32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

32 627 (Glas)tuinbouw

Nr. 1002 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 maart 2022

Tijdens het Commissiedebat over Biotechnologie en Tuinbouw van 9 februari jl. is met uw Kamer gesproken over de versnelling die nodig is in de energietransitie in de glastuinbouw (Kamerstukken 32 627 en 27 428, nr. 38). Dit is nodig om de klimaatdoelen te realiseren en de randvoorwaarden te creëren om de glastuinbouw verder te verduurzamen en koploper te laten zijn in energiezuinige, circulaire producten. De hoge gasprijzen onderstrepen het belang en de noodzaak van deze versnelling.

In april kom ik samen met mijn collega’s, de Minister voor Klimaat en Energie en de Staatssecretaris van Fiscaliteit en Belastingen met een samenhangend pakket voor deze transitie. Met dit samenhangend pakket wordt beoogd het langetermijnperspectief te schetsen om het transitieproces tot 2040 op een goede manier door te komen. Daarbij moet helder zijn dat klimaatdoelen gehaald moeten worden – net als in andere sectoren. In dit samenhangende pakket worden in ieder geval een aantal elementen uitgewerkt:

  • Zoals eerder gemeld in onder meer Kamerstukken 32 813 en 32 627, nr. 652 werkt het huidige CO2-sectorsysteem voor de glastuinbouw niet optimaal en wordt gewerkt aan verbetering of vervanging. De wijze waarop dit vormgegeven wordt, werk ik samen met de betrokken departementen uit. Daar zal ik ook de sector bij betrekken. Doel is om dit zodanig vorm te geven dat sprake is van een effectieve individuele beprijzing om het pad naar klimaatneutraliteit te borgen;

  • stimulerend instrumentarium voor de sector. Hierbij valt te denken aan maatregelen op het gebied van duurzame warmte, elektriciteit en CO2-gebruik. Voor het realiseren van beschikbaarheid van alternatieven kan gebruik worden gemaakt van het generieke instrumentarium. Voor wat betreft de SDE++ wordt er gekeken naar de realisatietermijnen voor geothermie, de mogelijkheden om vanaf 2023 hekjes te plaatsen, met als doel minder kosteneffectieve technieken zoals geothermie aan bod te laten komen, en bij Miljoenennota 2022 (Kamerstuk 35 925, nrs. 1 en 2) is er ruim budget beschikbaar gesteld voor een ophoging van het verplichtingbudget van de SDE++. Voorts zijn er binnen het Klimaatfonds enkele categorieën voorzien die relevant zijn voor de glastuinbouw.

Momenteel is er een CO2-heffingssysteem in de glastuinbouw operationeel, dat blijft bestaan tot en met 2024. In 2017 zijn in dit kader de eerste overschrijdingen geconstateerd en is aan individuele tuinders een heffing opgelegd. In het samenhangende pakket van april zal besloten worden over de heffing van 2018 waarbij besluitvorming zich op de hoogte van het CO2-plafond voor 2018 richt. De Kamervragen over de technische correcties van de CO2-doelen voor de glastuinbouwsector van de leden Valstar (VVD) en Grinwis (ChristenUnie), zal ik samen met de Minister voor Klimaat en Energie, aansluitend hierop beantwoorden.

Ten aanzien van de hoogte van het CO2-plafond 2019 en 2020 bestaat overeenstemming tussen Rijk en de sector. De daaruit volgende heffingen zullen na besluitvorming over 2018 ook geïnd worden bij de individuele tuinders.

Waar mogelijk en nodig zullen we met de glastuinbouwsector afspraken maken over de energietransitie om de ambitie waar te maken om in 2040 klimaatneutraal te zijn.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H. Staghouwer

Naar boven