33 037 Mestbeleid

32 670 Voortgang Natura 2000

Nr. 174 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2015

In het AO Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) van 9 september jl. (Kamerstuk 33 037, nr. 163) heeft mijn voorganger aangegeven schriftelijk terug te komen op de vraag van het lid Lodders over de effecten van emissiebronnen in het buitenland. Met deze brief beantwoord ik de vraag. Tevens informeer ik u over de opzet van de evaluatie van het eerste jaar PAS, zoals was toegezegd in het AO van 1 april jl. (Kamerstuk 32 670, nr. 99). Het complete overzicht van de invulling van de toezeggingen gedaan tijdens het AO van 1 april jl. treft u ook in deze brief aan. Een verzoek hiertoe was gedaan in het AO van 9 september jl.

Effecten buitenland

Het lid Lodders heeft gevraagd of de depositieruimte c.q. ontwikkelingsruimte voor Nederlandse economische activiteiten «opgeslokt» wordt door buitenlandse bronnen.

De PAS geldt alleen voor Nederland. Dit betekent dat buitenlandse sectoren geen beroep doen op Nederlandse depositieruimte c.q. ontwikkelingsruimte. Het effect van buitenlandse bronnen wordt via monitoring bijgehouden. Alleen wanneer als gevolg van een forse toename van de bijdrage van buitenlandse bronnen aan de totale depositie in Nederland, de verwachte afname van de depositie in Nederland kleiner is dan verwacht, kan besloten worden de hoeveelheid ontwikkelingsruimte te verkleinen.

Nederland is netto-exporteur van stikstof. Het grootste deel van de in Nederland veroorzaakte stikstofemissie komt in de zee terecht of in het buitenland. De bijdrage van bronnen in het buitenland aan de depositie op de Nederlandse Natura 2000-gebieden is echter ook substantieel: zij bedraagt gemiddeld over alle Natura 2000-gebieden circa 35% van de totale depositie. Om een beeld te geven vermeld ik de gebieden waar het aandeel van de buitenlandse deposities groter is dan 60%: Aamsveen, Wooldse Veen, Westerschelde & Saeftinghe, Zwin & Kievittepolder, Sint Pietersberg & Jekerdal en Noorbeemden & Hoogbos.

De emissies van buitenlandse bronnen zullen naar verwachting verder dalen de komende jaren. In de landen die Nederland omringen zullen beperkende maatregelen worden genomen ter voldoening aan Europese regelgeving.

Opzet evaluatie eerste jaar PAS

De evaluatie van het eerste jaar van de PAS zal vooral het karakter hebben van een voortgangsrapportage of een vroege tussentijdse evaluatie. Het gaat om rapporteren van de voortgang op inhoud en functioneren van programma en instrumentarium, mede afgezet tegen de verwachtingen. De hoofdvragen zijn de eerste bevindingen omtrent de hoofddoelen van de PAS: economische ontwikkeling, natuurherstel en de vereenvoudiging van de vergunningverlening en vermindering van administratieve lasten, voor zover daar gegevens over beschikbaar zijn. Ook zal een overzicht gegeven worden van met name beleidsmatige ontwikkelingen in het eerste jaar voor wat betreft de PAS.

Stand van zaken toezeggingen AO PAS 1 april jl.

In het AO van 9 september jl. heeft de Kamer gevraagd aan te geven wat de stand van zaken is met betrekking tot de toezeggingen die mijn voorganger in het AO van 1 april jl. heeft gedaan. De stand van zaken is als volgt:

  • De Kamer is geïnformeerd op 14 april jl. (Kamerstuk 33 037, nr. 151) over de resultaten van het Bestuurlijk Overleg van 2 april jl.

  • De Kamer is geïnformeerd over de voortgang en wijzigingen van de PAS op 6 juli jl. en 8 september jl. (Kamerstuk 33 037, nrs. 155 en 159).

  • De Kamer is op 6 juli jl., 8 september jl. (Kamerstuk 33 037, nrs. 155 en 159) en 13 oktober jl. (Kamerstuk 32 670, nr. 104) geïnformeerd over de aanstelling van een verbindingsofficier.

  • De Kamer is op 14 april jl., 6 juli jl. en 8 september jl. (Kamerstuk 33 037, nrs. 151, 155 en 159) geïnformeerd over de actualisatie van Aerius.

  • In het AO PAS van 9 september jl. is de Kamer geïnformeerd over de wijze waarop maatschappelijke organisaties betrokken worden bij de PAS. Zij hebben zitting in een adviserend platform, dat regelmatig bijeenkomt.

  • In het AO PAS van 9 september jl. is gemeld dat er overleg plaatsvindt met het Havenbedrijf Rotterdam over de mogelijkheden voor verdergaande stikstofreductie in ruil voor ontwikkelingsruimte. Tijdens een werkbezoek in de Rotterdamse haven op 28 september jl. heeft mijn voorganger met het Havenbedrijf gesproken over de intentie om te komen tot een convenant hierover.

  • De hoofdpunten van de review PAS na 5 jaar en de eventuele rol van de commissie m.e.r. daarin worden te zijner tijd uitgewerkt en met de Kamer gedeeld.

  • De Kamer is op 6 juli jl. en 8 september jl. (Kamerstuk 33 037, nrs. 155 en 159) geïnformeerd over hoe de provincies omgaan met beleidsregels.

  • De Kamer is op 3 juni jl. geïnformeerd over de uitkomsten van het gesprek met de sector over o.a. de stalgegevens.

  • De Kamer is met deze brief geïnformeerd over de opzet van de evaluatie van het eerste jaar PAS.

  • De Kamer is op 8 september jl. geïnformeerd over de stand van zaken van de toegezegde analyse vanaf de jaren ’90. De aanbevelingen van de review worden door RIVM verwerkt. Zodra de analyse is afgerond, wordt deze aan de Kamer toegestuurd.

  • De Kamer is op 15 december jl. in antwoord op een tweetal verzoeken van de vaste commissie voor Economische Zaken van 10 november jl. bericht over het proces in de provincie Overijssel over Engbertsdijksvenen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

Naar boven