32 500 D Vaststelling van de begrotingsstaat van het Fonds economische structuurversterking voor het jaar 2011

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

INHOUDSOPGAVE

  

blz.

   

A.

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

2

 

Wetsartikel 1

2

 

Wetsartikel 3

2

 

Wetsartikel 4

2

   

B.

ALGEMENE TOELICHTING BIJ DE BEGROTING

3

 

1. Inleiding

3

 

2. Uitgaven

4

 

3. Ontvangsten

7

   

C.

TOELICHTING PER BEGROTINGSARTIKEL

8

 

1. Uitgaven

8

 

2. Ontvangsten

16

 

3. Saldi

17

   

Bijlagen

18

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om de begrotingsstaat van het Fonds economische structuurversterking (FES) voor het jaar 2011 vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor het jaar 2011. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota 2011.

Met de vaststelling van dit wetsartikel wordt de in de begrotingsstaat opgenomen begroting van de uitgaven en de ontvangsten voor het jaar 2011 vastgesteld. De in die begroting opgenomen begrotingsartikelen worden door middel van een algemene toelichting en een toelichting per begrotingsartikel toegelicht in de onderdelen B en C van deze memorie van toelichting.

Wetsartikel 3

In dit artikel wordt bepaald dat in 2011 de voeding van het FES wordt gevormd door de niet-belastingontvangsten van de Staat uit aardgasbaten voor het bedrag dat daarvoor is opgenomen in de begrotingsstaat. Het in de begrotingsstaat opgenomen bedrag komt overeen met de geraamde uitgaven in de begroting 2011. De voeding uit aardgasbaten wordt derhalve niet berekend als een percentage van de gasbaten.

Door de hierboven toegelichte manier van vaststellen van de gasbatenvoeding van het fonds is de FES-voeding uit incidentele baten niet relevant en is derhalve komen te vervallen.

Wetsartikel 4

In dit artikel is bepaald dat investeringen op o.a. het gebied van infrastructuur, kennis en ruimtelijke investeringen in aanmerking komen voor financiering uit het FES . Daarvoor is voor deze domeinen in dit artikel in 2011 een wettelijke basis gecreëerd.

De Minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

De Minister van Financiën,

J. C. de Jager

B. ALGEMENE TOELICHTING BIJ DE BEGROTING

1. Inleiding

1.1 FES-systematiek

Het Fonds economische structuurversterking (FES) is een begrotingsfonds dat in 1995 is ingesteld. Het doel van het fonds is om te garanderen dat een deel van het ondergrondse aardgasvermogen omgezet wordt in een bovengronds vermogen, door middel van investeringen van nationaal belang die de economische structuur versterken. Het fonds heeft daartoe een eigen begroting.

Tot 2008 bestond de voeding van het FES uit een percentage van de aardgasbaten en incidentele baten zoals verkoop van staatsdeelnemingen. Sinds 2008 heeft het FES een vaste voeding uitsluitend bestaande uit (een deel van de) aardgasbaten. De voeding van het FES is niet meer afhankelijk van tussentijdse veranderingen in de gasbaten, bijvoorbeeld door mutaties in de olieprijs en/of eurokoers.

De uitgaven van het fonds bestrijken verschillende investeringsdomeinen. Deze domeinen kunnen nader worden verdeeld in verschillende impulsen, enveloppes en reserveringen. In de toelichting per begrotingsartikel (zie deel C) wordt, waar relevant, bij de projectaanduidingen tevens de naam vermeld van de impuls of enveloppe waar het project uit voort is gekomen.

Ministers kunnen voorstellen indienen voor een bijdrage uit het FES voor zover deze binnen één van de domeinen vallen. Deze voorstellen worden inhoudelijk getoetst zodat de beoogde economische structuurversterking zo efficiënt en effectief mogelijk kan worden gerealiseerd. In de regel wordt ook een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse uitgevoerd die een belangrijke rol speelt in de toetsing en de besluitvorming. Op basis van de uitkomsten van de toetsingsprocedure beslist het kabinet of een project FES-middelen krijgt toegekend. De Kamer wordt geïnformeerd over de projecten waaraan het FES bijdragen toekent.

De ministers die een bijdrage uit het FES aan hun begroting toegekend krijgen zijn verantwoordelijk voor uitvoering van de FES-projecten. Hierover wordt verantwoording afgelegd in de departementale begrotingen. In de FES-begroting wordt een totaaloverzicht gegeven van de stand van zaken van reeds goedgekeurde projecten en de uitputting van reeds toegezegde middelen. De FES-begroting geeft daarnaast ook een overzicht van de nog niet uitgekeerde reserveringen in het FES.

1.2 Voorstel tot wijziging van de FES-wet

Het voorstel tot wijziging van de FES-wet, dat op 29 juni 2009 aan de Tweede Kamer is verstuurd (TK 2007–2008, 31 993, nr. 1–3), is door de Tweede Kamer aangehouden wegens de demissionaire status van het kabinet. Een onderdeel van de voorgestelde wijziging is de invoering van een vaste voedingsystematiek. Vooruitlopend op deze wijziging is sinds 2008 in de achtereenvolgende begrotingswetten vastgelegd dat de voeding van het fonds gelijk is gesteld aan de hoogte van de (eerder geraamde) uitgaven van het fonds («voeding volgt uitgaven»). Deze lijn wordt ook gevolgd in de begroting voor 2011.

2. Uitgaven

2.1 Overzicht FES-uitgaven

In tabel 1 wordt een overzicht gegeven van geraamde uitgaven in de periode 2010 tot en met 2015 binnen het FES. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten FES-uitgaven. FES-middelen die reeds aan de departementale begrotingen zijn toegevoegd, worden in de FES-begroting verantwoord op de artikelen 11 t/m 14. Over deze categorie heeft reeds kabinetsbesluitvorming plaatsgevonden. Daarnaast bestaat een, kleinere, categorie gereserveerde middelen in het FES waarover nog besluitvorming moet plaatsvinden («projecten in voorbereiding»). Deze worden verantwoord op artikel 15.

Tabel 1: Totaaloverzicht FES-uitgaven (stand Ontwerpbegroting; x € mln.)
 

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Totale uitgaven FES

3 336

2 723

2 174

2 310

2 479

1 445

Artikel 11 t/m 14: FES-middelen op departementale begrotingen (projecten in uitvoering)

3 096

2 533

1 755

1 798

1 905

607

Artikel 15: Gereserveerde middelen FES (projecten in voorbereiding)

240

189

419

512

573

839

De FES-uitgaven voor 2011 zijn uitgesplitst per departement weergegeven in Bijlage I.

In tabel 2 zijn de FES-middelen op de departementale begrotingen uit tabel 1 onderverdeeld naar de verschillende domeinen (artikel 11 t/m 14). De individuele projecten per domein worden genoemd in de artikelgewijze toelichting in deel C van deze begroting.

Tabel 2: Overzicht FES-uitgaven op departementale begrotingen (art. 11 t/m 14) (stand Ontwerpbegroting; x € mln.)
 

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Totaal FES-middelen departementale begrotingen (projecten in uitvoering)

3 096

2 533

1 755

1 798

1 905

607

Artikel 11: Verkeer en Vervoer

1 267

1 503

980

1 121

1 627

569

Artikel 12: Milieu en Duurzaamheid

674

455

305

269

29

17

Artikel 13: Kennis en Innovatie

618

386

319

239

173

7

Artikel 14: Ruimtelijke Ordening

537

189

152

170

77

13

Een overzicht van de gereserveerde middelen in het FES wordt gepresenteerd in tabel 3. Omdat hierover nog geen besluitvorming heeft plaatsgevonden, zijn deze middelen ook nog niet toegevoegd aan de departementale begrotingen. De tabel geeft de totaal gereserveerde middelen per domein weer.

Tabel 3: Gereserveerde FES-middelen (art. 15) (stand Ontwerpbegroting; x € mln.)
 

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Totaal gereserveerde Fes-middelen (projecten in voorbereiding)

240

189

419

512

573

839

Artikel 15: Verkeer en vervoer

2

1

14

116

106

106

Artikel 15: Milieu en duurzaamheid

98

102

93

143

143

279

Artikel 15: Kennis en innovatie

40

5

32

126

219

238

Artikel 15: Ruimtelijke Ordening

100

81

280

127

106

215

2.2 Besluitvorming per domein

Over de toekenning van gereserveerde FES-middelen op artikel 15 moet nog besloten worden. 1 In deze paragraaf is per domein aangegeven welke besluitvorming tot nu toe heeft plaatsgevonden. Daarbij is de besluitvorming geplaatst in haar historische context. Wat was destijds het (globale) doel waarvoor de desbetreffende FES-impuls in het leven is geroepen, hoe groot was de aanvankelijke impuls en welk deel resteert daarvan op dit moment? Op deze wijze wordt inzicht gegeven in de besluitvorming per domein. 2

Domein Verkeer en Vervoer

Binnen het FES was ten tijde van de besluitvorming rond de Nota Mobiliteit (2005) 6,5 mld gereserveerd om bereikbaarheidsdoelen te kunnen halen. Daarvan was 4,5 mld bestemd voor ontsluiting van de Noordvleugel (TK 2007–08, 29 665, nr. 102). Van de 4,5 mld is ca. 3,3 mld reeds toegekend aan Verkeer en Waterstaat voor wegontsluiting (incl. maatregelen voor een goede ruimtelijke inpassing) van de Noordvleugel en blijft nog 0,3 mld gereserveerd voor de ZuidAs in het FES. Het restant Noordvleugelmiddelen ad 0,9 mld maakt onderdeel uit van de dekking van maatregelen in de MobiliteitsAanpak 2008, en wordt ingezet voor brede bereikbaarheid, niet per se binnen de Noordvleugel. Voor wat betreft de Mobiliteitsaanpak is een deel van het budget reeds toegekend aan projecten (te weten A12/A20 Gouwe Knoop, Quick Scan Decentraal Spoorvervoer en de Verkeersruit Eindhoven–Helmond).

Naast de oorspronkelijke Noordvleugelmiddelen van 4,5 mld is ca. 2 mld beschikbaar voor betere bereikbaarheid buiten de Noordvleugel. In 2010 is van die 2 mld, 0,8 mld toegekend aan het project Driehoek Utrecht–Hilversum–Amersfoort. Het streven is om over het restant in 2011 te besluiten.

De middelen van de Enveloppe Openbaar vervoer zijn inmiddels geheel uitgeput. Binnen het FES was ten behoeve van deze enveloppen t/m 2020 een bedrag van ca. 0,7 mld gereserveerd. Dit bedrag is voor het grootste deel (ca. 0,5 mld in de jaren 2010–2020) toegekend aan het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) (conform TK 2008–2009, 31 700 A, nr. 2). Daarnaast is een bedrag van ca. 0,2 mld toegekend aan het Actieprogramma Regionaal Openbaar Vervoer (TK 2008–2009, 31 700 A, nr. 98).

De enveloppe «Infra en (vaar)wegen» (ca. 1,1 mld t/m 2020) wordt ingezet ten behoeve van investeringen in wegen, vaarwegen en luchtkwaliteit. Tot nu toe heeft besluitvorming plaatsgevonden over projectvoorstellen op het gebied van luchtkwaliteit, Dynamisch Verkeersmanagement wegen en vaarwegen, quick wins (vaar)wegen, aanpak knooppunten en verkeersveiligheidmaatregelen. Projecten die voor een bijdrage van het restant ad ca. 0,8 mld in aanmerking komen, worden nu voorbereid en zullen conform planning in de loop van het begrotingsjaar 2011 worden ingediend.

Domein Milieu en Duurzaamheid

Er is een aantal enveloppen binnen dit domein. Dat is ten eerste de Enveloppe Energie. Het budget van deze enveloppe t/m 2012 ad 374 mln (voor prijscompensatie) is samengevoegd met de reservering binnen Pijler 2 van het Beleidsprogramma ten behoeve van innovatief ondernemerschap op het terrein van duurzame energie. Beide budgetten zijn toegevoegd aan de Innovatieagenda Energie (TK 2007–2008, 31 530, nr. 1). Inmiddels is 352,6 mln aan FES-middelen toegekend aan projecten. Er resteert daarmee nog 34,6 mln in het FES, waarvan 22,5 mln voorlopig is aangemerkt voor het project proeftuinen smart grids.

Ten tweede betreft het de Enveloppe Water en Kust (t/m 2020 ca. 0,45 mld aan FES-geld). Middelen zijn in 2008 en 2009 toegekend ten behoeve van de Kaderrichtlijn Water (synergie en innovatie ca. 0,2 mld).

Ten derde is er de Enveloppe Natuur, EHS en vitaal platteland. De gehele enveloppe is inmiddels uitgekeerd aan de investeringsregeling luchtwassystemen (TK 2008–2009, 31 700 XIV). Binnen deze enveloppe zijn geen middelen meer gereserveerd.

Ten vierde is een deel van de Enveloppe Regionaal economisch beleid en de Enveloppe Infra en (vaar)wegen bestemd voor projecten op het gebied van luchtkwaliteit. Deze middelen (50 mln) zijn reeds ingezet voor maatregelen op het gebied van luchtkwaliteit.

Domein Kennis en Innovatie

De Enveloppe Innovatie, kennis en onderzoek bevat programma’s die zijn gericht op de aanpak van maatschappelijke knelpunten op het terrein van waterbeheer, veiligheid, zorg en (duurzame) energie. Hierbij is 111 mln beschikbaar gesteld voor maatschappelijke innovatieprogramma’s (t/m 2012). Deze enveloppe is in 2009 ingevuld. Met de honorering van een FES bijdrage voor de projecten Towards BioSolar Cells, Gezond Ouder Worden, Hersenen en Cognitie, STARS en Scheidingstechnologie is het totale bedrag door het kabinet toegekend aan projecten., De middelen die nog staan gereserveerd (t/m 2012) kunnen door de departementen voor de uitvoering van de gehonoreerde projecten worden opgevraagd.

Daarnaast is tot en met 2012 ongeveer 168 mln beschikbaar voor grootschalige research infrastructuur en innovatieve oplossingen voor toekomstige lerarentekorten. Ook deze enveloppe is in 2009 afgehecht. Met de honorering van de FES-bijdrage voor de voorstellen LifeLines, SURFnet 7, NCB:Biodiversiteit, NanoLab (deel II), Dynamic Two Phase Flow Lab en Delta Faciliteit is het totale budget door het kabinet toegekend aan projecten. De middelen die nog staan gereserveerd kunnen door de departementen voor de uitvoering van de gehonoreerde projecten worden opgevraagd.

In aanvulling op de Enveloppe Innovatie, kennis en onderzoek is ten tijde van de Miljoenennota 2009 500 mln beschikbaar gesteld voor selectieve continuering van (in deze kabinetsperiode) aflopende FES-projecten in dit domein. Inmiddels heeft besluitvorming plaatsgevonden, in drie tranches. Besluitvorming over de eerste twee tranches heeft plaatsgevonden in 2009 (TK 2008–2009, 27 406, nr. 148 en TK 2009–2010 27 406 nr. 166). Besluitvorming over de derde tranche heeft op 28 mei 2010 plaatsgevonden. Hierin heeft het Kabinet besloten om het voorstel voor Creatieve Industrie te honoreren met 10,5 mln Voor het ICT (COMMIT)-voorstel wordt een reservering gemaakt van 50 mln, waarbij een onafhankelijke internationale adviesraad per COMMIT-deelproject een bindend advies zal geven of het betreffende deelproject in aanmerking komt voor een FES-bijdrage en zo ja, voor welk bedrag. Aan de indieners van het voorstel op het thema Water, Klimaat en Ruimte (3D) wordt 5 mln ter beschikking gesteld om hen meer tijd te geven voor verdere ontwikkeling van en de eerste aanzet tot een nieuwe integrale gebiedsgerichte aanpak. Eveneens is besloten om de voorstellen voor overbruggingsfinanciering van TI Pharma en TTI Groene Genetica te honoreren met respectievelijke 6 mln en 3,4 mln. Met de derde tranche is een totaal een beslag gelegd op FES-middelen van maximaal 74,9 mln. Er resteert binnen deze enveloppe een bedrag van minimaal 52,3 mln. Deze middelen blijven gereserveerd in het FES voor kennis en innovatie.

Domein Ruimtelijke ordening

De Nota Ruimte heeft tot doel op een duurzame en efficiënte wijze ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies, de leefbaarheid van Nederland te waarborgen en te vergroten en de ruimtelijke kwaliteit van stad en platteland te verbeteren. In totaal is 1 mld hiervoor gereserveerd. Eind 2009 is de besluitvorming over de toekenning van deze middelen afgerond (TK, 2009–2010, 29 435, nr. 250).

Vanuit de Enveloppe Regionaal economisch beleid zijn middelen bestemd voor sterke regio’s en herstructurering van bedrijventerreinen. Tot en met 2011 is voor sterke regio’s 125 mln (voor prijscompensatie) beschikbaar gesteld voor ambitieuze investeringen die het internationale vestigingsklimaat in deze regio’s versterken. Hiervan is 100 mln inmiddels toegekend aan projecten. Naar verwachting zal in 2010 besluitvorming volgen over het resterende budget. Daarnaast is 52 mln (prijspeil 2007) voor de herstructurering van bedrijventerreinen in 2010 toegekend. Deze middelen worden ingezet voor een beperkt aantal FES-waardige te herstructureren bedrijventerreinen van nationaal belang. Deze bedrijventerreinen worden uiteindelijk door het kabinet geselecteerd op voordracht van de provincies in samenwerking met gemeenten, en op basis van de majeure opgaven uit de door rijk en regio gezamenlijk opgestelde MIRT-gebiedsagenda’s (TK, 2009–2010, 31 253, nr. 22).

2.3 FES en het Aanvullend Beleidsakkoord

In bijlage II worden de voor het FES relevante onderdelen van het stimuleringspakket gepresenteerd. Deze volgt de indeling van het Aanvullend Beleidsakkoord «Werken aan de toekomst».

Het stimuleringspakket betreft verschillende onderdelen van het FES. In bijlage II is per investeringsimpuls of enveloppe aangegeven waar het stimuleringspakket neerslaat in het FES. Daaruit blijkt dat het stimuleringspakket, voor zover relevant voor het FES, grotendeels is belegd op de departementale begrotingen.

3. Ontvangsten

Met ingang van 2008 kent het FES een vaste voeding uit gasbaten. Voor de begroting 2011 wordt deze vaste voeding bij begrotingswet vastgesteld, waarmee de ontvangsten gelijk worden gesteld aan de uitgaven.

Een integraal overzicht van de geraamde aardgasbaten wordt gepresenteerd in de Miljoenennota 2011 (bijlage 1).

C. TOELICHTING PER BEGROTINGSARTIKEL

1. UITGAVEN

FES-middelen op departementale begrotingen (projecten in uitvoering)

Artikel 11 Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van verkeer en vervoer

Op dit artikel worden de bijdragen geraamd voor de projecten in het kader van verkeer en vervoer voor zover daarover besluitvorming heeft plaatsgevonden en de bijbehorende middelen zijn overgeboekt uit art. 15. Hieronder wordt in de tabel de opbouw van de uitgaven t/m 2015 vermeld.

Opbouw uitgaven (x € 1 000)
 

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Vastgestelde begroting 2010

1 286 571

1 369 654

758 339

716 617

1 314 133

 

1e suppletore begroting 2010

– 35 764

41 699

18 577

45 780

– 37 112

 

Mutatie

15 858

92 101

203 522

358 550

349 618

568 983

Ontwerpbegroting 2011

1 266 665

1 503 454

980 438

1 120 947

1 626 639

568 983

Een uitsplitsing van de geraamde uitgaven en de mutaties per individueel project wordt onderstaand in twee afzonderlijke tabellen gegeven. In de tabellen staat ook een verwijzing naar de reservering waaruit deze specifieke middelen afkomstig zijn. Het project Zuidas is bijvoorbeeld afkomstig uit de impuls 2005.

Uitsplitsing begrotingsstand naar projectniveau: artikel 11 verkeer en vervoer (x € 1 000)

artikel 11

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Begr.

Art.

Voorfinanciering Geografische Info. Systemen

– 34 000

 

– 35 000

– 35 000

  

IF

36

Amendement Snijder-Hazelhoff

  

27 890

   

IF

11

Project Mainport Rotterdam

 

407 519

448 196

270 900

100 383

61 895

IF

16

Impuls 1998: Bereikbaarheid/voorfinanciering 12 mld pakket

829 020

837 000

    

IF

Divers

Impuls 2001: Bereikbaarheid en stedelijke ontwikkeling

343 040

     

IF

Divers

Impuls 2005: Bijdrage systeemkosten tolheffing

49 239

36 733

    

IF

17

Impuls 2005: Zuidas

15 000

25 000

60 000

   

IF

12

Impuls 2006: Betere benutting hoofdwegen Programma filevermindering

6 228

     

IF

12

Impuls 2006: Slimme benuttingsmaatregelen spoor

20 000

     

IF

13

Noordvleugel: Infrastructuur Noordvleugel

4 100

60 000

238 000

478 000

1 178 888

376 000

IF

12

Noordvleugel: Parallelstructuur A12/Gouwe

 

15 590

15 590

36 377

36 377

 

IF

14

Noordvleugel: Quick scan regionaal spoor

 

15 042

29 081

   

VW/IF

Divers

Nota Mobiliteit: Driehoek Utrecht: A27/Knooppunt Hoevelaken

     

20 000

IF

12

Nota Mobiliteit: Driehoek Utrecht: A27/Knooppunt Eemnes-Amersfoort

  

5 000

90 000

100 000

55 000

IF

12

CA Infra en (vaar)wegen: Quick wins wegen/Aanpak knooppunten

11 831

11 636

9 227

16 546

  

IF

12

CA Infra en (vaar)wegen: Praktijkproef verbetering doorstroming A10 A'dam

6 349

12 744

9 600

17 234

  

IF

12

CA Infra en (vaar)wegen: Quick Wins vaarwegen

 

20 000

20 000

12 000

  

IF

15

CA Infra en (vaar)wegen: Dynamisch verkeersmanagement hoofdvaarwegen

3 000

35 000

45 000

19 414

  

IF

12

CA Infra en (vaar)wegen: Verkeersveiligheid

 

5 000

20 000

28 617

  

IF

12

CA Openbaar vervoer: Impuls spoorambitie PHS

12 858

22 190

87 854

160 875

185 007

30 104

IF

13

CA Openbaar vervoer: Actieprogramma regionaal OV

   

25 984

25 984

25 984

VW

39

Totaal

1 266 665

1 503 454

980 438

1 120 947

1 626 639

568 983

  
Mutaties begroting 2011 op projectniveau: artikel 11 verkeer en vervoer (x € 1 000)
 

Departement

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Project Mainport Rotterdam

IF

 

– 721

997

– 2 717

2 250

61 895

Noordvleugel: Infrastructuur Noordvleugel

IF

     

376 000

Noordvleugel: Parallelstructuur A12/Gouwe

IF

 

15 590

15 590

36 377

36 377

 

Noordvleugel: Quick scan regionaal spoor

VW/IF

 

15 042

29 081

   

Nota Mobiliteit: Driehoek Utrecht: A27/Knooppunt Hoevelaken

IF

     

20 000

Nota Mobiliteit: Driehoek Utrecht: A27/Knooppunt Eemnes-Amersfoort

IF

  

5 000

90 000

100 000

55 000

CA Infra en (vaar)wegen: Dynamisch verkeersmanagement hoofdvaarwegen

IF

3 000

35 000

45 000

19 414

  

CA Infra en (vaar)wegen: Verkeersveiligheid

IF

 

5 000

20 000

28 617

  

CA Openbaar vervoer: Impuls spoorambitie PHS

IF

12 858

22 190

87 854

160 875

185 007

30 104

CA Openbaar vervoer: Actieprogramma regionaal OV

VW

   

25 984

25 984

25 984

Totaal

 

15 858

92 101

203 522

358 550

349 618

568 983

Toelichting op de mutatie:

De mutaties in het (extrapolatie)jaar 2015 voor het Project Mainport Rotterdam en het project Infrastructuur Noordvleugel betreffen middelen die al eerder waren toegekend en overgeboekt. Voor het Project Mainport Rotterdam vindt ook een kleine aanpassing van het kasritme plaats.

Daarnaast zijn middelen overgeboekt vanuit diverse reserveringen (Noordvleugel, Nota Mobiliteit, CA enveloppe Infra en (vaar)wegen en CA enveloppe Openbaar vervoer) voor de projecten Parallelstructuur A12/Gouwe, Quick scan regionaal spoor, Driehoek Utrecht A27/Knooppunt Hoevelaken, Driehoek Utrecht A27/Knooppunt Eemnes-Amersfoort, Dynamisch verkeersmanagement vaarwegen, Impuls spoorambitie PHS, Actieprogramma regionaal OV.

Artikel 12 Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van milieu en duurzaamheid

Op dit artikel worden de bijdragen geraamd voor de projecten in het kader van milieu en duurzaamheid voor zover daarover besluitvorming heeft plaatsgevonden en de bijbehorende middelen zijn overgeboekt uit art. 15. Hieronder wordt in de tabel de opbouw van de uitgaven t/m 2015 vermeld.

Opbouw uitgaven (x € 1 000)
 

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Vastgestelde begroting 2010

472 841

379 860

274 068

239 030

21 800

 

1e suppletore begroting 2010

241 772

24 931

4 837

10 438

1 808

 

Mutatie

– 40 320

49 820

25 600

19 600

5 000

16 685

Ontwerpbegroting 2011

674 293

454 611

304 505

269 068

28 608

16 685

Een uitsplitsing van de geraamde uitgaven en de mutaties per individueel project wordt onderstaand in twee afzonderlijke tabellen gegeven. In de tabellen staat ook een verwijzing naar de reservering waaruit deze specifieke middelen afkomstig zijn.

Uitsplitsing begrotingsstand naar projectniveau: artikel 12 milieu en duurzaamheid (x € 1 000)
 

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Begr.

Art.

Innovatieprogramma verminderen methaanemissie

1 600

1 500

1 500

1 500

  

LNV

21

Impuls 1998: Programma Milieutechnologie

5 313

4 900

4 270

   

VROM

3

Impuls 2005: Bodemsanering

10 826

     

VROM

10

Impuls 2005: Luchtkwaliteit

13 215

     

VROM

5

Impuls 2005: Luchtkwaliteit

584

     

LNV

21

Impuls 2005: MEP

165 900

205 000

205 000

205 000

  

EZ

4

Impuls 2005: biobrandstoffen

1 631

5 000

6 673

   

VW

36

Impuls 2005: UKR

6 333

3 206

1 666

1 668

  

EZ

4

Impuls 2005: EU aanbestedingsregeling CO2 opslag

8 482

6 000

6 000

6 000

6 000

6 000

VROM

3

Impuls 2005: Energiebesparingstender UKR

4 638

667

667

666

  

EZ

4

Impuls 2005: Ophogen budget EOS Demo-tender

206

167

167

166

  

EZ

4

Impuls 2005: Verhoging budget 4e tender UKR

5 915

5 833

3 333

3 334

  

EZ

4

Impuls 2005: UKR CO2 afvangtechnologie

2 500

7 167

5 167

5 166

  

EZ

4

Impuls 2005: Verhoging budget besparingstender UKR

900

1 200

1 000

1 000

  

EZ

4

Impuls 2005: PIEDWGO

10 000

     

WWI

2

Impuls 2005: PIEDWGO

4 000

4 000

6 000

   

EZ

4

Impuls 2005: Energietender technopartners Seed-faciliteit

7 250

     

EZ

4

Impuls 2005: Energy Efficiency bedrijfsleven

11 052

3 500

    

EZ

4

Impuls 2005: Innovatieprogramma duurzaam openbaar busvervoer

2 518

     

VW

36

Impuls 2006: Groninger Pijpleiding

456

     

VROM

10

Impuls 2006: Enveloppe luchtkwaliteit (lokale maatregelen)

119 578

30 000

    

VROM

3

Impuls 2005: Westerschelde

10 799

     

LNV

23

CA Diverse enveloppen: luchtkwaliteit

95 000

40 000

    

VROM

5

CA Diverse enveloppen: luchtkwaliteit

495

9 505

5 000

   

LNV

21

CA Energie: Gebouwde Omgeving

18 896

9 000

1 000

1 000

  

WWI

2

CA Energie: Duurzame mobiliteit

12 560

9 500

4 500

2 000

  

VW

36

CA Energie: Ketenefficiency

4 200

5 200

3 100

4 500

2 200

500

EZ

4

CA Energie: Ketenefficiency

915

1 564

650

500

  

LNV

21

CA Energie: Kas als energiebron

5 000

     

EZ

4

CA Energie: Kas als energiebron

3 878

6 006

5 500

3 700

2 200

200

LNV

21

CA Energie: CATO 2

5 000

3 000

4 000

3 000

3 000

 

EZ

4

CA Energie: Duurzame elektriciteitsvoorziening

1 742

3 450

1 950

1 250

522

 

EZ

4

CA Energie: Groene grondstoffen

4 833

3 500

2 500

550

  

EZ

4

CA Energie: Groene grondstoffen

4 312

5 925

3 310

   

LNV

21

CA Energie: ADEM

18 500

3 500

3 500

3 000

1 500

 

EZ

4

CA Water en Kust: Innovatie KRW

46 450

12 000

    

IF

11

CA Water en Kust: Synergie KRW

25 187

18 021

16 132

20 868

11 535

9 485

IF

11

CA Energie: Wind op zee

3 457

4 000

1 600

4 000

1 500

500

EZ

2

CA Energie: Wind op land

380

1 000

1 620

   

EZ

2

CA Energie: Smart grids

2 000

500

    

EZ

2

CA Energie: Nieuw GAS, V&W

2 000

1 900

    

VW

36

CA Energie: Nieuw gas, EZ

15 792

6 200

3 700

200

151

 

EZ

2

CA Energie: Hisarna

5 000

     

EZ

2

CA Energie: Elektrisch Rijden

5 000

10 000

5 000

   

VW

36

CA Energie: CCS Demo

 

22 700

    

EZ

2

Totaal

674 293

454 611

304 505

269 068

28 608

16 685

  
Mutaties begroting 2011 op projectniveau: artikel 12 milieu en duurzaamheid (x € 1 000)
 

Departement

2 010

2 011

2 012

2 013

2 014

2 015

Impuls 2005: UKR

EZ

– 5 000

1 666

1 666

1 668

 

6 000

Impuls 2005: Energiebesparingstender UKR

EZ

– 2 000

667

667

666

  

Impuls 2005: Ophogen budget EOS Demo-tender

EZ

– 500

167

167

166

  

Impuls 2005: Verhoging budget 4e tender UKR

EZ

– 10 000

3 333

3 333

3 334

  

Impuls 2005: UKR CO2 afvangtechnologie

EZ

– 15 500

5 167

5 167

5 166

  

Impuls 2005: Verhoging budget besparingstender UKR

EZ

– 3 000

1 000

1 000

1 000

  

CA Diverse enveloppen: luchtkwaliteit

LNV

– 8 505

3 505

5 000

   

CA Energie: Ketenefficiency

EZ

2 100

3 100

3 100

3 100

2 000

500

CA Energie: Ketenefficiency

LNV

– 414

414

    

CA Energie: Kas als energiebron

LNV

– 1 406

1 406

   

200

CA Energie: CATO 2

EZ

2 000

3 000

4 000

3 000

3 000

 

CA Energie: Groene grondstoffen

LNV

– 1 695

1 695

    

CA Energie: Smart grids

EZ

2 000

500

    

CA Energie: CCS Demo

EZ

 

22 700

    

CA Energie: Innovatieprogramma verminderen methaanemissie

LNV

1 600

1 500

1 500

1 500

  

Totaal

 

– 40 320

49 820

25 600

19 600

5 000

16 685

Toelichting op de mutatie:

De mutaties in het (extrapolatie)jaar 2015 betreffen middelen die al eerder waren toegekend en overgeboekt.

De mutaties van de diverse energieprojecten van EZ uit de impuls 2005 zijn voornamelijk het gevolg van vertraging in de uitvoering van gesubsidieerde projecten, waardoor minder voorschotten zijn verstrekt.

Het project Luchtkwaliteit van het ministerie van LNV is vertraagd in 2010 omdat de belangstelling voor de (opengestelde) fijnstofregeling tegenvalt als gevolg van de economische crisis. Het resterende budget wordt in latere jaren ingezet.

De overige mutaties – van betrekkelijk kleine omvang – hangen samen met aanpassing van kasritmes en het overboeken van middelen vanuit de reserveringen (artikel 15) binnen het FES voor diverse projecten.

Artikel 13 Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van kennis en innovatie

Op dit artikel worden de bijdragen geraamd voor de projecten in het kader van kennis en innovatie voor zover daarover besluitvorming heeft plaatsgevonden en de bijbehorende middelen zijn overgeboekt uit art. 15. Hieronder wordt in de tabel de opbouw van de uitgaven t/m 2015 vermeld.

Opbouw uitgaven (x € 1 000)
 

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Vastgestelde begroting 2010

494 374

243 015

183 019

121 979

85 444

 

1e suppletore begroting 2010

102 680

57 504

86 207

67 747

53 979

 

Mutatie

21 425

85 501

49 731

49 101

33 675

7 449

Ontwerpbegroting 2011

618 479

386 020

318 957

238 827

173 098

7 449

Hieronder wordt een globale uitsplitsing gemaakt van de begrotingsstand van artikel 13 Kennis en innovatie. Een uitsplitsing op projectniveau is, vanwege het grote aantal projecten, opgenomen in bijlage III.

Uitsplitsing begrotingsstand artikel 13 kennis en innovatie (x € 1 000)
 

2010

2011

2012

2013

2014

2015

1. Bsik-projecten

107 948

39 015

11 542

   

2. Diverse onderwijsprojecten

173 186

48 006

43 457

38 253

9 368

– 5 760

3. Inn.programma’s en toponderzoek

29 622

9 965

896

876

876

941

4. Vitale Infrastructuur

1 601

     

5. MS&ICT

6 490

2 023

551

   

6. Overig

299 632

287 011

262 511

199 698

162 854

12 268

Totaal

618 479

386 020

318 957

238 827

173 098

7 449

Een uitsplitsing van de mutaties per individueel project wordt in onderstaande tabel gegeven. In deze tabel staat ook een verwijzing naar de reservering waaruit deze specifieke middelen afkomstig zijn.

Mutaties begroting 2011 op projectniveau: artikel 13 kennis en innovatie (x € 1 000)
 

Departement

2010

2011

2012

2013

2014

2015

1. Bsik-projecten

       

Impuls 2004: Kennis Bsik

VWS

1 392

160

– 1 552

   

Impuls 2004: Kennis Bsik

EZ

– 10 129

16 069

– 5 940

   

2. Diverse onderwijsprojecten

       

Impuls 2001: Kennis onderzoek en innovatie

EZ

– 500

     

Impuls 2006: Beelden voor de toekomst

OCW

     

– 5 760

3. Inn.programma’s en toponderzoek

       

Impuls 2005: Phytophthora

      

941

Impuls 2005: WCFS+

EZ

2 352

– 3 000

    

5. MS&ICT

       

Impuls 2005: MS&ICT-Community voor mobiliteitsleren

OCW

245

214

153

   

Impuls 2005: MS&ICT-De lange staart

OCW

140

242

194

   

Impuls 2005: MS&ICT-GPS? Reken maar

OCW

95

84

19

   

Impuls 2005: MS&ICT-Ketenintegratie trombosedienst

VWS

1

     

6. Overig

       

Impuls 2005: Topinstituut Farma

VWS

– 207

135

35

37

  

Impuls 2005: Innovatievouchers/ IPC’s

EZ

– 13 500

13 500

    

Impuls 2006: TTI Watertechnologie

EZ

     

110

Impuls 2006: NICIS

WWI

 

– 1 407

1 407

   

Impuls 2006: CTMM

EZ

     

533

Impuls 2006: RSV

VWS

 

7 000

7 000

7 000

6 900

– 3 500

CA: Biomedical materials

EZ

– 261

– 1 349

1 610

  

1 225

CA innovatie, kennis en onderzoek: Towards Biosolar Cells

LNV

2 000

4 000

4 950

5 400

5 650

3 000

CA: Innovatie, kennis en onderzoek: Gezond ouder worden

VWS

500

3 000

4 000

2 500

  

Impuls kennis en innovatie: Be-basic

EZ

31

– 77

23

23

 

6 000

Impuls kennis en innovatie: TIFN

EZ

1 906

4 923

– 2 477

– 2 477

– 1 875

 

Impuls kennis en innovatie: HTSM

EZ

5 031

– 77

23

23

  

Impuls kennis en innovatie: Lifesciences en Health

VWS

5 000

15 000

21 500

21 500

18 000

 

Impuls kennis en innovatie: VVEsterk

OCW

9 563

11 525

9 276

1 686

400

400

Grootsch.res.infra/lerarentekort: Nanolab

EZ

8

– 20

5

7

  

Grootsch.res.infra/lerarentekort: MARIN

EZ

8

– 20

5

7

  

Grootsch.res.infra/lerarentekort: Lifelines

VWS

8 200

7 100

9 500

6 100

4 600

4 500

Grootsch.res.infra/lerarentekort: Deltares

IF

9 550

8 499

 

7 295

  

Totaal

 

21 425

85 501

49 731

49 101

33 675

7 449

Toelichting op de mutatie:

De mutaties in het (extrapolatie)jaar 2015 betreffen middelen die al eerder waren toegekend en overgeboekt. De mutatie Innovatievouchers/ IPC’s en Kennis Bsik zijn het gevolg van een gewijzigd inzicht in het kasverloop, waardoor de middelen anders over de jaren zijn verdeeld. Bij TIFN en HTSM zijn middelen opgevraagd en heeft er tevens een actualisatie van de raming plaatsgevonden. De overige mutaties betreffen de overboeking van middelen vanuit de reserveringen (artikel 15) binnen het FES voor diverse projecten en het aanpassen van kasritmes van een betrekkelijk kleine omvang.

Artikel 14 Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van ruimtelijke Ordening

Op dit artikel worden de bijdragen geraamd voor de projecten in het kader van ruimtelijke ordening voor zover daarover besluitvorming heeft plaatsgevonden en de bijbehorende middelen zijn overgeboekt uit artikel 15. Hieronder wordt in de tabel de opbouw van de uitgaven t/m 2015 vermeld.

Opbouw uitgaven (x € 1000)
 

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Vastgestelde begroting 2010

269 269

118 288

64 990

39 150

39 250

 

1e suppletore begroting 2010

256 539

51 020

78 629

41 353

24 801

 

Mutatie

10 780

19 797

7 888

89 079

12 863

13 395

Ontwerpbegroting 2011

536 588

189 105

151 507

169 582

76 914

13 395

Op dit artikel worden de bijdragen geraamd in het kader van ruimtelijke ordening voor zover deze voldoende zijn uitgewerkt. Een uitsplitsing van de geraamde uitgaven en de mutaties per individueel project wordt onderstaand in twee afzonderlijke tabellen gegeven. In de tabellen staat ook een verwijzing naar de reservering waaruit deze specifieke middelen afkomstig zijn.

Uitsplitsing begrotingsstand naar projectniveau: artikel 14 ruimtelijke ordening (x € 1 000)
 

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Begr.

Art.

Impuls 1998: Vitaliteit steden/Sleutelprojecten

190 635

     

VROM

2

Impuls 2001: BIRK+Saneringsregeling

73 536

17 730

500

   

VROM

2

Impuls 2001: BIRK/A2 Maastricht

5 000

     

IF

12

Impuls 2001: BIRK/W4 Leiderdorp

 

24 158

    

VW

12

Impuls 2001: BIRK IJsseldelta

    

10 000

 

IF

13

Impuls 2005: Archeologisch bodemonderzoek (Malta)

2 850

1 000

250

   

OCW

14

Nota Ruimte: Greenports

8 719

400

2 000

   

LNV

22

Nota Ruimte: Klavertje 4 (Greenport Venlo)

4 700

4 700

2 000

   

LNV

22

Nota Ruimte: Mooi Nederland

17 106

4 200

4 100

   

VROM

2

Nota Ruimte: Klimaatbuffers

6 857

5 000

3 000

   

VROM

10

Nota Ruimte: Geluidskaarten

5 956

3 000

3 000

   

VROM

10

Nota Ruimte: Natuurpilots

 

13 000

8 000

4 000

  

LNV

23

Nota Ruimte: Noordelijke IJ-oevers

15 888

     

VROM

2

Nota Ruimte: Planvormingskosten

3 275

     

VROM

2

Nota Ruimte: Nijmege Waalfront

7 500

     

VROM

2

Nota Ruimte: Waterdunen

12 766

 

3 600

   

VROM

2

Nota Ruimte: Zuidplaspolder

10 000

5 000

5 000

4 000

  

VROM

2

Nota Ruimte Oude Rijnzone

21 000

     

VROM

2

Nota Ruimte: Veenweidegebieden

7 600

18 800

28 500

29 000

29 100

 

LNV

27

Nota Ruimte: Nieuwe Hollandse Waterlinie

4 400

9 600

12 600

7 000

1 400

 

LNV

24

Nota Ruimte: Scheveningen Boulevard

2 800

2 200

3 800

2 000

  

VW

14

Nota Ruimte: Ijsselsprong Zutphen

   

16 045

4 011

 

IF

11

Nota Ruimte: Alternatief Hoekse Waard

1 700

15 100

3 200

2 400

2 000

600

EZ

3

Nota Ruimte: Almere Weerwaterzone

   

63 778

  

IF

12

Nota Ruimte: Almere Weerwaterzone

14 000

3 000

    

VROM

2

Nota Ruimte: Den Haag Internationale stad

   

4 372

4 372

13 117

IF

14

Nota Ruimte: Brainport Eindhoven

15 100

15 000

15 000

15 000

15 000

 

EZ

3

Nota Ruimte: Groningen Centrale Zone

12 800

 

3 200

   

EZ

3

Nota Ruimte: Eindhoven A2 Zone

5 400

1 400

    

EZ

3

Nota Ruimte: Apeldoorn kanaalzone

8 800

 

2 200

   

EZ

3

Nota ruimte: Westflank Haarlemmermeer

7 500

15 000

15 000

9 000

  

LNV

24

Nota Ruimte: Mooi en vitaal Delfland

17 700

3 300

3 300

3 300

7 300

 

LNV

22

Nota Ruimte: Dierenpark Emmen

8 500

     

VROM

2

Nota Ruimte: IJsseldelta Kampen

  

17 900

4 500

  

VROM

2

Nota Ruimte: Hart van Zuid Gemeente Hengelo

11 600

 

2 900

   

VROM

2

Nota Ruimte: Stadshavens Rotterdam

19 000

12 000

    

VROM

2

CA: Internationale campus Eindhoven

  

– 151

– 217

– 269

– 322

EZ

3

CA REB: High Tech Factory Twente

1 520

1 520

1 520

1 520

1 520

 

EZ

3

CA: Leiden Bioscience Park

3 300

3 300

3 400

   

EZ

3

CA REB: Verruiming vaargeul Eemshaven – Noordzee

 

6 017

3 008

1 404

  

IF

15

CA REB: HST Cargo

6 600

2 200

2 200

   

EZ

3

CA REB: CAT Agrofood

2 480

2 480

2 480

2 480

2 480

 

EZ

3

Totaal

536 588

189 105

151 507

169 582

76 914

13 395

  

Een uitsplitsing van de mutaties per individueel project wordt in onderstaande tabel gegeven. In deze tabel staat ook een verwijzing naar de reservering waaruit deze specifieke middelen afkomstig zijn.

Mutaties begroting 2011 op projectniveau: artikel 14 ruimtelijke ordening (x € 1 000)
 

Departement

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Nota Ruimte: Alternatief Hoekse Waard

EZ

1 700

15 100

3 200

2 400

2000

600

Nota Ruimte: Ijsselsprong Zutphen

IF

   

16 045

4 011

 

Nota Ruimte: Almere Weerwaterzone

VW

   

63 778

  

Nota Ruimte: Den Haag Internationale stad

IF

   

4 372

4 372

13 117

CA REB: Verruiming vaargeul Eemshaven – Noordzee

IF

 

17

8

4

  

CA REB: HST Cargo

EZ

6 600

2 200

2 200

   

CA REB: CAT Agrofood

EZ

2 480

2 480

2 480

2 480

2 480

 

CA: Internationale campus Eindhoven

EZ

     

– 322

Totaal

 

10 780

19 797

7 888

89 079

12 863

13 395

Toelichting op de mutatie:

De mutaties betreffen overboekingen van middelen vanuit de reserveringen (artikel 15) binnen het FES voor diverse projecten.

Artikel 15 Gereserveerde middelen FES (projecten in voorbereiding)

Dit artikel bevat de reservering van middelen voor projecten en programma’s in voorbereiding. Zodra de projecten voldoende zijn uitgewerkt en besluitvorming heeft plaatsgevonden, worden de middelen overgeheveld naar het desbetreffende uitgavenartikel (artikel 11 t/m 14) van de FES-begroting. Tegelijkertijd worden het desbetreffende ontvangsten- en uitgavenartikel van een of meer departementale begrotingen aangepast. Daardoor staan de FES-bijdragen voor een bepaald project op de begroting van een vakdepartement dat vervolgens verantwoordelijk is voor (tijdige) uitvoering van het project.

Hieronder wordt in de tabel de opbouw van de gereserveerde middelen t/m 2015 vermeld.

Opbouw ontvangsten (x € 1 000)
 

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Vastgestelde begroting 2010

615 584

689 701

903 431

841 982

883 671

 

1e suppletore begroting 2010

139 451

– 172 495

8 887

– 149 072

– 173 590

 

Mutatie

– 514 609

– 327 747

– 493 493

– 181 183

– 136 810

838 637

Ontwerpbegroting 2011

240 426

189 459

418 825

511 727

573 271

838 637

In tabel 3 (paragraaf 2.1) is een uitgebreide specificatie van artikel 15 (Gereserveerde middelen FES) opgenomen.

Toelichting op de mutaties:

De mutaties in het (extrapolatie)jaar 2015 betreffen middelen die al eerder waren gereserveerd in het FES. Op macro-niveau kan de mutatie als volgt worden toegelicht:

Aansluiting Voorjaarsnota 2010 en begroting 2011 (x € mln.)
 

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Totaal

– 515

– 328

– 493

– 181

– 137

839

Overboekingen naar art. 11

– 246

– 248

– 374

– 202

– 180

0

Overboekingen naar art. 12

0

– 31

– 29

0

– 41

0

Overboekingen naar art. 13

– 1

– 54

– 125

– 37

0

0

Overboekingen naar art. 14

– 113

0

0

0

0

0

Prijsbijstelling

0

6

8

7

8

10

Overig (kasschuiven e.d.)

– 155

0

27

52

77

829

Verder is in tabel 3 (paragraaf 2.1) een meer uitgebreide specificatie van artikel 15 (gereserveerde middelen FES) opgenomen. De belangrijkste te verwachten besluitvormingsmomenten worden per enveloppe, impuls en dergelijke toegelicht in paragraaf 2.2.

2. ONTVANGSTEN

Ontvangsten van het fonds

Artikel 21 Ontvangsten uit aardgasbaten

Op dit artikel zijn de voor het fonds bestemde ontvangsten uit aardgas geraamd. Vanaf 2008 is conform de afspraken in het Coalitieakkoord sprake van een vaste FES-voeding waarbij de voeding uit gasbaten bij begrotingswet wordt vastgesteld. Hieronder wordt in de tabel de opbouw van de ontvangsten t/m 2015 vermeld.

Opbouw ontvangsten (x € 1 000)
 

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Vastgestelde begroting 2010

3 138 639

2 800 518

2 183 847

1 958 758

2 344 298

 

1e suppletore begroting 2010

704 678

2 659

197 137

16 246

– 130 114

 

Mutatie

– 506 866

– 80 528

– 206 662

335 147

264 346

1 445 149

Ontwerpbegroting 2011

3 336 451

2 722 649

2 174 322

2 310 151

2 478 530

1 445 149

Toelichting op de mutatie

Voor het jaar 2008 en later is sprake van een vaste FES-voeding uit gasbaten. De mutatie betreft de aanpassing van de raming die daaruit voortvloeit en die nodig is om de voorziene FES-uitgaven te dekken.

3. SALDI

Artikel 31 Voordelig eindsaldo/beginsaldo

Opbouw standen (x € 1 000)
 

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Vastgestelde begroting 2010

0

0

0

0

0

0

1e suppletore begroting 2010

0

0

0

0

0

0

Mutatie

0

0

0

0

0

0

Ontwerpbegroting 2011

0

0

0

0

0

0

Omdat de ontvangsten uit aardgasbaten in het jaar 2008 en later zo zijn vastgesteld dat de uitgaven in enig jaar gedekt kunnen worden is eigenlijk geen sprake meer van een eind- of beginsaldo.

BIJLAGE I: Specificatie FES-middelen 2011 per departement (x € 1 000)
 

Divers

BZK

EZ

LNV

OCW

VROM

VW/IF

VWS

WWI

Totaal

Artikel 11: Verkeer en Vervoer

      

1 503 454

  

1 503 454

Artikel 12: Milieu en Duurzaamheid

  

283 790

24 500

 

80 900

56 421

 

9 000

454 611

Artikel 13: Kennis en Innovatie

 

318

162 560

10 994

137 833

10 950

8 499

52 155

2 711

386 020

Artikel 14: Ruimtelijke Ordening

  

41 000

64 800

1 000

49 930

32 375

  

189 105

Totaal op departementale begrotingen

 

318

487 350

100 294

138 833

141 780

1 600 749

52 155

11 711

2 533 190

           

Artikel 15: Gereserveerde Fes-middelen

189 459

        

189 459

Totale Fes-middelen

189 459

318

487 350

100 294

138 833

141 780

1 600 749

52 155

11 711

2 722 649

BIJLAGE II: Actuele stand stimuleringspakket Aanvullend Beleidsakkoord 2009/2010 (x mln €) 1

Naam/Enveloppe

Domein

Uitvoerend dep.

2009 Belegd 2

2010 Belegd2

2009 Bestemd 3

2010 Bestemd3

Verlenging aflopende innovatieprogramma's

Kennis en Innovatie

 

0

51

0

0

Impuls kennis en innovatie (€ 500 ml. pakket)

 

Divers

0

51

  
       

Snelle uitvoering FES-projecten Innovatie

Kennis en Innovatie

 

102

70

0

34

Impuls 1998, 2001, 2004, 2005, 2006, etc.

 

Divers

99

67

 

11

Maatschappelijke sectoren en ICT

 

Divers

 

0

 

23

CA-enveloppe Kennis en Innovatie

 

VROM

3

3

  
       

Snelle uitvoering FES-projecten Milieu en Duurzaamheid

Milieu en duurzaamh.

 

76

113

0

32

Impuls 1998, 2001, 2004, 2005, 2006, etc.

 

Divers

47

64

 

16

CA-enveloppe Energie

 

EZ/LNV/VROM

20

30

  

CA-enveloppe Water en Kust

 

VW

9

19

 

16

       

Snelle uitvoering FES-projecten Ruimtelijk Economisch Beleid

Ruimtelijke ordening

 

44

222

0

49

Impuls 1998, 2001, 2004, 2005, 2006, etc.

 

Divers

44

212

 

48

CA-enveloppe Regionaal Ec. Beleid

 

Divers

 

10

 

1

       

Snelle uitvoering FES-projecten Infra

Verkeer en Vervoer

 

34

64

0

0

Impuls 1998, 2001, 2004, 2005, 2006, etc.

 

Divers

28

55

  

Infrastructuur Noordvleugel

 

VW

4

4

  

CA-enveloppe Infra en (vaar)wegen

 

VW

2

4

  

CA-enveloppe Openbaar vervoer

 

VW

    
       

Grootschalige researchprojecten/leraren

Kennis en Innovatie

 

12

52

0

39

Grootschalige researchprojecten/leraren

 

Divers

12

52

 

39

       

Maatschappelijk innovatieprogramma's

Kennis en Innovatie

 

2

11

0

0

CA-enveloppe Kennis en Innovatie

 

Divers

2

11

  
       

Innovatieagenda Energie

Kennis en Innovatie

 

3

35

0

0

CA-enveloppe Energie

 

Divers

3

35

  

Totaal

  

273

618

0

155

XNoot
1

De uitgaven uit het stimuleringspakket die geraamd worden in 2011 en verdere jaren worden niet zichtbaar in bovenstaande tabel.

XNoot
2

De categorie «belegd» betreft middelen die overgeheveld zijn naar departementale begrotingen. Deze middelen staan op de begrotingsartikelen 11 t/m 14 van de FES-begroting.

XNoot
3

De categorie «bestemd» betreft middelen die nog niet overgeheveld zijn naar departementale begrotingen. Deze middelen staan op artikel 15 van de FES-begroting.

BIJLAGE III: Uitsplitsing begrotingsstand naar projectniveau: artikel 13 kennis en innovatie (x € 1 000)
 

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Begr.

Art.

1. Bsik-projecten

107 948

39 015

11 542

     

Impuls 2004: Kennis Bsik (leven met water en processysteeminnovatie)

4 079

     

VW/IF

divers

Impuls 2004: Kennis Bsik (Transumo)

5 234

     

VW

divers

Impuls 2004: Kennis Bsik

11 189

160

2 334

   

VWS

divers

Impuls 2004: Kennis Bsik

27 532

38 369

9 208

   

EZ

4

Impuls 2004: Kennis Bsik

41 020

     

OCW

16

Impuls 2004: Kennis Bsik

12 389

     

VROM

3, 10

Impuls 2004: Kennis Bsik

6 505

486

    

LNV

26

2. Diverse onderwijsprojecten

173 186

48 006

43 457

38 253

9 368

– 5 760

  

Impuls 2001: Kennis (ICT en onderw)

51 276

     

OCW

3

Impuls 2001: Kennis onderzoek en innovatie

20 024

     

EZ

2

Impuls 2001: Kennis, onderzoek en innovatie (vernieuwingsimpuls)

11 859

     

OCW

16

Impuls 2005: VMBO/funderend onderwijs

4 580

     

OCW

3

Impuls 2005: VMBO/funderend onderwijs

4

     

LNV

26

Impuls 2006: Rendement en excellentie

11 590

11 522

10 793

9 227

1 529

 

OCW

7

Impuls 2006: Investeringsagenda beta en techniek

6 750

1 000

1 000

   

OCW

1, 6

Impuls 2006: Leren door te experimenteren

3 762

5 800

4 700

3 800

2 000

 

OCW

3

Impuls 2006: Fonds versterking beroepsonderwijs – bedrijfsleven

20 951

8 040

6 710

5 840

  

EZ

3, 5

Impuls 2006: Beelden voor de toekomst

21 896

21 144

20 254

19 386

5 839

– 5 760

OCW

14

Impuls 2006: Onderwijs en ondernemerschap

12 991

500

    

EZ

3

Impuls 2006: Beroepsonderwijs in bedrijf

7 503

     

OCW

4

3. Inn.programma’s en toponderzoek

29 622

9 965

896

876

876

941

  

Impuls 2005: GATE

2 000

1 000

    

OCW

16

Impuls 2005: Haaglanden

2 016

     

IF

11

Impuls 2005: Phytophthora

1 204

876

876

876

876

941

LNV

26

Impuls 2005: WCFS+

9 525

     

EZ

2

Impuls 2005: Scheidingstechnologie 2005

1 989

2 457

    

EZ

2

Impuls 2005: Technostarters creatieve industrie

2 471

     

EZ

2

Impuls 2005: Potato genoom sequencing

500

 

20

   

LNV

26

Impuls 2005: TTI Groene genetica

8 091

5 632

    

LNV

26

Impuls 2005: VIA

1 826

     

JUS

13

4. Vitale Infrastructuur

1 601

       

Impuls 2005: compartimentering dijken

442

     

IF

11

Impuls 2005: XIRAF

299

     

JUS

13

Impuls 2005: Reconstructie 3D camerabeelden

497

     

JUS

13

Impuls 2005: CBRN-security

156

     

JUS

13

Impuls 2005: infra-cameratoezicht sensoring

207

     

JUS

13

5. MS&ICT

6 490

2 023

551

     

Impuls 2005: Beste zorg beloond

52

     

VWS

42

Impuls 2005: Groeien door games

120

     

OCW

3

Impuls 2005: Slimmer veilig

149

     

BZK

25

Impuls 2005: LOGO

1

     

OCW

3

Impuls 2005: KISS

214

     

JenG

2

Impuls 2005: Games to learn

– 1

     

OCW

3

Impuls 2005: Innovatief jongerenportaal

218

     

JenG

2

Impuls 2005: Virtuele games als uitdagend leermiddel

84

     

OCW

3

Impuls 2005: Multi-VIT

296

     

BZK

25

Impuls 2005: Remedie

120

143

    

VWS

42

Impuls 2005: Birth

587

206

    

VWS

42

Impuls 2005: MediaMania

57

     

OCW

3

Impuls 2005: Wereldscholen

136

     

OCW

3

Impuls 2005: Special learning community

40

     

OCW

3

Impuls 2005: Digitale leergemeenschap

122

     

OCW

3

Impuls 2005: Suppleo

379

123

    

OCW

3

Impuls 2005: Wisebits 2.0

61

13

    

OCW

3

Impuls 2005: Les 2.0

454

     

OCW

3

Impuls 2005: SVP

568

     

OCW

3

Impuls 2005: MS&ICT-Edu-game

445

70

35

   

OCW

3

Impuls 2005: MS&ICT-Game IIENS

315

     

OCW

3

Impuls 2005: MS&ICT-Pico Bello

559

384

    

VWS

42

Impuls 2005: MS&ICT-Ketenintegratie trombosedienst

234

226

    

VWS

42

Impuls 2005: MS&ICT-Samen veilig voorbereid

 

68

    

BZK

25

Impuls 2005: MS&ICT-Invoering landelijke digitale bereikbaarheid

800

250

150

   

BZK

25

Impuls 2005: MS&ICT-GPS? Reken maar

95

84

19

   

OCW

3

Impuls 2005: MS&ICT-De lange staart

140

242

194

   

OCW

3

Impuls 2005: MS&ICT-Community voor mobiliteitsleren

245

214

153

   

OCW

3

6. Overig

299 632

287 011

262 511

199 698

162 854

12 268

  

Impuls 1998: Technocentra

9 592

     

OCW

5

Impuls 2005: Holst Center

1 000

4 667

1 300

   

EZ

2

Impuls 2005: Technostarters

548

     

EZ

2

Impuls 2005: Sleutelgebieden

14 357

360

    

EZ

2

Impuls 2005: Topinstituut Farma

22 440

22 927

15 035

4 665

  

VWS

42

Impuls 2005: Transgene gewassen

2 465

950

    

VROM

6

Impuls 2005: Grootschalige researchfaciliteiten

3 902

1 830

1 830

   

OCW

16

Impuls 2005: Transitie samenwerking TU’s

6 066

6 066

6 000

3 500

1 500

 

OCW

7

Impuls 2005: Innovatievouchers/ IPC’s

6 451

13 500

    

EZ

2

Impuls 2005: Plantkundig onderzoek

4 586

     

LNV

21

Impuls 2006: Parelsnoer

7 750

     

OCW

16

Impuls 2006: veterinaire aviaire influenza

3 773

     

LNV

26

Impuls 2006: TTI Watertechnologie

5 576

3 136

4 374

4 343

4 221

110

EZ

2

Impuls 2006: NICIS

4 345

2 711

1 407

   

WWI

1

Impuls 2006: CTMM

10 059

15 836

29 918

34 545

33 746

533

EZ

4

Impuls 2006: RSV

2 167

3 009

8 215

5 895

6 074

– 3 500

VWS

41

CA: Kennis voor klimaat

15 698

10 000

10 000

   

VROM

10

CA: Biomedical materials

9 540

7 199

12 350

4 094

1 294

1 225

EZ

2

CA Innovatie, kennis en onderzoek: Genomics

37 000

41 000

41 000

40 500

40 500

 

OCW

16

CA: Innovatie, kennis en onderzoek: Gezond ouder worden

500

3 000

4 000

2 500

  

VWS

42

CA innovatie, kennis en onderzoek: Towards Biosolar Cells

2 000

4 000

4 950

5 400

5 650

3 000

LNV

26

CA innovatie, kennis en onderzoek: Impuls innovatie

4 000

10 000

4 000

2 000

  

OCW

9

CA Innovatie, kennis en onderzoek: Scheidingstechnologie

4 020

4 167

4 377

3 692

1 144

 

EZ

2

CA Innovatie, kennis en onderzoek: Hersenen en cognitie

4 000

4 000

3 900

3 900

2 200

 

OCW

16

Impuls kennis en innovatie: ITER-NL2

4 000

4 000

    

OCW

16

Impuls kennis en innovatie: Beroepsonderwijs in bedrijf (netwerkscholen)

4 500

3 500

3 500

2 500

  

OCW

4

Impuls kennis en innovatie: Be-basic

6 031

11 923

12 023

12 023

12 000

6 000

EZ

4

Impuls kennis en innovatie: HTSM

25 031

24 923

25 023

25 023

25 000

 

EZ

4

Impuls kennis en innovatie: TIFN

4 406

14 923

7 523

7 523

5 625

 

EZ

4

Impuls kennis en innovatie: Lifesciences en Health

5 000

15 000

21 500

21 500

18 000

 

VWS

42

Impuls kennis en innovatie: VVEsterk

9 563

11 525

9 276

1 686

400

400

OCW

1

Grootsch.res.infra/lerarentekort: NCB

10 000

8 400

6 900

   

OCW

16

Grootsch.res.infra/lerarentekort: Surfnet7

11 700

6 300

7 200

   

OCW

16

Grootsch.res.infra/lerarentekort: Nanolab

12 708

8 580

6 405

7

  

EZ

2

Grootsch.res.infra/lerarentekort: MARIN

7 108

3 980

1 005

1 007

900

 

EZ

4

Grootsch.res.infra/lerarentekort: Lifelines

8 200

7 100

9 500

6 100

4 600

4 500

VWS

42

Grootsch.res.infra/lerarentekort: Deltares

9 550

8 499

 

7 295

  

IF

11

Totaal

618 479

386 020

318 957

238 827

173 098

7 449

  

BIJLAGE IV: AFKORTINGENLIJST

Afkorting

Omschrijving

ADEM

Advanced Dutch Energy Materials Innovation Lab

BIRK

Besluit Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit

BSIK

Besluit Subsidies Investeringen Kennisinfrastructuur

CA

Coalitieakkoord

CAT

Centre for Advanced Technology

CATO

CO2 – afvang, transport en opslag

CBRN

Chemical, Biological, Radiological and Nuclear

CCS

Carbon capture and storage

CTMM

Center for Translational Molecular Medicine

EOS

Energie Onderzoek Subsidie

EHS

Ecologische hoofdstructuur

FES

Fonds Economische Structuurversterking

GATE

Game research for Training and Entertainment

HST

Hoge Snelheids (vracht)Trein

HTSM

Hightech Systems and Materials

KISS

Kind Signalering Systeem

KRW

Kaderrichtlijn Water

LOGO

Loopbaan Oriëntatie door Gaming in het Onderwijs

MARIN

Maritime Research Institute Netherlands

MEP

Milieukwaliteit Elektriciteitsproductie

MS&ICT

Maatschappelijke Sectoren & Informatie- en Communicatie Technologie

NCB

Nederlands Centrum voor Biodiversiteit

NICIS

Netherlands Institute for City Innovation Studies

PHS

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

PIEDWGO

Programma Innovatieve Energiebesparing en Duurzame Gebouwde Omgeving

RSV

Respiratoir Syncytieel Virus

STARS

Sensor Technology Applied in Reconfigurable systems for sustainable security

SVP

Simulatie Voor Praktijkleren

TIFN

Top Institute voor Food and Nutrition

TTI

Technologische Top Instituten

UKR

Unieke Kansen Regeling

VIA

Veiligheidsverbetering door Information Awareness

VIT

Veiligheid, Informatie en Technologie

VVE

Voor- en Vroegschoolse Educatie

WCFS

World Food Crops Seedbank

XIRAF

XML-based indexing and querying for digital forensics


XNoot
1

Een relatief klein deel van de gereserveerde FES-middelen op artikel 15 is reeds toegekend aan projecten, maar nog niet toegevoegd aan de departementale begrotingen. Dit gebeurt zodra de desbetreffende departementen deze middelen opvragen bij de FES-beheerders.

XNoot
2

Kasmatig wordt in tabel 3 een beeld gegeven tot en met 2015. Impulsen kunnen echter doorlopen na 2015, en ook (veel) eerder starten dan 2010. De omvang van detotale reserveringen kan daardoor afwijken van de beschikbare kasmiddelen in de weergegeven periode tot en met 2015. De genoemde bedragen kunnen ook verschillen van de bedragen in de tabel door de toepassing van prijscompensatie.

Naar boven