35 347 Regels voor de aanpak van de stikstofproblematiek in relatie tot natuur (Spoedwet aanpak stikstof)

O BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juni 2020

Met deze brief informeer ik uw Kamer over de huidige stand van zaken aangaande de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv) en in het bijzonder over de aanmeldingen die zijn binnengekomen, zoals ik aan het lid Faber (PVV) heb toegezegd in de behandeling van de Spoedwet aanpak stikstof op 17 december 2019 (uw kenmerk T02825).

In mijn brief van 7 februari 2020 (Kamerstukken 35 334, nr. 44) heb ik u gemeld dat ik met de varkenshouderijsector afspraken heb gemaakt in het kader van sanering en verduurzaming. De sector heeft een plan met ambitieuze doelstellingen ontwikkeld, het Programma Vitale Varkenshouderij om een toekomstbestendige varkenshouderij mogelijk te blijven maken. Daarbinnen wordt onder meer gewerkt aan een «gezonde leefomgeving», waaronder het verminderen van emissies en terugdringen van geuroverlast. In het Regeerakkoord en het Hoofdlijnenakkoord (Kamerstuk 28 973, nr. 200) geeft het kabinet aan dat met de decentrale overheden en de sector samen de problematiek van geuroverlast zal worden aangepakt en wordt de Srv aangekondigd op hoofdlijnen. De Srv is gericht op de reductie van geuroverlast en zorgt daarnaast voor een reductie van andere emissies, waaronder stikstof en broeikasgassen. Daarmee verbetert de Srv de leefomgeving en draagt deels bij aan de opgaves vanuit stikstof en klimaat.

Er zijn 502 aanvragen voor een beëindigingssubsidie op grond van de Srv ingediend. Hiervan voldoen er 407 aan de gestelde vereisten. Gelet op het huidige subsidieplafond, zoals bepaald in de Srv (Staatscourant 2019, nr. 55830) is er voor de verstrekking van subsidies op grond van de Srv een bedrag van € 180 miljoen beschikbaar. Dit bedrag is onvoldoende om alle aanvragen die voldoen aan de vereisten, te kunnen toewijzen, zo zou slechts toewijzing plaatsvinden voor de gevallen met de grootste geurbelasting voor de omgeving. Het kabinet heeft besloten dat het de voorkeur verdient alle aanvragen die aan de vereisten van de regeling voldoen, te honoreren, zoals aangekondigd in mijn brief over de structurele aanpak van de stikstofproblematiek op 24 april jl. (Kamerstuk 35 334, nr. 82). Daarom wordt voorzien dat het subsidieplafond met € 275 miljoen wordt verhoogd, zodat € 455 miljoen beschikbaar is. Deze verhoging van het subsidieplafond is relevant vanuit staatssteunoptiek en bijgevolg is hiervoor de goedkeuring van de Europese Commissie noodzakelijk. Op 20 mei jl. heeft de Commissie goedkeuring verleend voor het verhogen van het subsidieplafond. Deze verhoging zal nu worden geëffectueerd met een wijziging van de Srv en publicatie daarvan in de Staatscourant.

In het navolgende overzicht is aangegeven om welke reden aanvragen zijn afgewezen of niet in behandeling zijn genomen. In het overzicht is tevens aangegeven hoeveel varkensrechten er op grond van de 407 aanvragen definitief doorgehaald zullen worden en wat de verdeling is over de types varkenshouderijen, mits alle beschikte aanvragers ook blijven deelnemen aan de Srv.

Totaal aantal ingediende aanvragen

502

Door aanvrager ingetrokken

10

Onvolledige aanvragen

2

Voldoen niet aan drempelwaarde

40

Voldoen niet aan het Besluit emissiearme huisvesting

40

Voldoen niet aan de vijfjaarseis

3

Totaal (dat voldoet aan vereisten)

407

Totaal door te halen varkensrechten (407 aanvragen)

 

Regio Zuid

802.243

Regio Oost

108.402

Totaal

910.645

Verdeling 407 aanvragen naar soort

 

Vleesvarkensbedrijf

176

Vermeerderingsbedrijf

133

Gesloten bedrijf

80

Anders

18

Totaal

407

Inmiddels hebben de eerste varkenshouders een subsidiebeschikking ontvangen. Daarmee kunnen de varkenshouders een start maken met de feitelijke beëindiging van hun bedrijfslocatie. De volgorde waarin varkenshouders een subsidiebeschikking ontvangen, wordt bepaald door de rangschikking op basis van de geurscore. De varkenshouderijlocaties met de hoogste geurscore komen als eerste in aanmerking voor een subsidiebeschikking. Binnen het subsidieplafond van € 180 miljoen kunnen de 124 varkenshouderijlocaties met de hoogste geurscore worden beschikt. Het streven is om uiterlijk in de loop van juli 2020 op alle 407 aanvragen die daarvoor in aanmerking komen positief te hebben beschikt.

Doel van de Srv is het beëindigen van de geuroverlast die wordt veroorzaakt door varkenshouderijlocaties. Dat doel wordt bereikt op het moment dat alle dieren en mest zijn afgevoerd, uiterlijk acht maanden na het verstrekken van de subsidiebeschikking. Dat is tevens het moment dat niet langer sprake is van stikstofemissie en -depositie op stikstofgevoelige N2000-gebieden. Het effect op individuele N2000-gebieden is afhankelijk van de exacte locatie van de varkenshouderijlocaties die beëindigd worden en het moment waarop deze beëindiging definitief is. Lopende het uitvoeringstraject zal de voortgang gemonitord worden. Ik zal uw Kamer hierover informeren. Na afloop zal de Srv worden geëvalueerd. Daarbij zal onder andere aandacht zijn voor het effect van de Srv op emissies naar het milieu.

Ik vind het van belang om aanmelders die het zwaarwegende besluit hebben genomen te willen stoppen met hun varkenshouderijlocatie en die aan alle vereisten van de Srv voldoen, maar net onvoldoende geuroverlast veroorzaken, perspectief te gaan bieden buiten de Srv om. Daarom ben ik in overleg met de betrokken provincies en de VNG overeengekomen om met maatwerk door de decentrale overheden te bezien of en hoe deze aanmelders gefaciliteerd kunnen worden bij het stoppen met hun bedrijfslocatie, door bestaand instrumentarium en middelen van provincies en gemeenten optimaal in te zetten. Regionale verschillen in beleid door bevoegd gezag zullen de maatwerkaanpak uiteraard beïnvloeden. Provincies treden in overleg met betreffende gemeenten, waar deze gevallen zich voordoen. Aanmelders die een afwijzing ontvangen vanwege het niet behalen van de drempelwaarde, wordt geadviseerd zich te melden bij een contactpersoon van provincie of betreffende gemeente. Daarover worden zij in de afwijzingsbrief geïnformeerd.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven