33 997 Vliegramp MH17

Nr. 102 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 18 augustus 2017

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Veiligheid en Justitie over de brief van 5 juli 2017 inzake Besluit vervolgingsmechanisme MH17 (Kamerstuk 33 997, nr. 98).

De Minister van Veiligheid en Justitie heeft deze vragen beantwoord bij brief van 16 augustus 2017. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De fungerend voorzitter van de commissie, Omtzigt

De griffier van de commissie, Van Toor

1

Wat is de precieze betekenis en werking van het eerder door de landen van het Joint Investigation Team (JIT) overeengekomen non-disclosure overeenkomst?

2

Houdt de non-disclosure overeenkomst ook de mogelijkheid in dat een land informatie buiten het proces kan houden?

Antwoord op de vragen 1 en 2

De vraag veronderstelt dat sprake zou zijn van een non-disclosure-overeenkomst tussen de JIT-landen. Dat is echter nooit gezegd. De inhoud van de JIT-overeenkomst is vertrouwelijk en openbaarmaking zou de internationale verhoudingen schaden, zo is reeds aangegeven (o.a. Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nr. 1217 en Kamerstuk 33 997, nr. 97).

3

Wordt er ook met Rusland een afspraak gemaakt over het horen van verdachten met de Russische nationaliteit? En over uitlevering en strafoverneming?

Antwoord

De Russische Federatie en Nederland zijn partij bij verschillende multilaterale rechtshulpverdragen. Daarnaast kan niet worden uitgesloten dat op enig moment nadere afspraken wenselijk zijn.

4

Kunt u aangeven hoe de vijf JIT-landen dachten over het opzetten van een internationaal tribunaal?

Antwoord

De besluitvorming over de vervolgingsoptie heeft in de JIT-landen volgens de eigen procedures plaatsgevonden. Elk JIT-land heeft de mogelijke vervolgingsopties afgewogen, waarbij het opzetten van een internationaal tribunaal een mogelijkheid was. In deze afweging zijn de relevante juridische en internationaal-politieke aspecten meegenomen, zoals in de brieven van 5 juli en 10 mei 2017 is toegelicht (Kamerstuk 33 997, nrs. 98 en 94). De JIT-landen hebben na deze afweging unaniem ingestemd met de keuze voor nationale vervolging door Nederland, ingebed in internationale steun en samenwerking.

5

Bij een internationaal tribunaal zijn er mogelijkheden om Rusland te vragen Russische verdachten over te dragen. Deze mogelijkheden lijken er nu niet te zijn. Waarom is dan toch gekozen voor nationale vervolging in Nederland?

Antwoord

Bij de keuze van het vervolgingsmechanisme zijn de juridische en politieke aspecten door de landen van het JIT in samenhang beoordeeld. Zie hiervoor verder het antwoord op de vragen 46 en 47.

6

Is Oekraïne verplicht om de straf van een persoon die in absentia definitief en onherroepelijk is veroordeeld, ten uitvoer te leggen in Oekraïne?

Antwoord

Met Oekraïne is afgesproken dat zowel in het geval van een vonnis op tegenspraak als in het geval van een verstekvonnis de tenuitvoerlegging van een in het vonnis opgelegde vrijheidsbenemende sanctie in Oekraïne kan plaatsvinden als het gaat om een Oekraïense verdachte die zich in Oekraïne bevindt.

7

Deelt het kabinet de opvatting dat Rusland internationaalrechtelijk verplicht is tot meewerken aan het proces, op basis van de burgerluchtvaartverdragen, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en andere verdragen?. Ofwel dat Rusland verplicht is mee te werken aan de berechting, bijvoorbeeld in de vorm waartoe met Oekraine is overeengekomen: deelname in proces via teleconferentie en uitzitten straf aldaar?

Antwoord

Zowel de bilaterale luchtvaartovereenkomst tussen Nederland en Rusland als het Verdrag van Chicago scheppen als zodanig geen verplichting voor Rusland om mee te werken aan het proces in Nederland. Op grond van het Verdrag tot bestrijding van wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de burgerluchtvaart is Rusland wel verplicht tot het treffen van passende maatregelen ter bestraffing van wederrechtelijke gedragingen die de veiligheid van de burgerluchtvaart in gevaar brengen.

8

Zijn de EU, of EU-lidstaten, of andere bondgenoten bereid om Nederland te steunen in het verkrijgen van de medewerking van Rusland als blijkt dat Rusland aan uitleverings- of medewerkingsverzoeken geen gehoor geeft?

Antwoord

De EU en individuele EU-lidstaten hebben steeds hun steun uitgesproken voor de inspanningen van het JIT, onder andere via raadsconclusies en verklaringen van de Hoge Vertegenwoordiger Mogherini. Daarnaast roept VNVR-resolutie 2166, unaniem aangenomen door de Veiligheidsraad, alle staten op om volledige medewerking te verlenen aan het onderzoek. Nederland en de andere JIT-landen zullen alle landen er op blijven wijzen zich aan VN-veiligheidsraadresolutie 2166 te houden. Het aankomende lidmaatschap van de VN-veiligheidsraad biedt Nederland de gelegenheid om zich op het hoogste niveau sterk te blijven maken voor de uitvoering van VNVR-resolutie 2166.

9

Is Nederland bereid, om in navolging van oa de VS, een Magnitsky wet in te voeren, waarbij personen (inclusief officials) op een sanctielijst komen indien zij niet meewerken aan het opsporen en berechten van de verdachten van het neerhalen van MH17?

Antwoord

Dat is op dit moment niet aan de orde. VNVR-resolutie 2166 stelt dat de daders verantwoordelijk moeten worden gehouden en dat individuele landen daar aan dienen mee te werken. De resolutie is unaniem aangenomen en vormt een goede basis om landen aan te spreken voor het geval er niet wordt meegewerkt.

10

Als uit het strafrechtelijk onderzoek blijkt dat Russische militairen of andere staatsactoren mogelijk betrokken zijn bij de levering dan wel lancering van de BUK en dat Rusland hier geen onderzoek naar heeft ingesteld en sancties heeft gesteld, is Nederland dan bereid hiervoor een zaak tegen Rusland aan te spannen bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) of andere internationale juridische procedures te onderzoeken?

Antwoord

Nederland sluit geen juridische opties uit, zoals uw Kamer onder andere is gemeld in het plenaire debat op 26 oktober 2016 (Handelingen II 2016/17, nr. 14, item 8).

11

Heeft het maken van de overeenkomst met Oekraïne tot gevolg dat Nederland afziet van het instellen van een procedure tegen Oekraïne voor het nalaten het luchtruim te sluiten, of wordt deze mogelijkheid nog onderzocht?

Antwoord

Zoals in antwoord op de vorige vraag is aangegeven, sluit Nederland geen juridische opties uit.

12

Bij de keuze van het kabinet voor strafvervolging in Nederland wordt het belang van de positie van nabestaanden benadrukt, waaronder het spreekrecht, als de mogelijkheid zich te voegen in het strafproces. Kunt u uiteenzetten welke rechten nabestaanden hebben als zij zich voegen in het strafproces? Krijgen zij daarbij ook toegang tot het strafdossier?

Antwoord

In de artikelen 51a tot en met 51h van het Wetboek van Strafvordering en beleid van politie en OM zijn diverse rechten van slachtoffers en nabestaanden verankerd. Voor de wet hebben slachtoffers en nabestaanden in beginsel dezelfde rechten.

Deze komen – kort samengevat – op het volgende neer:

  • het recht op een correcte bejegening;

  • het recht op informatie over hun rechten, het strafproces en het verloop daarvan;

  • het recht zich te laten bijstaan door een advocaat, bijvoorbeeld tijdens de strafzitting;

  • het recht op kennisneming van de processtukken die voor het slachtoffer van belang zijn;

  • het recht om ter terechtzitting te spreken;

  • het recht zich terzake van zijn vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij te voegen in het strafproces.

13

In zowel het strafrechtelijk als het civielrechtelijk traject (ECHR, class action in Australië versus Malaysian) is de informatiepositie van nabestaanden van belang. Kunnen zij aanspraak maken op documenten van de staat die relevant (kunnen) zijn voor de bewijsvoering, waaronder bijvoorbeeld het document van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) van 8 april 2014 (zie rapport van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) nr. 43, pag. 29, zowel het verzoek als het rapport), of het memo van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) van 7 maart 2014 (OVV-rapport, pag. 201 en 255)? Ben u bereid deze documenten aan de nabestaanden en de Kamer te doen toekomen?

Antwoord

De vraag naar deze beide documenten komt overeen met vraag 2 van de Kamervragen van de leden Van Helvert en Omtzigt (beiden CDA) over de informatie beschikbaar bij de Nederlandse overheid en regering over het onveilige luchtruim boven Oost Oekraïne in de eerste helft van 2014, dus vóór het neerhalen van vlucht MH17/KL4107 (ingezonden 17 juli 2017). Voor het antwoord verwijs ik u naar de beantwoording van die Kamervragen, welke voor het einde van het zomerreces naar uw Kamer gestuurd wordt.

14

In de rechtszaken kan ook de informatiepositie van luchtvaartmaatschappijen aan de orde komen. Kunt u de Tweede Kamer een afschrift doen toekomen van de afspraken die in 2013 met luchtvaartmaatschappijen zijn gemaakt over het doen uitgaan van meldingen en waarschuwingen betreffende luchtvaartveiligheid waarover u het parlement op 22 februari 2016 informeerde (Kamerstuk 33 997, nr. 71)?

Antwoord

Deze vraag komt overeen met vraag 23 van de Kamervragen van de leden Van Helvert en Omtzigt (beiden CDA) over de informatie beschikbaar bij de Nederlandse overheid en regering over het onveilige luchtruim boven Oost Oekraïne in de eerste helft van 2014, dus vóór het neerhalen van vlucht MH17/KL4107 (ingezonden 17 juli 2017). Voor het antwoord verwijs ik u naar de beantwoording van die Kamervragen, welke voor het einde van het zomerreces naar uw Kamer gestuurd wordt.

15

Heeft de Nederlandse staat op enigerlei wijze bemoeienis (gehad) met de zogeheten vaststellingsovereenkomsten die Malaysian Airlines met nabestaanden sloot?

16

Bestaan er juridische adviezen of memo’s – departementaal of van de Landsadvocaat – inzake die vaststellingsovereenkomsten tussen Malyasian airlines en de nabestaanden?

17

Is er – formeel of informeel – contact geweest met partijen die betrokken waren bij de onderhandelingen over de vaststellingsovereenkomsten tussen Malaysian Airlines en de nabestaanden?

Antwoord op de vragen 15, 16 en 17

De Nederlandse overheid heeft geen betrokkenheid bij dit proces gehad. Er bestaan geen juridische adviezen of memo’s over dit onderwerp. In juli 2016 hebben Malaysia Airlines en een deel van de nabestaanden in vertrouwelijkheid een regeling getroffen over schadevergoeding.

18

Heeft Rusland het rechtshulpverzoek inmiddels uitgevoerd (vraag 2 van Kamerstuk 33 997, nr. 2)?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 29.

19

Klopt het dat de JIT-overeenkomst loopt tot 1 januari 2018? Zal dit worden verlengd?

Antwoord

De JIT-overeenkomst tussen de opsporingsinstanties van de betrokken landen is vooralsnog verlengd tot januari 2018. De verwachting is dat de JIT-landen, indien noodzakelijk, wederom zullen besluiten de overeenkomst te verlengen.

20

Voor een internationale vervolging was een statuut voor een tribunaal grotendeels uitgewerkt. Kan de Tweede Kamer dit grotendeels uitgewerkte statuut inzien?

Antwoord

Het statuut is een conceptdocument, dat nog afgerond en gefinaliseerd moest worden, als de JIT-landen voor de oprichting van een tribunaal zouden hebben gekozen. Het conceptstatuut diende om de besprekingen tussen de JIT-landen te faciliteren en is daarmee voorwerp van internationaal diplomatiek verkeer. Een dergelijk stuk is naar zijn aard vertrouwelijk van karakter. Schending van deze vertrouwelijkheid zou het goed functioneren van het internationaal diplomatiek verkeer kunnen belemmeren (zie ook het antwoord op vraag 13).

21

Wat zouden de kosten zijn geweest van een bij multilateraal verdrag op te richten tribunaal? Zijn er vergelijkingen te trekken met reeds bestaande tribunalen?

Antwoord

De te verwachten kosten van een internationaal tribunaal zijn in kaart gebracht. Wat betreft vaste kosten is gekeken naar vergelijkbare internationale tribunalen (zoals het Libanontribunaal). Deze kosten zouden ongeveer 57 miljoen euro per jaar hebben bedragen. Uiteindelijk hangen de kosten samen met de omvang van de zaak en met de vraag of verdachten al dan niet aanwezig zijn.

22

Welke rol en betekenis heeft het Associatieverdrag met Oekraïne in het kader van de vervolging van verdachten van het neerhalen van vlucht MH17?

Antwoord

De Associatieovereenkomst tussen de EU en Oekraïne speelt geen rol in het kader van de vervolging van verdachten van het neerhalen van vlucht MH17.

23

Kent het Associatieverdrag met Oekraïne bepalingen over het Internationaal Strafhof die relevant zijn in het kader van de vervolging van verdachten van het neerhalen van vlucht MH17? Zo ja, welke? Waarom zijn deze relevant?

Antwoord

In artikel 8 van de Associatieovereenkomst met Oekraïne staat dat de partijen samen zullen werken aan de bevordering van vrede en internationale gerechtigheid door het Statuut van Rome van het Internationaal Strafhof van 1998 en de bijhorende instrumenten te ratificeren en ten uitvoer te leggen. Deze bepaling is niet relevant voor de vervolging van verdachten van het neerhalen van vlucht MH17, omdat het Internationale Strafhof een bevoegdheid heeft die complementair is aan nationale jurisdicties. Dit houdt in dat het Strafhof pas rechtsmacht kan uitoefenen indien geen staat bereid of bij machte is het onderzoek of de vervolging daadwerkelijk uit te voeren. Nu de JIT-landen unaniem hebben gekozen voor nationale vervolging in Nederland, is hiervan geen sprake.

24

Is het mogelijk om buitenlandse rechters toe te voegen bij de Nederlandse rechtbank waarvoor de vervolging zal plaatsvinden? Zo ja, op grond waarvan? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

De vervolging en berechting van de verdachten van het neerhalen van vlucht MH17 vindt in Nederland plaats volgens het Nederlands straf(proces)recht. Dit houdt in dat personen die op grond van de Nederlandse wet belast zijn met rechtspraak voor de berechting zorg zullen dragen. Uitsluitend Nederlanders kunnen volgens de wet tot rechter worden benoemd. Het is wettelijk niet mogelijk om buitenlandse rechters toe te voegen.

Indien noodzakelijk, met het oog op de een door de rechtbank te nemen beslissing, heeft de voorzitter (ex artikel 315 Sv) de bevoegdheid om ambtshalve getuigen en deskundigen op te roepen en bescheiden en stukken van overtuiging te doen overleggen. Derhalve zouden niet-Nederlandse rechters (enkel) in de rol van deskundigen (ex. artikel 51k lid 2 Sv), indien noodzakelijk met het oog op enig in de strafzaak te nemen beslissing, de rechtbank kunnen voorlichten.

Antwoord

25

Is het mogelijk Russische betrokkenheid te garanderen, conform de suggesties daartoe van de heer Wladimiroff tijdens het rondetafelgesprek in de Tweede Kamer van 26 januari 2016 (Kamerstuk 33 997, nr. 68)?

Antwoord

De heer Wladimiroff heeft de suggestie gedaan om te onderzoeken of tussen de JIT-landen en Rusland afspraken kunnen worden gemaakt over een of andere vorm van gezamenlijke berechting. Een dergelijk onderzoek is op dit moment niet aan de orde, maar het kabinet sluit niet uit dat in de toekomst met Rusland in overleg wordt getreden.

26

Hoe worden de Nederlandse mogelijkheden van veroordeling bij verstek in internationaal oogpunt gewaardeerd? Wat is de mening van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens over veroordelingen bij verstek?

Antwoord

Er zijn in de wereld en in Europa landen die wel en landen die geen mogelijkheid kennen van een berechting bij verstek. In het algemeen staan civil law-landen, zoals Nederland en België, positiever tegenover een dergelijke berechting dan common law-landen, zoals bijvoorbeeld Australië. In het licht van het aanwezigheidsrecht van de verdachte bij zijn of haar strafproces, stelt het EVRM beperkingen aan een berechting bij verstek. Het EVRM verbiedt evenwel een verstekbehandeling niet.

Veroordeling bij verstek is bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in beginsel mogelijk. Het EHRM hanteert als uitgangspunt dat een proces plaatsvindt in de aanwezigheid van de verdachte. Het EHRM heeft daarbij uitgemaakt dat een videoverbinding een acceptabel instrument kan zijn om recht te doen aan het aanwezigheidsrecht van een verdachte. Een veroordeling bij verstek is mogelijk wanneer de verdachte wel nog de mogelijkheid heeft om op basis van de feiten en het recht een nieuwe beoordeling uit te lokken (i.e. een mogelijkheid tot herbeoordeling), of wanneer kan worden geconcludeerd dat de verdachte van zijn recht om aanwezig te zijn tijdens het proces afstand heeft gedaan.

27

Waarom is niet bekend of het vooronderzoek (preliminary examination) van het Internationaal Strafhof mede ziet op het neerhalen van vlucht MH17? Kan de regering dat navragen bij het Internationaal Strafhof?

Antwoord

In het kader van het vooronderzoek inzake vermeende misdrijven in Oekraïne heeft de Openbare aanklager van het Internationaal Strafhof ook gekeken naar het neerhalen van vlucht MH17 (zie Office of the Prosecutor, Report on Preliminary Examination Activities 2016, p. 37, paragraaf 165). Het vooronderzoek is nog niet afgesloten door de Openbare aanklager.

Navraag bij het Internationaal Strafhof leert dat de afweging om over te gaan tot een opsporingsonderzoek ten aanzien van vermeende misdrijven in Oekraïne nog moet plaatsvinden. De Openbaar aanklager van het Internationaal Strafhof maakt hierin haar eigen afwegingen.

28

Is het mogelijk dat het Internationaal Strafhof overgaat tot vervolging van verdachten van het neerhalen van vlucht MH17?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 58.

29

Wat is de stand van zaken betreffende het aanvullende rechtshulpverzoek aan Rusland van maart 2017? Is het juist dat Rusland dit rechtshulpverzoek met voorrang zal behandelen? Wat houdt dat in?

Antwoord

Vooralsnog heeft het OM n.a.v. het aanvullende rechtshulpverzoek van maart 2017 geen uitvoeringsstukken van de Russische Federatie ontvangen. Op dit moment overweegt het OM welke stappen moeten worden genomen om de gewenste rechtshulp te verkrijgen. In antwoorden op eerdere vragen van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken (Kamerstuk 33 997, nr. 97) is aangegeven dat over de inhoud van opsporingsactiviteiten, waaronder uitstaande rechtshulpverzoeken, door het OM in beginsel geen mededelingen worden gedaan vanwege het belang van het onderzoek.

30

Is het mogelijk op grond van de Wet Internationale Misdrijven een levenslange gevangenisstraf op te leggen? Zo ja, voor welke delicten is dit mogelijk?

Antwoord

Voor verschillende internationale misdrijven in de Wet internationale misdrijven kan levenslange gevangenisstraf worden opgelegd. Het gaat om genocide (artikel 3), misdrijven tegen de menselijkheid (artikel 4), oorlogsmisdrijven (artikelen 5 en 6), foltering (artikel 8) en (gekwalificeerde) gedwongen verdwijning (artikel 8a).

31

Op welke termijn verwacht de regering dat het bilaterale verdrag tussen Nederland en Oekraïne met de noodzakelijke goedkeurings- en uitvoeringswetgeving bij de Kamer zal worden voorgelegd?

Antwoord

De wetgeving ter goedkeuring en uitvoering van het verdrag met Oekraïne zal zo snel mogelijk voor advies aan de Raad van State worden voorgelegd. Met de partners in de strafrechtsketen wordt thans nog bekeken welke aanpassingen van wetgeving nodig zijn.

Daarna kan het MH17-verdrag met de uitvoeringswetgeving aan uw Kamer voor behandeling worden aangeboden. Dit zal naar verwachting na de zomer zijn.

32

Is de verwachting dat de Wet internationale misdrijven aangepast moet worden om de vervolging en berechting in Nederland te kunnen doen plaatsvinden? Zo ja welke onderdelen zou dat betreffen en zijn er nog andere wetten die mogelijk gewijzigd moeten worden?

Antwoord

Met de partners in de strafrechtsketen wordt thans bekeken welke aanpassingen van wetgeving nodig zijn. Deze aanpassingen zullen worden meegenomen in de uitvoeringswetgeving bij het MH17-verdrag. Bij de indiening van het desbetreffende wetsvoorstel zal de Kamer kennis kunnen nemen van de voorgestelde wetswijzigingen.

33

Wat betekent het voor de vervolging door Nederland als verdachten met de Oekraïense of Russische nationaliteit die in hun eigen land verblijven, niet kunnen worden uitgeleverd? Hoe groot wordt de kans geacht dat verdachten zich vrijwillig naar Nederland begeven om hier terecht te staan?

Antwoord

Als verdachten niet worden uitgeleverd, betekent dit niet dat er in Nederland geen vervolging en berechting kunnen plaatsvinden. Een verdachte kan namelijk een advocaat machtigen die hem of haar in Nederland in het proces vertegenwoordigt. In dat geval is er sprake van een proces op tegenspraak. Maar verdachten kunnen in Nederland ook bij verstek worden veroordeeld. In het verdrag met Oekraïne is verder geregeld dat een verdachte die niet wordt uitgeleverd, terecht kan staan door middel van een videoconferentieverbinding.

Het kabinet wil niet speculeren over de kans dat verdachten zich vrijwillig naar Nederland zullen begeven om terecht te staan.

34

Hoe verhoudt de stand van het strafrechtelijk onderzoek zich tot de gemaakte keuze om de vervolging en berechting in en door Nederland te laten plaatsvinden?

Antwoord

Zie daarvoor het antwoord op vraag 48.

35

Op welke wijze wordt voorzien van internationale rugdekking door EU en VN voor de gekozen route en de uitkomsten daarvan?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 8.

36

Wat vraagt de gemaakte keuze van Nederland als het gaat om capaciteit bij het OM en Team internationale misdrijven, voorzieningen en andere middelen? Per wanneer moet daarin worden voorzien?

Antwoord

Vervolging in en door Nederland zal capaciteit vragen van het OM en andere overheidsdiensten. Nu de beslissing over de keuze van Nederland als land waar de vervolging kan plaatsvinden is genomen, is inmiddels begonnen met de organisatorische en financiële uitwerking daarvan.

37

In welke fase bevindt zich het strafrechtelijk onderzoek? Klopt het dat zich ondanks een oproep en mediacampagne in Oost Oekraïne nog steeds onvoldoende getuigen hebben gemeld, de Russen onderzoek blijven bemoeilijken met onnavolgbare Russische software met radargegevens en onderzoekers lastig toegang krijgen tot gegevens van de Oekraïense geheime dienst?

Antwoord

Het strafrechtelijk onderzoek is nog steeds in volle gang. Over de inhoud van opsporingsactiviteiten, zoals gegevens die betrekking hebben op verklaringen door mogelijke getuigen, worden door het OM in beginsel geen mededelingen gedaan vanwege het belang van het onderzoek.

Zoals reeds aan uw Kamer is gemeld heeft Oekraïne steeds zeer voortvarend grote hoeveelheden relevante informatie gedeeld. Zodra die informatie beschikbaar is – dat wil zeggen: nadat de daartoe verplichte juridische procedures zijn doorlopen – wordt die informatie steeds gedeeld met de JIT-partners (Kamerstuk 33 997, nr. 97).

Zie het antwoord op vraag 29 over verkregen rechtshulp van de Russische Federatie.

38

Welke verwachting heeft de regering bij het gezamenlijk de grieving nations en andere relevante internationale organisaties benaderen voor politieke en/of financiële steun?

Antwoord

De JIT-landen hebben afgesproken dat een nationale vervolging in Nederland wordt ingebed in internationale steun en samenwerking. Dit wordt vastgelegd in een tweetal MoU’s tussen de JIT-landen, over 1) politieke steun en samenwerking en 2) gezamenlijke financiering. Deze MoU’s worden naar verwachting dit jaar nog getekend.

Ook de Grieving Nations zullen worden uitgenodigd om zich politiek te blijven committeren aan het vervolgingsproces. De JIT-landen hebben de Grieving Nations steeds geïnformeerd over de voortgang van het proces, waaronder over de keuze voor nationale vervolging in Nederland. Een aantal Grieving Nations heeft in reactie op de keuze voor nationale vervolging door Nederland een (hernieuwde) steunverklaring afgegeven. De JIT-landen maken afspraken over voortgaande financiële steun en zullen de Grieving Nations benaderen om hier een (symbolische) bijdrage aan te leveren.

De EU (via raadsconclusies en verklaringen van de Hoge Vertegenwoordiger Mogherini) en de Secretaris-Generaal van de VN hebben de inspanningen van het JIT steeds gesteund. Andere relevante internationale organisaties en instituties, zoals de VN-veiligheidsraad en de OVSE, zijn in dat kader steeds door de regering geïnformeerd.

39

Welke functionarissen zouden onderdeel kunnen uitmaken van het internationale team dat als klankbordgroep wordt overwogen voor het Nederlands OM?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 44.

40

Welke mogelijkheden ziet de regering bij de overweging om ruime mogelijkheden te creëren voor ook buitenlandse nabestaanden om alle delen van een proces te volgen?

Antwoord

Hierbij kan worden gedacht aan het livestreamen van het proces zodat nabestaanden over de hele wereld het proces live kunnen volgen.

Daarnaast wordt ook meer specifiek gekeken naar mogelijkheden om buitenlandse nabestaanden via een videoverbinding in de gelegenheid te stellen hun spreekrecht uit te oefenen.

41

Welke verwachtingen heeft de Nederlandse regering en hebben de JIT-landen van de opstelling van Rusland gedurende de vervolging en berechting? Zijn er inmiddels afspraken gemaakt met de Russen of is de regering voornemens afspraken te maken met de Russen over houding van Rusland en medewerking van Rusland gedurende de vervolging en berechting van mogelijk Russische onderdanen?

Antwoord

Rusland heeft op 21 juli 2014 ingestemd met de VN-veiligheidsraadresolutie 2166. Deze resolutie roept alle landen op volledige medewerking te verlenen aan het voor de rechter brengen van diegenen die verantwoordelijk waren voor het neerhalen van vlucht MH17. Nederland en de andere JIT-landen verwachten dat alle landen zich aan VN-veiligheidsraadresolutie 2166 houden. In diplomatieke contacten met betrokken landen, inclusief Rusland, wordt steevast gesproken over de voortgang van VN-veiligheidsraadresolutie 2166.

42

Is bij de keuze voor Nederland ook door de Nederlandse regering met de JIT-landen gesproken over maatregelen om de uitstekende internationale reputatie van het Nederlandse rechtssysteem te beschermen en verdedigen tegen mogelijke acties van Rusland om de vervolging en berechting in een kwaad daglicht te stellen dan wel te ondermijnen? Zo ja, welke maatregelen heeft Nederland daarbij samen met de JIT-landen paraat?

Antwoord

VNVR-resolutie 2166 roept alle landen op om volledig mee te werken aan het strafrechtelijk onderzoek. De JIT-landen zullen zich blijven inzetten voor de volledige implementatie van die resolutie. Daarnaast hebben de JIT-landen met elkaar afgesproken om gezamenlijk op te blijven trekken gedurende de vervolgingsfase en elkaar te ondersteunen indien er druk zou worden uitgeoefend op de rechtsgang.

43

Op welke termijn wordt verwacht dat de vervolging zou kunnen aanvangen? Is het streven nog steeds 2018?

Antwoord

Wanneer een beslissing over de vervolging van verdachten kan worden genomen kan op dit moment niet worden aangegeven. Dat hangt af van de voortgang van het strafrechtelijk onderzoek. Eerder is de Kamer en de nabestaanden aangegeven dat geen voorspelling kan worden gedaan over de duur van het onderzoek omdat niet mogelijk is vooraf aan te geven welk bewijs wanneer wordt gevonden (Kamerstuk 33 997, nr. 97).

44

Aan welke internationale elementen denkt de regering bij de overweging om binnen het bestaande juridische kader internationale elementen toe te voegen aan de vervolging en berechting in Nederland?

Antwoord

Hierbij kan worden gedacht aan zaken als een internationaal perscentrum, het (deels) voeren van het proces in het Engels, het vormen van een internationale klankbordgroep voor de vervolging bestaande uit experts en/of officieren uit de JIT-landen, het beschikbaar stellen van relevante processtukken in het Engels.

45

Wat heeft de Minister-President tijdens de G20-top in Hamburg exact met president Poetin besproken over MH17? Kwam de vervolging, berechting en de uitlevering van Russische verdachten aan de orde? Is er ook gesproken over het verhoor van getuigen en deskundigen uit Rusland? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is hierover gecommuniceerd en wat was de reactie van de Russische president?

Antwoord

De Minister-President heeft en marge van de G20-top met President Poetin gesproken. De strekking is dat de Nederlandse ambassadeur in Moskou de adviseur van Poetin op de hoogte zal houden van de ontwikkelingen rondom MH17, inclusief het traject van vervolging en berechting. Over de inhoud van het gesprek worden gelet op het vertrouwelijke karakter verder geen mededelingen gedaan.

46

Kunt u een uitputtend overzicht geven van de voor- en nadelen van nationale vervolging?

47

Kunt u een uitputtend overzicht geven van de voor- en nadelen van internationale vervolging?

Antwoord op de vragen 46 en 47

Na het veto van de Russische Federatie in de VN-Veiligheidsraad op 29 juli 2015, zijn de JIT-landen in nader overleg getreden. Door de regeringsleiders van die landen is toen besloten te komen tot een verdere (juridische) uitwerking van twee vervolgings- en berechtingsmechanismen, te weten nationale vervolging en berechting in één van de bij het strafrechtelijk opsporingsonderzoek betrokken landen, dan wel een internationale vervolging en berechting door een bij multilateraal verdrag op te richten tribunaal.

Bij het bepalen van de voorkeur hebben zowel juridische als politieke aspecten een rol gespeeld. Al deze aspecten zijn in samenhang beoordeeld, daarbij is niet één specifiek aspect doorslaggevend geweest. Enkele relevante aspecten betreffen:

  • De wenselijkheid van internationale erkenning van een uitspraak;

  • Zo groot mogelijke zekerheid over het toe te passen recht, zowel wat betreft het materiele strafrecht, waaronder de te laste te leggen strafbare feiten, als wat betreft het strafprocesrecht en de mogelijkheden voor samenwerking met derde landen;

  • Een proces in aanwezigheid van de verdachte verdient de voorkeur, maar een behandeling bij verstek moet mogelijk zijn;

  • De wenselijkheid dat het proces een zo internationaal mogelijke uitstraling heeft, gezien het feit dat de slachtoffers uit 17 verschillende landen afkomstig waren.

De landen van het JIT hebben, na elk hun eigen afwegingen gemaakt te hebben en na de geëigende nationale procedures te hebben doorlopen, unaniem gekozen voor vervolging en berechting in Nederland, ingebed in internationale samenwerking en steun.

In de brief van 5 juli hebben wij aangegeven dat er verschillende redenen zijn waarom een proces in en door Nederland een goede keus is. Nederland heeft ervaring met grote (internationale) zaken en de internationale gemeenschap heeft veel vertrouwen in het Nederlandse rechtssysteem. Berechting in Nederland houdt in dat het proces kan worden gevoerd op basis van de bestaande en beproefde kaders van het Nederlandse straf- en strafprocesrecht, waarbij zo nodig een verstekbehandeling mogelijk is. Verder is belangrijk dat de positie van nabestaanden goed is geregeld. Nederland heeft met 196 slachtoffers de meeste slachtoffers en met een proces in Nederland is de grootste groep nabestaanden in de gelegenheid om het proces ook fysiek van dichtbij te volgen. Ook heeft Nederland met veel landen een juridisch kader voor rechtshulp en uitlevering op basis van multilaterale en bilaterale verdragen. Met de overdracht van strafvervolging van Oekraïne, als land waar het neerhalen van vlucht MH17 heeft plaatsgevonden, aan Nederland, via een bilateraal verdrag, wordt buiten twijfel gesteld dat de vervolging en berechting in Nederland alle slachtoffers kan omvatten, ongeacht hun nationaliteit.

48

Kan nader toegelicht worden waarom het OM eraan hecht dat reeds is gekozen voor de wijze van vervolging en berechting?

Antwoord

Door intensief overleg met de JIT-partners en na verdergaande studie is veel duidelijk geworden over de (on)mogelijkheden van verschillende vervolgingsmodaliteiten. Dat betekende dat het mogelijk was om voor- en nadelen af te wegen. Duidelijk was bovendien dat met de oprichting van een internationaal tribunaal veel tijd zou zijn gemoeid. Overigens kost ook de voorbereiding van een nationale vervolging voor deze zaak tijd. Gelet hierop was het van belang om hierin tijdig een keuze te maken. Daarnaast is het in het belang van het opsporingsonderzoek dat er duidelijkheid zou komen over het toepasselijke formele en materiële recht.

49

Artikel 1b van het verdrag tussen Nederland en Oekraïne geeft als definitie van het misdrijf:

«b. «misdrijf»: elk misdrijf dat verband houdt met het neerhalen van vlucht MH17 van Malaysia Airlines op 17 juli 2014;».

Betekent dit dat Nederland ook kan verzoeken om de mensen te vervolgen voor openhouden van het luchtruim van Oekraïne, terwijl klip en klaar is dat dat een onveilig luchtruim was (zie OVV-rapport).

Antwoord

De definitie van «misdrijf» in het verdrag kent geen beperking ten aanzien van de aard van de misdrijven waarvoor kan worden vervolgd, op voorwaarde dat het misdrijf verband houdt met het neerhalen van vlucht MH17. Het strafrechtelijk onderzoek richt zich op de personen die betrokken zijn geweest bij het neerhalen van vlucht MH17.

50

Indien Nederland de luchtverkeersleiders die vlucht MH17 boven Oekraïne begeleid hebben, wil horen, kan zij dat dan krachtens dit verdrag afdwingen?

Antwoord

Voor het horen van de genoemde personen kunnen de bestaande rechtshulpverdragen worden toegepast. Zo nodig kunnen de genoemde personen worden gehoord door middel van videoconferentie op grond van het bilaterale verdrag met Oekraïne.

51

Indien Nederland de geluidsbanden van de luchtverkeersleiding in Oekraïne met de opnames van de luchtverkeersleiders met de MH17, zou willen vorderen, kan zij dat dan middels dit verdrag doen?

Antwoord

Het verdrag bevat geen regeling voor het vorderen van de genoemde opnames. Een dergelijk verzoek zou op basis van de bestaande rechtshulpverdragen moeten worden gedaan.

52

Bij welke rechtbank in Nederland zullen de vervolging en berechting worden ondergebracht en heeft deze rechtbank daarvoor voldoende ruimte, faciliteiten en medewerkers?

Antwoord

Daarover is nog geen beslissing genomen. Gezien de omvang van deze rechtszaak en de internationale dimensie wordt een aparte (bestaande) locatie gezocht. Deze locatie moet in ieder geval voldoende ruimte bieden aan nabestaanden om het proces te volgen.

53

Wie draagt de kosten van de nationale vervolging en berechting in en door Nederland?

Antwoord

Nederland betaalt de kosten voor getuigenbescherming, rechtspraak en het Openbaar Ministerie (OM). Externe financiering van de rechtspraak en het OM is niet wenselijk omdat iedere indruk van aantasting van de onafhankelijkheid van de rechtsgang dient te worden vermeden.

Nederland heeft ook besloten om getuigenbescherming zelf te financieren zodat geen inzicht gegeven hoeft te worden in dit vertrouwelijke programma.

De resterende kosten worden verdeeld over de vijf JIT-landen gezamenlijk. Nederland is in gesprek met de andere JIT-landen over de exacte verdeling van de resterende kosten, maar heeft van alle betrokken landen toezegging dat zij in de kosten zullen delen, ofwel via een directe financiële bijdrage, ofwel via een bijdrage in natura.

54

In uw brief van 24 oktober omschrijft u het keuze moment als volgt: «zodra het strafrechtelijk onderzoek dat toelaat» (Kamerstuk 33 997, nr. 87). Kunt u aangeven waarom dat nu het geval is?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 48.

55

Kunt u aangeven waarom de fase waarin (citaat) «het OM helderheid nodig heeft over het juridisch kader waarin vervolging zal plaatsvinden» nu is aangebroken?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 48.

56

Waarom is nationale vervolging in en door Nederland volgens de regering een betere optie dan de oprichting van een internationaal tribunaal op basis van een uitspraak van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties?

Antwoord

Zie het antwoord op de vragen 46 en 47.

57

Waarom is nationale vervolging in en door Nederland volgens de regering een betere optie dan de oprichting van een internationaal tribunaal op basis van een multilateraal verdrag?

Antwoord

Zie het antwoord op de vragen 46 en 47.

58

Waarom is nationale vervolging in en door Nederland volgens de regering een betere optie dan vervolging door het Internationaal Strafhof?

Antwoord

De bevoegdheid van het Internationaal Strafhof is complementair. Dit betekent dat het Strafhof slechts kan vervolgen in een zaak als nationale jurisdicties daar niet toe in staat zijn. Daar is in dit geval geen sprake van.

Daarnaast is het Internationaal Strafhof slechts bevoegd te vervolgen voor de in het statuut genoemde internationale misdrijven, terwijl het Nederlandse OM ook voor commune misdrijven kan vervolgen.

59

Wat zijn de inspanningen geweest, na het Russische veto, om alsnog voor een internationale variant voor vervolging te kiezen? Waarom zijn deze inspanningen niet geslaagd? Wat stond daaraan in de weg?

Antwoord

Beide opties zijn onderzocht en verder uitgewerkt. Hierbij is met de JIT-landen gesproken over een groot aantal juridische en praktische aspecten van de beide opties. Voor de motivering die ten grondslag lag aan de uiteindelijke keuze, wordt verwezen naar het antwoord op vragen 46 en 47.

60

Was er unanimiteit bij de JIT-landen voor nationale vervolging door Nederland? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Ja. Alle JIT-landen hebben een voorkeur uitgesproken voor nationale vervolging en berechting in en door Nederland.

61

Hoe heeft Rusland gereageerd op het nieuws dat Nederland gaat berechten?

Antwoord

De Russische autoriteiten hebben niet gereageerd op het besluit van de JIT-landen om de vervolging en berechting in Nederland te laten plaatsvinden.

62

Kunt u nader ingaan op de financiële steun van de JIT-landen voor de vervolging en berechting in Nederland? Wie financiert welk deel en om wat voor bedragen gaat het naar schatting?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 53.

63

Is Oekraïne gevraagd om maatregelen te nemen zodat het juridisch mogelijk wordt om verdachten met de Oekraïense nationaliteit uit te leveren aan Nederland? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Nederland en Oekraïne hebben gezamenlijk de mogelijkheden verkend voor een regeling die uit- of overlevering aan Nederland mogelijk zou maken. Uiteindelijk is geconcludeerd dat geen regeling kon worden getroffen die in overeenstemming zou zijn met de Oekraïense Grondwet. Wel is in het bilateraal MH17-verdrag tussen Oekraïne en Nederland de mogelijkheid gecreëerd om een Oekraïense verdachte die in Oekraïne wordt aangehouden via een videoverbinding te laten deelnemen aan een Nederlands proces en om een eventuele straf ten uitvoer te leggen in Oekraïne.

64

Klopt het dat over de uitlevering van verdachten nu geen afspraken zijn gemaakt in het bilaterale verdrag met Oekraïne? Zo ja, was dit in juridisch-technische zin wel mogelijk geweest?

Antwoord

In het bilaterale MH17-verdrag tussen Oekraïne en Nederland is bevestigd dat waar het gaat om uitlevering van verdachten de bestaande, tussen Oekraïne en Nederland geldende (uitleverings)verdragen worden toegepast. Daar waar Oekraïne bij dergelijke verdragen in het licht van de Grondwet een voorbehoud heeft gemaakt met betrekking tot de uitlevering van eigen onderdanen, blijft dat voorbehoud derhalve van kracht. Verdachten die in Oekraïne worden aangetroffen en niet de Oekraïense nationaliteit hebben, kunnen aan Nederland worden uitgeleverd.

65

Op welke wijze is getracht om met Rusland een bilateraal verdrag af te sluiten ten aanzien van het verhoor van getuigen en deskundigen uit Rusland en de vervolging, berechting en uitlevering van mogelijke Russische verdachten?

Antwoord

De Russische Federatie en Nederland zijn partij bij verschillende multilaterale rechtshulpverdragen. Daarnaast kan niet worden uitgesloten dat op enig moment nadere afspraken wenselijk zijn.

66

Het kabinet refereert in de brief aan afspraken in het verdrag met Oekraïne over politieke en financiële steun van de JIT-landen. Waaruit bestaat de financiële steun en hoe zal die worden besteed?

Antwoord

De afspraken over politieke en financiële steun van de JIT-landen aan een nationaal proces in Nederland worden vastgelegd in Memoranda of Understanding (MoU’s). Deze MoU’s worden naar verwachting nog dit jaar getekend. De precieze omvang van deze steun en de besteding zijn nog niet bekend (zie ook het antwoord op vraag 53).

67

Het kabinet schrijft in de brief: «De JIT-landen hebben voor het bepalen van hun voorkeur de daarvoor geëigende nationale procedures doorlopen». Wat was in Nederland de daarvoor geëigende procedure en hoe en wanneer is die doorlopen?

Antwoord

De Nederlandse voorkeur is door het kabinet bepaald en dit besluit is in de ministerraad genomen. Het besluit over de Nederlandse voorkeur is via de Ministeriële commissie Vliegramp Oekraïne (MCVO) aan de ministerraad voorgelegd. Ten behoeve van deze besluitvorming is advies van het OM gevraagd en zijn de JIT-landen verzocht hun voorkeur kenbaar te maken.

68

Zijn in het bilateraal verdrag ook bepalingen opgenomen over welke advocaten buitenlandse verdachten mogen bijstaan?. Zo ja, welke zijn dat; Zo niet, welke regels gelden er dan in de voorgenomen procedure?

Antwoord

De vervolging en berechting is een Nederlands proces en vindt daarmee ook binnen het Nederlandse straf- en strafprocesrecht plaats. Daarin zijn ook regels opgenomen over procesvertegenwoordiging.

69

Het kabinet refereert in de brief aan een afspraak tussen de JIT-landen om «gezamenlijk de grieving nations en andere relevante internationale organisaties te benaderen voor politieke/of financiële steun». Kunt u nader aangeven hoe u de invulling daarvan voor u ziet? Voor welk doel denkt u eventuele financiële steun te gebruiken?

Antwoord

Financiële bijdragen van de JIT-landen en overige Grieving Nations zullen worden gebruikt om uitgaven die samenhangen met het internationale karakter van de zaak te bekostigen. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan de kosten van een internationaal perscentrum of het tolken en vertalen van het proces.

70

Kunt u precies aangeven welke concrete juridische belemmeringen aan een internationale vervolging in de weg stonden en waarom deze niet met, bijvoorbeeld, bi- en/of multilaterale verdragsrechtelijke afspraken kunnen worden ondervangen?

Antwoord

Zie het antwoord op de vragen 46 en 47 en het antwoord op vraag 48.

71

Om welke redenen heeft het Nederlandse Openbaar Ministerie zijn voorkeur uitgesproken voor de nationale variant?

Antwoord

Het OM heeft zijn voorkeur uitgesproken voor vervolging in en door Nederland omdat de vervolging en berechting dan plaats zou vinden binnen de bestaande en beproefde kaders van het Nederlandse straf(proces)recht, de positie van nabestaanden goed is geregeld, het Nederlands rechtssysteem internationaal een uitstekende reputatie geniet en Nederland, middels verdragen, met veel landen een juridisch kader is overeengekomen voor rechtshulp en uitlevering.

72

Wanneer heeft de Nederlandse regering de JIT-landen verzocht hun voorkeur kenbaar te maken voor de nationale of de internationale variant?

Antwoord

De Nederlandse regering heeft eind april 2017 een verzoek gedaan aan de JIT-landen om hun voorkeur kenbaar te maken.

73

Om welke redenen hebben de JIT-landen hun voorkeur uitgesproken voor de nationale variant? Op welk moment hebben zij deze voorkeur uitgesproken? Hadden zij daarvóór een andere voorkeur? Zo ja, wat heeft hen van mening doen veranderen?

Antwoord

De JIT-landen is op een gegeven moment gevraagd om hun voorkeur uit te spreken voor een van beide vervolgingsopties. Hen is daartoe ook het advies van het OM toegestuurd. De JIT-landen hebben slechts eenmaal hun voorkeur bepaald en deze is dus niet gewijzigd. Ieder land heeft uiteindelijk zijn eigen afwegingen gemaakt en zijn nationale procedures voor besluitvorming doorlopen, maar wel op basis van een gemeenschappelijk begrip van hoe beide opties zouden werken. Het unanieme besluit van de JIT-landen is op 5 juli 2017 bekendgemaakt.

74

Kunt u uitgebreid motiveren op welke wijze de nationale vervolging zal zijn ingebed in internationale samenwerking? Ligt hier een schriftelijke afspraak aan ten grondslag? Zo ja, kan de Tweede Kamer die afspraak inzien? Zo nee, hoe is de inbedding dan verzekerd?

Antwoord

De nationale vervolging door Nederland zal op meerdere manieren zijn ingebed in internationale samenwerking.

De samenwerking tussen de JIT-landen zal ook in de volgende fase van het onderzoek worden voortgezet.

De landen wiens opsporingsautoriteiten in het JIT samenwerken hebben daarnaast afspraken gemaakt over de politieke samenwerking in de vervolgingsfase en over financiële steun voor de vervolging. Deze internationale samenwerking zal worden vastgelegd in een tweetal MoU’s tussen de JIT-landen over politieke respectievelijk financiële samenwerking. Uw Kamer zal een afschrift van de tekst van deze MoU’s ontvangen, indien de andere JIT-landen daarmee kunnen instemmen.

En vanzelfsprekend geeft ook het met Oekraïne gesloten bilaterale verdrag uiting aan de internationale samenwerking met het oog op het strafrechtelijke ter verantwoording roepen van betrokkenen bij het neerhalen van vlucht MH17.

75

Wat wordt bedoeld met de «noodzakelijke voorbereidingen» die in gang worden gezet nu is gekozen voor vervolging en berechting in Nederland?

Antwoord

Ten eerste betreft dit het ter behandeling aanbieden van de uitvoeringswetgeving aan de Kamer. Vervolgens gaat het om het implementeren van deze wetgeving en de vele organisatorische en praktische zaken die samenhangen met het voeren van een complexe stafzaak. Ook moet een geschikte locatie gevonden worden met alle benodigde voorzieningen, zoals een veilige videoverbinding.

76

Kan de Tweede Kamer de Memoranda of Understanding (MOU’s) inzien die zijn ondertekend door de JIT-landen?

Antwoord

Deze MoU’s zijn nog niet ondertekend. Na ondertekening zal de Kamer een afschrift van de tekst ontvangen, indien de andere JIT-landen daarmee kunnen instemmen.

77

Bestaat de internationale samenwerking, waarin de nationale vervolging zal zijn ingebed, enkel uit de JIT-landen of uit meerdere landen?

Antwoord

De MoU’s waarin deze internationale samenwerking zal worden vastgelegd zullen worden ondertekend door de JIT-landen. De kern van de internationale samenwerking vindt dus plaats tussen de JIT-landen. Daarnaast bestaat er de mogelijkheid voor andere landen, waaronder de Grieving Nations, om een bijdrage te leveren aan de internationale samenwerking waarin de nationale vervolging zal zijn ingebed. De JIT-landen zullen de Grieving Nations benaderen om een vrijwillige financiële bijdrage te vragen (zie ook de antwoorden op vragen 38, 66 en 69).

78

Hoe is verzekerd dat de internationale samenwerking, waarin de nationale vervolging zal zijn ingebed, de komende jaren zal blijven bestaan? Bestaat de kans dat de belangen van de verschillende landen uiteen zullen lopen, waardoor de internationale samenwerking wordt verzwakt?

Antwoord

De internationale samenwerking met de JIT-landen blijft verankerd in de verwachte voortzetting van het JIT na januari 2018. De JIT-landen hebben verklaard dat ze de vervolging en berechting in Nederland volledig steunen en zich blijvend committeren. Daarnaast worden daar door de JIT-landen twee MoU’s ondertekend over politieke en financiële samenwerking. De JIT-landen hebben zich daarmee duurzaam verbonden aan een nationale vervolging in Nederland.

79

Welke internationale elementen worden toegevoegd binnen het bestaande juridische kader aan de vervolging en berechting in Nederland? Als voorbeeld wordt een internationale klankbordgroep genoemd, maar welke andere opties staan u voor ogen?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 44.

80

Wat wordt bedoeld met een «klankbordgroep»? Wie nemen zitting in deze klankbordgroep? Welke taak zal de klankbordgroep hebben? Hoe is dit vastgelegd?

Antwoord

Over de invulling van een dergelijke klankbordgroep zal nader overleg plaatsvinden met de JIT-partners. Zie ook het antwoord op vraag 44.

81

Wat is de juridische status van het internationale team dat als klankbordgroep dient voor Nederland?

Antwoord

Een dergelijke klankbordgroep zou een ondersteuning zijn voor het Nederlandse OM. De formele positie van het Nederlandse OM verandert hierdoor niet.

82

Zijn er uitzonderingen mogelijk op het grondwettelijk verbod van Oekraïne en Rusland om onderdanen uit te leveren? Wordt daarover gesproken met beide landen?

Antwoord

Nederland en Oekraïne hebben gezamenlijk de mogelijkheden verkend voor een regeling die uit- of overlevering aan Nederland mogelijk zou maken. Uiteindelijk is geconcludeerd dat geen regeling kon worden getroffen die in overeenstemming zou zijn met de Oekraïense Grondwet. In het bilaterale MH17-verdrag tussen Oekraïne en Nederland is de mogelijkheid gecreëerd om een Oekraïense verdachte die in Oekraïne wordt aangehouden via een videoverbinding te laten deelnemen aan een Nederlands proces.

Met de Russische Federatie zijn hierover vooralsnog geen specifieke afspraken gemaakt.

83

U verwijst in de passage over het Nederlandse rechtssysteem naar mogelijkheden voor spreekrecht van nabestaanden en de mogelijkheid voor Nederlandse nabestaanden om het proces van dichtbij te volgen. Komen die mogelijkheden er ook voor nabestaanden uit andere landen en zo ja, wie draagt de kosten van reis en verblijf?

Antwoord

In het bilaterale MH17-verdrag wordt de overdracht van strafvervolging van Oekraïne aan Nederland geregeld zodat daarmee buiten twijfel staat dat de vervolging plaatsvindt voor alle slachtoffers. Hiermee hebben de niet-Nederlandse nabestaanden dezelfde rechten als de Nederlandse nabestaanden. Er wordt naar mogelijkheden gekeken om het voor niet-Nederlandse nabestaanden mogelijk te maken om bijvoorbeeld hun spreekrecht via videoverbinding te laten plaatsvinden.

84

Kunt u aangeven hoeveel verdachten op dit moment in beeld zijn?

Antwoord

Het strafrechtelijk onderzoek is nog steeds in volle gang. Over de inhoud van opsporingsactiviteiten, zoals gegevens die betrekking hebben op het aantal potentiële verdachten, wordt door het OM geen mededelingen gedaan vanwege het belang van het onderzoek.

85

Hoe verhoudt artikel 61 van de Russische Grondwet zich tot artikelen 27 en 46 van het Weens Verdragenverdrag?

Antwoord

Op grond van de artikelen 27 en 46 van het Weens Verdragenverdrag mag een staat zich niet beroepen op een bepaling van nationaal recht om het niet ten uitvoer leggen van een verdrag te rechtvaardigen. Dit betekent dat Rusland zich uitsluitend kan beroepen op het grondwettelijk uitleveringsverbod van eigen onderdanen voor zover het geen verdragsrechtelijke verplichtingen tot het uitleveren van eigen onderdanen is aangegaan.

86

Hoe verhoudt artikel 25 van de Oekraïense Grondwet zich tot artikelen 27 en 46 van het Weens Verdragenverdrag?

Antwoord

Op grond van de artikelen 27 en 46 van het Weens Verdragenverdrag mag een staat zich niet beroepen op een bepaling van nationaal recht om het niet ten uitvoer leggen van een verdrag te rechtvaardigen. Dit betekent dat Oekraïne zich uitsluitend kan beroepen op het grondwettelijk uitleveringsverbod van eigen onderdanen voor zover het geen verdragsrechtelijke verplichtingen tot het uitleveren van eigen onderdanen is aangegaan.

87

Wanneer zal het strafrechtelijk onderzoek naar verwachting worden afgerond?

Antwoord

Zie het antwoord op vraag 43.

Naar boven