30 111 Topinkomens

Nr. 66 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 december 2013

Met deze brief bied ik u, mede namens de Staatssecretaris, de jaarlijkse rapportage aan over de inkomensgegevens van bestuurders in de zorginstellingen. Deze rapportage, in de bijlage, gebruikt de inkomensgegevens die in de jaarverslagen over 2012 zijn opgenomen. Deze jaarverslagen, inclusief de bezoldigingsgegevens, zijn voor eenieder transparant gemaakt. Ze zijn gepubliceerd op de website www.jaarverslagenzorg.nl . Het is de laatste keer dat er in deze vorm over wordt gerapporteerd gezien de inwerkingtreding van de Wet normering topinkomens (Wnt) per 1 januari 2013.

Deze rapportage ontvangt u dit jaar bij uitzondering op deze wijze. Oorspronkelijk kreeg u deze rapportage apart vanuit VWS aangeboden, maar de laatste jaren was de rapportage gevoegd bij de rapportage van Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelatie (BZK) over de inkomensgegevens uit de Wet openbaarmaking publiekgefinancierde topinkomens (WOPT). Omdat deze wet per 1 januari 2013 is ingetrokken, ontvangt u echter geen WOPT-rapportage over 2012 zoals de Minister van BZK u eerder dit jaar heeft laten weten.

Voor alle duidelijkheid wil ik benadrukken dat over 2012 alleen een transparantieregime geldt. Pas met ingang van 1 januari 2013 geldt ook een normeringsregime, maar dan alleen voor arbeidsovereenkomsten die vanaf die datum worden overeengekomen. Voor oudere contracten geldt een overgangsregime.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Rapportage inkomensgegevens van bestuurders van zorginstellingen uit de jaarverslagen-2012

1. Inleiding

VWS rapporteert jaarlijks aan de Kamer over de gegevens van de inkomens van bestuurders van zorginstellingen zoals in de jaarverslagen worden verantwoord (TK 29 689, nrs. 4, 34, 124 en 174, TK 30 111, nr. 48, 50, 52, 55 en 57. In deze rapportage zijn grotendeels dezelfde tabellen gegenereerd als in de voorgaande jaren. De volgende rapportage gaat over het verslagjaar-2013, het eerste jaar dat de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (Wnt) in werking is. Die rapportage krijgt dan een andere, eenvoudiger opzet.

2.1 Reikwijdte van het onderzoek

In de analyse is gekeken naar vier sectoren:

  • Ziekenhuiszorg: 108 instellingen

  • Geestelijke gezondheidszorg (GGZ): 162 instellingen

  • Gehandicaptenzorg: 126 instellingen

  • Verpleging, Verzorging en Thuiszorg (VVT): 382 instellingen

2.2 Beloningsniveau van de bestuurders in 2012

De gegevens over het beloningsniveau in 2012 hebben betrekking op 1.203 bestuurders, werkend bij 778 instellingen. Interim-bestuurders en gewezen bestuurders zijn bij deze analyse buiten beschouwing gelaten. De inkomensgegevens van bestuurders van ZBC’s (zelfstandige behandelcentra) lenen zich niet voor analyse omdat zij daar niet in loondienst zijn. Daarom zijn ze er dit jaar weer buiten gehouden. In iedere sector behalve de ziekenhuiszorg zien we dit jaar een hoger aantal instellingen en dus ook meer bestuurders dan in 2011 (was in 2011: 756 instellingen met 1.179 bestuurders; in 2012: 778 instellingen met 1.203 bestuurders).

De inkomensgegevens hebben betrekking op het brutoloon inclusief het vakantiegeld en de eindejaarsuitkering, maar exclusief de onkostenvergoeding en de werkgeverslasten (premies en pensioen). Ook de eventuele ontslaguitkering en de eventuele bonus zijn hierin niet meegenomen, maar deze komen in paragraaf 5 terug. Het brutoloon van de bestuurder is omgerekend naar een voltijds jaarloon voor de vergelijkbaarheid. Dat wil zeggen dat is gecorrigeerd voor een eventuele deeltijdfactor en voor een eventueel kortere duur van het dienstverband in het verslagjaar. Omdat de klassenindeling in tabel 1 dezelfde is gebleven (i.e. niet aan inflatiecijfers is aangepast), is daar met de invulling van de tabel rekening mee gehouden (i.e. exclusief inflatie).

Tabel 1 Bruto jaarloon 2012 zorgbestuurders naar sector
 

Ziekenhuiszorg

GGZ

Gehandicaptenzorg

VVT

Totaal

Minder dan € 100.000

1%

41%

28%

42%

32%

Tussen € 100.000 en € 150.000

14%

33%

46%

42%

35%

Tussen € 150.000 en € 200.000

54%

25%

25%

14%

26%

Meer dan € 200.000

31%

1%

1%

2%

7%

Totaal

100%

100%

100%

100%

100%

Totaal aantal

230

265

187

521

1.203

Gemiddeld

184.000

114.000

122.000

111.000

128.000

De tabel laat een licht dalend beeld zien ten opzichte van dezelfde tabel over 2011.

2.3 Vergelijking met de normen van de sector

1 september 2009 is de nieuwe Beloningscode Bestuurders in de Zorg (BBZ) in werking getreden. Die geldt alleen voor nieuwe contracten. Die code kan daarom pas effect sorteren op de inkomens van nieuwe bestuurders die in 2010 werden ingeschaald. Daarom kon dat effect pas in 2011 gemeten worden in de jaarverslagen over 2010. Paragraaf 2.4 gaat nader op de BBZ in.

In deze paragraaf is de tot nu toe gebruikelijke aanpak gehanteerd van het afzetten van de inkomens van de bestuurders tegen de NVTZ- dan wel de NVZD-norm, de voor het merendeel van de bestuurders geldende normen. Met name die laatste norm was de gebruikelijke, namelijk ten tijde dat de contracten die hier worden geanalyseerd, werden afgesloten.

De Nederlandse vereniging van toezichthouders in de zorg (NVTZ) en de Nederlandse vereniging van ziekenhuisdirecteuren (NVZD) hebben beide een regeling opgesteld die het maximumsalaris aangeeft dat de bestuurder zou mogen verdienen aan de hand van kenmerken van de organisatie (personeel, omzet, complexiteit). De regeling van de NVTZ is gematigder dan die van de NVZD.

In onderstaande tabellen wordt per sector een vergelijking gemaakt tussen het maximale salaris van de regeling in vergelijking met het genoten salaris.

Tabel 2 Bruto jaarloon 2012 zorgbestuurders in vergelijking met de NVTZ-regeling
 

Ziekenhuiszorg

GGZ

Gehandicaptenzorg

VVT

Totaal

minder dan 75%

2%

26%

17%

8%

12%

van 75 tot 90%

5%

11%

18%

17%

14%

van 90 tot 100%

7%

11%

13%

20%

14%

van 100 tot 110%

18%

6%

14%

19%

15%

van 110 tot 125%

33%

11%

16%

20%

20%

van 125 tot 150%

30%

26%

17%

12%

19%

meer dan 150%

5%

9%

5%

4%

6%

Totaal

100%

100%

100%

100%

100%

Totaal aantal

230

265

187

521

1.203

Wanneer wordt gekeken naar de beloning van bestuurders in vergelijking met de richtlijn van de NVTZ, dan moet geconcludeerd worden dat 60% van de inkomens ook in 2012 uitkomen boven de uitkomst die toepassing van de richtlijn van de toezichthouders zou hebben laten zien. In 2011 was dat nog 65%.

Tabel 3 Bruto jaarloon 2012 zorgbestuurders in vergelijking de NVZD-regeling
 

Ziekenhuiszorg

GGZ

Gehandicaptenzorg

VVT

Totaal

minder dan 75%

5%

27%

30%

21%

21%

van 75 tot 90%

27%

28%

43%

40%

35%

van 90 tot 100%

29%

18%

14%

21%

21%

van 100 tot 110%

22%

12%

6%

8%

11%

van 110 tot 125%

11%

6%

2%

6%

7%

van 125 tot 150%

5%

7%

2%

3%

4%

meer dan 150%

1%

2%

3%

1%

1%

Totaal

100%

100%

100%

100%

100%

Totaal aantal

230

265

187

521

1.203

Omdat de NVZD-regeling ruimer is dan de NVTZ-regeling, komen hier minder bestuurdersinkomens uit boven de NVZD-normen, namelijk 25%, dan boven de NVTZ-normen (daar was het 60%). In 2011 zat ook 25% van de bestuurders boven de NVZD-maxima.

Als we de beloning afzetten tegen de globaal werkende (want onafhankelijk van omvang van de instelling en van complexiteit van het productieproces, van de functiezwaarte dus) norm van 130% van het gemiddelde ministerssalaris in 2012, € 195.409, dan zien we dat gemiddeld 85%, evenwel verschillend per sector, daar onder blijft. Dat is een verbetering ten opzichte van 2011 toen 82% onder die norm bleef.

Tabel 4 bruto jaarloon 2012 afgezet tegen 130%-norm
 

Ziekenhuiszorg

GGZ

Gehandicaptenzorg

VVT

Totaal

Onder de norm

46%

90%

93%

96%

85%

Boven de norm

54%

10%

7%

4%

15%

Totaal

100%

100%

100%

100%

100%

Het totaalpercentage van boven de norm is gedaald namelijk van 18% naar 15%. Die daling doet zich in alle sectoren voor.

2.4 De beloning van zorgbestuurders met een nieuwe baan

Zoals aangeduid in paragraaf 2.3 is de sector eind 2009 zelf met een nieuwe beloningsnorm gekomen, de beloningscode voor bestuurders in de zorg, de BBZ. Naast de loonontwikkeling van de zittende bestuurders is het dan ook van belang te kijken naar de beloning van de bestuurders die in 2012 in een nieuwe functie zijn begonnen (dat hoeven niet per se nieuwe instromers te zijn, het kunnen ook mutaties binnen de sector zijn). Hier kijken we dus naar álle nieuwe bestuurders in 2012.

Omdat deze zorgbestuurders in 2012 aan een nieuwe functie zijn begonnen, hebben we dezen in tabel 5 alleen afgezet tegen de norm van de BBZ. Daarbij is uitgegaan van een eventuele toeslag wegens omgevings- en risicofactoren van maximaal 15%. Op grond van de BBZ kan die echter maximaal 30% zijn. Wanneer er dus een hogere toeslag dan 15% is overeengekomen, komt dat in de onderstaande tabel als een overschrijding naar voren (meer dan 100%). In de perceptie van het veld is er dus bij minder dan 115% geen sprake van een overschrijding.

Tabel 5 Zorgbestuurders met een nieuwe baan t.o.v. BBZ-norm met een maximale toeslag van 15%
 

Ziekenhuiszorg

GGZ

Gehandicaptenzorg

VVT

Totaal

minder dan 75%

2

9

7

7

25

van 75 tot 90%

10

6

8

18

42

van 90 tot 100%

8

6

4

3

21

van 100 tot 110%

3

0

0

2

5

van 110 tot 125%

2

0

0

0

2

van 125 tot 150%

2

0

0

1

3

Meer dan 150%

1

0

0

0

1

Totaal aantal

28

21

19

31

99

De Wnt is per 1 januari 2013 in werking getreden. Nieuwe arbeidsovereenkomsten die vanaf 1 januari 2013 worden aangegaan mogen de Wnt-norm niet overschrijden. Deze tabel 5 is dus ook een tabel die in de volgende rapportage veranderd wordt.

2.5 Overige zaken

Bonussen

In 2012 heeft 6% (2011: 8%) van de bestuurders een bonus ontvangen van gemiddeld € 12.500 (2011: € 10.100). Het gemiddelde bedrag is dus gestegen ten opzichte van 2011, maar er is minder vaak uitgekeerd.

De hoogte van de bonus was in de ziekenhuissector hoger dan gemiddeld (€ 18.000), en ook hoger dan een jaar eerder (€ 15.200).

Ontslagvergoedingen

In 2012 ontving 2,4% (2011: 1,6%) van alle bestuurders enige vorm van ontslagvergoeding. De gemiddelde ontslagvergoeding in 2012 komt neer op € 127.250 (2011: € 144.500), echter met een vrij grote variatie. Het percentage bestuurders dat een vergoeding kreeg, is gestegen ten opzichte van 2011. In lijn daarmee zien we dat het aantal interim-bestuurders in 2012 gestegen is ten opzichte van 2011, zie de volgende paragraaf. De gemiddelde ontslagvergoeding ligt lager dan in het voorgaande jaar, maar dat kan aan de samenstelling van de ontslagenen liggen (bv. meer mensen met een relatief kort dienstverband dan wel een relatief lager salaris). Bij de in jaarverslagen verantwoorde ontslagvergoedingen moet worden bedacht dat de uitgekeerde ontslagvergoedingen lager kunnen uitvallen, met name wanneer er anticumulatiebedingen gelden (betrokkene heeft ander betaald werk gevonden).

Interim-bestuurders

Naast de 1.203 bestuurders die in de bovenstaande tabellen zijn geanalyseerd, zijn in 2012 ook nog 116 bestuurders extern ingehuurd. Dit is meer dan in 2011. Toen waren het er 96.

De neiging kan bestaan om te denken dat iedere extern ingehuurde bestuurder een interim-bestuurder is. De praktijk laat evenwel zien dat er ook instellingen zijn die structureel geen bestuurders in loondienst hebben, maar structureel werken met dezelfde extern ingehuurde bestuurder. Vaak gaat het dan om instellingen die werken met een bestuurder die werkt via een management-bv.

De interim-bestuurder verbleef in 2012 gemiddeld 10 maanden (2011: 9) bij de instelling. Dat is op zich lang voor een interimmer.

De gemiddelde vergoeding (dat is dus een ruimer begrip dan «de beloning» omdat daar ook allerlei kostenvergoedingen voor zelf af te sluiten sociale zekerheid en dergelijke, plus overheadkosten van de interimmer in zitten), omgerekend naar jaarbasis bedroeg € 183.000, lager dus dan in 2011 toen het gemiddelde op € 226.000 lag.

Toezichthouders

In deze analyse is de beloning van toezichthouders bij zorginstellingen in de onderstaande tabel 6 afgezet tegen de globaal werkende norm (want onafhankelijk van hun werkelijke inzet) van € 10.000 voor een lid en € 15.000 voor een voorzitter. Dat zijn de bedragen die de NVTZ als maximum adviseert bij een normale werkbelasting en exclusief deelname aan commissies. Overschrijdingen ten opzichte van dat referentiekader zijn dus niet noodzakelijk meteen in strijd met de NVTZ-regeling omdat er per geval verklarende factoren voor kunnen zijn.

Tabel 6 Analyse vergoeding toezichthouders 2012
 

Ziekenhuiszorg

GGZ

Gehandicaptenzorg

VVT

Totaal

Voorzitters met vergoeding > € 15.000

9,3%

1,8%

2,5%

1,5%

2,8%

Leden met vergoeding > € 10.000

21,4%

5,3%

7,3%

3,4%

7,3%

Totaal

19,2%

4,6%

6,4%

3,1%

6,4%

Hier is sprake van een stijging bij de leden (2012 7,3%, 2011 6,3%) in tegenstelling tot bij de voorzitters (2012 2,8%, 2011 3,9%). Zoals vermeld hoeft dit niet te wijzen op overschrijdingen van het maximale NVTZ-advies omdat bijvoorbeeld werkbelasting en deelname aan commissies verklarende factoren kunnen zijn.

Naar boven