33 952 Schaliegas

Nr. 12 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 oktober 2014

Tijdens het plenaire debat met uw Kamer op 5 juni jl. (Handelingen II 2013/14, nr. 90, debat over Schaliegas) heb ik toegezegd dat ik u de definitieve Notitie reikwijdte en detailniveau voor het planMER Schaliegas zal toesturen. Via deze brief geef ik – mede namens de Minister van Infrastructuur en Milieu – invulling aan deze toezegging. Tevens geef ik u een update van de planning richting de structuurvisie Schaliegas. Daarnaast zal ik kort ingaan op het aanhouden van de opsporingsvergunningen van Cuadrilla en Hexagon. Tenslotte stuur ik u bij deze op uw verzoek een afschrift van de antwoordbrief aan de Technische Commissie Bodem.

Vaststelling Notitie reikwijdte en detailniveau

Uitgangspunt vormt de concept Notitie reikwijdte en detailniveau (hierna: de conceptnotitie), die ik op 28 mei jl. aan uw Kamer heb gestuurd1). Deze conceptnotitie heeft van 29 mei tot en met 9 juli 2014 ter inzage gelegen. Iedereen kon hierop reageren. Daarnaast zijn (conform de m.e.r. wet- en regelgeving) de relevante bestuursorganen en wettelijke adviseurs geraadpleegd over de reikwijdte en het detailniveau van het planMER. Ook zijn de direct belanghebbende maatschappelijke organisaties en stakeholders gevraagd een reactie te geven.

Op de conceptnotitie zijn binnen de inspraaktermijn door burgers en bedrijven in totaal 2464 zienswijzen binnengekomen waarvan 839 unieke. Daarnaast zijn 336 reacties van overheden ontvangen. De zienswijzen en reacties zijn integraal opgenomen in 4 bundels. Deze inspraak- en reactiebundels zijn te vinden op www.bureau-energieprojecten.nl.

Ook is de Commissie voor de m.e.r. gevraagd advies te geven over de conceptnotitie. De Commissie is gevraagd de zienswijzen en reacties die op de conceptnotitie zijn gegeven in haar advies mee te nemen. Dat heeft de Commissie gedaan.

Het advies, dat de Commissie op 9 september jl. heeft uitgebracht, treft u bijgaand aan (bijlage 1)2. De belangrijkste punten uit de zienswijzen en het advies van de Commissie voor de m.e.r. zijn de volgende:

  • Veel zienswijzen en reacties hebben betrekking op de principiële vraag of schaliegaswinning in Nederland wel of niet zou moeten worden toegestaan. Om deze vraag te kunnen beantwoorden adviseert de Commissie voor de m.e.r. goede referentiescenario’s uit te werken in de verkenning naar nut en noodzaak van schaliegas. Dit advies neem ik ter harte. In de verkenning worden verschillende scenario’s met elkaar vergeleken, waarbij de Europese ambitie van 80–95% CO2-reductie in 2050 het uitgangspunt is. Hoe schaliegas eventueel past in een strategische en lange termijnvisie op de rol van aardgas in de energievoorziening valt buiten de scope van het planMER en de structuurvisie en zal meegenomen worden in het Energierapport 2015.

  • Door verschillende experts is bevestigd dat bij opsporing of winning van schaliegas ook schalieolie aangetroffen zou kunnen worden. In het planMER-onderzoek zullen daarom ook de milieueffecten van schalieolie worden onderzocht. Deze verbreding van de scope van het onderzoek is nodig om te zijner tijd een beargumenteerde beslissing te kunnen nemen over de wenselijkheid van schalieoliewinning.

  • Verder gingen diverse zienswijzen en reacties in op de keuze van de op voorhand uit te sluiten gebieden van het planMER-onderzoek. Het onderzoeken van gebieden betekent echter geenszins dat daarmee opsporing en winning van schaliegas in deze gebieden mogelijk zal zijn. De uitkomsten van het milieuonderzoek kunnen aanleiding geven om meer gebieden uit te sluiten. Dat kan met name gelden voor breuklijnen en boringsvrije zones. De boringsvrije zones die noodzakelijk zijn voor het borgen van de drinkwatervoorziening staan niet ter discussie en worden gerespecteerd. Ten aanzien van het aspect drinkwaterbescherming zal overigens ook, in overleg met de waterbedrijven, verder onderzocht worden of de 1.000 meter begrenzing in de ondergrond voldoet of dat aanpassing nodig is.

In de reactienota (bijlage 2)3 ga ik nader in op hoe ik om zal gaan met het advies van de Commissie voor de m.e.r., de diverse reacties en de zienswijzen. De conceptnotitie, het advies van de Commissie m.e.r. en de reactienota vormen tezamen de definitieve Notitie reikwijdte en detailniveau. De Notitie reikwijdte en detailniveau is daarmee vastgesteld. Deze vormt de basis voor het planMER.

Planning structuurvisie

Eerder heb ik uw Kamer geïnformeerd over de planning van het planMER en de structuurvisie.

Ik heb toen aangegeven dat ik verwacht dat het planMER eind van dit jaar kan worden afgerond. Als gevolg van de hoeveelheid zienswijzen en reacties heeft de Commissie voor de m.e.r. meer tijd nodig gehad voor haar advies. Tevens hebben de inspraak en het advies van de Commissie geleid tot een uitbreiding van de scope van het planMER, met name ten aanzien van schalieolie. Om die reden acht ik het noodzakelijk om Arcadis, het bureau dat het PlanMER in opdracht van EZ uitvoert, meer tijd te geven om het onderzoek zorgvuldig af te ronden.

Ik verwacht dat Arcadis enkele maanden extra nodig heeft. Dat betekent dat het planMER in het tweede kwartaal van 2015 zal worden opgeleverd en dat ik u na de zomer van 2015 de ontwerpstructuurvisie zal toesturen. Ik verwacht de structuurvisie nog steeds eind 2015 te kunnen vaststellen. De structuurvisie Schaliegas zal integraal onderdeel uitmaken van de structuurvisie Ondergrond (STRONG). Gedurende het milieuonderzoek en het opstellen van de structuurvisie Schaliegas zal intensieve afstemming plaatsvinden tussen de beide structuurvisies voor wat betreft de aanpak en de uitgangspunten.

De planning ziet er als volgt uit:

Aanhouden vergunningen

Op 11 december 2013 heeft Hexagon Energy een verzoek tot verlenging van haar opsporingsvergunning voor het gebied Peel ingediend. Reeds in september 2013 heb ik uw Kamer gemeld dat ik tot de vaststelling van de structuurvisie Schaliegas geen nieuwe aanvragen voor opsporingsvergunningen gericht op schaliegas in behandeling zou nemen4. Mede naar aanleiding van het verzoek tot verlenging van de opsporingsvergunning van Hexagon Energy van 11 december 2013 heb ik uw Kamer in april 2014 gemeld dat ik ook verzoeken tot verlenging van lopende vergunningen zal aanhouden5. Inmiddels heeft ook Cuadrilla Brabant B.V. op 8 september 2014 een verzoek tot verlenging van haar opsporingsvergunning Noord-Brabant ingediend.

Om te voorkomen dat de vergunningen vervallen en derden eventueel aanspraak kunnen maken op het aan Hexagon respectievelijk Cuadrilla vergunde gebied, heb ik besloten dat ik beide verlengingsaanvragen zal aanhouden, maar dat de vergunningen niet vervallen totdat ik – na de afronding van de structuurvisie – op de aanvragen tot verlenging heb beslist. Om derden te informeren over de aanhouding van deze aanvragen worden de brieven die ik daarover aan beide partijen zal sturen, gepubliceerd in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Kamerstuk 33 952, nr. 1

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
4

Kamerstuk 28 982, nr. 133

X Noot
5

Kamerstuk 28 982, nr. 138

Naar boven