36 180 Doen waar Nederland goed in is – Strategie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Nr. 102 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juli 2024

Zoals beschreven in de beleidsnota «Doen waar Nederland goed in is», zet Nederland zich in voor duurzame, vreedzame, rechtvaardige en inclusieve samenlevingen. Nederland heeft daarbij oog voor mensen met een beperking, hoewel zij geen aparte doelgroep vormen in het Nederlandse internationale samenwerkingsbeleid. Ook met het feministisch buitenlandbeleid wil Nederland ongelijkheid verkleinen en streeft wereldwijd naar een gelijkwaardige positie van mannen, vrouwen en non-binaire personen.1 Daarbij bepalen andere factoren zoals etniciteit, religie en (lichamelijke en psychische) beperking vaak de mate waarin sprake is van additionele (on)gelijke behandeling. In deze brief vindt u een actueel overzicht van inspanningen die Nederland samen met andere landen en organisaties doet met en voor mensen met een beperking in lage- en middeninkomenslanden.

Deze brief is een vervolg op eerdere brieven over dit onderwerp (d.d. 2 juli 2019, 28 augustus 2020, 14 juli 2022 en 23 juni 2023).2 Met deze brief wordt ook gevolg gegeven aan de motie van de leden Ceder en Kuik, waarin de regering wordt verzocht inzichtelijk te maken hoe kinderen en jongeren met een beperking in de huidige programmering en uitvoering van het jongeren-, werk- en onderwijsbeleid van BHOS worden bereikt en daarbij meetbare doelen te stellen om de impact op de inclusie van kinderen en jongeren met een beperking te vergroten, en de Kamer hierover jaarlijks te informeren.3 Ook wordt in deze brief gereageerd op de motie van de leden Stoffer en Kuik, waarin het kabinet wordt verzocht te onderzoeken hoe de participatie van jongeren met een beperking binnen projecten in het kader van de Nexus onderwijs en werk en jeugdwerkgelegenheid kan worden verbeterd.4

Jeugd, werkgelegenheid en onderwijs

De programma’s op het gebied van jeugdwerkgelegenheid maken integraal onderdeel uit van de Youth at Heart strategie die wordt gekenmerkt door een inclusief beleid.5 Dit betekent dat zowel jonge mannen, als jonge vrouwen en jongere lhbtiq+ personen worden bereikt; jongeren die in stedelijke gebieden wonen en jongeren op het platteland; in fragiele contexten en ook in de meer ontwikkelde economieën; jongeren die theoretisch of praktisch zijn opgeleid en jongeren zonder opleiding; en jongeren met of zonder een arbeidsbeperking, zoals een fysieke- of psychische beperking.

Fatsoenlijk werk voor jongeren, met name jongeren met een beperking, is in veel landen een uitdaging. Binnen de programma’s op de Nexus onderwijs en werk en jeugdwerkgelegenheid richt een aantal projecten zich specifiek op de doelgroep jongeren met een beperking. In de eerdere Kamerbrieven zijn voorbeelden hiervan gegeven, van onder andere het Challenge Fund for Youth Employment.

Het Orange Corners programma, dat wordt uitgevoerd door de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO), versterkt het ondernemersklimaat in verschillende Afrikaanse en MENA-landen en ondersteunt jonge, startende ondernemers. In Marokko richt een van de trainingsprogramma’s zich op ondernemerschap en sport. Via dat programma is onder meer Aziza Gannoune getraind en gefinancierd. Aziza is op jonge leeftijd blind aan een oog geworden en is een sportclub begonnen voor mensen met een beperking. Haar bedrijf, Adapt’Move ontving financiering uit het Orange Corners Innovation Fund.

Het Nexus Skills and Jobs-programma, dat eindigt in 2024, heeft goede voorbeelden in Burundi, Burkina Faso, Jordanië, Libanon en Senegal. In de projecten Akazi Keza en Job Booster in respectievelijk in Burundi en Burkina Faso is speciale aandacht voor jongeren met een beperking. In Jordanië zijn mensen met een beperking opgenomen in de drie programma’s Youth-Jo, Level Up! en COOL-YA. Beide programma’s hebben als doel economische versterking van mensen, waarbij COOL-YA zich specifiek richt op tuinbouw in kassen.

Het online platform ProAbled koppelt in Libanon bedrijven aan werkzoekenden met een beperking en is gespecialiseerd in online training over inclusie van mensen met een beperking.6 In Senegal ondersteunt het project Jappale Ma startende jongere ondernemers, waaronder ook ondernemers met een beperking.

Nederland financiert het Enterprising Futures Scholarship, een beurzenprogramma dat jaarlijks veertig ondernemende jongeren uit verschillende landen in de focusregio’s in staat stelt om deel te nemen aan de One Young World Summit, een internationaal forum voor jonge leiders. Om specifiek aandacht te vragen voor jeugdwerkloosheid onder jongeren met een beperking, wordt er in de selectie van de winnaars van de beurzen op toegezien dat er ruimte wordt gemaakt voor deelnemers met een beperking (minimaal 10% van de geselecteerde deelnemers). Crystal Asige uit Kenia nam met een Enterprising Futures Scholarship deel aan de Summit in 2022. Na haar deelname in 2022 werd zij verkozen als senator in de Keniaanse senaat als vertegenwoordiger van «persons with disabilities and special interest groups.» In 2023 werd zij door One Young World Summit uitgenodigd als ambassador, in welke rol zij een keynote speech gaf en deelnam in meerdere panels.

Maatschappelijk middenveld dat pleit voor een inclusieve samenleving op meerdere terreinen

Verschillende strategische partnerschappen onder het beleidskader Versterking Maatschappelijk Middenveld (VMM; 2021–2025) dragen bij aan een betere positie van mensen met een beperking. In eerdere rapportages zijn hiervan al verschillende voorbeelden gegeven.78

In het partnerschap Benkadi onder Power of Voices wordt ingezet op bewustwording van beleidsmakers en actoren in de private sector van de speciale kwetsbaarheid die mensen met een beperking hebben voor klimaatverandering. In Benin, Ivoorkust, Mali en Burkina Faso werken twintig partnerorganisaties samen die mensen met een beperking vertegenwoordigen, zoals de Federatie van gehandicapte personen in Benin, de Associatie voor gehandicapte personen in de gemeenschap Gran Popo in Benin) en de Vereniging van Albino vrouwen in Burkina Faso. Een voorbeeld een succesvolle bewustwordingsactie is een aantal werksessies met dermatologen waarin albino vrouwen aandacht vroegen voor hun kwetsbaarheid voor klimaatverandering. De dermatologen gaven aan zeer gebaat te zijn bij deze informatie.

In het programma Make Way, organiseerde het Liliana Fonds tijdens de Women Deliver 2023 conferentie, een evenement over mensen met een beperking en Sexuele Rechten en Gezondsheids rechten. Tijdens de conferentie konden consortiumpartners uit alle vijf de Make Way landen samen strategieën ontwikkelen voor de follow-up van de thematische sessie.

Om partners binnen het VMM-beleidskader te ondersteunen bij het waarmaken van hun ambities op het gebied van inclusie van mensen met een beperking, organiseert de Dutch Coalition on Disability and Development (DCDD) in 2024 (net als eerder in 2022 en 2023) een serie bijeenkomsten. Het doel is om partners bewuster te maken van de stappen die genomen moeten worden om mensen met een beperking beter te betrekken bij programma’s.

Tot slot, spreekt het kabinet grote waardering uit voor verschillende maatschappelijke initiatieven in Nederland die zich inspannen voor mensen met een beperking. Een voorbeeld hiervan is KidsCare Kenia die het mogelijk maakt dat kinderen met een beperking kunnen opgroeien in de eigen gemeenschap via thuiszorg en begeleiding van verzorgers.

Inclusie via bilaterale en multilaterale samenwerking

In februari 2023 ondertekende Nederland een gezamenlijke verklaring met andere lidstaten waarin werd opgeroepen tot een sterkere wereldwijde betrokkenheid bij de uitvoering van het Verdrag inzake de rechten van personen met een beperking, evenals wereldwijde steun voor de uitvoering van UNDIS (UN Disability Inclusion Strategy) binnen de VN, als onderdeel van onze verplichting om de mensenrechten van personen met een beperking te respecteren, te beschermen en te vervullen. Daarnaast heeft Nederland statements gesteund over onder andere het mainstreamen van de inclusie van mensen met een beperking in het VN-systeem en de inclusie van mensen met een beperking in initiatieven voor vredesopbouw.

Op bilateraal niveau werken verschillende ambassades direct met organisaties die zich inzetten voor mensen met een beperking. Zo ondersteunde Nederland in Tanzania Nederland het project «People with Albinism Youth Awareness – White Berry Screening», uitgevoerd door Inside Game. Het programma vraagt aandacht voor gelijke rechten voor en behandeling van mensen met albinisme. Tegelijkertijd werkt het programma aan zelfvertrouwen van mensen met albinisme. Vooral jonge vrouwen en meisjes met albinisme zijn vaak slachtoffer van stigmatisering, uitsluiting en van geweld.

De Nederlandse ambassade in Mexico ondersteunde een grote tentoonstelling van Nederlandse en Mexicaanse kunstenaars met en zonder het syndroom van down in de Galeria José Maria Velasco in Mexico Stad. Het belangrijkste doel was om het werk van kunstenaars met een beperking een plaats in de reguliere kunstwereld te geven.

In Pakistan ondersteunt de Nederlandse ambassade het project «from Margins to the Mainstream». Dit project, dat zich richt op vrouwelijk ondernemerschap, heeft speciale aandacht voor vrouwen met een beperking.

In Zambia ondersteunde de ambassade mensen met een gehoorbeperking in hun levensonderhoud en klimaatbestendigheid door trainingen in management en boslandbouw.

Humanitaire actie

In situaties van oorlog, geweld, (natuur)rampen, evacuaties en uitbraken van infectieziekten zijn gemarginaliseerde groepen, waaronder mensen met een fysieke en/of verstandelijke beperking, extra kwetsbaar. Op 21 februari 2023 heeft het kabinet in antwoord op de motie van de leden Hammelburg en Kuik over het onderzoeken van directe noodhulp voor gemarginaliseerde groepen uw Kamer geïnformeerd over de toegang tot noodhulp voor deze groepen mensen.910 Vervolgens heeft de Kamer op 25 januari 2024 tijdens een technische briefing meer informatie ontvangen over de wijze waarop deze noodhulp wordt geleverd en de uitdagingen en resultaten.

De humanitaire partners ontwikkelen methoden om de behoeften van specifieke groepen mensen mee te nemen. Zo gebruiken het Nederlandse Rode Kruis en partnerverenigingen de Protection, Gender, Inclusion benadering om de meest kwetsbare mensen binnen de doelgroep te identificeren bij de inventarisatie van behoeften.

Het Wereld Voedsel Programma (WFP) gebruikt een Disability Inclusion Road Map. Het WFP verstrekt in Kenia cash transfers aan families waarvan leden een beperking hebben. Met de inzet wil WFP de bestaanszekerheid van deze huishoudens verbeteren. In Syrië verbeterde de Dutch Relief Alliance samen met een Syrische partner Space of Peace (SOP), dienstverlening ter voorkoming van en bescherming tegen geweld met specifieke aandacht voor vrouwen en meisjes uit gastgemeenschappen, inclusief mensen met een beperking.

Nederland financiert tevens een Minimaal Dienstenpakket voor MHPSS, een online tool ter ondersteuning van humanitaire planners. Deze online tool omvat richtlijnen over hoe gemarginaliseerde groepen, inclusief personen met een fysieke en/of verstandelijke beperking, bereikt kunnen worden en hoe MHPSS-diensten en activiteiten toegankelijk en inclusief gemaakt kunnen worden.

Opvang in de regio en migratiesamenwerking

Om de opvang en bescherming van vluchtelingen in en rondom conflictgebieden te verbeteren, heeft Nederland het PROSPECTS Partnerschap opgezet, dat verlengd tot en met 2027. Dit partnerschap met UNICEF, UNHCR, de International Labour Organisation (ILO), de Wereldbank en de International Finance Corporation (IFC) richt zich onder andere op het bieden van bescherming, onderwijs en werkgelegenheid voor vluchtelingen en hun gastgemeenschappen in landen in het Midden-Oosten, Noord-Afrika en de Hoorn van Afrika. Binnen het programma is veel aandacht voor inclusie, diversiteit en participatie van jongeren, om zo tot betere resultaten voor vluchtelingen en gastgemeenschappen te komen.

In dit kader ondersteunde ILO in 2023 een programma in Ethiopië op het gebied van beroepsonderwijs met aandacht voor mensen met een beperking. Daarbij werden trainingen over bewustwording en inclusie van mensen met een beperking gegeven. In samenwerking met het Ethiopische agentschap voor beroepsonderwijs ontwikkelde ILO tevens richtlijnen voor het bevorderen van de inclusie van mensen met een beperking. In Egypte ondersteunt de ILO de inclusie van mensen met een beperking in stageprogramma’s. Met financiering van PROSPECTS werden faciliteiten aangepast, zodat jongeren met een beperking toegang krijgen tot stagemogelijkheden. In Kenia zorgden UNHCR en UNICEF ervoor dat onderwijs ook toegankelijk is voor vluchtelingenkinderen met een beperking.

Het COMPASS-partnerschap tussen Nederland en IOM richt zich op het beschermen van migranten en het tegengaan van irreguliere migratie. Binnen dit programma is speciale aandacht voor de gespecialiseerde bescherming van migranten in extra kwetsbare posities, zoals alleenstaande kinderen, slachtoffers van mensenhandel en mensen met een beperking. In Libanon hebben migranten dankzij inspanningen van de IOM in het kader van COMPASS toegang tot het National Disability Allowance, een sociaal bijstandsprogramma dat mensen met een beperking ondersteunt.

Tot slot

Bovenstaande voorbeelden geven inzicht in de wijze waarop Nederland zich op verschillende beleidsthema’s inspant om verbetering te realiseren voor mensen met een beperking, vanuit de gedachte dat niemand buitengesloten mag worden. Nederland zal zich hiertoe blijven inzetten via de bestaande financiële en diplomatieke kanalen. De Kamer kan de inzet van bovengenoemde instrumenten en projecten controleren middels de reguliere begrotings- en verantwoordingscyclus. Dat geldt ook voor de inzet op mensen met een beperking.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher

Naar boven