34 775 IIB Vaststelling van de begrotingsstaat van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) voor het jaar 2018

Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 april 2018

In de Kamerbrief van 12 juli 2017 (Kamerstuk 34 550 IIB, nr. 9) heb ik met u het voornemen en de onderzoeksopdracht gedeeld met betrekking tot de onafhankelijke taken- en middelenanalyse voor de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman en de Raad van State. Deze analyse zou dienstbaar zijn voor het gesprek met de Hoge Colleges van Staat over de toereikendheid van de begroting in relatie tot de (wettelijke) taken van deze Hoge Colleges. Dit conform de toezegging van de Minister van Financiën in het verantwoordingsdebat van 31 mei jl. (Handelingen II 2016/2017, nr. 81, items 3 en 6) en in lijn met de brief van de Nationale ombudsman d.d. 4 juli 2017 inzake het werk van de Ombudsman in Caribisch Nederland en de gevraagde reactie van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties op deze brief.

Gedurende het proces heb ik in gezamenlijkheid met de drie Hoge Colleges van Staat en de Minister van Financiën geconstateerd dat het goed mogelijk is om gezamenlijk een beeld te vormen van de middelen die nodig zijn voor een adequate uitvoering van de taken van deze colleges. In het licht hiervan is de instelling van een aparte commissie niet nodig gebleken. In goed overleg tussen de Hoge Colleges van Staat en beide ministeries – en rekening houdend met de staatsrechtelijke posities – zijn de taken en middelen gewogen en hebben wij kunnen bepalen op welke wijze dekking van de (wettelijke) taken gedurende de komende jaren is geborgd.

Op 9 april jl. hebben wij gezamenlijk in een afrondend gesprek vastgesteld dat met een aantal budgettaire aanpassingen de middelen van de Hoge Colleges van Staat voor deze kabinetsperiode aansluiten bij de wettelijke noodzakelijke taakuitvoering. Deze wijzigingen zullen worden meegenomen in de voorjaarsnotabesluitvorming en doorwerken in de begroting 2019 en verder. Tot slot onderstreep ik het belang van de onafhankelijke positie van de Hoge Colleges van Staat en het daarmee samenhangend belang van meerjarig stabiele budgetten die zijn toegesneden op hun wettelijke taakuitvoering. Daarom kwamen wij overeen dat mijn ministerie dit bij een kabinetsformatie uitdrukkelijk onder de aandacht zal brengen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven