29 689
Herziening Zorgstelsel

nr. 174
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 december 2007

Mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport stuur ik u hierbij de rapportage van publiek gefinancierde topinkomens conform de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (Wopt) en inkomensgegevens en de rapportage van bestuurders van zorginstellingen uit de jaarverslagen 2006.

Per 1 maart 2006 is de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens in werking getreden. Deze wet regelt dat organisaties die onder de werking van de wet vallen de gegevens openbaar moeten maken van functionarissen wier beloning in enig jaar boven het gemiddelde ministersalaris (voor 2006 vastgesteld op € 171 000) uitstijgt.

De rapportage1 van deze gegevens over het verantwoordingsjaar 2006 bied ik u hierbij aan. Anders dan vorig jaar zijn dit jaar de gegevens over het zorgveld ook in de Wopt rapportage opgenomen. Het aantal meldingen is derhalve hoger.

De minister van VWS rapporteert jaarlijks aan de Kamer over de gegevens van de inkomens van bestuurders van zorginstellingen zoals in de jaarverslagen worden verantwoord (TK 29 689, nrs. 4, 34 en 124). In de rapportage zijn grotendeels dezelfde tabellen gegenereerd als in de brief naar de Kamer van vorig jaar (TK 29 689, nr. 124). Ten behoeve van de overzichtelijkheid worden beide rapportages u tegelijkertijd aangeboden.1

Toelichting op de Wopt rapportage

In voorliggende rapportage worden de afzonderlijke publicaties uit de diverse jaarverslagen integraal gerapporteerd. De rapportage is opgesteld op basis van de meldingen bij mijn ministerie én bij het ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport. Het gaat hierbij derhalve om gegevens die reeds eerder dit jaar in de jaarverslagen van de betreffende instellingen gepubliceerd zijn. De verantwoordelijkheid voor de juistheid van de gegevens ligt bij de individuele organisaties. De jaarverslagen behoeven goedkeuring van de accountant, daarmee acht ik de juistheid van de gegevens voldoende gewaarborgd. Door mijn ministerie zijn geen controles uitgevoerd op de juistheid van de opgaven.

Bij het opstellen van de Wopt is het de bedoeling geweest te voorkomen dat bepaalde elementen van topinkomens aan de openbaarheid worden onttrokken, zoals ontslagvergoedingen en pensioenafdrachten (beloningen betaalbaar op termijn). In de systematiek van de wet is er voor gekozen om ook feitelijk toegekende ontslagvergoedingen op te nemen. Hierdoor komt het voor dat ook functionarissen zonder regulier topinkomen in de rapportage zijn opgenomen, enkel op basis van de ontvangen ontslagvergoedingen. Hiertoe behoren ook de ontslagvergoedingen die zijn toegekend binnen zogeheten Sociale Beleidskaders. In het overzicht zijn de meldingen enkel op grond van de ontslagvergoedingen apart genoemd, zodat het onderscheid zichtbaar is.

Administratieve lasten

In de voorliggende rapportages zijn de opgave van de zorginstellingen verzorgd door het ministerie van VWS. In het kader van het terugdringen van de administratieve lasten leek het mij niet wenselijk om organisaties te verzoeken opgave te doen van gegevens die deze, zij het in iets andere vorm, al enige tijd jaarlijks aan VWS leveren. In het maatschappelijk verantwoordingsdocument voor de zorginstellingen is een paragraaf opgenomen waarin de organisaties de Wopt gegevens kunnen opgeven.

Verantwoording

De organisaties zijn in de rapportage alfabetisch gerangschikt. In verband met de leesbaarheid van de rapportage is de informatie per gemelde functionaris op een regel weergegeven. Aangezien er meer informatie is dan er per regel leesbaar op een pagina kan worden weergegeven is de rapportage als volgt opgeknipt:

• De pagina’s 1 tot en met 101 bevatten de gegevens over 2006. De eerste 18 pagina’s geven een overzicht van de overschrijdingen vanwege samenloop met een ontslagvergoeding.

• De pagina’s 102 tot en met 202 bevatten de gegevens over 2005.

• De motiveringen voor overschrijding van het Wopt bedrag zijn als een aparte bijlage opgenomen. De volgnummers in de kantlijn corresponderen met de volgnummers in de rapportage.

In totaal zijn 2761 organisaties aangeschreven met het verzoek aan te geven of zij functionarissen in dienst hebben die volgens de Wopt gemeld zouden moeten worden. Ook indien men geen functionarissen te melden had, moest dit op de internetsite van mijn ministerie worden aangegeven. Van de aangeschreven instellingen hebben er 2594 gereageerd. Dat is een respons van 94%, vorig jaar was dit 93%. Dit is weliswaar nog geen 100%, maar naar mijn mening wel een heel behoorlijk resultaat. De stijgende lijn stemt mij tevreden en ik zie vooralsnog geen reden tot nadere maatregelen.

In het kort luiden de bevindingen:

• In totaal hebben 384 organisaties aangegeven dat zij functionarissen in dienst hadden van wie de totale beloning over 2006 uitsteeg boven het gemiddeld ministersalaris. De stijging ten opzichte van vorig jaar wordt voornamelijk veroorzaakt door de opname van de zorg in de rapportage.

• Door deze 384 organisaties zijn in totaal 1 374 functionarissen aangemeld. In de rapportage over 2005 waren dit 1542 functionarissen. De daling van het aantal functionarissen wordt voornamelijk veroorzaakt door de daling van het aantal meldingen in verband met ontslagvergoeding.

• De gemiddelde opgegeven ontslagvergoeding bedroeg € 217 881. Als de ontslagvergoedingen buiten beschouwing worden gelaten zijn er 1115 functionarissen (over 2005 waren dat er 1080). Deze 1115 functionarissen hebben in 2006 een gemiddelde beloning van € 202 957 ontvangen.

Voor gespecificeerde analyses van de beloningen in het zorgveld verwijs ik naar de bij deze brief gevoegde VWS rapportage met toelichting.

De hoofddoelstelling van de Wopt is het bieden van openheid over beloningsposities en ontwikkeling met het oog op verantwoording. De Wopt-rapportage is in plaats gekomen van de eerdere onderzoeken topinkomens in de (semi)publieke sector. Die onderzoeken gaven een statistisch verantwoord beeld van de inkomensontwikkeling van alle topinkomens omdat zij gebaseerd waren op een aselecte steekproef waarbij ook salarissen beneden het ministersalaris waren meegenomen. Daarom waren generalisaties mogelijk tot op sectoraal niveau. Een rapportage van individuele, tot op personen herleidbare gegevens zoals in het voorliggende overzicht was daar niet toegestaan. Ik maak u erop attent dat, gegeven de doelstelling van de wet, de Wopt-rapportage niet voldoet aan de vereiste van een aselecte steekproef. Er kunnen daarom op basis van dit overzicht geen generaliserende conclusies over de inkomensontwikkeling van topfuncties worden getrokken. Een statistische analyse ontbreekt derhalve. In het kader van de evaluatie van de evaluatie van de Wopt, die in 2008 plaats zal vinden, zal er weer een algemeen onderzoek naar de topinkomens binnen de (semi)publieke sector plaatsvinden.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven