33 997 Vliegramp MH17

Nr. 94 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 mei 2017

Mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu informeer ik uw Kamer over de laatste stand van zaken op het MH17 dossier. Met deze brief wordt antwoord gegeven op het verzoek van de Vaste Kamercommissie van Buitenlandse Zaken.

Aanbevelingen OVV-rapport

De maatregelen ten aanzien van vliegen boven risicogebieden kunnen worden onderverdeeld in het delen van informatie op nationaal niveau tussen de rijksoverheid en de luchtvaartmaatschappijen, Europese activiteiten en acties richting ICAO.

Convenant

Het Convenant over de deling van dreigingsinformatie voor de burgerluchtvaart is op 30 juni 2016 getekend door de bewindspersonen van IenM, BZ, VenJ, Defensie en BZK, en door de KLM-groep, Corendon, TUIfly en de Vereniging van Nederlandse Vliegers (VNV). Het doel van dit convenant is het nationaal borgen van het delen van dreigingsinformatie tussen de overheid en de luchtvaartmaatschappijen zodat de luchtvaartmaatschappijen, mede gebaseerd op deze informatie, een goede risicoanalyse kunnen maken voor een veilige vluchtuitvoering buiten het Nederlandse luchtruim. De leden van de expertgroep van betrokken partijen die door dit convenant is ingesteld, hebben aan de stuurgroep gemeld dat de besprekingen in de expertgroep goed verlopen, en dat de informatie-uitwisseling voor de luchtvaartmaatschappijen een meerwaarde heeft bij het doen van risicoanalyses ten behoeve van een veilige vluchtuitvoering. Een formele evaluatie van de werking van het convenant vindt thans plaats. De Kamer wordt hierover bericht voor het zomerreces. (Zie ook de Verzamelbrief luchtvaart van de Staatssecretaris IenM van 19 april 2017 (Kamerstuk 31 936, nr. 388)).

Europees niveau

De Europees gecoördineerde activiteiten zijn vormgegeven op basis van het Europese High Level Report on Conflict Zones dat tijdens het Nederlands voorzitterschap van de EU in 2016 is gepresenteerd (zie de brief van de Staatssecretaris van IenM van 17 maart 2016, Kamerstuk 33 997, nr. 82). Ik verwijs voor een gedetailleerd toelichting op de stand van zaken naar de brief van de Staatsecretaris van I&M van 19 april 2017 (Kamerstuk 31 936, nr. 388).

ICAO

ICAO heeft diverse besluiten genomen op het gebied van conflict zones. Tijdens de algemene ledenvergadering van ICAO in september/oktober 2016 zijn de voorstellen uit een Europees (door Nederland opgesteld) Working Paper aanvaard (zie de brief van de Staatsecretaris van IenM van 6 oktober 2016; Kamerstuk 24 804, nr. 92). Deze voorstellen zijn merendeels gebaseerd op de aanbevelingen van de OVV voor vliegen over conflictgebieden. Veel voorstellen richten zich op aanpassingen van verschillende bijlagen (Annexen) bij het Verdrag van Chicago inzake de regels voor de internationale burgerluchtvaart.

Voor de concrete stand van zaken ten aanzien van de diverse onderdelen verwijs ik graag naar de beantwoording van Kamervragen van de leden Visser en Ten Broeke van 19 april jongstleden (Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nr. 1658).

Informatie over de stand van zaken voor de ICAO «website», het Conflict Zone Information Repository (CZIR), is eveneens opgenomen in de Verzamelbrief luchtvaart van de Staatssecretaris van IenM van 19 april 2017 (Kamerstuk 31 936, nr. 388).

Archief MH17

De Kamer is op 21 december 2016 geïnformeerd over de stand van zaken archief en index MH17 (Kamerstuk 33 997, nr. 89). In de brief is ingegaan op de organisatiestructuur, het doel van het project en de voorgestelde aanpak om de beschikbare informatie blijvend en duurzaam te bewaren. Het project wordt conform het projectplan uitgevoerd. De fasering van het project is als volgt:

  • 1. Identificeren van de informatie (maart 2017)

  • 2. Indexeren van de informatie (juli 2017)

  • 3. Inzicht in de duurzame toegankelijkheid van de overheidsinformatie (juli 2017)

  • 4. Borging en overdracht na afronding project (oktober 2017).

De eerste fase is inmiddels afgerond en conform het projectplan opgeleverd. Fase twee is inmiddels in gang gezet. Voor het zomerreces zal de Kamer wederom worden geïnformeerd over de voortgang van het project, conform de toezegging in Kamerbrief (Kamerstuk 33 997, nr. 89).

Evaluatie Politie inzet

In de brief van 18 april jongstleden (Kamerstuk 33 997, nr. 93) is uw Kamer geïnformeerd over de evaluatie van de politie inzet ten aanzien van het neerhalen van vlucht MH17.

WOB-verzoek

Op 24 februari 2017 heeft de rechtbank Midden-Nederland einduitspraak gedaan in de beroepen die door de Volkskrant, de NOS en RTL Nieuws zijn ingesteld tegen besluiten van de Minister van Veiligheid en Justitie van 11 augustus 2015. Dit betrof verzoeken om openbaarmaking van alle documenten met betrekking tot de politiek-bestuurlijk afhandeling van de vliegramp met de MH17, op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB). In de einduitspraak in deze zaak heeft de rechtbank geoordeeld dat enkele passages uit de Interdepartementale Commissie Crisisbeheersing ICCb-stukken nog openbaar gemaakt dienen te worden alsmede de verslagen van de Ministeriële Commissie Crisisbeheersing (MCCb). De genoemde passages uit de ICCb-stukken zijn reeds openbaar gemaakt. Tegen het oordeel dat de verslagen van de MCCb openbaar moeten worden gemaakt, is op 7 april jl. hoger beroep ingesteld en een voorlopige voorziening aangevraagd. Tegelijkertijd hebben ook De Volkskrant, de NOS en RTL Nieuws hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank. De gevraagde voorlopige voorziening is toegewezen, waardoor de staat niet direct uitvoering hoeft te geven aan de WOB uitspraak van de rechtbank Midden Nederland met betrekking tot het openbaren van MCCb verslagen. Er zijn derhalve geen nieuwe stukken die aan uw Kamer kunnen worden gestuurd.

Luchtalarm

Uw Kamer vraagt ook of er meer duidelijkheid is over een luchtalarm dat in de omgeving van Torez te horen zou zijn geweest. Het kabinet heeft eind 2015 laten weten dat er geen specifieke informatie is over een luchtalarm in Torez op 17 juli 2014. In het onderzoeksrapport van de OVV wordt hier ook geen melding van gemaakt. Daarnaast is aangegeven dat openbare bronnen melden dat in die regio op dat moment vaker een luchtalarm afging. Immers, op het moment van het neerhalen van vlucht MH17 vond een gewapend conflict plaats in het oosten van Oekraïne.

IGH-zaak Oekraïne versus de Russische Federatie

Op 6 maart vond de eerste zitting plaats in de zaak die Oekraïne bij het Internationaal Gerechtshof aanspant tegen Rusland. Oekraïne had al eerder de intentie uitgesproken om bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag een rechtszaak te starten tegen Rusland. Oekraïne heeft voor het starten van deze zaak geen instemming nodig van Nederland of de andere JIT-landen. Oekraïne beschuldigd Rusland van schendingen van het internationaal recht op basis van het Internationaal Verdrag ter bestrijding van de financiering van terrorisme en het Internationaal verdrag inzake de uitbanning van rassendiscriminatie. Het neerhalen van vlucht MH17 maakt deel uit van de zaak, maar de zaak is inhoudelijk een stuk breder en omvat vermeende Russische steun aan de separatisten in Oost-Oekraïne en mogelijke mensenrechtenschendingen door Rusland ten aanzien van etnische Oekraïners en Tataren op de Krim. Het Hof heeft op 19 april jl. uitspraak gedaan over een Oekraïens verzoek tot het opleggen van voorlopige maatregelen. Het verzoek om voorlopige maatregelen op grond van het rassendiscriminatieverdrag werd door het Hof toegewezen. Verder legt het Hof beide partijen op zich te onthouden van acties die de situatie kunnen verergeren. Hoewel de voorlopige maatregelen geen betrekking hebben op Oost-Oekraïne, roept het Hof in de motivering zowel Rusland en Oekraïne op de Minsk akkoorden te implementeren teneinde het conflict aldaar vreedzaam op te lossen.

Russische radarbeelden

Het onderzoek naar de radargegevens is nog steeds gaande. Het OM heeft inmiddels een aanvullend rechtshulpverzoek gedaan aan de Russische Federatie met een nader gespecificeerd verzoek om radargegevens te leveren in een format waarin vergelijking mogelijk is. Daarnaast heeft het OM externe expertise ingeschakeld voor de analyse van de radargegevens.

Het OM heeft tijdens de presentatie van de onderzoeksresultaten van het JIT in september 2016 (Kamerstuk 33 997, nr. 86) al aangegeven dat het feit dat de BUK niet op radarbeelden te zien is, niet betekent dat deze daar ook niet heeft gevlogen.

Vervolging en berechting

Na het veto van de Russische Federatie in de VN-Veiligheidsraad, is Nederland in nader overleg getreden met de JIT-landen (Australië, Maleisië, Oekraïne, België en Nederland) over vervolgstappen. Door de regeringsleiders van die landen is besloten te komen tot een verdere juridische uitwerking van vervolgings- en berechtingsmechanismen, met name nationale vervolging en berechting in één van de bij het strafrechtelijk opsporingsonderzoek betrokken landen, en internationale vervolging en berechting door een bij multilateraal verdrag op te richten tribunaal.

Zoals in de brief van oktober 2016 (Kamerstuk 33 997, nr. 87) is aangegeven, zijn verschillende juridische aspecten van belang, zoals overdracht van strafvervolging, de positie van nabestaanden in het strafproces, de mogelijkheid van aanwezigheid van verdachten en de mogelijkheden voor overdracht van de executie van vonnissen. Deze zullen, inclusief internationaal politieke aspecten, in onderlinge samenhang worden beoordeeld. De keuze voor een vervolgings- en berechtingsmechanisme zal in gezamenlijk overleg met de andere JIT-landen worden gemaakt. Nederland zal bij het maken van een keuze ook de visie van het Nederlandse OM betrekken. Uw Kamer zal uiteraard over de keuze worden geïnformeerd.

Na de presentatie van het JIT in september 2016 (Kamerstuk 33 997, nr. 86) is nogmaals gebleken dat het strafrechtelijk onderzoek op brede steun van de internationale gemeenschap kan rekenen. Het kabinet hecht veel belang aan deze brede internationale steun en de inzet is er dan ook op gericht om deze steun ook in de vervolgings- en berechtingsfase te behouden. Zowel het strafrechtelijk onderzoek als de vervolging en berechting van de daders zullen een zaak van lange adem zijn. Stap voor stap wordt voortgang gemaakt bij het achterhalen van de waarheid, het identificeren van de daders in lijn met VNVR-resolutie 2166. Het zoeken naar gerechtigheid ter zake van het neerhalen van vlucht MH17 heeft voor het kabinet onverminderd de hoogste prioriteit.

De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok

Naar boven