijdrage ZBO's/RWT's

808

1.383

0

0

1.383

Bijdrage medeoverheden

     

Bijdragen Rechtspleging

756

24

0

0

24

Raad voor de rechtspraak

1.145.702

1.176.778

44.679

7.619

1.229.076

Overige Bijdrage medeoverheden

2.123

741

‒ 623

0

118

Subsidies

     

Rechtspleging

482

498

75

0

573

Wetgeving

1.278

1.320

0

0

1.320

Overige Subsidies

0

5.500

195

0

5.695

Opdrachten

     

Opdrachten en onderzoeken rechtspleging

202

634

0

0

634

Overige Opdrachten

111

18.653

‒ 8.626

‒ 6.816

3.211

      

Ontvangsten

198.130

179.372

0

‒ 15.047

164.325

waarvan Griffierechten

180.544

161.236

0

‒ 15.047

146.189

waarvan Overig

17.586

18.136

0

0

18.136

Budgetflexibiliteit

Juridisch verplicht zijn de bijdragen aan ZBO’s en RWT’s. Dat geldt ook voor de bijdrage voor de kosten voor de rechtsbijstand in de vorm van toevoegingen en piketten (opdrachten) en de bijdrage aan de Raad voor de rechtspraak. Ook de opdrachten in het kader van de WSNP zijn volledig juridisch verplicht. Daarmee is 100% van de uitgaven die in de vorm van opdrachten worden gedaan juridisch verplicht. De subsidies die op dit artikel worden verantwoord zijn geheel juridisch verplicht. Dit heeft in hoofdzaak betrekking op de subsidierelaties met de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken (SGC), het Juridisch Loket (hJ), de Nederlandse Vereniging voor de rechtspraak (NVvR), de Academie voor Overheidsjuristen en de Academie voor Wetgeving.

Toelichting

Mutaties Uitgaven

32.2 Adequate toegang tot het rechtsbestel

Juridisch Loket ‒ 6,2 mln.In 2021 heeft een vooruitbetaling op de subsidie aan Het Juridisch Loket plaatsgevonden. Hierdoor is de realisatie op dit artikelonderdeel in 2022 lager.

Toevoegingen rechtsbijstand ‒ 8,4 mln.Bij rechtsbijstand is een incidentele meevaller van 8,2 mln. vanwege lagere uitgaven bij de uitvoering van het project intensiveringen ZSM en het programma herziening stelsel Rechtsbijstand. Restant bedrag betreft een aantal kleinere mutaties.

Overige opdrachten ‒ 7,6 mln.Dit bedrag bestaat voornamelijk uit diverse kleine meevallers op het gebied van toegang rechtsbestel en rechtspleging.

32.3 Optimale randvoorwaarden voor een doelmatig en doeltreffend rechtsbestelRaad voor de rechtspraak 52,3 mln.

  • Extra middelen ten behoeve van informatievoorziening (IV) legacy problematiek bij de rechtspraak voor 16,2 mln. Deze middelen worden ingezet voor vernieuwing procesondersteuning en datadienstverlening (publicatieproces).

  • Voor de rechtspraak zijn ondermijningsmiddelen ad 14,9 mln. overgeheveld voor versterking van de keten, beschermen en veiligheid, planningstool en megazaken.

  • Een interne budgetoverheveling van opdrachten overig naar Raad voor de rechtspraak voor 7 mln. voor de versterking van de justitiële keten.

  • De extra middelen (8,6 mln) die dit jaar zijn ontvangen voor aanloop- en implementatiekosten bij de rechtspraak komen dit jaar niet tot besteding.

  • Het restant bedrag betreft een aantal kleinere mutaties zoals 4,8 mln. voor digitalisering strafrechtketen en 3,5 mln. voor preventie met gezag wijkgerichte aanpak.

Overige Opdrachten ‒ 15,4Een interne budgetoverheveling van opdrachten overig naar Raad voor de rechtspraak voor 7 mln. voor de versterking van de justitiële keten. Zie ook de toelichting bij Raad voor de rechtspraak. Het restant saldo betreft een aantal kleinere mutaties.

Mutaties ontvangsten

Het ontvangstenbudget wordt verlaagd met 15 mln. De daling wordt veroorzaakt doordat de instroom van zaken waarbij griffierecht kan worden geheven lager is.

Artikel 33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 33 Veiligheid en criminalititsbestrijding (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

1.466.556

1.279.927

‒ 86.679

46.466

1.239.714

      

Apparaatsuitgaven

582.473

681.830

10.729

‒ 4.407

688.152

33.1 Apparaatsuitgaven Openbaar Ministerie

     

Personele uitgaven

481.246

545.326

10.524

‒ 4.607

551.243

waarvan eigen personeel

439.199

488.735

10.524

‒ 8.153

491.106

waarvan externe inhuur

40.557

55.064

0

3.546

58.610

waarvan overig personeel

1.490

1.527

0

0

1.527

Materiele uitgaven

101.227

136.504

205

200

136.909

waarvan ict

11.133

24.805

205

50

25.060

waarvan sso's

38.109

45.589

0

0

45.589

waarvan overig materieel

51.985

66.110

0

150

66.260

      

Programma-uitgaven

888.083

602.097

‒ 97.408

‒ 95.127

409.562

Waarvan juridisch verplicht

    

100%

33.2 Bestuur, informatie en technologie

     

Bijdrage ZBO's/RWT's

     

Overige Bijdrage ZBO's/RWT's

0

0

400

0

400

Bijdrage medeoverheden

     

Regionale Informatie en Expertise Centra

7.916

15.969

1.000

2.880

19.849

Regeling Uitstapprogramma's prostituees

1.000

33

0

‒ 33

0

Overige Bijdrage medeoverheden

1.164

2.082

766

118

2.966

Subsidies

     

Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid

3.391

3.507

1.000

0

4.507

Keurmerk Veilig Ondernemen

0

1.200

0

‒ 492

708

Overige Subsidies

1.247

9.389

‒ 6.500

950

3.839

Opdrachten

     

Overige Opdrachten

107

3.611

230

‒ 850

2.991

      

33.3 Opsporing en vervolging

     

Bijdrage Agentschappen

     

NFI

75.353

83.061

3.622

7.506

94.189

Justid

17.415

24.146

9.981

1.272

35.399

Justis

0

0

500

‒ 500

0

Bijdrage ZBO's/RWT's

     

Overige Bijdrage ZBO's/RWT's

0

0

0

185

185

Bijdrage medeoverheden

     

Caribisch Nederland (BES)

5.112

8.355

0

418

8.773

FIU.Nederland

220

227

0

0

227

Aanpak ondermijning

592.198

256.170

‒ 98.477

‒ 68.018

89.675

Overige Bijdrage medeoverheden

12.676

21.348

‒ 16.153

4.014

9.209

Subsidies

     

Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV)

609

628

‒ 32

0

596

Overige Subsidies

2.299

5.880

1.701

‒ 547

7.034

Opdrachten

     

Schadeloosstellingen

20.332

21.163

0

8.900

30.063

Keten Informatie Management

34

35

0

‒ 70

‒ 35

Onrechtmatige Detentie

6.277

6.534

0

0

6.534

Caribisch Nederland (BES)

350

361

0

0

361

Gerechtskosten

30.434

33.950

0

‒ 2.500

31.450

Restituties ontvangsten voorgaande jaren

0

0

0

206

206

Verkeershandhaving OM

30.196

31.614

‒ 10.165

0

21.449

Afpakken

600

618

0

‒ 328

290

Bewaring, verkoop en vernietiging ibg voorwerpen

13.312

13.856

0

‒ 1.041

12.815

Overige Opdrachten

52.054

43.083

14.719

‒ 46.677

11.125

Garanties

     

Faillissementscuratoren

794

2.021

0

‒ 520

1.501

      

33.4 Vervolging en berechting MH17-verdachten

     

Opdrachten

     

Vervolging en berechting MH17-verdachten

12.993

13.256

0

0

13.256

      

Ontvangsten

1.280.049

1.250.849

0

‒ 374.877

875.972

waarvan Afpakken

384.360

384.360

0

‒ 289.400

94.960

waarvan Boeten en Transacties

882.689

849.489

0

‒ 86.000

763.489

waarvan Overig

13.000

17.000

0

523

17.523

Budgetflexibiliteit

De juridisch verplichte bedragen betreffen de bijdragen aan het OM, de bijdragen genoemd onder (inter)nationale organisaties/medeoverheden, de bijdragen aan het agentschap NFI, aan DRZ en aan het ZBO College Gerechtelijk Deskundigen. Daarnaast zijn de subsidiebedragen en de gerechtskosten juridisch verplicht. De niet juridische verplichte budgetten voor (opdrachten) schadeloosstellingen en onrechtmatige detentie worden op basis van rechtelijke uitspraken uitgeput en zijn derhalve niet vrij besteedbaar.

Toelichting

Mutaties uitgaven

33.1 Apparaatsuitgaven Openbaar Ministerie 6,3 mln.

De verhoging van het apparaatsbudget wordt voor het grootste deel verklaard door een interne budgetoverheveling van het budget aanpak ondermijning naar het Openbaar Ministerie voor versterken keten en Criminele geldstromen incidenteel voor 5,7 mln. Daarnaast zijn de extra middelen die het Openbaar Ministerie in de loop van dit jaar heeft ontvangen voor 10 mln. nog niet volledig tot besteding gekomen, omdat de bijbehorende benodigde nieuwe medewerkers nog niet allemaal in dienst zijn getreden. Het restant saldo betreft een aantal kleinere mutaties zoals 4 mln. voor bestrijding van cybercrime en digitale criminaliteit en 3,4 mln. voor digitalisering strafrechtketen.

33.2 Bestuur, informatie en technologie

Overige Subsidies ‒ 5,6 mln.Niet alle RIEC's (Regionale Informatie- en Expertise Centra) kunnen garanderen de eerder toegezegde middelen volledig te besteden binnen de jaargrens. Een deel van de toezegde middelen ad 5 mln. wordt om die reden door middel van een kasschuif verschoven naar het jaar 2023.

33.3 Opsporing en vervolging

NFI (Nederlands Forensisch Instituut) 11,1 mln.Deze post bestaat uit een aantal mutaties kleiner dan 5 mln. zoals 2 mln. voor het toekomstvast maken van de Informatievoorziening (IV)van NFI; 2,8 mln. aan hogere uitgaven OSS (One Stop Shop) en DNA profielen en een tegenvaller van 2,6 mln. doordat de afgesproken productie in overleg met de opdrachtgevers weer op het niveau 2020 is gebracht heeft het NFI hogere uitgaven gemaakt voor forensisch onderzoek.

Justid 11,3 mln.Een mutatie van 8 mln. voor het toekomstvast maken van de Informatie Voorziening (IV) systemen van Justid. Het restant saldo betreft een aantal kleinere bedragen.

Aanpak ondermijning ‒ 166,5

  • De bouw van het Beslag Informatiesysteem (BIS) is vertraagd, omdat het Adviescollege ICT-toetsing (AcICT) een voorlopig advies aan het OM heeft gegeven over de plannen voor de bouw van dit systeem die het OM noodzaakt om de plannen te heroverwegen. Hierdoor komen de middelen ad 16,5 mln. pas in 2023 tot besteding.

  • In de bestrijding van ondermijning worden voor de uitvoering van Beschermen en Veiligheid, het versterken van bestuurlijke weerbaarheid 6,5 mln. structureel overgeheveld van de begroting JenV naar Binnenlandse Zaken.

  • Extra middelen ten behoeve van informatievoorziening (IV) legacy problematiek bij de rechtspraak voor 16,2 mln. Deze middelen worden ingezet voor vernieuwing procesondersteuning en datadienstverlening publicatieproces. Zie ook toelichting Raad voor de rechtspraak.

  • Een budgetoverheveling van het budget aanpak ondermijning naar het Openbaar Ministerie voor versterken keten en Criminele geldstromen incidenteel voor 5,7 mln. Zie ook toelichting apparaatsuitgaven Openbaar Ministerie.

  • Er is 14,9 mln. vanuit de ondermijningsmiddelen overgeheveld naar de Raad voor de rechtspraak voor de versterking van de keten, beschermen en veiligheid, planningstool en megazaken.

  • Een overboeking van 6,5 mln. voor verwijsportaal 2 en Strategisch Kenniscentrum (SKC)

  • Een bijdrage van 7 mln. voor FIU-Nederland.

  • Een budgetoverheveling van 7,5 mln. aan politie voor beveiliging.

  • Overheveling van 22,2 mln ondermijningsmiddelen naar DJI voor PI Vught. Deze middelen zijn onder andere voor een gebouwelijke aanpassing zodat een zittingszaal kan worden gerealiseerd; de tweede ontsluiting nabij PI Vught en voor de hogere kosten van video conferencing.

  • Op de Ondermijningsmiddelen wordt voor 10 mln. aan onderuitputting verwacht die voornamelijk wordt veroorzaakt door terugontvangen middelen ten behoeve van het stelsel bewaken en beveiligen van de KMar die deze middelen dit niet meer konden besteden (ca 6 mln.) en vertraging in de besteding van ondermijningsmiddelen ten behoeve van de bijzondere opsporingsdiensten (ca 4 mln.).

  • Het restant saldo betreft vele kleinere overheveling van middelen aan diverse organisaties ten behoeve van de aanpak van ondermijning.

Overige Bijdrage medeoverheden ‒ 12,1 mln.Betreft voornamelijk een technische correctieboeking van een kasschuif wetboek strafvordering van ‒ 11 mln. vanwege een onjuiste artikelcodering. Zie ook toelichting overige opdrachten.

Schadeloosstellingen 8,9 mln

  • Op het budget schadeloosstelling wordt een tegenvaller verwacht van 8,9 mln. Het betreft een openeinderegeling. De laatste jaren is hier een stijging waarneembaar. Een nauwkeurige raming is hier onmogelijk doordat de toezeggingen van (o.a.) de rechter niet in een bepaald ritme verlopen maar zowel in aantal als in volume zeer kunnen verschillen. Er kunnen bijvoorbeeld zeer grote bedragen tussen zitten

    in het geval van een schadeloosstelling bij langdurige onrechtmatige detentie. Omdat het onvoorspelbaar is op welke momenten zulke grote posten tot betaling komen is een benadering van het eindejaarsbedrag niet te geven.

Verkeershandhaving OM ‒ 10,2 mln.Het programmabudget verkeer voor de vervanging van de digitale flitspalen komt later tot besteding doordat er sprake is van vertraging bij de aanbesteding. Door middel van een kasschuif van 10,5 mln. worden de middelen doorgeschoven van 2022 naar het jaar 2023 en 2024 wanneer deze middelen tot besteding komen.

Overige Opdrachten ‒ 32 mln.

  • Een technische correctieboeking van een kasschuif wetboek strafvordering van 11 mln. vanwege een onjuiste artikelcodering. Zie ook toelichting overige bijdrage medeoverheden.

  • Er is in totaal 32,6 mln. overgeheveld aan diverse onderdelen voor uitvoering van het programma digitalisering strafrechtketen.

  • Voor de uitvoering van de herziening van het wetboek van strafvordering is totaal 9,7 mln. aan budgetten beschikbaar gesteld aan diverse onderdelen.

  • Op het programma Digitalisering strafrechtketen wordt als gevolg van vertragingen van een aantal grote projecten de kosten, ad 6 mln. niet in meer 2022 gemaakt.

  • Het restant saldo betreft een aantal kleinere mutaties.

Mutaties ontvangsten

Het ontvangstenbudget wordt verlaagd met 374,9 mln. De ontvangsten afpakken vallen 289,4 mln. lager uit dan geraamd. Door het (tot nu toe) uitblijven van grote transacties blijven de ontvangsten fors achter op de raming.En de ontvangsten boeten en transacties blijven 86 mln. achter op de geraamde ontvangsten. Minder verkeer door Corona en hoge brandstofprijzen en het vervangen (en dus tijdelijk uitstaan) van flitspalen en trajectcontroles zorgen voor lagere ontvangsten.

Mutaties Verplichtingen

Het verplichtingenbudget verschilt 146 miljoen van het kasbudget in het jaar 2022. Het verschil wordt veroorzaakt door het extra verplichtingenbudget in verband met meerjarig verplichtingen aangegeven voor preventie en regionale versterking projecten. Als gevolg hiervan moet eenmalig de verplichtingenruimte in 2022 worden opgehoogd.

Artikel 34 Straffen en Beschermen

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 34 Straffen en Beschermen (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

3.251.466

3.581.440

39.064

4.429

3.624.933

      

Apparaatsuitgaven

201.555

210.571

2.567

4.823

217.961

34.1 Apparaatsuitgaven Raad voor de Kinderbescherming

     

Personele uitgaven

153.847

161.686

67

6.332

168.085

waarvan eigen personeel

148.134

155.821

67

4.573

160.461

waarvan externe inhuur

4.368

4.486

0

1.759

6.245

waarvan overig personeel

1.345

1.379

0

0

1.379

Materiele uitgaven

47.708

48.885

2.500

‒ 1.509

49.876

waarvan ict

20.556

20.776

2.500

‒ 1.269

22.007

waarvan sso's

15.652

16.151

0

‒ 2.861

13.290

waarvan overig materieel

11.500

11.958

0

2.621

14.579

      

Programma-uitgaven

3.049.911

3.370.869

36.497

‒ 12.491

3.394.875

Waarvan juridisch verplicht

    

100%

34.2 Preventieve maatregelen

     

Bijdrage Agentschappen

     

Dienst Justis

3.369

4.571

995

100

5.666

Bijdrage medeoverheden

     

Aanpak criminaliteitsfenomenen

3.010

2.613

60

‒ 1.448

1.225

Overige Bijdrage medeoverheden

102

106

0

0

106

Subsidies

     

Integriteit en Kansspelen

0

1

‒ 1

0

0

Aanpak criminaliteitsfenomenen

4.447

4.099

‒ 64

0

4.035

Overige Subsidies

1.069

1.091

65

0

1.156

Opdrachten

     

Aanpak criminaliteitsfenomenen

2.545

17.632

0

‒ 10.000

7.632

Overige Opdrachten

2.212

1.993

0

0

1.993

      

34.3 Tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties

     

Bijdrage Agentschappen

     

DJI-gevangeniswezen

1.196.617

1.325.118

6.742

41.710

1.373.570

DJI-Forensische zorg

1.114.130

1.176.959

‒ 4.950

2.867

1.174.876

CJIB

132.669

149.113

15.012

2.842

166.967

Bijdrage ZBO's/RWT's

     

Reclassering Nederland

156.782

168.543

0

‒ 686

167.857

Leger des Heils

23.615

25.688

0

0

25.688

Stichting Verslavingsreclassering GGZ

78.607

83.904

0

0

83.904

Overige Bijdrage ZBO's/RWT's

571

589

0

0

589

Bijdrage medeoverheden

     

Intra- en extramurale sanctie uitvoering

2.537

2.624

0

0

2.624

Subsidies

     

Intra- en extramurale sanctie uitvoering

7.225

7.483

0

0

7.483

Stichting Reclassering Caribisch Nederland (BES)

1.715

1.776

0

0

1.776

Opdrachten

     

Intra- en extramurale sanctie uitvoering

20.190

54.187

‒ 212

‒ 46.091

7.884

      

34.4 Slachtofferzorg

     

Bijdrage ZBO's/RWT's

     

Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven

8.208

9.404

‒ 2

0

9.402

Slachtofferhulp Nederland

36.833

41.968

3

0

41.971

Subsidies

     

Perspectief Herstelbemiddeling

1.472

1.551

0

68

1.619

Opdrachten

     

Slachtofferzorg

5.719

12.054

225

‒ 11.447

832

Schadefonds Geweldsmisdrijven

23.282

40.069

19.550

0

59.619

Voorschotregelingen schadevergoedingsregelingen

3.958

2.093

0

0

2.093

      

34.5 Veiligheid Jeugd

     

Bijdrage Agentschappen

     

DJI - jeugd

174.546

180.007

0

7.472

187.479

Bijdrage ZBO's/RWT's

     

LBIO

2.402

2.887

0

0

2.887

Halt

13.273

13.308

0

0

13.308

Bijdrage medeoverheden

     

Jeugdbescherming en jeugdsancties

1.279

1.362

0

‒ 1.093

269

Voogdijraad Caribisch Nederland (BES)

1.146

1.185

0

0

1.185

Overige Bijdrage medeoverheden

0

15.937

‒ 926

‒ 7.300

7.711

Subsidies

     

Subsidies jeugdbescherming

16.117

8.730

0

11.084

19.814

Opdrachten

     

Taakstraffen/erkende gedragsinterventies

3.985

4.122

0

0

4.122

Jeugdbescherming en jeugdsancties

6.279

8.102

0

‒ 569

7.533

      

Ontvangsten

82.382

100.392

0

0

100.392

Budgetflexibiliteit

Artikel 34 kent geen budgetflexibiliteit in 2022. Dit wordt met name veroorzaakt doordat verreweg het grootste deel van het budget wordt besteed aan de financiering van de taakorganisaties: DJI, Justis en CJIB. Daarnaast bestaat het juridisch verplichte deel ook uit subsidiëring/bijdrage aan organisaties als Slachtofferhulp Nederland, Schadefonds Geweldsmisdrijven, de drie Reclasseringsorganisaties, Halt, LBIO, FIOM en het centrum van Internationale Kinderontvoering.

Toelichting

Mutaties uitgaven

34.1 Apparaatsuitgaven Raad voor de Kinderbescherming 7,4 mln.

De verhoging van het apparaatsbudget wordt bepaald door een aantal mutaties kleiner dan 5 mln., zoals 2,5 mln. voor het toekomstvast maken van de informatievoorziening systemen van de Raad voor de Kinderbescherming. Er wordt een tekort verwacht van 4,1 mln. vanwege hogere personele kosten dan geraamd.

34.2 Preventieve maatregelen

Aanpak criminaliteitsfenomenen ‒ 10 mln.De CA-middelen die voor preventie dit jaar zijn toegekend komen niet volledig tot besteding. Het uitwerken en implementeren van plannen duurt langer dan verwacht, onder andere vanwege de krappe arbeidsmarkt. Er is sprake van 10 mln. onderuitputting.

34.3 Tenuitvoerlegging strafrechtelijke sancties

DJI-gevangeniswezen 48,5 mln.

  • 22,2 mln ondermijningsmiddelen voor PI Vught. De middelen zijn onder andere voor de aanpassing gebouw 69 zodat een zittingszaal kan worden gerealiseerd; optimalisatie ontwikkeling 2e ontsluiting nabij PI Vught en voor de hogere kosten video conference.

  • 6,5 mln. voor digitalisering van de werkprocessen in de strafrechtketen

  • Voor de tijdelijke aanleg van de parkeerplaats op Defensieterrein in Vught (onderdeel van de gebiedsvisie Lunettenlaan) is 5,2 mln. nodig.

  • Het restant saldo betreft een aantal kleinere mutaties.

Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) 17,9 mln.Deze post bestaat uit een aantal mutaties kleiner dan 5 mln. zoals 4,7 mln. voor uitvoering van passende dienstverlening aan de burger en 4,5 mln. vanuit SZW inzake doorontwikkeling CRI (Clustering Rijksincasso) voor de beoogde uitvoering van het gezamenlijke betalingsregelingenbeleid van CJIB, DUO en CAK.

Intra- en extramurale sanctie uitvoering ‒ 46,3De CA-middelen die dit jaar zijn toegekend komen niet volledig tot besteding. Het uitwerken en implementeren van plannen duurt langer dan verwacht, onder andere vanwege de krappe arbeidsmarkt. Hierdoor is er sprake van 30,5 mln. onderuitputting. Ook zijn er op het gebied van regulier beleid diverse kleinere meevallers, waaronder bij Wvggz (Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg) en Koersen en Kansen. Het restant saldo betreft een aantal kleinere mutaties.

34.4 Slachtofferzorg

Slachtofferzorg ‒ 11,2 mln.Een deel (7,4 mln.) van de CA-middelen is niet tot besteding gekomen omdat het uitwerken en implementeren van de plannen meer tijd nodig heeft dan verwacht. Het restant saldo betreft een gering aantal kleinere mutaties.

Schadefonds Geweldsmisdrijven 19,6 mln.De regeling tegemoetkoming voor slachtoffers jeugdzorg (regeling De Winter) wordt door SGM uitgevoerd. De kosten van de uitkeringen worden 2/3e door VWS en 1/3e door JenV gedekt. De uitvoeringskosten worden 50/50 gedragen. De VWS-bijdrage bedraagt 19,6 mln. ten behoeve van het uitkeringenbudget in 2022.

34.5 Veiligheid Jeugd

DJI – jeugd 7,5 mln.Dit betreft een verrekening van 7,5 mln. met het ministerie van OCW op de daar beschikbare middelen voor onderwijs in de JJI’s.

Overige Bijdrage medeoverheden ‒ 8,2 mln. Er is een meevaller van totaal 7 mln. op het gebied van jeugdveiligheid op diverse programma’s zoals UHP KOT (Uithuisplaatsing Ketenaanpak Ondersteuningsteam), programma toekomstscenario, bij het expertisecentrum interlandelijke adoptie en op jeugdcriminaliteit. Het restant saldo betreft een gering aantal kleinere mutaties.

Subsidies jeugdbescherming 11,1 mln.Vanwege de urgentie draagt het Rijk vier keer 10 mln. bij in de jaren 2022 t/m 2025 aan werkdrukverlichting bij de Gecertificeerde Instellingen (GI's). Voor de jaren 2022 t/m 2024 wordt 10 mln. beschikbaar gesteld (1 mln. in 2022 en 4,5 mln. in 2023 en 2024) voor een stimuleringsregeling die de zijinstroom binnen de Jeugbescherming bevordert. (Zie Kamerbrief met betrekking tot verbetering van de jeugdbeschermingsketen d.d. 14-09-2022).

Artikel 36 Contraterrorisme en nationaal veiligheidsbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 8 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 36 Contraterrorisme en nationaal veiligheidsbeleid (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

560.752

664.781

‒ 31.148

‒ 207.734

425.899

      

Programma-uitgaven

560.752

664.781

‒ 31.148

‒ 210.199

423.434

Waarvan juridisch verplicht

    

99%

36.2 Nationale Veiligheid en terrorismebestrijding

     

Bijdrage Agentschappen

     

Overige bijdragen agentschappen

338

4.948

0

1.462

6.410

Bijdrage ZBO's/RWT's

     

Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV)

32.266

33.404

‒ 45

1.067

34.426

Bijdrage medeoverheden

     

Brede Doeluitkering Rampenbestrijding

176.453

182.673

0

0

182.673

COVID-19

69.000

68.850

0

‒ 23.850

45.000

Overige Bijdrage medeoverheden

40.865

46.132

‒ 14.127

‒ 6.994

25.011

Subsidies

     

Nederlands Rode Kruis

1.361

1.411

0

0

1.411

Nationaal Veiligheids Instituut

1.307

1.356

0

0

1.356

Overige Subsidies

2.610

2.705

‒ 200

1.500

4.005

Opdrachten

     

Project NL-Alert

5.017

6.472

0

‒ 2.451

4.021

NCSC

8.922

13.042

‒ 5.865

‒ 1.782

5.395

COVID-19

1.000

21.670

‒ 10.920

‒ 3.750

7.000

Regeling tegemoetkoming schade 2021

200.000

256.400

0

‒ 175.000

81.400

Overige Opdrachten

8.131

8.289

9

‒ 401

7.897

      

36.3 Onderzoeksraad voor Veiligheid

     

Bijdrage ZBO's/RWT's

     

Onderzoeksraad voor Veiligheid

13.482

17.429

0

0

17.429

      

Ontvangsten

2.000

6.800

2.795

313

9.908

Budgetflexibiliteit

Het juridisch verplichte deel heeft voornamelijk betrekking op de verplichtingen die voortvloeien uit de Wet Veiligheidsregio’s (BDuR) en het Besluit Rijksbijdrage IFV, de Regeling tegemoetkoming schade 2021 alsmede op een doorlopende subsidieregeling. Ook de middelen voor COVID-19 zijn grotendeels reeds uitgekeerd en gereserveerd.

Toelichting

Mutaties uitgaven

36.2 Nationale Veiligheid en terrorismebestrijding

Bijdrage medeoverheden COVID-19 ‒ 23,9 mln.Betreft de bijdrage gemeenten coronatoegangsbewijs. Enkele gemeenten hebben geen gebruikt gemaakt van de regeling of hebben vanwege het overschrijden van de indieningsdatum geen gebruik kunnen maken van de regeling.

Overige Bijdrage medeoverheden ‒ 21,1 mln.

  • Conform het bestedingsplan CA-middelen voor Inlichtingendiensten wordt 6,8 mln. overgeheveld naar het NCSC (Nationaal Cyber Security Centrum).

  • Vanwege onderbesteding van politie op bijzondere bijdragen Passenger Information Unit (PIU, 2,917 mln.) en Internet Referral Unit (IRU, 2,306 mln) wordt het geld ad 5,2 mln. teruggevorderd. De werkzaamheden die politie zou uitvoeren worden nu uitgevoerd door de competente autoriteiten.

  • Het restant saldo betreft diverse kleinere mutaties zoals 4 mln. aan middelen voor cameratoezicht aan politie en 2,1 mln. ten behoeve van het versterken van beleidscapaciteit cybercrime en het campagneprogramma ten behoeve van bedrijfsleven en burgers.

NCSC ‒ 7,6 mln.

  • Conform het bestedingsplan wordt 6,8 mln. voor Inlichtingendiensten overgeheveld door NCTV naar NCSC.

  • Een technische herschikking van 14,6 mln. tussen NCTV en NSCS om te zorgen dat de gemaakte kosten overeenkomen met het budget.

Opdrachten COVID-19 ‒ 14,7 mln.Het budgettaire kader á 10,9 mln. is als programmageld geboekt op artikel 36, terwijl de kosten veelal ondersteuning van het ambtelijk apparaat betreft en dus volledig ten laste komen van het apparaat. Om die reden wordt het budget van 10,9 mln. overgeheveld van programma naar apparaat. Betreft een technische mutatie. Het restant saldo betreft een gering aantal kleinere mutaties.

Regeling tegemoetkoming schade 2021 ‒ 175 mln.Het kabinet wil de door de overstromingen getroffen inwoners en organisaties in Limburg bijstaan door de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts) in te zetten. Om gedupeerden deels tegemoet te komen bij schade die niet redelijkerwijs verzekerbaar, niet verhaalbaar en niet vermijdbaar is, wordt onder de Wts de Regeling tegemoetkoming schade 2021 opgesteld.Inmiddels is het duidelijk geworden dat de begrote uitgaven in 2022 lager zullen uitkomen. Het budget wordt daarom met 175 mln. verlaagd waarvan 35 mln. door middel van een kasschuif wordt doorgeschoven van 2022 naar 2023 die benodigd zijn bij voorjaar. Deze aanpassing heeft geen gevolgen voor het wel of niet uitkeren van de tegemoetkoming. Het Rijk zal de tegemoetkomingen in het kader van deze regeling uiteindelijk baseren op de daadwerkelijke schade.

Artikel 37 Migratie

Budgettaire gevolgen van beleid

Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 37 Migratie (bedrage x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

2.594.264

3.441.987

33.003

‒ 249.211

3.225.779

      

Programma-uitgaven

1.437.364

2.285.087

33.003

807.689

3.125.779

Waarvan juridisch verplicht

    

99,50%

37.2 Toegang, toelating en opvang vreemdelingen

     

Bijdrage Agentschappen

     

Immigratie- en Naturalisatiedienst

470.769

511.992

‒ 261

26.825

538.556

DJI - Vreemdelingenbewaring

72.395

72.556

0

0

72.556

Bijdrage ZBO's/RWT's

     

COA

538.486

1.200.104

0

370.216

1.570.320

NIDOS - opvang

65.463

81.755

0

27.000

108.755

Bijdrage medeoverheden

     

Nationaal Programma Oekraïense Vluchtelingen

221.100

221.100

30.500

344.000

595.600

Subsidies

     

Vluchtelingenwerk Nederland

10.371

11.672

0

4.000

15.672

Nationaal Programma Oekraïense Vluchtelingen

8.100

34.012

0

0

34.012

Overige Subsidies

1.726

1.794

‒ 273

‒ 52

1.469

Opdrachten

     

Programma Keteninformatisering

8.834

9.139

0

0

9.139

Versterking vreemdelingenketen

8.379

9.256

3.037

29.700

41.993

Nationaal Programma Oekraïense Vluchtelingen

4.800

103.800

0

6.000

109.800

      

37.3 Terugkeer

     

Bijdrage Agentschappen

     

DJI - Dienst Vervoer en Ondersteuning

9.896

10.212

0

0

10.212

Subsidies

     

REAN-regeling

5.657

4.863

0

0

4.863

Overige Subsidies

3.059

3.171

0

0

3.171

Opdrachten

     

Vreemdelingen vertrek

8.329

9.661

0

0

9.661

      

Ontvangsten

3.000

119.808

2.122

7.800

129.730

Budgetflexibiliteit

Ten aanzien van de budgetflexibiliteit voor 2022 is 99,5% van de begrote bedragen juridisch verplicht. De bijdragen aan de IND, het COA, Nidos en Vluchtelingenwerk Nederland zijn juridisch verplicht evenals een groot gedeelte van de opdrachten die voortvloeien uit het programma van de keteninformatisering en de uitgaven voor de vervoersbewegingen van de vreemdelingen. Dit laatste als gevolg van een meerjarig convenant met het agentschap DJI. De middelen gerelateerd aan de opvang van ontheemden uit Oekraïne zijn volledig juridisch verplicht.

Toelichting

Mutaties uitgaven

Algemeen artikel 37 Nationaal Programma Oekraïense VluchtelingenBij de 3e incidentele suppletoire begroting inzake de Opvang van ontheemden uit Oekraïne zijn middelen toegevoegd voor subsidies aan ngo’s (non gouvernementele organisaties) ten behoeve van inzet Oekraïne. Dit betrof in totaal een bedrag van 8,1 mln. Bij de 3e incidentele suppletoire begroting is echter nagelaten om de verdeling van het bedrag naar de doelstellingen aan te geven.

Dit bedrag is verdeeld over 0,87 mln ten behoeve van RefugeeHomeNL (een samenwerking van Rode Kruis (penvoerder en ontvanger middelen), Leger des Heils en Takecare BNB) en 7,23 mln voor Vluchtelingen Werk Nederland.

Inmiddels is de subsidie aan RefugeeHomeLNL verlaagd. Daarmee wordt de subsidie aan Vluchtelingewerk Nederland met 7,5 mln. opgehoogd voor de hogere kosten van de werkzaamheden van Vluchtelingenwerk Nederland.

37.2 Toegang, toelating en opvang vreemdelingen

Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) 26,6 mln.

  • De kosten in de uitvoering bij de IND zijn hoger dan de dekking vanuit de kostprijzen. De oorzaak hiervan is te vinden in de hogere tarieven van tolken en de verhoogde kosten van vervoer vanwege het feit dat de asielzoekers verspreid zitten in de (crisis) noodopvang. Daarbij zijn er hogere kosten voor externe inhuur vanwege personeelstekort en krapte op de arbeidsmarkt. Dit alles leidt tot een tegenvaller van 19,8 mln. bij de IND.

  • Het budget IND wordt in 2022 verhoogd met 7 mln. Het betreft een generale compensatie voor de IND-werkzaamheden in het kader van de Oekraïense ontheemden. De IND is begonnen met deze werkzaamheden in juni. De voornaamste activiteit daarvan is het geldig maken van de verblijfsdocumenten van de Oekraïners door middel van stickers met verblijfsaantekening op plaklocaties. Dit hangt samen met de beschermde status die ontheemden uit Oekraïne genieten op basis van de Richtlijn Tijdelijke bescherming Oekraïne.

Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) 370,2 mln.

  • Overdracht van middelen (9,9 mln.) in het kader van het faciliteitenbesluit. Deze middelen worden door BZK toegevoegd middels de circulaires aan het gemeentefonds.

  • De hogere bezetting van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA), het hoge percentage alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV's) en de vele (crisis)noodopvang, die duurder zijn dan reguliere opvang, leidt tot een tegenvaller van 380 mln. Deze tegenvaller wordt deels gecompenseerd door de hogere toerekening van eerstejaarsasielopvang aan ODA (Official Development Assistance) van 160 mln. Het restant wordt gedekt uit de niet-asiel gerelateerde onderuitputting van JenV (70 mln.) en de rijksbrede onderuitputting.

NIDOS – opvang 27 mln.Nidos voert de voogdijtaak uit voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV’s). De hogere instroom van alleenstaande minderjarige vreemdelingen leidt tot meer werk en kosten bij Nidos.

Nationaal Programma Oekraïense Vluchtelingen 374,5 mln.

  • Gemeentelijke en particuliere opvang. Een kasschuif op de middelen gemeentelijke en particuliere opvang voor gemeenten voor de realisatie van noodopvangplekken en verstrekkingen aan ontheemden waarbij € 30,5 mln. euro van het jaar 2023 naar het jaar 2022 wordt verschoven waarin naar verwachting ook de uitgaven zullen plaatsvinden.

  • Een technische herschikking binnen dit artikelonderdeel van 6 mln. De kosten van het KCIO (Knooppunt Coördinatie Informatie Oekraïne), voor de werkzaamheden in kader opvang van ontheemden uit Oekraïne, zal uit budget opdrachten worden betaald. De middelen daarvoor komen uit de bijdrage medeoverheden.

  • Gemeentelijke Opvang Oekraïners. Een veel groter deel van de gemeenten dan eerder gedacht vraagt een voorschot aan voor de opvang van ontheemden uit Oekraïne (GOO, gemeentelijke Opvang Oekraïne en POO, Particuliere Opvang Oekraïners). Dit betekent extra uitgaven in 2022 van 350 mln.

Versterking vreemdelingenketen 32,7 mln.

  • Vrijval EU-middelen 7,8 mln. Deze middelen worden gebruikt voor dekking van de kosten van de Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen (LVV) via een desaldering.

  • Voor de implementatie van de Europese Entry Exit System (EES) verordening op Schiphol zijn aanvullende middelen (14,5 mln) noodzakelijk teneinde de implementatie tijdig af te ronden.

  • Ten behoeve van de crisisnoodopvang door gemeenten van asielzoekers is door BZK een aanbesteding gedaan voor personele inzet. Het JenV-deel in deze kosten betreft 7,5 mln.

  • Het restant saldo betreft een aantal kleinere mutaties.

Nationaal Programma Oekraïense Vluchtelingen 6 mln. Een technische herschikking binnen dit artikelonderdeel van 6 mln. De kosten van het KCIO, voor de werkzaamheden in kader opvang van ontheemden uit Oekraïne, zal uit budget opdrachten worden betaald. De middelen daarvoor komen uit de bijdrage medeoverheden.

Mutaties ontvangsten

Het ontvangstenbudget wordt verhoogd met 9,9 mln. De verhoging word verklaard door de desaldering vrijval EU-middelen 7,8 mln. Deze middelen worden gebruikt voor dekking van de kosten van de Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen (LVV). Het restant van het saldo betreft de desaldering van de ontvangsten 2,1 mln. van Eurostar.

Mutaties Verplichtingen

Het verplichtingenbudget in 2022 is 1.156,9 miljoen te hoog ten opzichte van de verwachte uitputing en wordt daarom verlaagd.

4 Niet-beleidsartikelen

Artikel 91 Apparaat kerndepartement

Tabel 10 Apparaat Kerndepartement (Bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

468.096

515.724

48.758

11.607

576.089

      

Apparaatsuitgaven

469.427

517.055

48.758

11.607

577.420

91.1 Apparaatsuitgaven kerndepartement

     

Personele uitgaven

331.284

353.101

23.815

18.782

395.698

waarvan eigen personeel

293.938

309.055

2.580

10.604

322.239

waarvan externe inhuur

36.099

42.781

21.235

8.178

72.194

waarvan overig personeel

1.247

1.265

0

0

1.265

Materiele uitgaven

138.143

163.954

24.943

‒ 7.175

181.722

waarvan ict

15.764

18.405

7.029

905

26.339

waarvan sso's

84.357

91.805

5.759

‒ 2.510

95.054

waarvan overig materieel

38.022

53.744

12.155

‒ 5.570

60.329

      

Ontvangsten

4.406

6.406

0

100

6.506

Toelichting

Mutaties uitgaven

91.1 Apparaatsuitgaven kerndepartement

Het apparaatsbudget van het kerndepartement wordt per saldo verhoogd met 60,4 mln. Deze verhoging wordt veroorzaakt door een veelheid aan mutaties. De grootste mutaties worden hierbij toegelicht:

  • Een technische herschikking van 9,6 mln. waarbij budget vanuit NCSC wordt overgeheveld naar apparaatsuitgaven. Het overboeken van het programmabudget naar het apparaatsbudget is nodig aangezien het budget voornamelijk wordt ingezet voor het inhuren van specialistische kennis en de voorziene kosten Informatievoorziening

  • Het budget 10,9 mln. wordt overgeheveld van artikel Nationale veiligheid en terrorismebestrijding naar apparaatsuitgaven. Dit omdat de kosten veelal ondersteuning van het ambtelijk apparaat betreft en dus volledig ten laste komen van het apparaat. Om die reden wordt het budget overgeheveld van programma naar apparaat.

  • Een bijdrage van 15,4 mln. aan Directie Informatievoorziening en Inkoop (DIenI) voor het op orde brengen van de informatiehuishouding naar aanleiding van de kabinetsreactie POK.

  • Een meevaller van 5 mln. bij directie wetgeving en juridische zaken (DWJZ) wordt veroorzaakt doordat het implementatieplan Beweging in wetgeving voor de zomer is goedgekeurd. Hierdoor zijn geen uitgaven gedaan in het eerste half jaar. Tevens duurt het door de krappe arbeidsmarkt lang om de juiste mensen aan te kunnen trekken. Zo staan vacatures, waaronder voor ICT, nog open en starten medewerkers vanaf halverwege het jaar.

  • De budgetten voor verwijsportaal 2 en Strategisch Kenniscentrum (SKC) staan op het programmabudget terwijl de kosten vallen onder apparaatsbudget. Daarom wordt er 6,5 mln. overgeheveld van de programmakosten aanpak ondermijning naar het apparaatsbudget.

  • Voor uitvoering van de werkprocessen digitalisering strafrechtketen wordt 6,8 mln. aan budget overgeheveld van het programmabudget naar het apparaatsbudget.

  • Het restant betreft vele mutaties kleiner dan 5 mln.

Artikel 92 Nog onverdeeld

Tabel 11 Artikel 92 Nog onverdeeld (Bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

237.817

164.605

‒ 140.080

‒ 14.540

9.985

      

Uitgaven

237.817

164.605

‒ 140.080

‒ 14.540

9.985

92.1 Overig

     

Overig

     

Nog onverdeeld

237.817

164.605

‒ 140.080

‒ 14.540

9.985

      

Ontvangsten

0

0

0

0

0

Toelichting

Artikel 92 is een doorverdeelartikel. Dat houdt in dat bepaalde budgettaire toevoegingen en taakstellingen in eerste instantie op artikel 92 worden verwerkt en later doorverdeeld naar de desbetreffende artikelen. Ten laste van artikel 92 worden geen uitgaven en ontvangsten gedaan, dit gebeurt alleen op de overige artikelen.

Artikel 93 Geheim

Tabel 12 Artikel 93 Geheim (Bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting (1)

Stand 1e suppletoire begroting (2)

Mutaties 2e suppletoire begroting (3)

Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3)

Mutaties Miljoennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

Verplichtingen

3.113

3.240

0

0

3.240

      

Programma-uitgaven

3.113

3.240

0

0

3.240

93.1. Overig

     

Overig

     

Geheim

3.113

3.240

0

0

3.240

      

Ontvangsten

0

0

0

0

0

Toelichting

Op dit artikel hebben geen mutaties plaatsgevonden.

5 Agentschappen

5.1 Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI)

Tabel 13 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap DJI Suppletoire begroting 2022 (Tweede suppletoire begroting)(Bedragen x € 1.000)
 

(1) Vastgestelde begroting 2022

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3) Mutaties 2e suppletoire begroting

(4) = (1) + (2) + (3) Totaal geraamd

Baten

    

Omzet

2.650.221

140.635

103.521

2.894.377

waarvan omzet moederdepartement

2.584.221

140.635

103.521

2.828.377

waarvan omzet overige departementen

4000

  

4.000

waarvanomzet derden

62.000

  

62.000

Rentebaten

0

  

0

Vrijval voorzieningen

0

  

0

Bijzondere baten

0

  

0

Totaal baten

2.650.221

140.635

103.521

2.894.377

     

Lasten

    

Apparaatskosten

1.419.400

104.997

53.563

1.577.960

- Personele kosten

1.241.229

104.467

51.547

1.397.243

waarvan eigen personeel

1.108.517

103.112

47.455

1.259.084

waarvan inhuur externen

105.000

1.355

4.092

110.447

waarvan overige personele kosten

27.712

  

27.712

- Materiële kosten

178.171

530

2.016

180.717

waarvan apparaat ICT

116.900

530

2.016

119.446

waarvan bijdrage aan SSO's

27.000

  

27.000

waarvan overige materiële kosten

34.271

  

34.271

Materiele programmakosten

1.189.540

41.639

49.958

1.281.137

Afschrijvingskosten

4.000

  

4.000

- Materieel

3.500

  

3.500

- Immaterieel

500

  

500

Rentelasten

0

  

0

Overige lasten

37.281

  

37.281

waarvan dotaties voorzieningen

37.281

  

37.281

waarvan bijzondere lasten

0

  

0

Totaal lasten

2.650.221

146.635

103.521

2.900.377

     

Saldo van baten en lasten

0

‒ 6.000

0

‒ 6.000

Tabel 14 Kasstroomoverzicht DJI (Bedragen x € 1.000)
  

(1) Vastgestelde begroting 2022

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3) Mutaties 2e suppletoire begroting

(4) = (1) + (2) + (3) Totaal geraamd

1.

Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen

260.698

0

0

260.698

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

2.646.221

140.635

103.521

2.890.377

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 2.631.221

‒ 146.635

‒ 103.521

‒ 2.881.377

2.

Totaal operationele kasstroom

15.000

‒ 6.000

0

9.000

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 15.000

0

0

‒ 15.000

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

39.000

0

0

39.000

3.

Totaal investeringskasstroom

24.000

0

0

24.000

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

0

 

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

0

7.450

0

7.450

 

Aflossingen op leningen (-/-)

0

0

0

0

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

0

0

0

0

4.

Totaal financieringskasstroom

0

7.450

0

7.450

5.

Rekening courant RHB 31 december 2022 (=1+2+3+4)

299.698

1.450

0

301.148

Toelichting

Het verschil tussen de begroting en de stand van de eerste suppletoire begroting wordt grotendeels verklaard door loon- en prijsbijstelling, de verwerking van de mutaties op basis van het Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ), meerjarig budget voor huisvesting, ICT- systemen en personeel. Bij de tweede suppletoire begroting wordt het verschil grotendeels verklaard door additionele middelen samenhangend met ondermijning. Het betreft onder andere additionele dekking voor maatregelen rond de PI Vught, voor video conference en gebouwelijke en infrastructurele aanpassingen.In het kasstroomoverzicht wordt een eenmalige storting door het moederdepartement gedaan om het tekort op het eigen vermogen aan te zuiveren tot 0.

5.2 Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND

Tabel 15 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap IND Suppletoire begroting 2022 (Tweede suppletoire begroting)(Bedragen x € 1.000)
 

(1) Vastgestelde begroting 2022

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3) Mutaties 2e suppletoire begroting

(4) = (1) + (2) + (3) Totaal geraamd

Baten

    

Omzet

532.144

19.610

26.564

578.318

waarvan omzet moederdepartement

472.194

19.610

26.564

518.368

waarvan omzet overige departementen

0

  

0

waarvan omzet derden

59.950

  

59.950

Rentebaten

0

  

0

Vrijval voorzieningen

0

  

0

Bijzondere baten

0

  

0

Totaal baten

532.144

19.610

26.564

578.318

     

Lasten

    

Apparaatskosten

453.594

19.610

12.764

485.968

- Personele kosten

390.000

  

390.000

waarvan eigen personeel

330.000

14.610

12.764

357.374

waarvan inhuur externen

55.000

5.000

 

60.000

waarvan overige personele kosten

5.000

  

5.000

- Materiële kosten

63.594

  

63.594

waarvan apparaat ICT

2.000

  

2.000

waarvan bijdrage aan SSO's

56.000

  

56.000

waarvan overige materiële kosten

5.594

  

5.594

Materiele programmakosten

65.000

 

13.800

78.800

Afschrijvingskosten

13.500

  

13.500

- Materieel

2.500

  

2.500

waarvan apparaat ICT

0

  

0

waarvan overige materiële kosten

2.500

  

2.500

- Immaterieel

11.000

  

11.000

Rentelasten

50

  

50

Overige lasten

0

  

0

waarvan dotaties voorzieningen

0

  

0

waarvan bijzondere lasten

0

  

0

Totaal lasten

532.144

19.610

26.564

578.318

    

0

Saldo van baten en lasten

0

0

0

0

Tabel 16 Kasstroomoverzicht IND (Bedragen x € 1.000)
  

(1) Vastgestelde begroting 2022

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3) Mutaties 2e suppletoire begroting

(4) = (1) + (2) + (3) Totaal geraamd

1.

Rekening courant RHB 1 januari 2022 +  depositorekeningen

155.519

0

0

155.519

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

532.144

19.610

26.564

578.318

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 518.644

‒ 19.610

‒ 26.564

‒ 564.818

2.

Totaal operationele kasstroom

13.500

0

0

13.500

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 810

0

0

‒ 810

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 810

0

0

‒ 810

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

0

 

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

0

20.188

0

20.188

 

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 7.000

0

0

‒ 7.000

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

810

0

0

810

4.

Totaal financieringskasstroom

‒ 6.190

20.188

0

13.998

5.

Rekening courant RHB 31 december 2022 (=1+2+3+4)

162.019

20.188

0

182.207

Toelichting

Het verschil tussen de begroting en de stand van de tweede suppletoire begroting wordt grotendeels verklaard door loon -en prijsbijstelling en productiebijstelling bij de eerste suppletoire begroting. Bij de tweede suppletoire begroting voor het stickeren van de Oekraiense ontheemden en een tegenvaller in de reguliere werkzaamheden. Daarnaast maakt de IND meer kosten voor onder andere de inzet van tolken, vervoer en gerechtskosten.

5.3 Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB)

Tabel 17 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap CJIB Suppletoire begroting 2022 (Tweede suppletoire begroting)(Bedragen x € 1.000)
 

(1) Vastgestelde begroting 2022

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3) Mutaties 2e suppletoire begroting

(4) = (1) + (2) + (3) Totaal geraamd

Baten

    

Omzet

157.125

17.619

20.454

195.198

waarvan omzet moederdepartement

145.886

17.619

20.454

183.959

waarvan omzet overige departementen

2.701

  

2.701

waarvan omzet derden

8.538

  

8.538

Rentebaten

0

  

0

Vrijval voorzieningen

0

  

0

Bijzondere baten

0

  

0

Totaal baten

157.125

17.619

20.454

195.198

     

Lasten

    

Apparaatskosten

144.247

17.619

17.954

179.820

- Personele kosten

114.233

17.619

17.954

149.806

waarvan eigen personeel

75.031

  

75.031

waarvan inhuur externen

35.858

  

35.858

waarvan overige personele kosten

3.344

  

3.344

- Materiële kosten

30.014

  

30.014

waarvan apparaat ICT

10.200

  

10.200

waarvan bijdrage aan SSO's

8.200

  

8.200

waarvan overige materiële kosten

11.614

  

11.614

Gerechtskosten

7.985

 

2.500

10.485

Afschrijvingskosten

4.888

  

4.888

- Materieel

4.888

  

4.888

waarvan apparaat ICT

4.503

  

4.503

waarvan overige materiële kosten

384

  

384

- Immaterieel

0

  

0

Rentelasten

6

0

 

6

Overige lasten

0

  

0

waarvan dotaties voorzieningen

0

  

0

waarvan bijzondere lasten

0

  

0

Totaal lasten

157.125

17.619

20.454

195.198

     

Saldo van baten en lasten

0

0

0

0

Tabel 18 Kasstroomoverzicht CJIB (Bedragen x € 1.000)
  

(1) Vastgestelde begroting 2022

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3) Mutaties 2e suppletoire begroting

(4) = (1) + (2) + (3) Totaal geraamd

1.

Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen 2022

30.497

0

0

30.497

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

157.125

17.619

20.454

195.198

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 152.238

‒ 17.619

‒ 20.454

‒ 190.311

2.

Totaal operationele kasstroom

4.888

0

0

4.888

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 6.365

0

0

‒ 6.365

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 6.365

0

0

‒ 6.365

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

0

 

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

0

0

0

0

 

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 4.441

0

0

‒ 4.441

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

6.365

0

0

6.365

4.

Totaal financieringskasstroom

1.924

0

0

1.924

5.

Rekening courant RHB 31 december 2022 (=1+2+3+4)

30.943

0

0

30.943

Toelichting

Het verschil tussen de begroting en de stand van de eerste suppletoire begroting wordt merendeels verklaard door de uitvoeringsketen Strafrechtelijke Beslissingen (USB), Wet Straffen en Beschermen, Parlemetaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslagen (POK) en de loon- en prijsbijstelling. Bij de tweede suppletoire begroting wordt het verschil met name verklaard door de mutaties financiering inzake doorontwikkeling Clustering Rijksincasso, passende dienstverlening aan de burgers, toekomstvast maken van de informatievoorziening systemen van het CJIB, verbeterpunten securityroadmap CJIB en stijgende proceskosten die uitbetaald moeten worden in veband met beroepszaken op de wet administratief rechterlijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)

5.4 Nederlands Forensisch Instituut (NFI)

Tabel 19 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap NFI Suppletoire begroting 2022 (Tweede suppletoire begroting)(Bedragen x € 1.000)
 

(1) Vastgestelde begroting 2022

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3) Mutaties 2e suppletoire begroting

(4) = (1) + (2) + (3) Totaal geraamd

Baten

    

Omzet

88.049

2.763

16.059

106.871

waarvan omzet moederdepartement

76.367

2.763

16.059

95.189

waarvan omzet overige departementen

2.400

0

0

2.400

waarvan omzet derden

9.282

0

0

9.282

Rentebaten

0

0

0

0

Vrijval voorzieningen

0

0

0

0

Bijzondere baten

0

0

0

0

Totaal baten

88.049

2.763

16.059

106.871

     

Lasten

    

Apparaatskosten

64.397

2.045

7.991

74.433

- Personele kosten

59.041

2.045

7.991

69.077

waarvan eigen personeel

53.509

1.545

3.649

58.703

waarvan inhuur externen

5.533

500

4.342

10.375

waarvan overige personele kosten

0

0

 

0

- Materiële kosten

5.356

0

25

5.381

waarvan apparaat ICT

0

0

 

0

waarvan bijdrage aan SSO's

1.723

0

 

1.723

waarvan overige materiële kosten

3.633

0

25

3.658

Materiële Programmakosten

19.634

718

8.043

28.395

Afschrijvingskosten

4.000

0

0

4.000

- Materieel

4.000

0

0

4.000

waarvan apparaat ICT

363

0

0

363

waarvan overige materiële kosten

3.637

0

0

3.637

- Immaterieel

0

0

0

0

Rentelasten

17

0

0

17

Overige lasten

0

0

0

0

waarvan dotaties voorzieningen

0

0

0

0

waarvan bijzondere lasten

0

0

0

0

Totaal lasten

88.049

2.763

16.059

106.871

     

Saldo van baten en lasten

0

0

0

0

Tabel 20 Kasstroomoverzicht NFI (Bedragen x € 1.000)
  

(1) Vastgestelde begroting 2022

(2) Mutaties 1e suppletoire begroting

(3) Mutaties 2e suppletoire begroting

(4) = (1) + (2) + (3) Totaal geraamd

1.

Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen 2022

9.555

0

0

9.555

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

88.049

2.763

16.059

106.871

 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

‒ 84.049

2.763

16.059

‒ 65.227

2.

Totaal operationele kasstroom

4.000

0

0

4.000

 

Totaal investeringen (-/-)

‒ 4.900

0

0

‒ 4.900

 

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

0

0

0

0

3.

Totaal investeringskasstroom

‒ 4.900

0

0

‒ 4.900

 

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

0

0

0

0

 

Eenmalige storting door moederdepartement (+)

0

0

0

0

 

Aflossingen op leningen (-/-)

‒ 3.767

0

0

‒ 3.767

 

Beroep op leenfaciliteit (+)

4.900

0

0

4.900

4.

Totaal financieringskasstroom

1.133

0

0

1.133

5.

Rekening courant RHB 31 december 2022 (=1+2+3+4)

9.788

0

0

9.788

Toelichting

Het verschil tussen de begroting en de stand van de tweede suppletoire begroting wordt grotendeels verklaard door loon- en prijsbijstelling, extra uitbestedingen aan marktpartijen en verhoging van interne laboratoriumkosten van het NFI.

6 Bijlagen

6.1 Openingsbalans Justitiële Informatiedienst (Justid)

De Justitiële Informatiedienst is vanaf 1 januari 2022 een zelfstandig baten-lastenagentschap en ontvlochten uit de departementale saldibalans van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV) als kasverplichtingdienst. In de ontwerpbegroting 2022 is een indicatieve openingsbalans opgenomen.

Tabel 21 openingsbalans Justid (bedragen * € 1.000)
 

Definitieve openingsbalans

indicatieve openingsbalans (uit ontwerpbegroting 2022)

Activa

  

Vaste activa

5.808

8.884

Immateriële activa

1.557

0

Materiële activa

4.251

8.884

waarvan grond en gebouwen

0

0

waarvan installaties en inventarissen

0

0

waarvan overige materiële vaste activa

4.251

8.884

Vlottende activa

5.076

900

Voorraden

0

0

Debiteuren

2.400

900

Nog te ontvangen

2.676

0

Liquide middelen

0

0

Totaal activa

10.884

9.784

   

Passiva

  

Eigen vermogen

0

6.618

Exploitatiereserve

0

6.618

Leningen bij Ministerie van Financien

3.531

0

Voorzieningen

113

0

Crediteuren

74

1.000

Nog te betalen

7.166

2.166

Totaal passiva

10.884

9.784

Waarderingsgrondslagen van de balans

Waarderingsgrondslagen

De openingsbalans is opgesteld in overeenstemming met de grondslagen zoals opgenomen in:

  • - CW 2016;

  • - Regeling agentschappen van het ministerie van Financiën;

  • - Rijksbegrotingsvoorschriften 2022 van het ministerie van Financiën;

  • - Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving.

2.2.2 Grondslagen voor de waardering van activa en passiva

a. Algemeen

Alle activa en passiva worden, voor zover niet anders vermeld, opgenomen tegen nominale waarden. Waardering tegen de contante waarde is niet toegestaan.

Activazijde (debet)

b. Immateriële (vaste) activa

De ontwikkelingskosten van immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingspijs (of vervaardigingsprijs in geval van vervaardiging in eigen beheer) verminderd met de cumulatieve lineaire afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. De geschatte economische levensduur van de immateriële vaste activa varieert in beginsel van 2 tot 5 jaar.

Bij de waardering van immateriële vaste activa wordt rekening gehouden met een vermindering van hun waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. Indien er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig is, dan wordt de realiseerbare waarde ten behoeve van de waardering van het actief geschat. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt direct als een last verwerkt in de staat van baten en lasten. Terugnemingen van waardeverminderingen worden op dezelfde wijze verwerkt als de waardevermindering waarop deze betrekking heeft.

c. Materiële (vaste) activa

Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingprijs (of vervaardigingsprijs) verminderd met de cumulatieve lineaire afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingen. Activa met een aanschafwaarde vanaf € 2.000,- worden in elk geval geactiveerd. Afschrijvingen worden berekend volgens een vast percentage van de verkrijgingsprijs op basis van de geschatte gebruiksduur van de betreffende materiële vaste activa. Afschrijvingen vinden plaats tot de restwaarde. Voor zover niet anders is vermeld, is de restwaarde op nihil gesteld. Afschrijvingen vinden plaats naar tijdsgelang vanaf de datum van ingebruikneming en met toepassing van de lineaire methode. Op nog in gebruik te nemen materiële vaste activa wordt niet afgeschreven.

Bij de waardering van materiële vaste activa wordt rekening gehouden met een vermindering van hun waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. Indien er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig is, dan wordt de realiseerbare waarde ten behoeve van de waardering van het actief geschat. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt direct als een last verwerkt in de staat van baten en lasten. Terugnemingen van waardeverminderingen worden op dezelfde wijze verwerkt als de waardevermindering waarop deze betrekking heeft.

Ingeval van een impairment zal dit ook afzonderlijk in de staat van baten en lasten worden gepresenteerd.

Voor de verschillende categorieën materiële vaste activa zijn de volgende afschrijvingstermijnen van toepassing:

  • Computerhardware en -software ‒ 3 à 5 jaar

  • Overige materiele vaste activa ‒ 2 à 5 jaar

  • Immateriële vaste activa ‒ 2 à 5 jaar

Afwijkingen van deze afschrijvingstermijnen dienen in de jaarrekening te worden toegelicht.

Projecten in uitvoering (vaste activa): de lopende projecten worden gewaardeerd tegen de gerealiseerde projectkosten, vermeerderd met de aan het project toe te rekenen winst en verminderd met de op balansdatum reeds voorzienbare verliezen.

Vordering (debiteuren)

Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van een voorziening wegens vermoedelijke oninbaarheid.

Bij deze post wordt aangegeven welk deel van de stand per 31 december 2021 vorderingen betreft tussen het agentschap en het moederdepartement en vorderingen tussen het agentschap en andere ministeries en agentschappen (binnen en buiten het eigen departement en derden (buiten het Rijk).

Nog te ontvangen

Onder deze post worden alle bedragen opgenomen die nog moeten worden ontvangen en voor zover dit geen debiteuren zijn zoals hiervoor bij het onderdeel debiteuren zijn verantwoord en zaken aan de desbetreffende organisatie hebben geleverd.

Passivazijde (credit)

Exploitatiereserve

In overeenstemming met artikel 27 lid 4 van de regeling agentschappen is het mogelijk een exploitatiereserve te vormen. Een positief resultaat wordt aan deze reserve toegevoegd en mag bestaan uit maximaal 5% van de omzet over de afgelopen drie jaren.

Langlopende schulden (leningen bij Ministerie van Financiën)

De langlopende schulden betreffen leningen met een looptijd van langer dan één jaar bij het ministerie van Financiën. Het gedeelte van de leningen dat wordt afgelost in het komend boekjaar, is opgenomen onder de kortlopende schulden. Langlopende leningen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs.

Voorzieningen

Voorzieningen worden gewaardeerd tegen nominale waarde, behalve voorzieningen overgangsregelingen medewerkers. Deze laatste is gewaardeerd tegen contante waarde.

Langlopende schulden

Voor het overnemen van de (im)materiële vaste activa wordt een vergoeding betaald aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Voor het financieren van deze vergoeding is een initiële lening aangegaan bij het ministerie van Financiën. De initiële lening is gelijk aan de totale waarde van de (im)materiële vaste activa conform artikel 23 Regeling agentschappen, bestaande uit een kortlopend deel en een langlopend deel.

Nog te betalen bedragen

De Nog te betalen bedragen betreffen de schulden met een looptijd van korter dan één jaar. Deze worden, voor zover niet anders vermeld, gewaardeerd tegen nominale waarde.

Verschil tussen definitieve en indicatieve openingsbalans

Als gevolg van voortschrijdend inzicht zijn de cijfers in de definitieve openingsbalans gewijzigd ten opzichte van de indicatieve openingsbalans, hiervan is niet per post een toelichting opgenomen.

In de indicatieve openingsbalans was als tegenwaarde voor de activa, onder het eigen vermogen, een post Wettelijke reserve opgenomen. Omdat dit niet is toegestaan binnen de regeling Agentschappen, is in de definitieve openingsbalans een lening opgenomen, bestaande uit een langlopend en een kortlopend deel.

Toelichting openingsbalans

Het verloop van de immateriële en de materiele vaste activa wordt als volgt gespecificeerd:

Tabel 22 Immateriële vaste activa (bedragen x € 1.000)

Cumulatieve aanschafwaarde

3.739

Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen

‒ 2.182

Boekwaarde 01-01-2022

1.557

Tabel 23 Materiële vaste activa (bedragen x € 1.000)

Cumulatieve aanschafwaarde

7.991

Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen

‒ 3.740

Boekwaarde 01-01-2022

4.251

Vorderingen

Het opgenomen bedrag onder vorderingen heeft betrekking op verzonden en nog niet betaalde facturen voor verrichte dienstverlening door de Justitiële Informatiedienst aan diverse klanten, waaronder Nationale Politie en Openbaar Ministerie. Het totaal bedrag aan openstaande debiteuren is € 2.400k. Een voorziening voor oninbare debiteuren wordt niet noodzakelijk geacht.

Tabel 24 Nog te ontvangen bedragen (bedragen x € 1.000)

omschrijving

bedrag

Vooruitbetaalde bedragen

2.181

Te ontvangen bedrag moederdepartement

495

Totaal

2.676

Exploitatiereserve

Het eigen vermogen bestaat uit de exploitatiereserve en het onverdeelde resultaat uit het verslagjaar.

Aangezien Justid vanaf 1 januari 2022 een Agentschap is, is er nog geen eigen vermogen opgebouwd.

Leningen bij het ministerie van Financiën

Voor het overnemen van de (im)materiële vaste activa wordt een vergoeding betaald aan het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Voor het financieren van deze vergoeding is een initiële lening aangegaan bij het ministerie van Financiën. De initiële lening is gelijk aan de totale waarde van de (im)materiële vaste activa conform artikel 23 Regeling agentschappen, bestaande uit een kortlopend deel en een langlopend deel

Tabel 25 Leningen bij het ministerie van Financiën (bedragen x € 1.000)

rente

kortlopende schuld < 1 jaar

Schulden > 1 jaar < 5 jaren

Schulden > 5 jaren

 

2.269

3.531

0

Voorzieningen

Het saldo van de voorzieningen die op de openingsbalans zijn opgenomen, bestaat uit twee vaststellingsovereenkomsten. In een geval gaat het om beëindiging van de arbeidsovereenkomst en zal de vaststellingsovereenkomst in de loop van 2022 geactiveerd en gebruikt worden. In het tweede geval gaat het om tegemoetkoming in kosten na een overstap van een medewerker, deze vaststellingsovereenkomst zal naar verwachting voor een langere periode op de balans staan.

Crediteuren

De post crediteuren betreft verplichtingen aan leveranciers, die met een factuur in rekening zijn gebracht. De looptijd is korter dan een jaar.

Nog te betalen

Tabel 26 Nog te betalen bedragen (bedragen x € 1.000)

omschrijving

bedrag

Verplichting niet opgenomen verlofdagen

2.546

Kortlopend deel lening ministerie van Financien

2.269

Nog te betalen

2.351

Totaal

7.166

De post Nog te betalen bestaat uit een bedrag van € 1.285k voor inhuur externe medewerkers, € 796k voor een december salaris betaling voor interne medewerkers en voor € 270k voor overige verplichtingen waarvan de facturen nog niet waren ontvangen op 31 december 2021. Voor deze posten zijn in de loop van 2022 facturen ontvangen, waarna de balanspost in de loop van 2022 is verdwenen.

Niet uit de balans blijkende verplichtingenDe niet in de balans opgenomen financiële verplichtingen waaraanJustid voor toekomstige jaren is verbondenbestaan uit huurverplichting, lease kosten, software licenties en onderhoud apparatuur. Ten tijde van het opstellen van de openingsbalans is het inzicht niet volledig genoeg om de bedragen voor de komende jaren te kwantificeren. In de loop van 2022 wordt het contracten register opgesteld en bij de jaarstukken van 2022 kunnen de Niet uit de balans blijkende verplichtingen met de juiste bedragen worden opgenomen in het balansdossier.

6.2 Openingsbalans Justitiële ICT Organisatie (JIO)

De Justitiële ICT Organisatie is vanaf 1 januari 2022 een zelfstandig baten-lastenagentschap en ontvlochten uit de financiële boekhouding van DJI.

In de ontwerpbegroting 2022 is een indicatieve openingsbalans opgenomen. De hieronder gepresenteerde balans met toelichting is de definitieve openingsbalans welke is voorzien van een goedkeurende accountantsverklaring van de Accountantsdienst Rijk.

Afwijkingen groter dan 10% zijn toegelicht.

Tabel 27 Openingsbalans Justitiële ICT Organisatie (bedragen x € 1.000)
 

Definitieve openingsbalans

Indicatieve openingsbalans

Activa

  

Immateriële activa [1]

3.688

 

Materiële activa [2]

  

- grond en gebouwen

  

- installaties en inventarissen

467

 

- overige materiële vaste activa

29.548

39.592

Voorraden

  

Debiteuren [3]

2.801

8.320

Nog te ontvangen [4]

29.652

19.431

Liquide middelen [5]

2

2.620

Totaal activa

66.158

69.963

   

Passiva

  

Eigen vermogen [6]

  

- exploitatiereserve

  

Leningen bij MvF [7]

26.962

39.592

Voorzieningen [8]

143

207

Crediteuren [9]

229

1.926

Nog te betalen [10]

38.824

28.238

Totaal passiva

66.158

69.963

Waarderingsgrondslagen van de balans

De openingsbalans wordt opgesteld op basis van de Regeling agentschappen, Rijksbegrotingsvoorschriften, Nederlands Recht (Burgerlijk Wetboek 2) en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving.

Immateriële vaste activa

De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen bestede kosten, verminderd met cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen.

In de regel wordt de volgende afschrijvingstermijn gehanteerd:Programmatuur (inclusief licenties): 20% (maximaal 5 jaren)

Materiële vaste activa

De materiële vaste activa worden gewaardeerd op verkrijgingsprijs of vervaardigingskosten, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waarderverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs of vervaardigingskosten, rekening houdend met een residuwaarde van € 0. Er wordt lineair afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Bij de waardering van materiële vaste activa wordt rekening gehouden met een vermindering van hun waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. Indien er aanwijzingen zijn dat een actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig is, dan wordt de realiseerbare waarde ten behoeve van de waardering van het actief geschat. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt direct als een last verwerkt in de staat van baten en lasten. Terugnemingen van waardeverminderingen worden op dezelfde wijze verwerkt als de waardeverminderingen waarop deze betrekking hebben. Ingeval van een impairment zal dit ook afzonderlijk in de staat van baten en lasten worden gepresenteerd.

Voor installaties en gebouwelijke voorzieningen wordt de componentenbenadering gehanteerd. Deze materiële vaste activa worden regelmatig vervangen. De gezamenlijke waarde is van ondergeschikte betekenis ten opzichte van het actief waartoe het behoort. Deze componenten worden tegen vaste waarde en hoeveelheid opgenomen en afgeschreven volgens de verwachte toekomstige gebruiksduur.

In de regel wordt de volgende afschrijvingstermijn gehanteerd:

  • Installaties en gebouwelijke voorzieningen: 10% (maximaal 10 jaren)

  • Overig activa (werkplek hardware): 20%-50% (2 tot 5 jaren)

  • Inventaris: 12,5%-20% (5 tot 8 jaren)

Vorderingen (debiteuren)

De vorderingen zijn opgenomen tegen nominale waarde. Waardering van de vorderingen geschiedt voor zover van toepassing onder aftrek van een voorziening wegens oninbaarheid, gebaseerd op individuele beoordeling van de vordering.

Liquide middelen

De liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde en staan, voor zover niet anders vermeld, ter vrije beschikking van de organisatie.

Exploitatiereserve

In overeenstemming met artikel 27 lid 4 van de regeling agentschappen is het mogelijk een exploitatiereserve te vormen. Een positief resultaat wordt aan deze reserve toegevoegd en mag bestaan uit maximaal 5% van de omzet over de afgelopen drie jaren.

Langlopende schulden (leningen bij Ministerie van Financiën)1

De langlopende schulden betreffen leningen met een looptijd van langer dan één jaar bij het ministerie van Financiën. Het gedeelte van de leningen dat wordt afgelost in het komend boekjaar, is opgenomen onder de kortlopende schulden. Langlopende leningen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs.

Voorzieningen

Voorzieningen worden gewaardeerd tegen nominale waarde, behalve voorzieningen overgangsregelingen medewerkers. Deze laatste is gewaardeerd tegen contante waarde.

Kortlopende schulden

De kortlopende schulden betreffen de schulden met een looptijd van korter dan één jaar. Deze worden, voor zover niet anders vermeld, gewaardeerd tegen nominale waarde.

Toelichting op de balans

De beginbalans van de Justitiële ICT Organisatie per 1-1-2022 is gelijk aan de eindbalans per 31-12-2021 van de subadministratie bij de Dienst Justitiële Inrichting.

Immateriële vaste activa [1]

Het verloop van de immateriële vaste activa wordt als volgt weergeven:

Tabel 28 Immateriële vaste activa (bedragen * € 1.000)

Aanschafwaarde

40.439

Cumulatieve afschrijving

‒ 35.639

Boekwaarde per 1 januari 2021

4.800

  

Investeringen

1.001

Desinvesteringen

‒ 17.519

Cumulatieve afschrijving op desinvesteringen

17.390

Afschrijvingen

‒ 1.984

Mutaties 2021

‒ 1.112

  

Aanschafwaarde

23.921

Cumulatieve afschrijving

‒ 20.233

Boekwaarde per 31 december 2021

3.688

Bij de indicatieve openingsbalans is het bedrag aan immateriële vaste activa opgeteld bij de materiële vaste activa.

Materiële vaste activa [2]

Het verloop van de materiële vaste activa wordt als volgt weergegeven:

Tabel 29 Materiele vaste activa (bedragen x € 1.000)
 

Installaties en gebouwelijke voorzieningen

Inventaris

Overige activa (werkplek hardware)

Totaal

Aanschafwaarde

3.538

1.334

89.689

94.561

Cumulatieve afschrijving

‒ 3.003

‒ 1.311

‒ 60.818

‒ 65.132

Boekwaarde per 1 januari 2021

535

23

28.871

29.429

     

Investeringen

0

0

12.513

12.513

Desinvesteringen

‒ 2.641

‒ 1.296

‒ 27.957

‒ 31.894

Cumulatieve afschrijving op desinvesteringen

2.641

1.296

27.345

31.282

Afschrijvingen

‒ 86

‒ 5

‒ 11.223

‒ 11.314

Mutaties 2021

‒ 86

‒ 5

678

587

     

Aanschafwaarde

897

38

74.244

75.179

Cumulatieve afschrijving

‒ 448

‒ 20

‒ 44.696

‒ 45.164

     

Boekwaarde per 31 december 2021

449

18

29.548

30.015

Bij de indicatieve openingsbalans is uitgegaan van een hoger bedrag aan investeringen. De investeringen in PDC-A producten waren minder dan begroot.

Vorderingen [3]

Het opgenomen bedrag vorderingen heeft betrekking op verzonden en nog niet betaalde facturen voor verrichte dienstverlening door de Justitiële ICT Organisatie aan diverse klanten, waaronder IND, RvdK, Belastingdienst, en ministeries. In verband met de ontvlechting uit DJI zijn de facturen aan DJI over 2021 verrekend en maken deze geen onderdeel uit van de debiteuren. Een voorziening voor oninbare debiteuren wordt niet noodzakelijk geacht.

Bij de indicatieve openingsbalans was geen rekening gehouden met de verrekening met DJI.

Nog te ontvangen [4]

Tabel 30 Nog te ontvangen (bedragen x € 1.000)

omschrijving

bedrag

Nog te factureren omzet

1.346

Vooruitbetaalde onderhoudskosten

19.130

Nog te ontvangen bedragen ministerie van Financiën lening

9.173

Voorschotten

3

Totaal

29.652

Onder nog te ontvangen zijn de nog te versturen facturen voor verrichte prestaties in 2021, voorschotten en de vooruitbetaalde onderhoudskosten opgenomen die worden betaald voor IT-beheercontracten. Tevens wordt hier de overlopende kosten voor de verrekening Microsoft opgenomen (wordt middels een verrekenstuk aan JenV betaald).

De indicatieve openingsbalans heeft de nog te ontvangen bedrag vanuit de initiële lening niet meegenomen. In de indicatieve openingsbalans is uitgegaan dat per 1-1-2022 het geld op de rekening courant zou staan bij de start van de Justitiële ICT Organisatie. Dat is niet het geval.

Liquide middelen [5]

In de schatkist van het Rijk worden de liquide middelen in de vorm van een rekening-courant aangehouden en een kas.

Bij de indicatieve openingsbalans is geen rekening gehouden met kortlopende schulden en vlottende activa die zijn overgenomen van Dienst Justitiële Inrichting op naam van de Justitiële ICT Organisatie (voorheen SSC-I). Voor de circa 9,2 miljoen euro negatief werkkapitaal wordt liquide middelen beschikbaar gesteld om de facturen en overige kortlopende verplichtingen te kunnen betalen. Echter op 1-1-2022 is deze nog niet ontvangen, zie post <nog te ontvangen [4]>.

Exploitatiereserve [6]

De exploitatiereserve dient voor het opvangen van de algemene bedrijfsrisico's. De exploitatiereserve kan, op grond van de regeling agentschappen van het ministerie van Financiën, niet hoger zijn dan 5% van de gemiddelde omzet over de afgelopen drie jaren. Bij de start van de Justitiële ICT Organisatie is geen eigen vermogen beschikbaar.

Leningen bij het ministerie van Financiën [7]

Voor het overnemen van de (im)materiële vaste activa wordt een vergoeding betaald aan Dienst Justitiële Inrichting. Voor het financieren van deze vergoeding wordt een initiële lening aangegaan bij het ministerie van Financiën. De initiële lening is gelijk aan de totale waarde van de (im)materiële vaste activa conform artikel 23 Regeling agentschappen, bestaande uit een kortlopend deel en een langlopend deel.

Tabel 31 Lening ministerie van Financien (bedragen x € 1.000)

rente

kortlopende schuld < 1 jaar

Schulden > 1 jaar < 5 jaren

Schulden > 5 jaren

0,83%1

6.741

26.962

0

X Noot
1

rente percentage mei 2022

Bij de indicatieve openingsbalans is uitgegaan van het investeringsplan 2021 inclusief bestaande activa. De lening is gelijk aan deze waarde. De realisatie van het investeringsplan 2021 is circa € 6 mln. lager uitgevallen. Dit verschil wordt niet doorgeschoven naar het investeringsplan 2022. Voor 2022 en verder worden nieuwe investeringsafspraken gemaakt met afnemers.

Voorzieningen [8]

Onder de voorzieningen zijn verplichtingen/afspraken in het kader van Van Werk Naar Werk vergoeding, salarissuppletie en vaststellingsovereenkomsten opgenomen.

Bij de indicatieve openingsbalans is inschatting gemaakt op basis van de stand per 31-12-2020 voor het deel voorzieningen van adminstratie van de Justitiële ICT Organisatie. In de definitieve openingsbalans is de actuele waarde per 31-12-2021 berekend voor de Justitiële ICT Organisatie.

Per 1 mei 2022 is een reorganisatie binnen de Justitiële ICT Organisatie doorgevoerd voor onder andere kostenplaatsenstructuur en andere aangelegenheden. Deze reorganisatie heeft geen financiële gevolgen. Derhalve is geen voorziening getroffen.

Tabel 32 Voorzieningen (bedragen x € 1.000)

Voorziening

bedrag

Vaststellingsovereenkomsten

41

Salarissuppletie P

99

van werk naar werk vergoeding

3

Totaal voorziening

143

Crediteuren [9]

De post crediteuren betreft verplichtingen aan leveranciers, die met een factuur in rekening zijn gebracht. De looptijd is korter dan een jaar.

Bij de indicatieve openingsbalans is nog niet uitgegaan om de crediteurensaldo naar 0 euro te brengen om te voldoen aan de betalingstermijn van facturen.

Nog te betalen [10]

Tabel 33 Nog te betalen (bedragen x € 1.000)

omschrijving

bedrag

Verplichting niet opgenomen verlofdagen

3.600

Nog te betalen

5.908

Kortlopende deel lening ministerie van Financiën

6.741

Voorschot PDC-A en PDC-B

22.575

Totaal

38.824

Onder de post nog te betalen zijn nog te leveren prestaties van het eerste kwartaal 2022 aan Dienst Justitiële Inrichtingen (PDC-A & PDC-B), nog te betalen verlofdagen aan personeel en overige nog te betalen posten opgenomen.

De indicatieve openingsbalans wijkt af van de definitieve openingsbalans, doordat er meer kortlopende schulden zijn overgenomen van Dienst Justitiële Inrichtingen op naam van de Justitiële ICT Organisatie (voormalig SSC-I) dan aanvankelijk was verwacht.

Niet uit de balans blijkende verplichting [11]

De niet in de balans opgenomen financiële verplichtingen waaraan JIO voor toekomstige jaren is verbonden bestaan uit:

  • De huurverplichting pand Gouda

  • Operational Lease

  • Fiets Lease

Tabel 34 Niet uit de balans blijkende verplichting (bedragen x € 1.000)

Verplichting

2022

2023 t/m 2026

2027 ev

Huur Kantoor Stavorenweg 3 Gouda

2.506

10.024

57.639

Operational Lease Vervoermiddelen

481

887

 

Lease Fietsen

21

42

 

De Justitiële ICT Organisatie zal naar verwachting over twee tot drie jaar verhuizen uit kantoor Stavorenweg 3 Gouda naar Herman Gorterstraat 5 Utrecht. De huurverplichting aan de Stavorenweg 3 is berekend met einddatum 1-1-2050.


X Noot
1

Zie artikel 27 lid 5 van de Regeling agentschappen

Naar boven