29 754 Terrorismebestrijding

Nr. 387 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 mei 2016

Middels deze brief doe ik u de eindrapportage toekomen van de evaluatie van de Nationale Contraterrorismestrategie 2011–2015 getiteld «Gericht, gedragen en geborgd interventievermogen? Evaluatie van de nationale contraterrorisme-strategie 2011–2015»1. Het voornemen het Nederlandse contraterrorisme (CT)-beleid elke vijf jaar te evalueren komt voort uit de aanbeveling van de Commissie Suyver (Kamerstuk 29 754, nr. 164), die de eerste evaluatie van het Nederlandse CT-beleid over de periode 2001–2010 voorbereidde, en uit de toezegging van mijn ambtsvoorganger tijdens het Algemeen Overleg Terrorismebestrijding van 10 maart 2011 (Kamerstuk 29 754, nr. 202) om dit in 2016 wederom te doen.

Het onderzoek evalueert de opzet en uitvoering van het nationale contraterrorismebeleid over de periode 2011–2015. Logischerwijs is hiervoor de Nationale CT-strategie 2011–2015 als basis genomen. Het doel van het onderzoek is inzichtelijk te maken welke bijdrage de CT-strategie 2011–2015 heeft geleverd aan het verminderen van het risico op aanslagen, het verminderen van de vrees voor aanslagen en het beperken van de mogelijke schade na aanslagen. Het onderzoek biedt tevens aanknopingspunten voor de nieuwe contraterrorismestrategie 2016–2020.

Ik zal voor het zomerreces de Nationale Contraterrorismestrategie 2016-2020 aan uw Kamer doen toekomen. Deze zal tevens de beleidsinhoudelijke reactie vormen op de bijgaande evaluatie.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven