30 825 Ecologische hoofdstructuur

Nr. 80 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juni 2011

In mijn brief van 10 mei 2011 aan uw Kamer (TK, 30 825, nr. 78) en tijdens het Algemeen overleg EHS /Natuur van 20 april 2011 (kamerstuk 30 825, nr. 79) heb ik u toegezegd de evaluatie van de pilot met de Regeling Draagvlak Duurzaam Voedsel toe te zenden. In de bijlage treft u de evaluatie aan.1

Het accent heeft binnen deze evaluatie vooral gelegen op aspecten die te maken hebben met de organisatie en de uitvoering van de regeling. Uit de evaluatie komt op hoofdlijnen het volgende beeld naar voren.

De regeling sloot aan bij behoeften in het veld, men is over het algemeen tevreden over de informatievoorziening en geeft aan dat de organisatie en uitvoering van de regeling in grote lijnen voorspoedig is verlopen. Het feit dat de regeling heel breed is ingestoken, «duurzaam voedsel» met een ruime definitie, zorgde voor onduidelijkheden bij de aanvraag en verschillen in mening bij afwijzing. Het feit dat cofinanciering van projecten door private partijen uitgesloten was, kon niet op brede steun rekenen.

De effectiviteit van de regeling is beperkt geëvalueerd, omdat de meeste gesteunde projecten nog in de eerste fase van uitvoering zijn. Geconcludeerd wordt dat de regeling voor de doelgroep meerwaarde heeft gehad en mensen/organisaties heeft aangezet tot het maken van nieuwe voorstellen.

Ik neem de evaluatie voor kennisgeving aan. Zoals aangegeven in mijn brieven aan uw Kamer van 22 maart 2011 (TK, 20 487, nr. 37) en 15 april 2011 (TK, 30 825, nr. 75) en tijdens het Algemeen Overleg EHS/Natuur van 20 april 2011 is openstelling en opvolging van deze pilot niet aan de orde.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven