32 402 Wet van houdende regels ter bevordering van de kwaliteit van zorg en de behandeling van klachten en geschillen in de zorg (Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg)

33 841 Regels inzake de gemeentelijke ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang (Wet maatschappelijke ondersteuning 2015)

X¹ VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 24 april 2018

Bij de plenaire behandeling van het voorstel Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) op 29 september 2015 is er gewezen op de wenselijkheid om de klachten- en geschillenregeling van de Wkkgz van toepassing te doen zijn op de ondersteuning als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015). De toenmalige Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft daarop toegezegd om te polsen of er in de Tweede Kamer steun bestaat voor een mogelijke uitbreiding van de werkingssfeer van de klachten- en geschillenregeling van de Wkkgz naar de Wmo-gefinancierde zorg.²

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft in januari 2016 besloten het oordeel van de Tweede Kamer af te wachten en teven heeft zij de Minister verzocht om de Eerste Kamer op de hoogte te houden van de eventuele vervolgstappen.³ De leden van de commissie hebben onlangs vastgesteld dat het uniformeren van het klachten- en geschillenregime niet of nauwelijks aandacht heeft gekregen in de Tweede Kamer.⁴Naar aanleiding hiervan is op 5 april 2018 een brief gestuurd aan de Minister voor Medische Zorg en Sport.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft op 24 april 2018 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, De Boer

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Minister voor Medische Zorg en Sport

Den Haag, 5 april 2018

Tijdens de plenaire behandeling in de Eerste Kamer van het voorstel Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) op 29 september 2015 hebben de leden van de fracties van SP en PvdA gewezen op de wenselijkheid om de klachten- en geschillenregeling van de Wkkgz van toepassing te doen zijn op de ondersteuning als bedoeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015). In de praktijk is het immers zo dat medewerkers ondersteuning leveren aan mensen van wie de ondersteuning gefinancierd wordt vanuit verschillende wettelijke kaders. De toenmalige Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft daarop toegezegd om te polsen of er in de Tweede Kamer steun bestaat voor een mogelijke uitbreiding van de werkingssfeer van de klachten- en geschillenregeling van de Wkkgz naar de Wmo-gefinancierde zorg. De toenmalige Minister van VWS heeft de Tweede Kamer op 22 december 2015 om haar opvattingen gevraagd.⁵

De commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft de Minister verzocht om de Eerste Kamer op de hoogte te houden van de eventuele vervolgstappen.⁶ Tevens heeft de commissie kennisgenomen van het schriftelijk overleg dat de Tweede Kamer hierover heeft gevoerd.⁷

De leden van de commissie volgen deze gedachtewisseling met interesse. Zij stellen echter vast dat het uniformeren van het klachten- en geschillenregime niet of nauwelijks aandacht heeft gekregen in het debat in de Tweede Kamer.⁸ De leden van de commissie stellen het dan ook op prijs als de werking van de naast elkaar bestaande klachtenregimes Wkkgz en Wmo 2015 kan worden betrokken bij de evaluatie van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg, die op grond van artikel 31 van de Wkkgz zal worden uitgevoerd en naar verwachting in 2021 gereed zal zijn. Zij gaan ervan uit dat u aan dit verzoek gehoor kunt geven.

De leden van de commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport zien uw antwoord met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J.T. Martens

BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 april 2018

In uw brief van 5 april 2018, verzoekt u mij de werking van de naast elkaar bestaande klachtenregimes van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) en de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) te betrekken bij de evaluatie van de Wkkgz die op grond van artikel 31 van de Wkkgz zal worden uitgevoerd, en die naar verwachting in 2021 gereed zal zijn.

Per brief van 7 april 2017 inzake Regels ter bevordering van de kwaliteit van zorg en de behandeling van klachten en geschillen in de zorg (TK 2016–2017, 32 402, nr. 72) heeft de voormalig Staatssecretaris van VWS de Tweede Kamer voor wat betreft de relatie tussen de Wkkgz en de Wmo 2015 aangegeven dat het de voorkeur van het kabinet heeft de uitkomsten van een aantal relevante onderzoeken af te wachten, en aan de hand daarvan met de Tweede Kamer in gesprek te treden over eventuele vervolgstappen. Ten aanzien van deze onderzoeken, heb ik in de brief over de stand van zaken moties en toezeggingen van 22 december 2017 (TK, 2017–2018, 34 775 XVI, nr. 121) aan de Tweede Kamer laten weten dat het onderzoek van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving («Heft in eigen hand, Zorg en ondersteuning voor mensen met meervoudige problemen» https://www.raadrvs.nl/uploads/docs/Heft in eigen hand.pdf) in oktober 2017 is verschenen. Het (evaluatie)onderzoek door het SCP naar de hervorming langdurige zorg zal voor 1 juli 2018 verschijnen. Ten aanzien van het onderzoek onder leiding van de heer Scheltema, naar een integrale wijze van afhandelen van klachten en geschillen binnen het sociaal domein, is de verwachting dat in het najaar een weergave gereed is van de consultatie.

Het voorgaande leidt ertoe dat de verwachting is dat de Tweede Kamer eerst in het najaar geïnformeerd kan worden over eventuele vervolgstappen. Ik zeg u toe de brief die dan hierover aan de Tweede Kamer gezonden zal worden, ook aan uw Kamer te zenden. Daarbij merk ik op dat de reactie op het rapport van de RVS, u eerder toegezegd voor juni, daarmee ook pas dan gezonden zal worden, omdat het de voorkeur verdient de onderzoeken in gezamenlijkheid in één reactie te beoordelen. Tevens zeg ik uw toe het verzoek van uw Kamer om de werking van de naast elkaar bestaande klachtenregimes van de Wkkgz en de Wmo 2015 in de evaluatie van de Wkkgz te betrekken, in het licht van de resultaten van de genoemde onderzoeken en de daaraan eventueel verbonden vervolgstappen, opnieuw zal bezien.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

---

1 Letter X heeft alleen betrekking op wetsvoorstel 32 402.

2 Kamerstukken II 2015/16, 32 402, nr. 71.

3 Kamerstukken I 2015/16, 32 402, T.

4 Algemeen overleg van 15 maart 2018 over Wmo / Mantelzorg / Maatschappelijke opvang / Hulpmiddelenbeleid.

5 Kamerstukken II 2015/16, 32 402, nr. 71.

6 Kamerstukken I 2015/16, 32 402, T.

7 Kamerstukken II 2016/17, 32 402, nr. 72.

8 Algemeen overleg van 15 maart 2018 over Wmo / Mantelzorg / Maatschappelijke opvang / Hulpmiddelenbeleid.