29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie

Nr. 417 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE EN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 april 2023

Ruim een jaar geleden startte de Russische militaire agressie in Oekraïne. De EU heeft mede dankzij noodmaatregelen en sanctiepakketten de Europese afhankelijkheid van Russisch gas kunnen inperken. Nederland blijft zich binnen EU-verband inzetten om deze afhankelijkheid zo snel mogelijk nog verder af te bouwen.

Nederland en de rest van de EU zijn zonder gastekorten afgelopen winter doorgekomen. We staan er ook richting de volgende winter beter voor dan een jaar geleden. In Nederland en in onze buurlanden is extra LNG-importcapaciteit gerealiseerd. We zijn met volledig gevulde gasopslagen de winter ingegaan. Door de zachte winter, gedragsverandering (energiebesparing) en maatregelen die het kabinet heeft getroffen voor gasopslag Bergermeer liggen de vulgraden nu boven het door Gasunie Transport Services (hierna: GTS) geadviseerde minimumniveau.

We zijn daarmee goed op weg richting volgende winter. Daarbij realiseert het kabinet zich dat de ongekend hoge gasprijzen, die hebben bijgedragen aan de besparing, veel impact hebben gehad op huishoudens en bedrijven. Op dit moment zijn de prijzen flink lager dan vorig jaar, maar nog steeds hoog in historisch perspectief.

Echter, het risico op gastekorten (verschil tussen vraag naar gas en aanbod van gas)is nog niet geweken richting en tijdens de volgende winter. Hier waarschuwen meerdere experts voor. Het is daarom cruciaal dat we blijven inzetten op gasbesparing en versnelde verduurzaming. In deze brief geeft het kabinet het actuele beeld en een opsomming van aanvullende mitigerende maatregelen die in gang zijn gezet. Ook heeft het kabinet GTS gevraagd om de scenario-analyse van vorig jaar «Een jaar lang zonder Russisch gas» dit voorjaar te actualiseren. Ik wil in juni komen met een nader geactualiseerd beeld hoe we voorbereid zijn op komende winter en zal dan ook ingaan op eventuele aanvullende maatregelen.

Als er tekorten zouden ontstaan die niet door de markt, besparing en verduurzaming kunnen worden opgevangen, dan is er het Bescherm- en Herstelplan Gas (hierna: BHG). Het BHG bevat een serie maatregelen die de maatschappelijke en economische gevolgen van een tekort zo veel mogelijk beperken en die erop zijn gericht om de gasleveringszekerheid aan beschermde afnemers, waaronder huishoudens, veilig te stellen. Hierover is uw Kamer in de Kamerbrief van 6 april 2023 geïnformeerd.

Op 31 maart 2023 heeft het kabinet uw Kamer geïnformeerd over het in gang zetten van het sluitingsproces voor zes productielocaties van het Groningenveld.1 Daarbij is aangegeven dat de sluiting van deze productielocaties nog niet onomkeerbaar is en dat vóór 1 oktober het besluit wordt genomen over de inzet van het Groningenveld in het volgende gasjaar. Het ontwerpbesluit hiervoor zal in juni worden gepubliceerd.

Deze brief bestaat, kort samengevat, uit de volgende vier delen:

  • 1. In het eerste deel schets ik een beeld van de huidige status van onze gasleveringszekerheid op basis van adviezen en rapporten van het Internationaal Energie Agentschap (hierna: IEA)2, GTS3 en de Europese Commissie. Deze adviezen en rapporten tonen aan dat we door de inzet op gasleveringszekerheid goed door de winter zijn gekomen. Er wordt echter ook gewaarschuwd dat er voor de winter 2023–2024 en de winters daarna nog tekorten worden verwacht. Zij benadrukken dat het belangrijk is door te gaan met het reduceren van de vraag, het realiseren van extra LNG-infrastructuur in combinatie met het aantrekken van aanvullend gasaanbod en het tijdig en adequaat vullen van gasopslagen om de Nederlandse en Europese gasleveringszekerheid te kunnen borgen.

  • 2. In deel twee van de brief ga ik in op de maatregelen die toezien op de vermindering en verduurzaming van ons energieverbruik. Afgelopen winter en vorig jaar is er minder gas verbruikt dan eerdere jaren, doordat huishoudens energie hebben bespaard en doordat bedrijven (industriële) productieprocessen hebben afgeschaald of stopgezet. Dit waren soms zware offers. Energiebesparing blijft van groot belang. Daarom is Nederland ook voorstander van het voorstel van de Europese Commissie om de noodverordening gasbesparing te verlengen tot 31 maart 2024.

  • 3. Het derde deel behandelt de maatregelen aan de aanbodkant, te weten:

    • a) De Nederlandse gaswinning uit de kleine velden op land en zee levert een belangrijke bijdrage aan de leveringszekerheid. Daarom is de Staatssecretaris van EZK gekomen met een versnellingsaanpak van gaswinning op de Noordzee4.

    • b) Om voldoende gas naar Nederland te kunnen halen, werkt het kabinet aan het vergroten van de LNG-importcapaciteit. Het is positief dat in Nederland meerdere partijen bezig zijn met haalbaarheidsstudies voor nieuwe LNG-terminals. Dit is volgens GTS de komende jaren zeker nodig (zie ook bijgevoegd GTS-advies). Het kabinet houdt daarbij oog voor toekomstige toepassingen van deze infrastructuur, gezien de dalende vraag naar gas.

    • c) Tot slot zet Nederland ten behoeve van de gasleveringszekerheid in op gezamenlijke inkoop van gas in EU-verband en op de versterking van de relaties met gas-producerende landen in het kader van de energiediplomatie. Daarbij ziet het kabinet ook een rol voor het door de Europese Commissie opgezette platform voor de gezamenlijke inkoop van gas weggelegd.

  • 4. In het vierde deel ga ik in op overige maatregelen die raken aan gasleveringszekerheid:

    • a) Nederland is met goed gevulde gasopslagen de winter doorgekomen en het kabinet ambieert om bij de aanvang van de winter 2023–2024 de gasopslagen gemiddeld voor minimaal 90% gevuld te hebben. Hiertoe heeft het kabinet dezelfde maatregelen als vorig jaar, echter eerder in de tijd in gang gezet, waardoor het vullen van de gasopslagen beter verspreid over het vulseizoen gebeurt.

    • b) Wat betreft het marktcorrectiemechanisme (MCM): er zijn tot op heden geen significante marktverschuivingen waargenomen die direct een gevolg zijn van het MCM. Europese toezichthouders ESMA en ACER geven echter aan dat er wel risico’s kleven aan het mechanisme. Het kabinet volgt nauwgezet de ontwikkelingen op de gasmarkt, net als de Europese toezichthouders. Daarnaast bestudeert het kabinet nu het Commissievoorstel betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie (REMIT). Uw Kamer wordt via de gebruikelijke BNC-procedure geïnformeerd over de kabinetsinzet.

Deel 1: Beeld huidige gasleveringszekerheid

Afgelopen winter lag de gasvraag door besparingsmaatregelen, zacht weer en hoge gasprijzen significant lager. Daarnaast waren de gasopslagen bij aanvang van de winter zeer goed gevuld. Deze combinatie van factoren heeft ervoor gezorgd dat we zonder tekorten de winter door zijn gekomen. Onder meer IEA, GTS en de Europese Commissie waarschuwen echter dat er voor komende tijd nog een belangrijke opgave ligt, omdat de kans aanwezig is dat zich aankomende winter tekorten zullen voordoen. Daarom is het belangrijk dat we actief door blijven gaan met het nemen van maatregelen voor het verminderen van de gasvraag.

EU

Het IEA beschrijft in zijn rapport van december 20225 dat wat betreft gasleveringszekerheid 2023 nog lastiger kan worden dan 2022. Het wijst onder andere op de grotere vraag naar LNG dan het wereldwijde aanbod daarvan, zeker als de Chinese vraag naar LNG weer terugkeert naar het niveau van voor 2021. In februari is het IEA met een update van het genoemde rapport gekomen.6 Daarin geeft het IEA aan dat de vooruitzichten voor de winter 2023–2024 verbeterd zijn. Dit komt onder andere doordat de gasconsumptie in de EU in de periode mid-december tot mid-februari 10 miljard kubieke meter (hierna: bcm) lager was dan van te voren door de IEA werd verwacht en doordat de Europese gasopslagen zo’n 15 bcm boven de eerdere verwachte vulgraden gevuld waren. In deze geactualiseerde analyse waarschuwt het IEA voor een mogelijk aanbodtekort het komend gasjaar ter grootte van 40 bcm aan gas in de EU in het stress-scenario dat er helemaal geen Russisch gas meer naar de EU komt, LNG-aanbod krap blijft en de gasvraag toeneemt in een koude winter. Daarom adviseert het IEA onder andere structureel gas te besparen en de markttransparantie te vergroten. De situatie op de gasmarkt en de aanbevelingen van het IEA zijn op 15 februari door de Staatssecretaris Economische van Zaken en Klimaat in een ministeriele bijeenkomst van het IEA besproken.7

De Europese Commissie (EC) heeft op 20 maart jl. het voorstel gepubliceerd voor een verlenging van de Verordening 2022/1369 (hierna: de Noodverordening gasbesparing)8, die hierna wordt besproken in deel 2 van de brief. In dit kader heeft de EC tevens de genomen maatregelen en de opgave voor aankomende winter geanalyseerd. Uit deze analyse blijkt dat op EU-niveau in de tweede helft van 2022 de aanvoer van Russisch gas via pijpleidingen tot vrijwel nul is gereduceerd. Dit kon worden opgevangen doordat er onder meer 54 bcm extra LNG is geïmporteerd. Daarnaast is er tussen augustus 2022 en januari 2023 41,5 bcm minder gas verbruikt dan in de eerdere jaren het geval was in de periode augustus-januari.9 Voor de aankomende winter geldt dat er niet of nauwelijks nog import uit Rusland wordt verwacht. Dat is anders dan in 2022, waarin in de eerste helft nog zo’n 60 bcm is geïmporteerd. Voor de aankomende winter wordt er per saldo een tekort verwacht: er is namelijk 41–56 bcm extra LNG-import nodig ten opzichte van hetgeen vorig jaar aan LNG is geïmporteerd. Er komt echter wereldwijd slechts 21 bcm extra LNG beschikbaar. De EC geeft aan dat daarom de noodzaak bestaat om maatregelen te nemen, waarbij besparingsmaatregelen een cruciale rol spelen. Dit om er voor te zorgen dat de gasprijzen, die momenteel 3 tot 4 keer lager zijn dan in de herfst van 2022, niet weer naar dat niveau stijgen maar tot het einde van de winter 2023–2024 op het huidige niveau kunnen blijven.

Nederland

Wettelijk adviseur GTS heeft belangrijke inzichten gedeeld ten aanzien van het beeld voor gasleveringszekerheid in Nederland. Op 31 januari bent u geïnformeerd over de raming van GTS voor het aankomende gasjaar 2023/2024.10 Hierin concludeert GTS dat er door de geopolitieke situatie nog steeds krapte is op de gasmarkt, er in de winter van 2023/2024 onzekerheid is over de ontwikkeling van de gasvraag en er mogelijk onvoldoende geïmporteerd (hoogcalorisch) gas beschikbaar is om in de totale gasvraag te voorzien. Tot nu toe zijn tekorten opgevangen door de markt (hoge prijzen en resulterende lagere vraag). Om tekorten het hoofd te bieden adviseert GTS om additionele maatregelen te nemen om de leveringszekerheid te borgen waaronder het realiseren van extra LNG-infrastructuur (liefst op zo kort mogelijke termijn) en aanvullend gasaanbod in Noordwest Europa.

Gelet op dit eerste beeld uit de raming voor gasjaar 2023/2024 heeft GTS op 20 februari een nader advies uitgebracht (als bijlage aangehecht) over de bijdrage van additionele LNG-import (volume) aan de vraag-aanbod balans. Hierin maakt GTS een analyse met een set specifieke aannames: een vraagontwikkeling conform de Klimaat en Energieverkenning 2022 (KEV), waarbij behaalde besparing niet volledig wordt doorgezet en vraagdestructie zich gedeeltelijk herstelt en 100% benutting van alle bestaande middelen, waaronder volledige benutting van de importcapaciteit. In de analyse is geen volume uit het Groningenveld meegenomen. In een dergelijk scenario zou komende winter sprake kunnen zijn van significante tekorten. Ook in de daaropvolgende winters kan nog sprake zijn van krapte. Om die reden herhaalt GTS haar advies om additionele LNG-importcapaciteit te realiseren, naast maatregelen op gebied van vraagreductie en verduurzaming.

In het advies van 20 februari onderstreept GTS dat sprake is van een breed spectrum aan onzekerheden. Ik heb GTS daarom gevraagd om een nadere scenarioanalyse. Vorig jaar heeft GTS een scenarioanalyse gemaakt «een jaar lang zonder Russisch gas». GTS heeft in oktober 2022 op basis van afgelopen winter haar onderzoek geactualiseerd.11 Op mijn verzoek zal GTS deze scenarioanalyse opnieuw actualiseren met het oog op de komende winter. Ik verwacht deze geactualiseerde scenario-analyse in mei te ontvangen.

In de Kamerbrief over gasleveringszekerheid van 9 december 2022 is toegelicht dat uit de analyses die op dat moment beschikbaar waren bij benadering moest worden uitgegaan van een tekort van 5–8 bcm per jaar (ook wel bcm per annum of bcma) aan importcapaciteit in Nederland. Het milde verloop van de afgelopen winter geeft een positievere uitgangspositie voor het vullen van de gasopslagen voor de volgende winter dan voorzien was eind 2022. Niettemin laten de hiervoor beschreven nieuwe analyses nog steeds het beeld zien dat sprake is van krapte, in ieder geval komende winters en dat aanvullende LNG-capaciteit nodig is om de vraag- en aanbodbalans te verbeteren. Dit geldt met name in de komende 2 tot 3 jaar. Ook voor de langere termijn, zo lang er nog vraag is naar aardgas, geldt dat LNG een belangrijke rol blijft spelen. Immers, de Nederlandse gasproductie is – ondanks de versnelling voor winning op de Noordzee op de kortere termijn – eindig en niet voldoende om te voorzien in de vraag. Uitbreidingsmogelijkheden voor import via pijpleidingen zijn beperkt. Uiteindelijk zal dus alleen via aanvullende import van LNG kunnen worden voorzien in de resterende vraag.

Deze adviezen en inzichten geven duidelijk aan dat de gasleveringszekerheid een blijvend aandacht en inzet vereist.

Richting aankomende winter, te beginnen met het vulseizoen dat 1 april van start is gegaan, zijn we dankzij de maatregelen die al genomen zijn goed op weg met de voorbereiding. Echter, in geval van een koude winter worden er in Europa en in Nederland nog zeker tekorten voorzien.

Daarom neemt het kabinet aanvullende maatregelen, zowel aan de vraag- als aan de aanbodzijde. Deze maatregelen worden achtereenvolgens in deel 2 en deel 3 van deze brief beschreven.

Deel 2: Verduurzaming en energiebesparing

Om de leveringszekerheid van gas te vergroten heeft de Europese Unie in augustus 2022 de Noodverordening gasbesparing aangenomen. Deze verordening bepaalt dat alle Europese lidstaten 15% gas dienen te besparen ten opzichte van het gemiddelde van de afgelopen vijf jaar. De meetverplichting van deze verordening loopt van augustus 2022 tot en met maart 2023. In de periode tot en met januari is EU breed 19% gas bespaard. De hoogste besparing werd gerealiseerd in Finland (-57%), terwijl in Malta juist meer gas werd verbruikt (+12%). Nederland zit met gemiddeld 30% gasbesparing ruim boven het doel.12 In Nederland zijn de grootste besparingen behaald in de industrie, gevolgd door huishoudens.

Ongeveer een derde van de besparingen is toe te schrijven aan de zachte winter. Een gedeelte van de besparing wordt waarschijnlijk veroorzaakt door de hoge energierekening, waardoor bedrijven en burgers minder gas hebben verbruikt. Door middel van de campagne Zet ook de knop om heeft de rijksoverheid tips geboden aan huishoudens en bedrijven om energie te besparen. Na verschillende gesprekken met branches en medeoverheden zijn er veel maatregelen uitgevoerd die hun vruchten af lijken te werpen. In de industrie heeft een sterke vermindering van het gasverbruik plaatsgevonden. Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek blijkt dat de totale industriële productie tot en met december 2022 stijgt, maar in januari 2023 voor het eerst afneemt.13 Deze daling wordt verklaard door een stevige daling van productie in de chemische, kunststof- en rubber- en basismetalenindustrie. De productie in de chemische industrie toont al vanaf juni 2022 een dalende trend. Van deze sector is bekend dat productie op grote schaal is afgeschaald ten tijde van de hoge energieprijzen. Ook weten we dat in een aantal sectoren het gasverbruik is verminderd door omschakeling naar andere typen brandstoffen. Daarnaast is het aannemelijk dat de besparing niet alleen komt door het afschalen en stopzetten van productieprocessen en het omschakelen naar andere energiedragers, maar ook omdat er efficiëntiemaatregelen zijn getroffen.

Zoals benoemd in deel 1 van deze brief, heeft de Europese Commissie op 20 maart een voorstel gepubliceerd om de Noodverordening gasbesparing te verlengen tot 31 maart 2024. Tijdens de Energieraad van 28 maart jl. is een politiek akkoord bereikt over de verlenging van deze noodverordening. Vrijwel alle lidstaten hebben voor dit voorstel steun uitgesproken. Met dit voorstel streeft de Commissie naar een gezonde vraag-aanbod balans met stabiele prijzen en naar een zo optimaal mogelijke balans tussen het herstellen van de economie en het voorkomen van een te grote stijging van de gasvraag. Verder wil de Commissie met het voorstel het vullen van de bergingen op een kosten efficiënte wijze mogelijk maken en de volatiliteit van prijzen beperken.

Deel 3: Maatregelen aanbodkant

Om te voorkomen dat er, ondanks vraagreductie, tekorten ontstaan is het cruciaal om een divers aanbod van aardgas te borgen en te vergroten. Hierna ga ik achtereenvolgens in op maatregelen op het gebied van gasproductie, importcapaciteit en de internationale inzet op het gebied van het aantrekken van volumes (energiediplomatie).

Gasproductie in Nederland

De Nederlandse gaswinning uit de kleine velden op land en op zee levert de komende jaren een belangrijke bijdrage aan de leveringszekerheid. Zoals in de Kamerbrief «Versnellingsplan gaswinning Noordzee»14 staat: een verhoging van de gaswinning op de Noordzee kan in aanvulling op energiebesparing en het opschalen van de productie van duurzame energie een belangrijke bijdrage leveren aan een beperking van de importafhankelijkheid.

De Nederlandse gasproductie uit kleine velden neemt reeds 20 jaar af door natuurlijke depletie en beperkte aanvulling van nieuwe vondsten.

Vanuit het oogpunt van gasleveringszekerheid is de afname van de gasproductie uit de Noordzee zorgelijk. Om die afname van de productie uit de Nederlandse kleine velden op zee af te vlakken (zie ter illustratie onderstaande grafiek) heeft de Staatssecretaris van EZK in juli 2022 een versnellingsplan voor de gaswinning op de Noordzee gepresenteerd.

Bron: Delfstoffen en aardwarmte in Nederland, Jaarverslag 2021

In totaal kan een versnelling van de gaswinning uit de Noordzee leiden tot een additionele productie van 2 tot 4 bcm per jaar over een periode van 10 jaar bovenop de huidige productie van 9 bcm die naar verwachting geleidelijk afneemt in de komende decennia. Zie ook de tabel hieronder. GTS heeft deze potentiële versnelling niet meegenomen in haar analyse.

Tabel Potentieel versnelling gaswinning

Wat

Potentieel per jaar

Nieuwe projecten in reeds producerende velden

0,5 – 1,6 miljard m3

Ontwikkelen reeds bestaande velden

1 – 2 miljard m3

Opsporen nieuwe velden

1 – 1,5 miljard m3

Totaal per jaar1

Max. 2 – 4 miljard m3

X Noot
1

Het totale volume per jaar is lager dan de som van afzonderlijke mogelijkheden, omdat de verschillende opties niet op hetzelfde moment materialiseren.

Wat betreft winning op land uit de kleine velden: de prognose is dat tot 2047 in totaal nog zo’n 35 bcm wordt gewonnen uit de kleine velden op land15.

Uit het Groningenveld wordt in de periode oktober 2022 tot en met september 2023 2,8 bcm gas gewonnen. In het vaststellingsbesluit Groningenveld voor het lopende gasjaar is opgenomen dat zes van de elf productielocaties kunnen sluiten per 1 april 2023. Daarbij is het voorbehoud gemaakt dat de definitieve besluitvorming hierover volgt voor 1 april 2023. Op 31 maart 2023 heeft het kabinet besloten dat de sluiting van de zes productielocaties doorgang kan vinden.16 Er wordt geen gas meer gewonnen uit deze locaties en het sluitingsproces is ingang gezet. Met de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) is afgesproken dat NAM geen onomkeerbare stappen zet zonder dit vooraf met de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat af te stemmen. Vóór 1 oktober 2023 neemt het kabinet een besluit over de gaswinning uit het Groningenveld in het volgende gasjaar. In juni 2023 zal hiertoe een ontwerpbesluit gepubliceerd worden.Inzet van het kabinet blijft om het Groningenveld in 2023 of uiterlijk 2024 definitief te sluiten.

Zoals in de contourennota aanpassing Mijnbouwwet17 gesteld: de Nederlandse gaswinning op land en op zee levert de komende jaren een belangrijke bijdrage aan leveringszekerheid. Echter, het kabinet ziet ook dat er maatschappelijk weerstand is tegen fossiele winning in Nederland. Daarnaast is het in het kader van de afspraken zoals vastgelegd in het Noordzeeakkoord18, van belang dat gaswinning op de Noordzee te allen tijden onder het niveau van de binnenlandse vraag blijft. Uw Kamer wordt in mei 2023 nader geïnformeerd over de uitvoering van de motie van de leden Kröger en Thijssen om te komen tot een wetenschappelijk onderbouwd afbouwpad voor fossiele winning in Nederland.19 Hierbij wordt ook de gasleveringszekerheid meegewogen.

Importcapaciteit

Door de geopolitieke situatie zijn de gasstromen op de Noordwest Europese markt, waar Nederland onderdeel van uitmaakt, fundamenteel gewijzigd. Waar het transport eerst primair van oost naar west liep, is er nu voornamelijk transport nodig in omgekeerde richting. Gas dat binnenkomt via pijpleidingen uit Noorwegen, België en het Verenigd Koninkrijk én via de LNG-terminals wordt op de Nederlandse markt gebracht en deels verder getransporteerd binnen Noordwest Europa. Dit vraagt veel van het gastransportnet en de importvoorzieningen. Afgelopen jaar is de importcapaciteit waar mogelijk maximaal benut. Om additionele import mogelijk te maken, is verdere optimalisatie en uitbreiding nodig.

Import via pijpleidingen

Nederland is via de Balgzand Bacton Leiding (BBL) verbonden met het Verenigd Koninkrijk. Deze leiding kan in beide richtingen gas transporteren. Het transport richting Nederland vindt doorgaans vooral plaatsvindt in de zomer, in het vulseizoen. In 2022 is er meer import geweest uit het VK; tot ver in november is er gas geïmporteerd. Het transport naar Nederland wordt beperkt door de transportcapaciteit van de leiding. Op 6 maart 2023 heeft Ofgem, de regulerende autoriteit in het VK, positief besloten op het verzoek om uitbreiding van deze capaciteit van 7 naar 10 GWh/h.20 Hierdoor is aankomend vulseizoen extra transport van gas naar Nederland mogelijk in de orde grootte van circa 0,5 bcm. Hierbij geldt de kanttekening dat niet zeker is of deze capaciteit benut zal worden. Bovendien moeten nog de nodige voorbereidingen worden getroffen rondom de gewijzigde drukdienst. Een mogelijke complicatie is dat ook bestaande contracten in het VK moeten worden aangepast.

De Noorse productie is maximaal en wordt verdeeld over het VK, Frankrijk, België, Nederland, Duitsland en Denemarken. Sinds de zomer van 2022 gaat het grootste deel van het transport naar Duitsland, omdat de tekorten daar het grootst zijn. Daarnaast gaat er sinds 1 oktober 2022 Noors gas naar Polen via de nieuwe Baltic Pipeline. De import naar Nederland is daarom teruggelopen. Doordat de productie in Noorwegen maximaal is zal dit de komende jaren zo blijven, tenzij er door extra aanvoer van LNG naar Duitsland opnieuw een herschikking van de stromen mogelijk blijkt, maar dit lijkt vooralsnog onwaarschijnlijk.

In België komt veel gasimport binnen, meer dan nodig is om in de nationale vraag te voorzien, o.a. vanuit het VK en via de LNG-terminal in Zeebrugge. België exporteert daarom veel gas. Het grootste deel wordt rechtsreeks naar Duitsland getransporteerd. Daarnaast exporteert België via Zelzate naar Nederland. Afgelopen jaar is de export naar Nederland flink verhoogd binnen de mogelijkheden van de transportcapaciteit. De Belgische netbeheerder Fluxys werkt aan optimalisatie van de transportmogelijkheden naar Duitsland. Dit zou op termijn van invloed kunnen zijn op de stromen binnen de Noordwest Europese markt.

Uitbreiding LNG-importcapaciteit

Vanwege het wegvallen van de gasaanvoer via pijpleidingen uit Rusland is Nederland in 2022 afhankelijker geworden van de aanvoer van LNG, als onderdeel van de nationale «gasmix». Vorig jaar is de LNG-importcapaciteit in Nederland in korte tijd uitgebreid van 12 naar 24 bcm per jaar. Dit is gerealiseerd door de snelle realisatie en opening van de EemsEnergy Terminal (EET) in de Eemshaven (totaal 8 bcm per jaar extra) en door de uitbreiding met 4 bcm per jaar van de bestaande GATE-terminal in Rotterdam.

Door deze additionele importcapaciteit kunnen marktpartijen momenteel aanzienlijk meer LNG-volumes laten aanlanden.

Terminal

GATE

(bcm/jaar)

EET

(bcm/jaar)

Totaal

(bcm/jaar)

Toename (t.o.v. 2021)

Eind 2021

12

12

Eind 2022

161

8

241

100%

X Noot
1

Hiervan is 4 bcm interruptible. Dit wil zeggen dat er geen garantie is dat deze capaciteit daadwerkelijk beschikbaar is.

Om de voorzieningszekerheid verder te verbeteren staan meer uitbreidingen gepland bij zowel EET als bij GATE.

De EET wordt door optimalisering van de operationele processen stapsgewijs uitgebreid, in de eerste plaats van 8 naar 9–10 bcm per jaar, waarbij gewerkt wordt aan de voorbereidingen voor een uitbreiding tot 9 in 2023 en daarna verder naar 10 bcm per jaar.

Daarnaast werkt GATE aan verdere uitbreiding van haar importcapaciteit van 16 naar 20 bcm per jaar, door nieuwbouw van een extra opslagtank, waarbij wordt ingezet op beschikbaarheid vanaf het vierde kwartaal van 2026.

Een verdere capaciteitsuitbreiding vergroot in het bijzonder ook de mogelijkheden om Nederland te voorzien van voldoende gasaanbod, bijvoorbeeld tijdens een strenge winter of in geval van langdurige storing of niet-beschikbaarheid bij één van de bestaande terminals, met daarbij een geringere kans op significante prijseffecten bij onvoorziene omstandigheden.

Terminal

GATE

(bcm/jaar)

EET

(bcm/jaar)

Totaal

(bcm/jaar)

Toename (t.o.v. 2021)

Eind 2021

12

12

Eind 2022

161

8

241

100%

Eind 2023

161

9

251

108%

Eind 2024

16

10

26

116%

Eind 2025

16

10

26

116%

Eind 2026

20

10

30

150%

Eind 2027

20

20

67%

X Noot
1

Hiervan is 4 bcm interruptible. Dit wil zeggen dat er geen garantie is dat dit volume daadwerkelijk beschikbaar is.

De EET-faciliteit is tijdelijk, voor 5 jaar. Daarom is in bovenstaand overzicht vanaf oktober 2027 alleen GATE nog beschikbaar en valt een aanzienlijk deel aan LNG-importcapaciteit in Nederland weer weg.

Twee partijen hebben in de afgelopen periode haalbaarheidsstudies uitgevoerd voor het realiseren van een nieuwe LNG-terminal op twee verschillende locaties in Zeeland. Eén van deze partijen betrof Gasunie. Begin februari is echter gebleken dat een tijdelijke terminal in Terneuzen niet realiseerbaar is21. Verdere voorbereidingen voor dit project zijn daarom gestaakt. In plaats daarvan werkt Gasunie, zoals hiervoor toegelicht, verder aan de uitbreidingen in de Eemshaven en Rotterdam. De haalbaarheidsstudie voor het tweede initiatief in Zeeland loopt nog.22

Nieuwe projecten die zich aandienen worden op hun merites beoordeeld. Alle LNG-ontwikkelingen geldt dat de ruimtelijke inpassing en vergunningentrajecten (o.a. stikstof, Wet natuurbeheer, externe en nautische veiligheid) een belangrijke uitdaging vormen. Hierover onderhoud ik nauw contact met alle betrokken stakeholders en bevoegde gezagen.

Ten slotte zijn er diverse uitbreidingen in de omliggende landen voorzien. In Duitsland wordt gewerkt aan nieuwe LNG-terminals. In België wordt de terminal in Zeebrugge uitgebreid. Deze ontwikkelingen kunnen een positief effect hebben op het gasaanbod in de Noordwest-Europese markt. Hierbij wil ik benadrukken dat ik deze ontwikkelingen op de voet volg en dat tot op heden richting 2030 er geen overschot wordt voorzien. Niemand heeft belang bij een overschot aan terminals, ook niet de marktpartijen. Zij moeten immers de grote investeringen in terminals kunnen terugverdienen.

Toelichting: «Waterstofready»

De motie van de leden Kröger en Thijssen van 20 december 202223 verzoekt de regering alle LNG-terminals een tijdelijke oplossing te laten zijn en tevens vast te leggen dat alle terminals die gedurende langere termijn dreigen te worden gebruikt ook waterstof-ready zijn. Onder «waterstofready» wordt daarbij mede verstaan het geschikt zijn voor andere groene energiedragers als waterstof en ammoniak24.

Conform deze motie zet ik in op het zo spoedig mogelijke hergebruik van de infrastructuur voor duurzame toepassingen. In het bijzonder betrek ik dit aspect bij de besluitvorming rondom nieuwe initiatieven. Indien er geen zicht is op een duidelijk transitiepad, zal er sprake moeten zijn van een duidelijke afbakening in de tijd van het project.

De EET-terminal heeft zoals aangegeven slechts een looptijd van 5 jaar voor specifiek de import van LNG. Gasunie heeft aangegeven dat het voornemen is om deze locatie in de toekomst te gebruiken voor het importeren van groene waterstof. Dit is ook meegewogen bij het ontheffingsbesluit voor EET. Dit is ook meegewogen bij het ontheffingsbesluit voor EET.25

Voor deze en (andere) nieuwe initiatieven geldt wel de kanttekening dat het voor marktpartijen nog lastig is in te schatten wanneer de overstap naar duurzame energiedragers kan worden gemaakt. Hiervoor is onder meer de toename in de vraag naar (en een gelijktijdige sterke toename van het aanbod van) deze energiedragers bepalend. Ook speelt de competitie van het aanbod van «eigen» (Nederlandse) waterstofproductie gekoppeld aan offshore windparken (middels elektrolysers) een rol. Eerder heeft de regering haar ambities kenbaar gemaakt op het gebied van waterstofproductie, o.a. via het Nationaal Waterstof Programma (NWP). Bij snelle doorgroei van de waterstofeconomie zal het gebruik van en de vraag naar LNG snel verminderen, en zullen terminal-eigenaren worden uitgedaagd om snel «om te schakelen».

Europese/Internationale inzet

Wat betreft de gezamenlijke inkoop op basis van vraagbundeling hebben inmiddels zowel het kabinet als de Europese Commissie sessies georganiseerd om bedrijven te informeren over de mogelijkheid tot deelnemen. Met de vraagbundeling tracht de Commissie meer inkoopkracht te ontwikkelen zodat de marktpartijen onder betere voorwaarden kunnen inkopen26. Inmiddels heeft de Commissie een dienstverlener geselecteerd die het proces verder moet structureren en organiseren. Ik hoop en verwacht dat daarover snel meer duidelijkheid komt. Deze maand kunnen partijen zich melden en vindt de eerste vraagbundeling plaats. Medio mei schrijft de Europese Commissie de eerste tenders uit om volumes in te kopen ter voorbereiding van de winter 2023–2024. De focus ligt daarbij op de handel in LNG-volumes. Vanuit bedrijven lijkt er veel belangstelling te zijn voor het inkoopplatform, wel blijkt dat men wat terughoudend is ten aanzien van het delen van informatie met derden. Dit geldt overigens niet alleen in Nederland, maar ook in een groot aantal andere lidstaten die overigens zelf ook soms vraagtekens zetten bij nut en noodzaak van gemeenschappelijke inkoop.

EBN bekijkt de mogelijkheid om deel te nemen aan de activiteiten van het platform. Op deze manier kan ook invulling worden gegeven aan de verplichting dat lidstaten 15% van het volume dat nodig is om de gasopslagen voor 90% te vullen, inbrengen bij het platform.

De gewijzigde motie van de leden Erkens en Boucke van 20 december 202227 verzoekt de regering zich in het eerste kwartaal in te zetten voor langetermijncontracten met betrouwbare partners. Ook heb ik in het Commissiedebat over de Energieraad van 22 maart 2023 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 1014) toegezegd in deze Kamerbrief in te gaan op de samenwerking met Noorwegen en Equinor. Hierover wil ik graag benadrukken dat er jaarlijks bilaterale ambtelijke energieconsultaties plaatsvinden tussen Nederland en Noorwegen. Daarbij heeft Nederland in november 2022 een Memorandum of Understanding ondertekend met Noorwegen over samenwerking op het gebied van CCS, waterstof en hernieuwbare energie. Ook vindt er in breder verband samenwerking plaats via de North Seas Energy Cooperation.28

Op Europees niveau neemt EZK actief deel aan de activiteiten die vanuit de Europese Commissie op dit gebied worden ondernomen in het kader van het EU Inkoopplatform. De Europese Commissie heeft een gezamenlijke EU – Noorwegen verklaring afgegeven over versterkte samenwerking op energiegebied29 en de gezamenlijke verklaring over hoge energieprijzen30. Dit heeft onder andere geleid tot een stijging van de Noorse gasproductie richting Europa wat een positieve bijdrage levert aan het stabiliseren van de Europese gasmarkt. Daarnaast heeft de Europese Commissie met de Verenigde Staten vorig jaar ook een gezamenlijke Taskforce Energiezekerheid opgezet. Op 10 maart jl. heeft de Europese Commissie een verklaring afgegeven dat dit heeft geleid tot meer dan een verdubbeling van de geleverde LNG-volumes uit de Verenigde Staten aan Europa31.

Met het bovengenoemde komt het kabinet tegemoet aan de wens van de Kamer, zoals verwoord in de motie van de leden Erkens en Boucke. Daarbij geldt uiteraard dat het marktpartijen vrij staat om zelf te bepalen voor hoe lang zij deze contracten afsluiten. Ik beschouw hiermee mijn toezegging tijdens het commissiedebat over de Energieraad van 22 maart 2023 als afgedaan en wil daarbij benadrukken dat de Staat zelf niet met marktpartijen zoals Equinor in gesprek gaat over het leveren van gasvolumes. Dit is aan de marktpartijen zelf.

In het kader van energiediplomatie ontvangt uw Kamer naar verwachting eind deze maand een brief, waarbij de nadruk vooral op waterstof zal liggen.

Deel 4: overige ontwikkelingen gasleveringszekerheid

Gasopslagen

Stand van zaken gasopslagen op 1 april

Afgelopen winter was relatief mild. Mede daardoor was de vraag naar gas ook relatief laag. Hierdoor zijn de gasopslagen beperkt geleegd. Dit betekent dat Nederland met goed gevulde gasopslagen het nieuwe vulseizoen begint: op 1 april 2023 was de gemiddelde vulgraad van de Nederlandse bergingen 58,1%.32 Dit ligt boven het door GTS geadviseerde minimum van 53,3%. Ter vergelijking: op 1 april 2022 was de gemiddelde vulgraad van de Nederlandse bergingen 21,3%.33

Gasopslag Bergermeer is momenteel voor 53,3% gevuld. EBN heeft in het vorige vulseizoen voor 12,2 TWh aan gas in Bergermeer opgeslagen. Hiervan heeft EBN inmiddels 7,5 TWh doorgerold: dit betekent dat EBN gas wat in de opslag zat, laat zitten tot het eerste kwartaal van 2024 en ander gas heeft aangekocht om aan de voor het eerste kwartaal van 2023 aangegane verkoopverplichtingen te voldoen.

Op 24 februari 2023 heeft de Europese Raad het tiende sanctiepakket34 aangenomen. Dit sanctiepakket bevat een sanctiemaatregel op grond waarvan er geen ondergrondse opslagcapaciteit meer ter beschikking mag worden gesteld aan Russische entiteiten. Deze sanctie geldt ook voor Nederlandse ondergrondse gasopslagen. Deze maatregel verhindert dat Gazprom Export gebruik kan maken van de voor haar gereserveerde opslagcapaciteit in gasopslag Bergermeer. Uw Kamer wordt nader over de uitvoering van dit sanctiepakket geïnformeerd in de Kamerbrief stand van zaken sanctienaleving.

Gasopslag Norg is op dit moment voor 83,8% gevuld en gasopslag Alkmaar voor 76,8%. Gasopslag Grijpskerk is deze winter geleegd en daarom nagenoeg leeg. Deze gasopslag wordt omgezet van een opslag voor hoogcalorisch gas naar een opslag voor laagcalorisch gas. De omzetting van de gasopslag draagt bij aan de definitieve sluiting van het Groningenveld in 2023 of uiterlijk 2024. Om deze omzetting mogelijk te maken moet deze gasopslag volledig geleegd worden en geïnjecteerd worden met laagcalorisch gas.

Het kabinet houdt de vulgraad en de situatie op de gasmarkt nauwlettend in de gaten. De stand van zaken is te volgen met de wekelijkse update gasleveringszekerheid.35 De vulgraad van alle gasopslagen in Europa is op dagelijkse basis te volgen op agsi.gie.eu.

Vooruitblik naar volgende zomer en winter

Dat de gasopslagen bij aanvang van het vulseizoen relatief goed gevuld zijn, verkleint de opgave om op 1 november voldoende gas in de opslagen te hebben. Het is de ambitie van het kabinet om de gasopslagen bij aanvang van de winter 2023–2024 voor minimaal 90% gevuld te hebben. Om dit te bereiken heeft het kabinet in de Kamerbrief van 9 december 202236 aangekondigd een aantal maatregelen te nemen, dan wel te verkennen. Deze worden hieronder kort toegelicht.

1. Subsidieregeling Bergermeer

Het vorige vulseizoen (2022) heeft het kabinet een subsidieregeling opengesteld waarmee het vullen van de gasopslag Bergermeer werd gestimuleerd door een garantie te bieden voor een eventuele gemiddelde negatieve zomer/winterspread.

Omdat de ontwikkeling van de markt onzeker is, heeft het kabinet besloten om ook voor het komende vulseizoen 2023 – 2024 een dergelijke subsidieregeling uit te werken. Het weer inzetten van een dergelijke subsidieregeling heeft als voordeel dat marktpartijen deze maatregel inmiddels kennen, RVO de regeling snel kan uitvoeren en dat deze regeling alleen tot kosten leidt als de spread gemiddeld negatief is. Ook laat deze subsidieregeling een prikkel bij de markt om te vullen.

Uw Kamer is in de Kamerbrief van 24 februari 202337 geïnformeerd over de voorgestelde contouren van de subsidieregeling. Op dit moment loopt de goedkeuringsprocedure bij de Europese Commissie. Het kabinet hoopt dat zowel de Eerste en Tweede Kamer als de Europese Commissie uiterlijk 21 april hun goedkeuring geven aan deze subsidieregeling. Dit betekent dat de tender voor de subsidieregeling zo vroeg mogelijk in het vulseizoen wordt opengesteld. Hierdoor hebben marktpartijen duidelijkheid over de subsidie die ze ontvangen en kan de subsidieregeling gunstiger worden vormgegeven, doordat de vulperiode langer is. In het geval de autorisatie door de Tweede en Eerste Kamer van het in de incidentele suppletoire begroting opgenomen benodigde budget niet voor 21 april verkregen is, doe ik een beroep op het tweede lid van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet gelet op het belang van het voldoende vullen van gasopslag Bergermeer voor de leveringszekerheid van gas.

2. EBN belast met taak

EBN heeft de taak gekregen om in totaal maximaal 20 TWh aan gas in de interruptible space van gasopslag Bergermeer op te slaan, voor zover marktpartijen dit niet doen. Hier valt ook de 7,5 TWh gas onder die EBN momenteel al in de gasopslag heeft opgeslagen. Het kabinet heeft EBN gevraagd om 10 TWh van deze vultaak bij het EU-inkoopplatform uit te zetten.

3. Vullen van Norg

GasTerra gebruikt de gasopslag Norg onder andere voor de verplichtingen die GasTerra heeft op basis van het Norg Akkoord. De vulgraad van Norg die op grond van het Norg akkoord moet worden bereikt is vanwege van de krimpende L-gasmarkt dit gasjaar lager dan het voorgaande gasjaar. GasTerra gebruikt de opslag daarnaast ook voor, onder andere, het nakomen van haar verkoopverplichtingen. Om daar aan te voldoen zal de gasopslag op 1 oktober naar verwachting in ieder geval met 3,4 bcm gevuld zijn. Of Norg op 1 oktober verder gevuld zal zijn dan dit niveau, hangt af van marktomstandigheden en mogelijke afspraken tussen de overheid en Shell en ExxonMobil.

Ontwikkelingen groothandel gas

Marktcorrectiemechanisme

De Energieraad heeft op 19 december 2022 (Kamerstuk 21 501-33, nr. 1003) een verordening vastgesteld waarin een marktcorrectiemechanisme (MCM), voor de Europese groothandelsmarkt voor gas is opgenomen.38 Met deze verordening wordt een «dynamisch prijsplafond» geïntroduceerd waarmee wordt beoogd buitensporig hoge prijsstijgingen op de gasmarkt te voorkomen39. Deze MCM verordening is sinds 1 februari 2023 van kracht en het mechanisme kan sinds 15 februari worden geactiveerd.

Door de zachte winter en goed gevulde gasopslagen, met een relatief lage gasvraag als gevolg, is het beeld van de gasmarkt sinds begin 2023 betrekkelijk stabiel. Het feit dat het MCM sinds 15 februari 2023 kan worden geactiveerd, heeft vooralsnog geen invloed gehad op dit marktbeeld. De huidige gasprijs kent een dalende trend en staat momenteel tussen de 40 en 50 euro per megawattuur. Dit is aanmerkelijk lager dan de prijspieken tijdens de zomer van 2022 en staat nog ver af van de activatieprijs uit de MCM verordening.

Voorafgaand aan de vaststelling van de MCM verordening zijn, onder andere door Nederland, zorgen geuit over mogelijke onbedoelde gevolgen die het bestaan van het marktcorrectiemechanisme kan hebben voor de handel in gas in de EU in het algemeen en de gasbeurzen die de handel in TTF-derivaten faciliteren in het bijzonder. Zo werd er gevreesd dat deze maatregel zou leiden tot een verplaatsing van deze handelsactiviteiten naar handelsplaatsen die buiten de reikwijdte van de verordening vallen. Deze zorgen zijn ondervangen door in de verordening te voorzien in een effectbeoordeling van het marktcorrectiemechanisme. De Europese toezichthouders ESMA en ACER dienden daarbij voor 1 maart 2023 te analyseren of de snelle uitvoering van het marktcorrectiemechanisme kan leiden tot onbedoelde negatieve gevolgen voor de financiële of energiemarkten of voor de voorzieningszekerheid.

Op 1 maart 2023 brachten de Europese toezichthouders ESMA en ACER hun finale rapporten uit over het MCM. Uit de rapporten blijkt dat er nog geen significante marktverschuivingen zijn waargenomen die direct aan het MCM kunnen worden toegeschreven. De toezichthouders doen geen aanbevelingen om de technische elementen van het MCM, zoals activatie- en deactivatievoorwaarden, te herzien. Volgens ESMA en ACER betekent dit niet dat het MCM zonder gevolgen zal blijven. Het is goed mogelijk dat marktdeelnemers pas anticiperen wanneer de activatieprijs van het MCM dichterbij komt. Zo geven de gasbeurzen die de handel in de betreffende TTF derivaten faciliteren, ICE Endex en EEX, aan voorbereidingen te hebben getroffen om de handel in gascontracten ordentelijk te laten verlopen indien het MCM wordt geactiveerd. Hiertoe bieden zij, onder meer, de mogelijkheid om gascontracten buiten het toepassingsgebied van de MCM verordening af te wikkelen40. Ondanks het huidige marktbeeld zijn de potentiële risico’s van het marktcorrectiemechanisme dus niet geweken. Het MCM kan nog steeds het ordelijk functioneren van de markten en de financiële stabiliteit aantasten, aldus ESMA en ACER. Net als de Europese toezichthouders, blijf ik de gasmarkten dan ook nauwgezet monitoren en wordt er contact gehouden met relevante partijen in de gasmarkt.

Tot slot voorziet de MCM Verordening in het belang van een gelijk speelveld, een uitbreiding van het toepassingsbereik van MCM naar andere virtual trading platforms (VTP’s) in de EU. Deze uitbreiding was afhankelijk van de uitwerking van technische details (zoals activatievoorwaarden) in een uitvoeringshandeling van de Europese Commissie. De Europese Commissie heeft op 31 maart 2023 deze uitvoeringshandeling vastgesteld. Met de vaststelling van deze uitvoeringshandeling geldt vanaf 1 mei 202341 voor alle andere VTP’s in Europa onder dezelfde activatievoorwaarden dezelfde dynamische biedlimiet.

De MCM verordening heeft een looptijd tot 1 februari 2024. In november 2023 beoordeelt de Europese Commissie de werking van de MCM verordening en kan het een voorstel doen voor eventuele verlenging.

REMIT

Op 14 maart heeft de Europese Commissie in het kader van de hervorming van de EU elektriciteitsmarkt ook een wijziging voorgesteld van Verordening (EU) nr. 1227/2011 betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie (REMIT).42 Het kabinet bestudeert de voorstellen, en zal uw Kamer via de gebruikelijke BNC-procedure informeren over de kabinetsinzet.

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief


X Noot
1

Kamerstuk 33 529, nr. 1139.

X Noot
2

IEA heeft sinds de vorige update gasleveringszekerheid twee rapporten gepubliceerd: 1)How to Avoid Gas Shortages in the European Union in 2023 (2022) en «Natural gas supply-demand balance of the European Union in 2023: how to prepare for winter 2023/24».

X Noot
3

Zie bijlage bij deze brief

X Noot
4

Kamerstuk 33 529, nr. 1058.

X Noot
5

IEA report How to Avoid Gas Shortages in the European Union in 2023, 2022

X Noot
10

Kamerstuk 33 529, nr. 1115.

X Noot
11

Kamerstuk 29 023, nr. 384.

X Noot
13

CBS, Productie industrie bijna 3 procent lager in januari, maart 2023

X Noot
14

Kamerstuk 33 529, nr. 1058.

X Noot
15

Delfstoffen en aardwarmte in Nederland, Jaarverslag 2021.

X Noot
16

Kamerstuk 33 529, nr. 1139.

X Noot
17

Kamerstuk 32 849, nr. 214.

X Noot
18

Kamerstuk 33 450, nr. 68.

X Noot
19

Kamerstuk 33 529, nr. 1052.

X Noot
23

Kamerstuk 29 023, nr. 367.

X Noot
24

Toelichting van het lid Kröger naar aanleiding van vragen van het Lid Bontenbal, zie het stenogram van het tweeminutendebat Gasmarkt en Leveringszekerheid van 20 december 2022 (Handelingen II 2022/23, nr. 37, item 34).

X Noot
26

EU Energy Platform, European Commission, 8 april 2022.

X Noot
27

Kamerstuk 29 023, nr. 387.

X Noot
28

Zie ook de beantwoording van de vragen van het Schriftelijk Overleg Informele Energieraad op 27 en 28 februari jl. (DEIZ / 26472109). (Kamerstuk 21 501-33, nr. 1010)

X Noot
29

Europese Commissie STATEMENT/22/3975

X Noot
30

Europese Commissie STATEMENT/22/6001

X Noot
31

Europese Commissie STATEMENT/23/1613

X Noot
32

Agsi.gie.eu: alle cijfers in deze paragraaf zijn gebaseerd op de gasopslag database van Gas Infrastructure Europe.

X Noot
34

Verordening (EU) 2023/427 van de Raad van 25 februari 2023 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 833/2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren (PbEU 2023 L 591).

X Noot
36

Kamerstuk 29 023, nr. 384.

X Noot
37

Kamerstuk 29 023, nr. 394.

X Noot
38

Verordening (EU) 2022/2578

X Noot
39

Het mechanisme activeert automatisch als de maand-vooruit contractprijs op de Nederlandse gashandelsplaats, de Title Transfer Facility (TTF) gedurende drie werkdagen hoger is dan 180 euro per megawattuur én als de TTF-prijs van deze prijs 35 euro hoger is dan een referentieprijs voor LNG voor dezelfde drie werkdagen. Zie meer uitgebreid: Kamerstuk 21 501-33, nr. 994.

X Noot
40

Zo biedt de Britse tak van ICE vanaf 20 februari 2023, parallel aan de TTF-contracten in Nederland, gastermijncontracten in Londen aan. EEX heeft aangekondigd producten op haar Organised Trading Facility (OTF), die buiten de scope van de MCM Verordening valt, te willen aanbieden die contractueel identiek zijn aan de EEX-derivaten.

X Noot
41

Implementing Regulation on the definition of the technical details of the application of the market correction mechanism to derivatives linked to virtual trading points in the Union other than the TTF

Naar boven