31 530
Innovatieagenda energie

nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juli 2008

Hierbij bieden wij u namens het Kabinet de Innovatieagenda Energie aan.1 De agenda is gebaseerd op pijlers 2 en 3 van het Regeerakkoord en wordt aangekondigd in de werkprogramma’s Schoon en Zuinig en Nederland Ondernemend Innovatieland uit het Beleidsplan van het Kabinet. Wij hebben er voor gekozen een geïntegreerde agenda te formuleren, omdat beide werkprogramma’s voor het thema energie nauw op elkaar aansluiten. De Innovatieagenda is het resultaat van intensieve interdepartementale samenwerking, vernieuwende analysemethodes en intensieve discussies met maatschappelijke actoren. Het werk van de platforms Energietransitie vormt een belangrijke inspiratiebron voor deze agenda. Hierdoor biedt de agenda een breed spectrum aan analyses, doelstellingen en bijbehorende beleidsopties. Ondanks het langetermijnperspectief (2020 met een doorkijk naar 2050) biedt de agenda zicht op een snelle operationalisering, waardoor nog in deze kabinetsperiode belangrijke vervolgstappen op weg naar een duurzame energiehuishouding kunnen worden gezet.

Die stappen zijn dringend noodzakelijk om het hoofd te bieden aan klimaatverandering. De uitstoot van broeikasgassen moet sterk afnemen. Het doel van het Kabinet is 30% reductie. Een flink deel daarvan moet via innovatie worden binnengehaald. Deze innovatie moet plaatsvinden in alle sectoren van onze energiehuishouding: bij woningen, auto’s, energiecentrales, tuinbouwkassen en industriële complexen. Dat neemt niet weg dat er ruimte moet zijn om accenten te leggen voor de stimulering van innovaties die de beste perspectieven bieden op substantiële CO2-reductie. Daarbij valt te denken aan wind op zee, CCS, 2e generatie biobrandstoffen, groen gas en dergelijke. De gekozen opzet van de Innovatieagenda biedt deze ruimte.

De afgelopen jaren is over een breed terrein gewerkt aan bevordering van innovatie. Met de Innovatieagenda Energie wordt in deze kabinetsperiode een extra bedrag beschikbaar gesteld van € 438 miljoen om aan de innovatie een extra impuls en meer focus te geven. Met deze impuls wil het Kabinet programma’s en projecten opzetten waaraan het bedrijfsleven en onderzoekinstituten een zeer belangrijke bijdrage leveren, ook in financiële zin, zodat de rijksbijdrage in totaal een maatschappelijke investering van zo’n € 3 miljard mobiliseert. Deze impuls zal vooral worden aangewend ten behoeve van de zogenaamde demonstratie- en versnellingsfase van de innovatieketen. Daarnaast zal het budget waar nodig gebruikt worden voor meer R&D. Een belangrijk criterium daarbij is dat dit vraaggestuurd is, dat wil zeggen dat het voldoende aansluit bij de behoeften vanuit de markt aan kennisontwikkeling. Succesvolle innovaties zijn overigens niet alleen afhankelijk van de beschikbaarheid van nieuwe technologie. Minstens zo belangrijk is het wegnemen van niet-technische knelpunten, die de introductie van vernieuwingen in de weg staan. De Innovatieagenda besteedt hier veel aandacht aan. Energie-innovatie vergt voorts inspanningen op tal van andere beleidsterreinen, zoals de agro-sector in verband met de ontwikkeling van een «biobased economy», maar ook in de sfeer van onderwijs om ervoor te zorgen dat er op alle niveaus voldoende mensen beschikbaar zijn om deze innovaties vorm te geven.

Wij zijn zeer verheugd dat bedrijven, onderzoeksinstellingen en maatschappelijke organisaties zich door de Innovatieagenda Energie geïnspireerd voelen om actief bij te dragen aan de gewenste innovatie. Veranderingsprocessen komen immers niet zo maar tot stand. Er is behoefte aan motoren van verandering. Dit is ook de filosofie achter de Innovatieagenda. De maatregelen die wij willen treffen, zijn zo geformuleerd dat ze in onderlinge samenhang leiden tot het op gang brengen en versterken van innovatieve ontwikkelingen. Voorts willen we met deze agenda lopende initiatieven op gemeentelijk en regionaal niveau versterken. Als voorbeeld van een regionale motor van verandering noemen wij het Rotterdam Climate Initiative, dat met zijn ambitie bovendien een mondiale uitstraling heeft.

Bij het opstellen van de Innovatieagenda zijn aanbevelingen uit het – ondersteunende – gezamenlijke advies van de voorzitters van het Regieorgaan Energietransitie, de Energie Advies Commissie en de Adviescommissie EOS-Demo/UKR betrokken. Daarnaast komt aan aantal aspecten van het advies «Een nationale onderzoeksagenda duurzame energie» (Cie de Wit) aan de orde.

Met de Innovatieagenda Energie willen wij belangrijke maatschappelijke doelen realiseren, zowel verbetering van de milieukwaliteit als versterking van de innovatiekracht van Nederlandse ondernemers. Deels gaat het daarbij om langetermijnontwikkelingen, maar wij vertrouwen er op dat door de samenwerking met bedrijven, onderzoeksinstituten en maatschappelijke organisaties de uitvoering van de agenda reeds in de komende jaren de basis legt voor een duurzame energietoekomst.

De minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven