33 003 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2012)

A BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 november 2011

Het pakket Belastingplan 2012 is op 17 november 2011 aangenomen in de Tweede Kamer. Dit pakket bestaat uit vijf wetsvoorstellen1, namelijk het Belastingplan 2012, Overige fiscale maatregelen 2012, Wet toepassing dwangsomregeling toeslagen, Geefwet en Wet uitwerking autobrief. Zoals gebruikelijk ontvangt u bijgaand een overzicht – in chronologische volgorde – van de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de oorspronkelijke wetsvoorstellen van het pakket belastingplan.

De staatssecretaris van Financiën,

F. H. H. Weekers

Bijlage wijzigingen pakket Belastingplan 2012

Belastingplan 2012 (33 003)

Het wetsvoorstel Belastingplan 2012 bevat verschillende maatregelen die betrekking hebben op het budgettaire en koopkrachtbeeld van het komende jaar.

Over dit wetsvoorstel is een nota naar aanleiding van het verslag2 aan de Tweede Kamer verzonden. Daarnaast zijn vier brieven gestuurd die voor de voorbereiding van de behandeling in uw Kamer wellicht ook van belang kunnen zijn:

  • Op 24 oktober 2011 is gelijktijdig met de nota naar aanleiding van het verslag de tussenevaluatie van de werkkostenregeling naar de Tweede kamer gezonden.3

  • Op 28 oktober 2011 is de concept lagere regelgeving over ANBI’s en een reactie op de vraag van de vaste commissie voor Financiën d.d. 16 oktober jl. over de motie Bashir/Van Vliet naar de Tweede Kamer verzonden.4

  • Op 31 oktober 2011 heeft de Minister van EL&I een ontwerp voor een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) met betrekking tot de Research en Development Aftrek (RDA) aan de Tweede Kamer gestuurd.5

  • Op 3 november 2011 heeft de Tweede Kamer een brief ontvangen met schriftelijke antwoorden op een deel van de tijdens het wetgevingsoverleg van 31 oktober 2011 gestelde vragen.6 Bijlage bij deze brief is de concept AMvB voor de 30%-regeling.

  • Op 11 november is op een aantal onderwerpen van het wetgevingsoverleg van 7 november 2011 schriftelijk teruggekomen.7 Als bijlage is de concept AMvB over de informatieverplichting meegestuurd.

Deze brieven zien ook op de andere wetsvoorstellen die deel uitmaken van het pakket Belastingplan 2012.

Er zijn vijf nota's van wijziging met betrekking tot het voorstel van wet Belastingplan 2012 ingediend. Hierna worden de inhoudelijke wijzigingen in deze nota's van wijziging toegelicht.

In de eerste nota van wijziging8 wordt een Research & Development aftrek (RDA) geïntroduceerd. Dit is een extra aftrek van de winst voor directe kosten van R&D, niet zijnde loonkosten. De uitwerking van deze maatregel was nog niet afgerond ten tijde van de indiening van het wetsvoorstel Belastingplan 2012. Deze nota van wijziging is voor advies aan de Raad van State voorgelegd.

Op grond van de tweede nota van wijziging9 is het vitaliteitspakket aangepast in lijn met de brief van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) van 30 september 2011.10 De wijzigingen zien op de werkbonus en de levensloopregeling. Voor de werkbonus is de leeftijdsgrens verlaagd van 62 jaar naar 61 jaar. Verder is het maximumbedrag van de werkbonus verlaagd van € 3 000 naar € 2350. De wijzigingen van de levensloopregeling zijn hierna schematisch weergegeven:

Tabel 1 Aanpassingen overgangsrecht levensloopregeling (LLR)
 

wetsvoorstel

2e nota van wijziging

Aanvullende voorwaarde voor deelname LLR 2013 e.v.: leeftijd op 31/12/2012

≥ 58 jaar

Geen leeftijdgrens

Voorwaarde voor deelname LLR 2012 e.v.: saldo op 31/12/2011

> 0

≥ € 3 000

Opbouw LLVK vanaf 2012

ja

nee

Mag je na 2013 geruisloos doorstorten naar vitaliteitssparen?

nee

ja, maar tot een max. van € 20 000; over het meerdere afrekenen

Uit de derde nota van wijziging11 volgt dat na een tussentijdse opname van een deel van het spaarloontegoed de vrijstelling in box 3 in beginsel van toepassing blijft op het resterende saldo. Deze wijziging beoogt vereenvoudiging van het overgangsrecht voor de uitvoering. Voorts is in deze nota van wijziging geregeld dat de buitenlandse AB-regeling in een ontgaanssituatie ook wordt toegepast als een aanmerkelijk belang in een Nederlandse vennootschap wordt gehouden door een feitelijk niet in Nederland gevestigde vennootschap, waarvan de oprichting heeft plaatsgevonden naar Nederlands recht.

Op grond van de vierde nota van wijziging wordt revisierente berekend als na het bereiken van de leeftijd van 62 jaar meer dan € 10 000 per jaar van een vitaliteitsspaarrekening is overgeboekt, uit een vitaliteitsspaarverzekering tot uitkering is gekomen of van het vitaliteitsspaarrecht van deelneming is vervreemd. Het kabinet wil hiermee het doorwerken van 62-plussers extra stimuleren en voorkomen dat vitaliteitssparen voor vervroegd pensioen wordt gebruikt. Tevens is in de vierde nota van wijziging, zoals aangekondigd in het antwoord op Kamervragen van de leden Omtzigt en Ormel12, geregeld dat tariefgrenzen en vrijstellingsbedragen in de Successiewet 1956 eenmalig niet worden geïndexeerd. Dit ter financiering van het eveneens in het antwoord op dezelfde Kamervragen aangekondigde overgangsrecht inzake een goedkeuring voor de in aanmerking te nemen waarde van een vererfde woning waarvan de blooteigendom reeds was overgedragen aan de kinderen.

De vijfde nota van wijziging bevat een aanpassing van de oorspronkelijke uitzondering op de renteaftrekbeperking voor overnameholdings voor de situatie dat na de overname sprake is van een gezonde financiering. Of sprake is van een gezonde financiering werd op grond van het oorspronkelijke wetsvoorstel bepaald op basis van de verhouding tussen het eigen en vreemd vermogen na de overname. Deze verhouding is echter van meerdere factoren afhankelijk die niet direct na een overname bekend zijn, en van jaar tot jaar verschillen. Daarom zouden belastingplichtigen niet meteen na een overname zekerheid hebben over het al dan niet van toepassing zijn van de renteaftrekbeperking in toekomstige jaren. Om meer zekerheid te bieden, is in de vijfde nota van wijziging geregeld dat sprake is van een gezonde financiering als de overnameschuld in het jaar van de overname niet meer is dan 60% van de overnameprijs. Dit percentage neemt vervolgens met 5%-punt per jaar af tot 25%.

De volgende amendementen zijn aangenomen:

  • Kamerstukken II 2011/2012, 33 003, nr. 40 (Van Vliet) Op grond van dit amendement geldt de renteaftrekbeperking ook voor overnames waarbij de fiscale eenheid tussen de overnemer en de maatschappij waarin het belang is verworven dan wel uitgebreid, is aangegaan tussen 15 november en 1 januari 2012.

  • Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 48 (Huizing/Koolmees)Met dit amendement wordt de looptijd van de bewijsregel van de 30%-regeling teruggebracht van ten hoogste 10 jaar naar ten hoogste 8 jaar. Deze aanpassing geldt alleen voor nieuwe gevallen. Met dit amendement wordt een deel van de dekking gerealiseerd ten behoeve van:

    • verlaging van de aangekondigde salarisnorm van € 50 000 naar een bedrag van € 35 000 (exclusief de vergoeding),

    • een uitzondering op die salarisnorm voor de wetenschap,

    • een verlaagde salarisnorm (€ 26 605) voor jonge (onder de 30 jaar) masters.

    Deze drie maatregelen worden gerealiseerd in het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965. De resterende dekking voor de genoemde aanpassingen van de salarisnorm wordt gevonden in de reservering Wet uniformering loonbegrip13 en de enveloppe aanvullend innovatiepakket14, dit (mede) ter invulling van de kenniswerkersmobiliteitsregeling.

  • Kamerstukken 33 003, nr. 70 (Schouten). Met dit amendement is geregeld dat een verkregen woning voor de Successiewet 1956 naar keuze gewaardeerd wordt op de WOZ-waarde die geldt voor het jaar na het jaar van verkrijging, in plaats van op de voor het jaar van verkrijging geldende WOZ-waarde. De kosten van dit amendement van € 5 miljoen per jaar zijn gedekt door verlaging van de grens tussen de tariefschijven voor de Successiewet 1956 met € 3000.

Overige fiscale maatregelen 2012 (33 004)

Het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2012 bevat maatregelen die weinig of geen budgettaire- en koopkrachtgevolgen hebben.

Met betrekking tot dit wetsvoorstel is een nota naar aanleiding van het verslag aan de Tweede Kamer verzonden.15 Voorts zijn drie nota's van wijziging ingediend. Deze worden hierna toegelicht.

De eerste nota van wijziging16 bevat de volgende wijzigingen:

  • Voor de werkkostenregeling wordt op als eindheffingsbestanddeel aangewezen verstrekkingen voortaan het totaal van de eigen bijdragen van de werknemers in mindering gebracht. Deze maatregel is een uitvloeisel van de in de tussenevaluatie gesignaleerde knelpunten en leidt tot een vereenvoudiging van de werkkostenregeling.

  • Voor de BPM wordt geregeld hoe bij de aangifte rekening wordt gehouden met de afschrijving voor gebruikte motorrijtuigen.

  • In de Belastingwet BES is een wijziging aangebracht in het tijdstip van verschuldigdheid van de heffing van de Algemene Bestedingsbelasting (ABB) ter zake van invoer van accijnsgoederen op de BES-eilanden. Ook is in deze wet een regeling ingevoerd die voorkomt dat bij overdracht van een onderneming of een deel van een onderneming en voortzetting daarvan algemene bestedingsbelasting wordt geheven. Dit om mogelijke cumulatie van belasting en betalingen ter zake tussen overdrager en overnemer te voorkomen.

Op grond van de tweede nota van wijziging17 is een verduidelijking opgenomen met betrekking tot de omzetting van een op 31 december 2000 bestaande aanspraak op een pre BredeHerwaarderingslijfrente in een aanspraak op een 2001-lijfrenteverzekering of in een bancaire lijfrente. Dit kan geruisloos. Daarbij blijft het overgangsrecht uit de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 van toepassing, inclusief de anti-ontgaansbepaling die tariefvoordelen door inkomensoverheveling via lijfrentecontracten tegengaat.

De derde nota van wijziging18 bevat een nieuwe delegatiebepaling in de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen waarmee voor de uitbetaling van toeslagen onder nader te stellen voorwaarden kan worden afgeweken van het verplicht gebruik van één bankrekeningnummer. Hiermee maakt het kabinet de weg vrij voor kindercentra om de kinderopvangtoeslag van hun klanten rechtstreeks aan hen te laten overmaken. Voorts bevat de derde nota van wijziging enkele wijzigingen met betrekking tot het belastingstelsel voor Caribisch Nederland.

Het volgende amendement is aangenomen:

  • Kamerstukken II 2011/2012, 33 004, nr. 9 (Schouten). Op grond van dit amendement zullen alleen executeurs die bewijzen niet willens en wetens of door onzorgvuldig handelen een onjuiste of onvolledige aangifte hebben gedaan voor de erfbelasting niet aansprakelijk worden gesteld.

Wet toepassing dwangsomregeling toeslagen

Het wetsvoorstel Wet toepassing dwangsomregeling toeslagen regelt het moment en de wijze waarop de dwangsomregeling van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing wordt op beschikkingen die betrekking hebben op inkomensafhankelijke regelingen waarvan de uitvoering is opgedragen aan de Belastingdienst/Toeslagen.

Over dit wetsvoorstel is een nota naar aanleiding van het verslag19 aan de Tweede Kamer verzonden. Voorts is één nota van wijziging20 ingediend. Op grond daarvan wordt de definitieve toekenning van de toeslag onder het toepassingsbereik van de dwangsomregeling van de Algemene wet bestuursrecht gebracht met enkele flankerende maatregelen die noodzakelijk zijn om de financiële risico’s hiervan te beperken. Tevens wordt geregeld dat beschikkingen van de Belastingdienst/Toeslagen die betrekking hebben op de voorschotfase van de definitief toe te kennen toeslag, buiten toepassing van de dwangsomregeling blijven.

Geefwet

Het wetsvoorstel Geefwet bevat een samenstel van overheidsmaatregelen om geefgedrag nog meer te stimuleren en eventuele onnodige belemmeringen weg te nemen.

Met betrekking tot dit wetsvoorstel is een nota naar aanleiding van het verslag naar de Tweede Kamer verzonden.21 Er is één nota van wijziging22 ingediend waarin de definitie van sociaal belang behartigende instelling (SBBI) is overgebracht van de Successiewet 1956 naar de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

De volgende twee amendementen met betrekking tot het wetsvoorstel Geefwet zijn aangenomen:

  • Kamerstukken II 2011/12, 33 006, nr. 10 (Van Vliet)

    Met dit amendement wordt geregeld dat de in het voorstel van wet opgenomen multiplier in de giftenaftrek in de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt verlaagd van 1,5 naar 1,25, met een absoluut maximum van € 1250. Dit betekent dat de multiplier van 1,25 wordt toegepast over maximaal € 5 000 van de aan culturele instellingen gedane giften.

  • Kamerstukken II 2011/12, 33 006, nr. 15 (Omtzigt/Nepperús)

    Met dit amendement wordt geregeld dat aftrek van eenmalige giften aan steunstichtingen SBBI’s in de inkomstenbelasting mogelijk is. Ook wordt aftrek van giften aan dergelijke stichtingen in de Vpb mogelijk. Een steunstichting SBBI is een stichting die speciaal is opgericht om geld in te zamelen ter ondersteuning van een SBBI ten behoeve van een bij ministeriële regeling aan te wijzen doel.

Wet uitwerking autobrief

Het wetsvoorstel Wet uitwerking autobrief is een uitwerking van de zogenoemde autobrief23 en de daarop volgende gedachtewisseling hierover tijdens het Algemeen Overleg met de vaste commissie voor Financiën van de Tweede Kamer op 30 juni 2011.24

Over dit wetsvoorstel is een nota naar aanleiding van het verslag25 naar de Tweede Kamer gezonden. Tevens is één nota van wijziging ingediend.26 Deze nota van wijziging bevat overgangsrecht op het gebied van de fiscale bijtelling voor auto’s met een CO2-uitstoot van maximaal 50 gr/km die vóór 1 januari 2012 op naam worden gesteld.

De volgende twee amendementen met betrekking tot het wetsvoorstel Wet uitwerking autobrief zijn aangenomen:

  • Kamerstukken II 2011/12, 33 007, nr. 8 (Huizing/Omtzigt)

    Met dit amendement wordt de zogenoemde nihilbijtelling (gedurende 60 maanden) voor nieuwe auto’s met een CO2-uitstoot van maximaal 50 gr/km beperkt tot de aankoopjaren 2012 en 2013. Bij nieuwe auto’s gekocht in de jaren 2014 en 2015 geldt voor deze auto’s (gedurende 60 maanden) een bijtellingspercentage van 7% en vanaf 2016 een bijtellingspercentage van 14% van de cataloguswaarde van de auto. Daarnaast bewerkstelligt dit amendement dat de verhogingen in de accijns en de energiebelasting voor gasvormige brandstoffen in vier jaarlijkse stappen plaatsvindt in plaats van de in het oorspronkelijke wetsvoorstel voorziene twee stappen.

  • Kamerstukken II 2011/12, 33 007, nr. 10 (Van Vliet)

    Met dit amendement wordt de bevriezing per 1 januari 2012 van de vrijstelling van motorrijtuigenbelasting voor oldtimers ongedaan gemaakt. De vrijstelling wordt wel beperkt tot auto’s van 30 jaar of ouder. Tegelijkertijd wordt voor de oldtimers van na 1987 de vrijstelling van motorrijtuigenbelasting beperkt tot uitsluitend de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting. Voor die auto’s wordt de eventuele diesel- en LPG-toeslag van de motorrijtuigenbelasting wel verschuldigd.

Budgettaire gevolgen

Hierna worden de volgende budgettaire gevolgen van de oorspronkelijke vijf wetsvoorstellen, alsmede van de nota’s van wijziging en amendementen weergegeven.

Belastingplan 2012

De budgettaire gevolgen van het oorspronkelijke wetsvoorstel Belastingplan 2012 blijken uit de onderstaande tabel.

Tabel 2 Budgettaire effecten Belastingplan 2012 (€ mln. , –/– = lastenverlichting)

Onderwerp

2012

2013

2014

2015

struc.

Maatregelen uit Regeer- en Gedoogakkoord in Belastingplan 2012

         

Alleenstaande ouderkorting leeftijdsgrens naar 12 jaar

250

250

250

250

250

Schrappen uitzondering uitkeerbaarheid algemene heffingskorting

150

200

250

310

400

Aftrek levensonderhoud kinderen beperken

130

130

130

130

130

Doorwerkbonus

130

130

130

130

130

Omzetting zelfstandigenaftrek

0

0

0

0

0

Giftenaftrek

0

40

40

40

40

Totaal Regeer- en Gedoogakkoord

660

750

800

860

950

Aanpassing Regeer- en Gedoogakkoord

         

Alleenstaande ouderkorting leeftijdsgrens van 12 naar 16/18 jaar

– 180

– 180

– 180

– 180

– 180

Infaseren RA/GA-maatregel uitkeerbaarheid algemene heffingskorting

– 80

– 40

0

0

0

Omzetting zelfstandigenaftrek en niet-indexeren

– 60

– 40

– 20

0

0

Giftenaftrek

0

– 40

– 40

– 40

– 40

Totaal aanpassing Regeer- en Gedoogakkoord 1

– 320

– 300

– 240

– 220

– 220

Overige onderwerpen Belastingplan 2012

         

Afschaffen belastingen / grondslagversmallers

         

Afschaffen verpakkingenbelasting

0

– 302

– 302

– 302

– 302

Afschaffen belasting op pruim- en snuiftabak

0

0

0

0

0

Afschaffen belasting op alcoholvrije dranken

0

– 155

– 155

– 155

– 155

Afschaffen afvalstoffenbelasting

– 43

– 43

– 43

– 43

– 43

Afschaffen leidingwaterbelasting

0

– 126

– 126

– 126

– 126

Afschaffen grondwaterbelasting

– 179

– 179

– 179

– 179

– 179

Afschaffen Eurovignet i.c.m. MRB aanpassing

0

– 34

– 34

– 34

– 34

Afschaffen kindertoeslag box 3

25

25

25

25

25

Overige maatregelen

         

Renteaftrekbeperking overnameholding2

31

62

93

124

155

Objectvrijstelling vaste inrichtingen3

250

250

250

250

250

Buitenlandse aanmerkelijkbelangregeling

0

0

0

0

0

Buitenlandse belastingplicht buitenlandse stichtingen en verenigingen

0

0

0

0

0

Bestedingsreserve

8

8

8

8

8

Teruggaafregeling dividendbelasting

– 50

– 50

– 50

– 50

– 50

S&O-afdrachtvermindering

– 149

0

0

0

0

Research & development aftrek (RDA)4

– 250

– 375

– 500

– 500

– 500

Tijdelijke verlaging tarief overdrachtsbelasting

– 600

0

0

0

0

Uitbreiding vrijwillige voortzetting pensioenregeling+dekking in FOR

0

0

0

0

0

Maatregelen 30%-regeling5

20

40

60

80

100

Vitaliteitspakket, BP-deel6

608

262

262

262

262

Weekenduitgaven gehandicapten verruiming leeftijdsgrens naar 21 jaar

– 2

– 2

– 2

– 2

– 2

Aanpassingen heffingskortingen, tarieven en schijflengtes7

– 706

– 746

– 245

– 245

– 245

Invoering blanco accijnszegels

7

7

7

7

7

Totaal overige onderwerpen Belastingplan 2012 (excl. RA/GA)

– 1 030

– 1 358

– 931

– 880

– 829

X Noot
1

Deze derving wordt gedekt binnen het totale koopkracht- en lastenpakket.

X Noot
2

De opbrengst voor 2012 wordt ingezet ter dekking van de tijdelijke verlaging van de overdrachtsbelasting.

X Noot
3

idem

X Noot
4

De RDA-maatregel is via nota van wijziging in het Belastingplan 2012 ingevoegd.

X Noot
5

Deze maatregelen staan beschreven in het Belastingplan 2012 maar worden ingevoerd via een aanpassing van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965.

X Noot
6

Dit is exclusief de koopkrachtmaatregelen à € 323 mln. die aanvullend binnen het vitaliteitspakket zijn genomen, deze zijn onder meer opgenomen als onderdeel van de post «Aanpassing heffingskortingen, tarieven en schijflengtes». In 2012 wordt € 500 mln. incidenteel gebruikt ter financiering van de tijdelijke verlaging van de overdrachtsbelasting.

X Noot
7

Dit is exclusief het afschaffen van de arbeidskorting voor ouderen, dit is onderdeel van de post «Vitaliteitspakket, BP-deel», zie hiervoor de paragraaf vitaliteitsregeling

De structurele opbrengst van de nieuwe renteregeling is in de onderstaande afzonderlijke tabel opgenomen, omdat dit geen belastinginkomsten maar besparingen op de uitgaven van de rijksoverheid betreft.

Tabel 3 Opbrengst nieuwe renteregeling (in € mld.; –/– = lagere uitgaven)
 

2013

2014

2015

2016

2017

Struct

Opbrengst differentiatie Regeer- en Gedoogakkoord

0,09

0,06

0,17

0,29

0,34

0,34

Opbrengst nieuwe renteregeling

0,04

0,13

0,22

0,25

0,32

0,40

verschil met RA

– 0,05

0,07

0,05

– 0,04

– 0,02

0,06

Het pakket Belastingplan 2012 bevat tevens maatregelen die van invloed zijn op de begrotingen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (begrotingshoofdstuk VII) respectievelijk van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (begrotingshoofdstuk XV). Deze budgettaire effecten blijken uit de onderstaande tabel.

Tabel 4 Budgettaire effecten uitgaven (in € mln.; –/– = lagere uitgaven)

Onderwerp

BZK

SZW

Beperking herleiden inkomen bij overlijden

5,4

0,4

Opheffen 10%-regeling

– 4,9

Nihil

Doorwerking overige aanpassingen BP 2012 c.a.

– 4

– 2,0

Totaal

– 3,5

– 1,6

Nota’s van wijziging

Alleen de eerste en tweede nota van wijziging hebben budgettaire gevolgen.

Zoals uit het voorgaande blijkt bevat de eerste nota van wijziging een nieuwe innovatiefaciliteit, de RDA. De budgettaire gevolgen daarvan zijn reeds opgenomen in tabel 2. De RDA wordt structureel gefinancierd uit het omzetten van specifieke subsidies, met name voor innovatie.

De budgettaire effecten van de wijziging van het vitaliteitspakket op grond van de tweede nota van wijziging blijken uit de onderstaande tabel.

Tabel 5 Budgettaire effecten tweede nota van wijziging, x € mln., – = lastenverlichting

Overgangsregeling

– 10

Vitaliteitssparen

5

Terugsluis burgers

5

Totaal

0

Amendementen

Het amendement Van Vliet inzake de renteaftrekbeperking overnameholding27 heeft geen budgettaire gevolgen.

De budgettaire effecten van het amendement Huizing/Koolmees met betrekking tot de 30%-regeling28 blijken uit de onderstaande tabel:

Tabel 6 Budgettaire effecten amendement 30%-regeling
 

2012

2013

2014

2015

struct

Verlaging salarisnorm van € 50 000 naar € 35 000

– 6

– 12

– 18

– 24

– 30

Uitzonderen wetenschappers van salarisnorm en uitbreiding groep verlaagde salarisnorm € 26 605 van promovendi jonger dan 30 jaar naar: masters jonger dan 30 jaar

– 1

– 3

– 4

– 6

– 7

Totaal

– 7

– 15

– 22

– 30

– 37

dekking door verkorting regeling met 2 jaar

0

0

0

0

15

dekking uit enveloppe aanvullend innovatiepakket

 0

10

10

10

10

dekking uit reservering Wet uniformering loonbegrip

0

15

15

15

12

saldo

– 71

10

3

– 5

0

X Noot
1

In 2012 ontstaat een incidenteel tekort, omdat de reservering Wet uniformering loonbegrip voor dat jaar dan al is uitgeput en de enveloppe aanvullend innovatiepakket nog niet in werking is getreden. De dekking loopt over de kabinetsperiode rond.

Zoals hiervoor al is vermeld, levert de wijziging van de waardering van woningen voor de Successiewet 1956 op grond van het amendement Schouten29 een budgettaire derving van € 5 miljoen per jaar op, die is gedekt door verlaging van de grens tussen de tariefschijven voor de Successiewet 1956 met € 3000.

Overige fiscale maatregelen 2012

Het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2012 bevat slechts één maatregel met budgettaire gevolgen voor de belastinginkomsten, namelijk de aanpassing van de partnercriteria bij samengestelde gezinnen met een opbrengst van € 2 mln. Voor de budgettaire consequenties voor de toeslagen wordt verwezen naar tabel 4. De nota’s van wijziging en aangenomen amendementen hebben geen budgettaire gevolgen.

Wet toepassing dwangsomregeling toeslagen

Dit wetsvoorstel heeft geen budgettaire gevolgen.

Geefwet

De budgettaire gevolgen van het oorspronkelijke wetsvoorstel Geefwet zijn in de onderstaande tabel opgenomen.

Tabel 7 Budgettaire aspecten Geefwet (€ mln, –/– = lastenverlichting)

Onderwerp

2012

2013

2014

2015

struc.

ANBI-status en commerciële activiteiten

– 15

– 15

– 15

– 15

– 15

Verruiming giftenaftrek vennootschapsbelasting

– 5

– 5

– 5

– 5

– 5

Multiplier giftenaftrek (IB/Vpb)

0

– 12

– 12

– 12

– 12

Verhoging Vpb-vrijstelling verenigingen en stichtingen

– 2

– 2

– 2

– 2

– 2

Optionele Vpb-plicht culturele instellingen

– 5

– 5

– 5

– 5

– 5

Introductie negatieve giftenaftrek

5

5

5

5

5

Inperking aftrek uitgaven monumentenpanden

0

10

12

12

12

Totaal Geefwet

– 22

– 24

– 22

– 22

– 22

De nota van wijziging heeft geen budgettaire gevolgen.

Het amendement Van Vliet op grond waarvan de multiplier in de giftenaftrek in de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt verlaagd naar 25%, met een maximum van € 1250 levert in totaal € 7 miljoen op.30 Deze opbrengst dient als dekking voor het amendement Omtzigt/Nepperus waarmee eenmalige giften aan een stichting die speciaal is opgericht om geld in te zamelen ter ondersteuning van een SBBI onder bepaalde voorwaarden aftrekbaar worden.31

Wet uitwerking autobrief

Uit de onderstaande tabel volgende budgettaire effecten van het oorspronkelijke wetsvoorstel Wet uitwerking autobrief.

Tabel 8 Budgettaire effecten Wet uitwerking autobrief (€ mln, –/– = lastenverlichting)

Onderwerp

2012

2013

2014

2015

struc.

BPM

         

Aanpassing tariefstructuur BPM

0

0

0

0

0

Verschuiving in de BPM, inclusief compensatie in BPM/MRB

0

0

0

0

0

           

MRB

         

Vervallen MRB-vrijstelling voor zeer zuinige auto's

0

0

220

220

220

Verlaging MRB ter compensatie van vervallen vrijstelling

0

0

– 220

– 220

– 220

Introductie tijdelijke MRB-vrijstelling voor auto's met CO2-uitstoot < 50 gr/km

0

0

– 6

– 11

0

Afschaffen jaarkorting MRB

8

8

8

8

8

           

Bijtelling IB/LB en btw-correctie privégebruik auto van de zaak

         

Tijdelijke uitbreiding nihiltarief bijtelling tot auto's met CO2-uitstoot < 50 gr/km

– 2

– 8

– 24

– 47

0

Introductie «gezamenlijke verklaring eigen gebruik» voor bestelauto's van de zaak

0

0

0

0

0

Btw-correctie privégebruik auto van de zaak

0

0

0

0

0

Aanscherping grenzen differentiatie bijtelling auto van de zaak

0

0

0

0

0

Beperking van het verlaagde bijtellingstarief naar gemiddelde duur van leasecontract

0

0

0

0

0

           

Accijns en energiebelasting

         

Eerste verhoging tarieven accijns en energiebelasting gasvormige brandstof

6

6

6

6

6

Tweede verhoging tarieven accijns en energiebelasting gasvormige brandstof

0

7

7

7

7

Uitbreiding teruggaafregeling accijns voor gemengde (bio)brandstoffen

0

0

0

0

0

           

Autogerelateerde reservering

– 12

– 13

9

37

0

Totaal Wet uitwerking autobrief

0

0

0

0

21

De nota van wijziging heeft geen budgettaire gevolgen.

De budgettaire gevolgen van de twee aangenomen amendementen zijn als volgt:

Tabel 9 Budgettaire effecten amendementen Wet uitwerking autobrief
 

2012

2013

2014

2015

Struc

Bijtelling naar 7%

0

0

8

20

0

Gas in vier stappen

– 3

– 6

– 3

0

0

Oldtimers naar 30 jaar

0

– 3

– 5

– 7

– 21

Totaal

– 3

– 9

0

13

– 21

Over de gehele kabinetsperiode leidt de combinatie van de beide amendementen tot een positief saldo van € 1 mln. In 2015 vindt een weging plaats over het beleid dat met dit amendement wordt ingezet, dit in relatie tot de benodigde structurele dekking daarvoor. Hierop wordt teruggekomen in de eerstvolgende autobrief (2015).


X Noot
1

Het betreft de wetsvoorstellen 33 003, 33 004, 33 005, 33 006 en 33 007.

X Noot
2

Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 10.

X Noot
3

Kamerstukken II 2011/12, 32 504, nr. 70.

X Noot
4

Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 14.

X Noot
5

Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 15.

X Noot
6

Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 17.

X Noot
7

Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 18.

X Noot
8

Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 5.

X Noot
9

Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 7.

X Noot
10

Kamerstukken II 2011/12, 32 043, nr. 71.

X Noot
11

Kamerstukken II, 2011/12, 33 003, nr. 11.

X Noot
12

Aanhangsel Handelingen II 2011/12, nr. 342.

X Noot
13

Kamerstukken II 2010/11, 32 504, nr. 3, blz. 20, tabel 6.

X Noot
14

Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 3, blz. 45, tabel 8.

X Noot
15

Kamerstukken II 2011/12, 33 004, nr. 5.

X Noot
16

Kamerstukken II 2010/11, 33 004, nr. 6.

X Noot
17

Kamerstukken II 2010/11, 33 004, nr. 11.

X Noot
18

Kamerstukken II 2010/11, 33 004, nr. 15.

X Noot
19

Kamerstukken II 2011/12, 33 005, nr. 6.

X Noot
20

Kamerstukken II 2011/12, 33 005, nr. 7.

X Noot
21

Kamerstukken II 2011/12, 33 006, nr. 6.

X Noot
22

Kamerstukken II 2011/12, 33 006, nr. 7.

X Noot
23

Kamerstukken II 2011/12, 32 800, nr. 1.

X Noot
24

Kamerstukken II 2011/12, 32 800, nr. 21.

X Noot
25

Kamerstukken II 2011/12, 33 007, nr. 6.

X Noot
26

Kamerstukken II 2011/12, 33 007, nr. 7.

X Noot
27

Kamerstukken II 2011/2012, 33 003, nr. 40.

X Noot
28

Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 48.

X Noot
29

Kamerstukken II 2011/12, 33 003, nr. 70.

X Noot
30

Kamerstukken II 2011/12, 33 006, nr. 11.

X Noot
31

Kamerstukken II 2011/12, 33 006, nr. 15.

Naar boven