30 111
Topinkomens

nr. 48
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2008

Mede namens de bewindslieden van Volksgezondheid, Welzijn en Sport stuur ik u hierbij de rapportage1 van publiek gefinancierde topinkomens conform de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (Wopt) en de inkomensgegevens en rapportage van bestuurders van zorginstellingen uit de jaarverslagen 2007.

Per 1 maart 2006 is de Wopt in werking getreden. Deze wet regelt dat organisaties die onder de werking van de wet vallen de gegevens openbaar moeten maken van functionarissen wier beloning in enig jaar boven het gemiddelde ministersalaris (normbedrag, voor 2007 vastgesteld op € 169 000) uitstijgt. De rapportage van deze gegevens over het verantwoordingsjaar 2007 bied ik u hierbij aan. De minister van VWS rapporteert jaarlijks aan de Kamer over de gegevens van de inkomens van bestuurders van zorginstellingen zoals in de jaarverslagen worden verantwoord. Ten behoeve van de overzichtelijkheid worden beide rapportages u tegelijkertijd aangeboden.

Toelichting op de Wopt-rapportage

In voorliggende rapportage1 worden de afzonderlijke publicaties uit de diverse jaarverslagen integraal gerapporteerd. De rapportage is opgesteld op basis van de meldingen bij mijn ministerie én bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het gaat hierbij derhalve om gegevens die reeds eerder dit jaar in de jaarverslagen van de betreffende instellingen gepubliceerd zijn. De verantwoordelijkheid voor de juistheid van de gegevens ligt bij de individuele organisaties. Door mijn ministerie zijn geen controles uitgevoerd op de juistheid van de opgaven. De jaarverslagen behoeven goedkeuring van de accountant, daarmee acht ik de juistheid van de gegevens voldoende gewaarborgd.

Bij het opstellen van de Wopt is het de bedoeling geweest te voorkomen dat bepaalde elementen van topinkomens aan de openbaarheid worden onttrokken, zoals ontslagvergoedingen en pensioenafdrachten (beloningen betaalbaar op termijn). In de systematiek van de wet is ervoor gekozen om daarnaast feitelijk toegekende ontslagvergoedingen op te nemen. Hierdoor komt het voor dat ook functionarissen zonder regulier topinkomen in de rapportage zijn opgenomen, enkel op basis van de ontvangen ontslagvergoedingen. Hiertoe behoren ook de ontslagvergoedingen die zijn toegekend binnen zogeheten Sociale Beleidskaders. In het overzicht zijn de meldingen enkel op grond van de ontslagvergoedingen apart genoemd, zodat het onderscheid zichtbaar is.

Administratieve lasten

In de voorliggende rapportages is de opgave van de zorginstellingen verzorgd door het ministerie van VWS. In het kader van het terugdringen van de administratieve lasten achtte ik het niet wenselijk om organisaties te verzoeken opgave te doen van gegevens die deze, zij het in iets andere vorm, al enige tijd jaarlijks aan VWS leveren. In het maatschappelijk verantwoordingsdocument voor de zorginstellingen is een paragraaf opgenomen waarin de organisaties de Wopt gegevens kunnen opgeven. Deze gegevens zijn vervolgens in de Wopt-rapportage opgenomen.

Verantwoording

De organisaties zijn in de rapportage alfabetisch gerangschikt. In verband met de leesbaarheid van de rapportage is de informatie per gemelde functionaris op een regel weergegeven. Aangezien er meer informatie is dan er per regel leesbaar op een pagina kan worden weergegeven, is de rapportage als volgt opgeknipt:

• De eerste 7 pagina’s geven een overzicht van de overschrijdingen vanwege samenloop met een ontslagvergoeding

• De pagina’s 8 t/m 77 geven een overzicht van de gegevens over 2007.

• De pagina’s 78 t/m 154 geven een overzicht van de gegevens over 2006. Beide jaren zijn opgenomen om een vergelijking te kunnen maken.

• De motiveringen voor overschrijding van het Wopt bedrag zijn als een aparte bijlage opgenomen. De volgnummers in de kantlijn corresponderen met de volgnummers in de rapportage.

In totaal zijn 2636 organisaties aangeschreven met het verzoek aan te geven of zij functionarissen in dienst hebben die volgens de Wopt gemeld zouden moeten worden. Ook indien men geen functionarissen te melden had, moest dit op de internetsite van mijn ministerie worden aangegeven. Van de aangeschreven instellingen hebben er 2553 gereageerd. Dat is een respons van 97%, (respons vorig jaar was 94%). Dit is weliswaar nog geen 100%, maar naar mijn mening wel een heel behoorlijk resultaat. De stijgende lijn stemt mij tevreden en ik zie vooralsnog geen reden tot nadere maatregelen.

In het kort luiden de bevindingen:

• In totaal hebben 525 organisaties aangegeven dat zij functionarissen in dienst hadden van wie de totale beloning in 2007 uitsteeg boven het normbedrag van € 169 000.

• Door deze 525 organisaties zijn in totaal 2183 functionarissen aangemeld. 81 (4%) daarvan betreft meldingen door overheidsorganisaties (Rijk, provincie, gemeente).

• In de rapportage over 2006 waren dit er 1374, de stijging van het aantal functionarissen wordt voor een deel veroorzaakt door een daling van het normbedrag van € 171 000 over 2006 naar € 169 000 over 2007.

• De gemiddelde opgegeven ontslagvergoeding bedroeg € 215 284.

• Worden de ontslagvergoedingen buiten beschouwing gelaten, dan zijn er 2002 functionarissen met een beloning boven het normbedrag (over 2006 waren dat er 1115). De gemiddelde totale beloning van deze functionarissen bedroeg over 2007 € 202 644.

Opvallend is dat het aantal meldingen dit jaar aanzienlijk hoger is dan vorig jaar.

Bij nadere beschouwing blijkt dat de verhogingen van het aantal meldingen dit jaar uitsluitend voor rekening komt van het zorgveld. Zou het zorgveld geheel niet meedoen dan zou het aantal meldingen dalen van 620 naar 588. Het vermoeden bestaat dat de stijging in de zorgsector vooral is veroorzaakt doordat de Wopt pas dit jaar goed in de administratieve processen is ingebed. Bij inwerkingtreding van de Wopt in 2006 bestond er onduidelijkheid of het zorgveld naar de letter van de wet wel onder de Wopt zou vallen. Als gevolg daarvan heeft een groot aantal organisaties toen niet gemeld. In 2007 is met gebruikmaking van de aanwijzingsbevoegdheid de juridische onduidelijkheid weggenomen. Ondanks dat heeft de sector over 2006 kennelijk toch veel gevallen niet gemeld, die over 2007 wel gemeld zijn. Dat is gebleken in de rapportage van dit jaar. Wat hier mogelijk meespeelt, is dat vóór het van kracht worden van de Wopt in het zorgveld al een verplichting bestond om de salarissen van alleen bestuurders openbaar te maken. Het is niet onaannemelijk dat men vorig jaar per abuis heeft verondersteld dat de Wopt ook enkel betrekking zou hebben op bestuurders en dat deze omissie dit jaar is rechtgezet.

Voor gespecificeerde analyses van de beloningen in het zorgveld verwijs ik naar de bij deze brief gevoegde VWS rapportage met toelichting.1 Ik benadruk hierbij dat de analyse van het ministerie van VWS enkel de bestuurders in de zorg betreft terwijl de Wopt-rapportage verder gaat dan dit.

De VWS-analyse is zoveel mogelijk hetzelfde opgezet als die over het verslagjaar-2006. Door een iets gewijzigde uitvraag van gegevens zijn enkele aanpassingen noodzakelijk gebleken.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven